(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Over de geschiedenis van de grens van Nederland is een kant-en-klare powerpoint presentatie LEZING beschikbaar! Idem over de geschiedenis van de grens van België!
Wilt u deze LEZING over de geschiedenis van de grens van Nederland en/of België vastleggen? Neem dan contact op met aad@engelfriet.net
Geregeld komen er vragen of de powerpoint presentatie ook zonder begeleidende LEZING kan worden ontvangen; uiteraard is het antwoord NEE
Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Het verhaal over de geschiedenis van de vlag van Nederland / Nederlandse vlag, vind je helemaal onderaan in dit verhaal over de geschiedenis van de grens van Nederland / Nederlandse grens.
Over de geschiedenis van de grens van Nederland hebben we al ooit iets verteld in dit verhaal:Maar er is natuurlijk veel meer te vertellen over de geschiedenis van de grens van Nederland:
Wist je dat de grens tussen Limburg en Duitsland pas na 1866 definitief werd ? Bismarck was in een goede bui nadat de oorlog met Oostenrijk was gewonnen....... Pas in 1945 werden de Duitse rechten op de steenkooladers in Zuid-Limburg door de Nederlandse Staat genaast.
Na de Belgische Afscheiding in 1839 werd het westelijke deel van Luxemburg bij België gevoegd. Omdat Luxemburg als geheel altijd deel had uitgemaakt van de Duitse Bond moest het verlies voor de Duitse Bond van het westelijk deel van Luxemburg gecompenseerd worden. En zo werd dus Limburg een onderdeel van de Duitse Bond, puur als genoegdoening voor het verlies van het westelijk deel van Luxemburg. Limburgse soldaten zouden dus vanaf 1839 in theorie opgeroepen kunnen worden voor een oorlog o.l.v. de Duitse Bond.
In de Pruisisch - Franse oorlog van 1870 hebben inderdaad een aantal Limburgers als kok in het Pruisische leger gediend.... als onderdeel van een na 1839 speciaal geformeerde eenheid: de Limburgse Jagers.
Trouwens, ook wel eens afgevraagd waarom de Luxemburgse vlag zo sprekend lijkt op de Nederlandse vlag ? Op het Congres van Wenen in 1815 kreeg Koning Willem I Luxemburg toegewezen als persoonlijke kompensatie voor het verlies van de Nassause Stamlanden rondom Dillenburg. In de overeenkomst was wel het Zwaardrecht principe afgesproken : alleen mannelijke nakomelingen uit het Huis Oranje-Nassau konden Groothertog van Luxemburg worden en dus moesten in 1890 de Luxemburgers op zoek naar een andere mannelijke Groothertog, want in 1890 stierf Koning Willem III, hij had alleen een dochter : Wilhelmina
Citaat uit dit verhaal:
Napoleon III probeerde ook tevergeefs van koning Willem III Luxemburg te kopen, waarover Bismarck zijn beslissend veto uitsprak.
De Luxemburgse kwestie ontstond in het najaar van 1866 over de politieke status van het Groothertogdom Luxemburg, dat sinds het Congres van Wenen (1815) het persoonlijk bezit van het Huis van Oranje was en door de Nederlandse koningen werd geregeerd in personele unie met Nederland.
Sinds Pruisens overwinning in de oorlog met Oostenrijk (1866) maakte Napoleon III zich zorgen over het Europese evenwicht, dat hij hersteld wenste te zien door de toevoeging van Luxemburg aan Frankrijk. De uitgesproken francofiele Nederlandse Koningin Sofie, echtgenote van Koning Willem III, en haar oudste zoon Willem steunden dit denkbeeld. In het algemeen zagen veel Nederlanders, die door de opgang van Pruisen vreesden voor het voortbestaan van Nederland, wel wat in de Franse plannen.
Op 28 maart 1867 overhandigde kroonprins Willem aan Napoleon III, namens zijn vader koning Willem III, een schriftelijke verklaring van afstand en op 31 maart 1867 keerde hij in Den Haag terug met volmacht aan de daar geaccrediteerde Franse gezant Baudin om het koopcontract namens de keizer te tekenen, mits een vertegenwoordiger van de Luxemburgse Statenvergadering zou meetekenen. De daartoe aangewezen diplomaat, Tornaco, talmde echter.
Inmiddels had Bismarck de publieke opinie in Duitsland tot heftige protesten aangezet; hij lokte een interpellatie in de Rijksdag op 1 april 1867 uit en droeg, vermoedelijk er van uitgaand dat inmiddels de koopakte getekend was, de Pruisische gezant te Den Haag, graaf Perponcher, op de Nederlandse regering te laten weten dat de verkoop een aanleiding tot een oorlog zou worden. Onmiddellijk nam minister van Buitenlandse Zaken, Graaf Van Zuylen van Nijevelt, een voorstander van de verkoop, het initiatief tot een conferentie van de mogendheden over de status van het Groothertogdom, die van 7 tot 11 mei 1867 in Londen plaatsvond tussen Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Nederland. Dit resulteerde in een verdrag waarbij o.a. Luxemburgs neutraliteit werd gegarandeerd.
Echter bij de begrotingsdebatten van najaar 1867 slaagde Van Zuylen er niet in het gevolgde beleid en met name de buiten de Staten-Generaal om aangegane internationale verplichting ten opzichte van Luxemburg aannemelijk te maken; de regering had zich buiten deze kwestie moeten houden, omdat zij daar niets mee te maken had.
Op 26 nov. 1867 werd de begroting van Buitenlandse Zaken verworpen, wat de zeer boze koning Willem III deed besluiten tot kamerontbinding.
De nieuwe Tweede Kamer keurde bij motie-Blussé van Oud-Alblas de ontbinding af en verwierp de betrokken begroting op 28 april 1868, waarop het ministerie aftrad.
De Luxemburgse kwestie heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van het Nederlandse parlementair stelsel. Met betrekking tot de verhouding tussen Kamer en regering ontstonden nu de volgende regels:
- 1. Ministers moeten het vertrouwen genieten van het parlement
- 2. Met gebruikmaking van het budgetrecht kan het parlement ze tot aftreden dwingen
- 3. Van zijn recht om ministers te benoemen of te ontslaan kan de Koning slechts gebruik maken indien de meerderheid van het parlement daarmee akkoord gaat
- 4. De regering kan in geval van conflict één of beide Kamers ontbinden; indien echter de nieuwe Kamer bij het standpunt van de oude blijft, dan moet de regering toegeven.
Na WOI werden voor de laatste keer de Nederlandse Staatsgrenzen ter diskussie gesteld door de ...... Belgen, zonder succes eisten zij in Versailles Zeeuws-Vlaanderen en een groot gedeelte van Limburg op, inklusief Maastricht, (?) waarom dat moet je de Belgen zelf maar eens vragen.......
en uiteraard hebben we daar al eens een reaktie vanuit België opgehad.......
Wil je nog meer weten, maak dan gebruik van onze Search Engine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Holland en klik op ENTER
De grenzen van het huidige Nederland zijn noch door natuurlijk landschap noch door eenheid van taal bepaald; ze zijn het resultaat van oorlog, koop en huwelijk. Pas in de 16de eeuw ging zich een eenheid aftekenen, waarbij ook de naam ontstond.
Tevoren, aan het eind der middeleeuwen, waren in dit gebied de bisschop van Utrecht, de graaf van Holland en de hertogen van Gelre en Brabant de belangrijkste landsheren geworden.
Het bisdom Utrecht bestond uit het Nedersticht (provincie Utrecht) en het Oversticht (Overijssel, Drenthe en de stad Groningen met onmiddellijke omgeving). Gelre omvatte buiten de huidige provincie nog Opper-Gelre, nu in Limburg en Duitsland gelegen. Van Brabant is thans het grootste deel Belgisch en wat nu onze provincie Limburg is, was versnipperd over verschillende landsheerlijkheden waarvan het hertogdom Limburg er slechts één was. Dit hertogdom werd ten gevolge van de slag bij Woeringen in 1288 met Brabant verbonden.
Vlaanderen reikte tot de Westerschelde, Zeeland zelf was met Holland sinds 1323 in één graafschap verenigd.
Langs de Waddenzee tenslotte lagen tussen Vlie en Wezer de Friese landen. Ze heetten vrij te zijn: geen graaf, hertog of bisschop had er blijvend landsheer kunnen worden. Ook vormden ze geen staatkundige eenheid: landschappen, kloosters, steden, dorpen en hoofdelingen, een soort dorpsheren, voerden een eigen politiek.
In het door twisten - Schieringers en Vetkopers - verscheurde land had zich ten oosten van de Eems in de 15de eeuw het graafschap Oost- Friesland gevormd, en ten westen van de Eems leek de stad Groningen, hoewel formeel tot het Sticht behorend, op weg te zijn een rijksstad te worden met een gebied dat reikte van Zuiderzee tot Eems.
Al deze landen behoorden tot het Duitse rijk. De werkelijke macht van de keizer was er zeer gering, maar zijn gezag bleef groot. Vooral de oostelijke steden noemden zich graag keizerlijk en stelden privileges van de keizer op hoge prijs.
In de 15de eeuw kwam uit het zuiden de Bourgondische macht opzetten, steunend op een handige huwelijkspolitiek. Hertog Philips wist in 1430 Brabant-Limburg te verwerven en in 1433 Holland-Zeeland. Zijn pretenties en die van zijn opvolgers gingen echter verder.
Aan het hof van Philips de Goede (rechts)
LINK
Ten noorden van de Maas waren feitelijk alleen de hertog van Gelre en de magistraat van de stad Groningen bereid en in staat zich tegen de Bourgondische, weldra Habsburgse, expansie te verzetten. Geen wonder dat zij elkaar vonden: Groningen huldigde de hertog als landsheer in 1515. Dit had ook een groot gedeelte van de Friezen gedaan.
Toen Karel van Gelre in 1522 Overijssel en Drenthe had weten te verkrijgen, bezat hij een aaneengesloten gebied van Maas tot Waddenzee. Deze nieuwe staat bezweek, na hevige strijd, op den duur onder de druk van Karel V.Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken. Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten. Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks
1555
Karel V, leunend op Willem van Oranje, doet afstand van de regering
links zoon Philips II
in het midden, de zuster van Karel V, Landvoogdes Maria
Vanzelfsprekend hebben we op onze site meerdere verhalen waar Philips II in voorkomt en uiteraard heeft Aad het nooit over Filips II, die man heette immers Philips, dat bekende bedrijf heet toch ook zo....
Bijvoorbeeld dit verhaal:
Het Klooster paleis, het Escorial, van Philips II en ook natuurlijk iets over Philips II
Philips II
1548
Karel V
Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588
LINK
in zijn prive kapel in het Escorial
De rechten op Friesland kocht Karel V in 1515, maar het duurde tot eind 1523 voor hij het had veroverd. Overijssel kwam in 1528 aan Karel V, evenals het Nedersticht (Utrecht) zelf; de bisschop had weinig mogelijkheden tot verweer. De stad Groningen koos in 1536 de zijde van Karel V. Zij bracht de Ommelanden mee en Drenthe volgde. Tenslotte viel in 1543 ook Gelre zelf in handen van Karel V, maar in 1538, na de dood van Karel van Gelre, was er nog een reële mogelijkheid geweest, dat Gelre met Gulik, Kleef enz. in de Nederrijnse 'ruimte' was beland.
In 1543 waren, zoals dat genoemd wordt, de Zeventien Nederlanden kompleet.
Citaat uit dit verhaal:Kortom, het Twaalfjarig Bestand is een grote mijlpaal geweest in de geschiedenis van Nederland, waarbij het belangrijkste punt was de erkenning van de Republiek der (Noordelijke) Zeven Verenigde Nederlanden als soevereine staat, al was er toen nog niet het besef dat er een deling was ontstaan tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, zie bijvoorbeeld de Leo Belgicus kaart uit 1609 waar nog alle Zeventien Verenigde Nederlanden staan afgebeeld, dus ook die in het huidige België...
De onderstaande kaarten zijn o.m. van zijn concurrent Claes Jansz Visscher (1587-1652) en zijn ook heel beroemd :
De beroemde
Leo Belgicus uit 1609
De beroemde
Leo Belgicus uit 1648
De leeuwenkaart of Leo Belgicus werd in de 16de eeuw geïntroduceerd door een Oostenrijker, Michael Aitsinger.
Op de bovenste leeuwenkaart van Claes Janszoon Visscher uit 1609 werd gemaakt ter gelegenheid van het begin van het Twaalfjarig Bestand in 1609.
Het verzegelde zwaard in de klauw van de leeuw verwijst naar het bestand tussen de gewesten. Rechtsonder zit de oorlogsgod Mars te slapen, leunend op de loop van een kanon. Hierdoor kunnen de mensen 'Veylich Reysen' en 'Vredich Lantbouwen', zoals op de prent vermeld staat. Links zitten de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, weergegeven als twee vrouwen, vredig naast elkaar.
Bovenaan de kaart staan de wapens van de 17 provincies. Aan weerszijden zijn tien stadsgezichten weergegeven, links van de Noordelijke en rechts van de Zuidelijke Nederlanden.
Claes Janszoon Visscher bracht in 1648, nu ter gelegenheid van de Vrede van Münster, weer een kaart op de markt van alleen Holland, de machtigste provincie van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Links en rechts zijn nu niet de belangrijkste steden van Noord- en Zuid-Nederland te zien, zoals in 1609, maar alleen Hollandse steden.
Bovenaan zijn de boeren, adel en kooplieden afgebeeld. Daartussenin een ijsschuit (links) en twee zeilwagens Hollandse uitvindingen uit het begin van de 17de eeuw.
De Tachtigjarige oorlog heeft deze eenheid verbroken: de frontlijn van 1648 bepaalde in het zuiden de grens van de Republiek, aan de oostkant bleef de grens wat brokkelig door de vele enclaves en exclaves.
De eerste vrije Staten van Holland vergadering in Dordrecht
19 juli 1572
Na 1648
Het grondgebied van de Republiek bestond uiteindelijk uit Zeven Soevereine provincies, het niet vol-gerechtigde, maar wel autonome landschap Drente, de generaliteitslanden Staats-Brabant, Staats-Vlaanderen, de landen van Overmaze en Westerwolde. Het laatste landschap werd bestuurd door de stad Groningen, die het in leen had.Bij de vrede van Utrecht in 1713 kwam als aanwinst een klein stukje van Opper-Gelre met Venlo. Het zou later met de landen van Overmaze (Maastricht) aanleiding geven tot de vorming van een provincie Limburg.
Niet alle gebiedsdelen van de Republiek waren dus gelijkgerechtigd: Drente was niet vertegenwoordigd in de Staten-Generaal, maar bezat wel autonomie, in de vorm van eigen landdagen. Ridderschap en eigenerfden van Drente besloten in 1602 de landdagen voortaan niet meer in het Grolloërholt, maar in Assen te houden. Zij stelden ter verbetering van de wegen naar Assen 1000 carolische guldens beschikbaar. Het was het begin van Assen als provinciehoofdstad.
De Nederlandse Oostgrens rondom Kleef
Limburg tot 1795
In de Bataafse en Franse tijd werden alle buiten- en binnengrenzen veranderd, maar in 1814 keerde men terug naar het oude. Alleen werden aan de oostgrenzen allerlei correcties aangebracht.
De Grondwet uit 1815
1815
De opening van de Staten Generaal van het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden in Brussel
op de troon Willem I
1817
Het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden
De toen tot stand gekomen vereniging met België werd in 1839 weer verbroken. Voor wat de onderlinge grenzen betreft greep men terug op de toestand van vóór 1795. De provincie Limburg werd in tweeën gesplitst. Het Nederlandse gedeelte werd daarbij als hertogdom lid van de Duitse bond. Het bleef dat tot de ontbinding van deze bond in 1866.Sinds 1839 hebben geen veranderingen plaatsgevonden. De 'grenscorrecties' van 1949 werden vrij spoedig weer ongedaan gemaakt.
In 1839 werd in London het scheidingstraktaat tussen de Koninkrijken van Nederland en België getekend. Vier jaar later werd op de conventie van Maastricht bepaald hoe de grens precies moest gaan lopen. Ook werd toen besloten 388 gietijzeren (en 356 hardstenen) grenspalen te plaatsen. De nummering was van 1 (drielandenpunt Vaals) tot 369 (Noordzee), langs de grensmaas werden dubbele palen geplaatst met hetzelfde nummer.
De gietijzeren palen rusten op een achthoekig fundament en zijn versierd met de wapens van de beide koninkrijken en het jaartal 1843. In 1849 verscheen in het staatsblad een reglement voor het onderhoud van de grenspalen. Dit reglement bepaalt dat de gemeentebesturen hun rijksgrensvak in de lente van elk jaar inspecteren en daarvan een proces-verbaal opmaken.
Langs de Duits-Nederlandse grens staan twee reeksen grenspalen. De eerste reeks start in Vaals op het drielandenpunt met grenspaal 193 en eindigt met nummer 862 bij Overdinkel in Twente. Destijds was dit de grens tussen het Koninkrijk der Nederlanden (Nederland, België en via een personele unie Luxemburg) en het Koninkrijk Pruisen. Grenspaal 1 stond bij de Luxemburgs-Franse grens. De tweede reeks grenspalen (1-203) loopt verder langs Duitsland tot aan de Dollard. Dit was vroeger de grens tussen Nederland en het Koninkrijk Hannover.
De provinciale grenzen werden in 1814 in hoofdzaak hersteld. Van de voormalige generaliteitslanden werd Westerwolde bij Groningen gevoegd en Staats-Vlaanderen bij Zeeland. Limburg en Noord-Brabant werden nieuwe provincies. Bij Noord-Brabant werden de Hollandse gebieden ten zuiden van de Nieuwe Merwede ingedeeld.
De Republiek was dus een statenbond, de provincies waren soeverein. Het tractaat van de Unie van Utrecht bevatte wel enige grondrechten en regelingen, maar was geen grondwet. Bestuursvormen groeiden in de praktijk. De Staten-Generaal werd het hoogste bestuursorgaan van de Unie. Het college bestond uit vertegenwoordigers van de zeven provincies, in de provincies zelf werden de Statencolleges gevormd door afgevaardigden van de steden en de adel, soms ook eigenerfde boeren.
Holland bekleedde een overheersende positie in de Unie. De raadpensionaris van dit gewest werd daardoor een invloedrijk man in de Unie, vooral in de stadhouderloze tijdperken en onder bekwame bekleders van het ambt zoals Van Oldenbarnevelt en Johan de Witt.
Citaat uit ons Oldenbarnevelt verhaal:Citaat uit ons rampjaar verhaal:
Na de moord van Willem de Zwijger in 1584 kwam op verzoek van de Staten de Graaf van Leicester over als opvolger van Willem de Zwijger. Dit was geen succes. Ten einde raad werd besloten om het heft in eigen handen te nemen en het dagelijks bestuur in handen te leggen van de meest bekwame bestuurder op dat moment : Johan van Oldenbarnevelt, in 1586 werd hij benoemd tot Raadpensionaris van Holland, de machtigste funktie die iemand toen kon bereiken. Op 13 mei 1619 werd de 71-jarige Johan van Oldenbarnevelt op het Binnenhof onthoofd. Wat was er gebeurd ?
Eind 19e eeuw was bijv. Busken Huet een van de eersten die wat genuanceerder over Johan van Oldenbarnevelt ging schrijven in zijn monumentale werk "Het Land van Rembrandt", op basis van dit soort diskussies zal het Rotterdamse besluit voor dat standbeeld wel eens genomen kunnen zijn...
In "Het Land van Rembrandt" (heb ik uiteraard) wordt Johan nog wel beschuldigd, maar in het betoog komen een heleboel tegenargumenten naar voren. Ook Vondel wordt er bijgehaald, want die was een van de medestanders van Johan van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot... Busken Huet noemt van Oldenbarnevelt een dictator "maar geen andere Nederlandse Staatsman heeft aan zijn medeburgers ooit meer of grotere diensten bewezen dan hij. Tegelijk Minister van Oorlog, Marine, Kolonien, Financien, Binnenlandse en Buitenlandse Zaken. Vriend van Willem de Zwijger en nevens Maurits de Redder van de Nederlandse Staat. Zonder zijn veeljarige heerschappij zouden de Nederlanders er nooit zijn gekomen"
Volgens de overlevering weigerde de 71-jarige Johan om gratie te vragen aan Maurits en zat Maurits in spanning te wachten op dit gratie verzoek, waarop Maurits niet zou hebben geweten wat hij moest antwoorden..... de heren waren elkaars gevangenen.
Het "stockske" waarmee Johan het schavot besteeg, de bril die hij droeg en het zwaard waarmee hij werd onthoofd, ga ik nog steeds ieder jaar bekijken in het Rijksmuseum en denk dan na over deze zwarte bladzij in onze geschiedenis. Als ik in Rotterdam wandel over de Coolsingel, altijd even Johan gedag zeggen, vlakbij Donner en de Slegte trouwens...
Oldenbarnevelt in de muur van het Stadhuis van Rotterdam
verschenen na 13 Mei 1619, de onthoofding van Oldenbarnevelt en andere hoofdpersonen
v.l.n.r.
Oldenbarnevelt, Ridder, Heer van Berkel en Rodenrys
Johannes Uyt den Boogaart, gewezen Predikant van Zn. Excel. (Maurits)
Hugo Grotius, Pensionaris der Stat Rotterdam
Rombout van Hoogerbeets, Raedsheer en Pensionaris der Stat Leyden
Gillis van Ledenberg, Secretaris der Heeren Staten van Utrecht
Adolf van Wael, Heer van Moersbergen
In 1618 eindigde ook de politieke loopbaan van Hugo de Groot, de Stadspensionaris van Rotterdam, toen hij als aanhanger van Johan van Oldenbarnevelt werd gearresteerd, opgesloten in slot Loevestein en uiteindelijk in een boekenkist ontsnapte en naar Parijs vluchtte. Buiten Nederland schreef hij het beroemde geschrift Mare Liberum, over de vrije vaart op zee, het begin van o.m. het idee van territoriale wateren, maar ook dat is een ander verhaal. Hugo de Groot leefde van 1583 tot 1645 en wordt nu beschouwd als een belangrijke grondlegger van het volkenrecht. Ondanks zijn verguizing door zijn tijdgenoten, kreeg hij een staatsbegrafenis....
In het Rijksmuseum loop ik ook altijd langs het borstbeeld van Victor de Stuers in de hal, het Tweede Kamerlid uit ca 1900 die de aanzet heeft gegeven tot de stichting van het Rijksmuseum en er dus voor heeft gezorgd dat het "stockske" waarmee Johan het schavot besteeg, er nog steeds is. Wat toen helemaal niet zo zeker was om dit nog langer te bewaren......
We eindigen toch maar met iets van Johan van Oldenbarnevelt, het beroemde gedicht van Vondel over het "stockske" :
HET STOCKSKE VAN JOAN VAN OLDENBARNEVELT, VADER DES VADERLANTS
Myn wensch behoede u onverrot,
O STOCK en stut, die, geen' verrader,
Maer 's vrydoms stut en Hollants Vader
Gestut hebt op dat wreet schavot;
Toen hy voor't bloedigh zwaert most knielen,
Veroordeelt, als een Seneka,
Door Neroos haet en ongena,
Tot droefenis der braefste zielen.
Ghy zult noch, jaeren achter een,
Den uitgangk van dien Helt getuigen,
En hoe Gewelt het Recht dorf buigen,
Tot smaet der onderdruckte steên.
Hoe dickwyl streckt ghy onder 't stappen
Naer 't hof der Staeten stadigh aen
Hem voor een derden voet in 't gaen
En klimmen, op de hooge trappen:
Als hy, belast van ouderdom
Papier en schriften, overleende,
En onder 't lastigh lantspack steende!
Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!
Ghy ruste van uw trouwe plichten,
Na 'et rusten van dien ouden stock,
Geknot door 's bloetraets bittren wrock:
Nu stut en styft ghy noch myn dichten.
De bewuste vitrine in het Rijksmuseum
uiteraard zijn er meerdere stockskes in omloop, totaal zijn er zelfs 3 erkende stockskes
en zou dit HET zwaard zijn geweest, waarmee...
Zoals de raadpensionaris van Holland in de Unie meer betekende dan die van andere gewesten, zo was ook de stadhouder van Holland veel belangrijker dan die van Friesland. Dit kwam ook door de combinatie van zijn ambt met dat van kapitein- en admiraal-generaal in de Unie, dat hem hoofd maakte van leger en vloot.
Bijgaand maar eerst een portret van de broers Cornelis en Johan de Witt, respektievelijk, laten we maar zeggen, "Opperbevelhebber" van de Vloot namens de Staten-Generaal (Cornelis) en Raadspensionaris van Holland (Johan), de op dat moment belangrijkste funktie in de Republiek, een niet ongevaarlijke funktie, denk maar aan Oldenbarnevelt. Wie dat nu weer was : LINK
Cornelis (achteraan) en Johan de Witt
Rond 1665 werd dit door de Engelse Ambassadeur over Johan de Witt verteld :En dan natuurlijk wat beroemde prenten over de moord op Cornelis en Johan de Witt, we gaan hier verder niet op in, een schandalige gebeurtenis....
Zijn kleding was stemmig en eenvoudig, burgerlijk ook. Zijn tafel diende slechts voor zijn gezin of een vriend. Zijn gevolg bestond slechts uit één man die alle huishoudelijke knechtenwerk in huis afdeed en bij ceremoniele bezoeken een eenvoudige livreimantel aantrok en buiten op de koets paste.
Bij andere gelegenheden kon men de Witt gewoonlijk te voet en alleen over straat zien gaan als de gewoonste burger van de stad.
Deze levenswijze was geen opzettelijke manier van doen, het was de algemene mode of stijl onder magistraten van de Republiek.
Een burgemeester van Amsterdam bewaarde, gedroogd in zout,
de tong van Johan en de grote teen van Cornelis,
als souvenier....
Na elk stadhouderloos tijdperk groeide de macht van de stadhouder: erfelijkheid van het ambt, regeringsreglementen die hem het benoemingsrecht van magistraten bezorgden. Toen de stadhouder van Friesland in 1747 stadhouder werd in alle gewesten had hij het toppunt van zijn macht bereikt.
In 1795 verdween hij uit ons staatsbestel. In de periode 1795-1798 werden ook de leen- en heerlijke rechten afgeschaft. Eenheid van bestuur kwam er met de Staatsregeling van 1798, eenheid van recht met de Code Napoleon bij de inlijving van ons land in 1810.
In 1813 (LINK) zou de stadhouder als koning terugkeren in het staatsbestel. Eenheid van rechtspraak en bestuur voor het gehele land bleven gehandhaafd.
En zo werd het verhaal over de geschiedenis van de grens van Nederland vertelt in 1941 toen, terecht, veel boeken verschenen met het moreel verhogende verhalen:
Het is van dat wij als schoolkinderen landkaarten geteekend en bekeken hebben, later in spoorboekjes gebladerd, toeristen-atlassen nageslagen en wáár ook de aardrijkskunde van ons Nederland in beeld zagen gebracht, - het is altijd hetzelfde oude, vertrouwde beeld gebleven van de omlijningen van het vaderland. Ieder voor zich heeft waarschijnlijk daar vormen van vergelijking aan vast gemaakt; zooals wij dit ook doen, wanneer wij turen naar de wolken, met hare fantastische voorkomens, of naar de motieven op het behang tegenover ons bed.
Wij zien er dan allerhande wezens in, en die zetten zich in onze verbeelding vast. Zoo wordt Noord-Holland het pedante mannetje, dat zijn eenen arm als sneeuwpop uitgestoken houdt naar den Frieschen hondenkop, en het paardenhoofd van Groningen. Eerst de drooglegging van de Zuiderzee heeft hier en daar de bochten weggesneden, met rechte lijnen die veel minder in onze voorstelling doorgedrongen zijn!
Vanouds is de Zuiderzee een juffrouw geweest, met een héél groot oog en een hoog opgekuifde pompadourpruik, naar achteren toe. Daarboven loopt het snoer der langgerekte edelsteenen, de Waddeneilanden.
In 't Zuiden de uiteengevallen legkaart van Zeeland. Rechts beneden: die druipstaart van ons vaderland, met de pluim van Zuid-Limburg en Maastricht.
Aan de grens met België bijten eenige zeehonden en ijsberenkoppen Noord-Brabant in. In het Oosten de inspringende vierhoek van Bentheim, waar 't zoetjes lachende boertje van Hardenberg óp kijkt.
De lange en sierlijk getrokken kustlijn van Den Hoek tot Den Helder, als de glanzige rug van een renpaard. Alles is van oude-dagteekening ingeleefd.
Meer dan honderd, tweehonderd, driehonderd jaren zijn deze lijnen dezelfde geweest, geteekend deels door de natuur, deels door rechts-, krijgs- en staatsverhoudingen.
De groote grenstractaten van de 18e eeuw (Kleef en Aken 1816), Meppen (1824), Maastricht (1843) hebben regelingen bestendigd, die loopen tot in de Middeleeuwen terug! De Nederlanders hebben nooit veel schommelingen begeerd. Vermeerdering van gebied is hun wel vóórgehouden, maar heeft nimmer gelokt. Vreemde staatskunst begreep niet, dat op zulke aanbiedingen niet werd ingegaan!
Gedeelten van Oost-Friesland, van Kleef en Berg, van Brabant en Vlaanderen, werden ons als wenschelijk voorgehouden. Gelijk in zooveel, zijn wij echter ook wat de grenzen des lands betreft typisch conservatief geweest. Er kwam voor ons een afgerond geheel. Zoo is het nog.
Al deze lijnen hebben haar reden van bestaan, en van ontstaan. Wij zijn ze als een vaste noodzaak gaan zien. Dit zijn ze meerendeels ook. Er is minder toevalligs bij, dan men geneigd is te denken! Markante natuurlijke grenzen heeft ons vaderland niet, in den zin van hooge ontzaglijke bergruggen, of van onoverkomelijke rivieren. Zulke romantiek is aan onze landgrenzen vreemd. 't Is hier en daar een beekje een boschrand, een landweg.
Op zijn best, zooals aan den Drentschen kant, een moeras. Doch meer op de keper beschouwd, ontwaart men overal stukken geschiedenis en wording. Wording ook in dien zin, dat dit nu zoo afgeronde grondgebied op zeer vele punten ook bepaald is in den smeltkroes met vreemde belangen. Niet-onomstreden, niet onbegeerd, is de figuur van onze grenslijn ontstaan! Aan allerlei kant hebben integendeel vreemde belangen er zich bij herhaling naar uitgestrekt.
Wanneer wij de thans zoo ingeleefde situaties als oude vertrouwde bekenden overzien, is het niet altijd meer duidelijk genoeg, dat daarin ten slotte minimum-vereischten zijn uitgekristalliseerd. Menig punt, dat nu als rustpunt aandoet, is onder de oppervlakte een punt van wringing en wrijving geweest.
Gaan wij, om te beginnen, de lijn van de Hollandsche zeekust na. Daar liggen, vast en wel in het geheele complex ingeweven, de eilanden en de steden op hun rij. Onafscheidelijk bestanddeel van Nederland. Doch bij de wording van onzen Staat, in de jaren van den Tachtigjarigen Oorlog nog, is daaraan wel degelijk geknaagd.
Terwijl Frankrijk naar Vlaanderen zag, en noordelijker ook, terwijl Duitschland door Brabant, Limburg, Gelderland werd gelokt, heeft de Engelsche politiek naar de Zeeuwsche- en Zuidhollandsche eilanden getaald en op steden als Hoorn, Enkhuizen en Medemblik, - toen belangrijke zeehavens trouwens - het oog gericht gehad.
In de onderhandelingen, door Lodewijk van Nassau na 1571 met de verschillende regeeringen gevoerd, zijn daaromtrent ernstige aanbiedingen gedaan. Slechts een veel kleinere kern des lands zou dan een waarlijk onafhankelijk gebied geworden zijn! De Westelijke lijn veel meer binnenlands verschoven. Niet veel later is de inbreuk zelfs ten deele voldongen werkelijkheid geworden.
In 1585 werden Den Brielle en Vlissingen aan Engelsche bezetting in pand afgestaan, en is Engeland daar blijven zitten, wel dertig jaar. Zoo was dus de kustlijn niet de onze. Hoe onhoudbaar voor het Nederlandsche besef, is wel gebleken uit de hardnekkige pogingen, door Johan van Oldenbarneveldt aangewend, om dezen toestand te brengen tot een eind. Het heeft veel moeite en wederstand, diplomatie en zwaar geld gekost, eer in 1616 de inbrokkelingen in de geregelde lijn konden worden aangezuiverd.
Citaat uit dit verhaal:Ook daarna nog is te Londen hier anders overgedacht. Koning Karel I koesterde omstreeks 1630 alweer plannen. En Cromwell dito. Wanneer in 1672 door eene Fransch-Engelsche entente de hand krachtig over Nederland wordt uitgestrekt, (LINK) worden bij 't tractaat van Heeswijk Walcheren, Goeree en Voorne aan Engelsch bezit toegedacht. Wij verwierpen het concept; en afdoende.
Specifiek voor de Republiek was de rol van de kooplieden. Die hadden de beschikking over het nodige geld en konden voor betalingen in het buitenland gebruikmaken van hun Europese netwerk. Kapitaalkrachtige Zuid-Nederlandse immigranten, onder wie de in Rotterdam gevestigde koopman Johan van der Veeken, speelden hierin een belangrijke rol.
Johan van der Veeken / Veken
LINK
Door Van der Veeken werd in 1616 het geld gefourneerd, waarmee omvangrijke schulden aan Engeland konden worden voldaan. Na betaling van een enorm bedrag kwamen o.m. de 'pandsteden' Den Briel en Vlissingen en Fort Rammekens, het onderpand voor deze schuld, weer aan de Republiek.
In 1616 betaalde Johan van der Veeken hiervoor dus totaal 150.000 pond aan Koning James I & IV. In datzelfde jaar overleed Johan van der Veeken. Bij zijn begrafenis werd de klok maar liefst elf en een half uur geluid. Een waardig afscheid van een man die veel bijgedragen had aan o.m. de economische opbloei van Rotterdam.
Weer een groote honderd jaar later is het 't opstormende Frankrijk geweest, dat zich de kustlijn als grondgebied heeft gewenscht, van Vlissingen af tot Den Helder toe.
Wat den gordel der Waddeneilanden betreft, is bekend. hoe herhaaldelijk gedurende de Engelsche oorlogen de Engelsche zeemacht naar Texel, Vlieland en Terschelling de hand heeft uitgestrekt. Als curiositeit kan voorts vermeld, dat in dien tijd eenmaal het eiland Ameland, oud erfgoed der Camminga' s, later der Arembergen, 't besluit kon nemen als "vrije heerlijkheid" zich neutraal te verklaren in den strijd tusschen Nederland en Groot-Brittannië.
Naar het Zuiden ziende, vinden wij het stuk grens, waaraan bijzonder véél, lang en heftige zorg is besteed: Zeeuws-Vlaanderen. Het langzamerhand uit allerlei eilanden bijeengedijkte stuk vasteland.
De tocht van het Staatse Leger onder aanvoering van Maurits in 1600
LINK
op deze kaart rond de Slag bij Nieuwpoort is ook mooi het toenmalige "Zeeuws-Vlaanderen" te zien..
Terwijl voor den oppervlakkigen beschouwer de Nederlandsche grens hier als 't ware met een onnatuurlijk aanhangsel is bedacht, blijkt de werkelijkheid onzer staatkunde er juist altijd zeer natuurlijk aan gehecht te zijn. Bij Nederland behoort de Scheldemonding, rechts èn links. Zoozeer heeft van den aanvang dit begrip geheerscht, dat de vrede met Spanje wel vijf, ja, tien jaar opgehouden is, totdat de grens bij Sluis en Cadzand, Sas van Gent en de ambachten van Axel en Hulst door de wapenen getrokken was, gelijk zij op de kaart gebleven is. (LINK)
Nederland kwam met tot rust, aleer deze lijn vastigheid had. Schommelingen zijn daaraan niet onthouden gebleven. In den Spaanschen Successie-oorlog scheen zij voor de Republiek te nauw. Wij wilden er méér "barrière" en namen steunpunten in de Zuidelijke gewesten. Doch op den duur ging dit ons te veel over de streep.
Later, bij de Fransche revolutie, werd de grens daar in ons nadeel verlegd. Vervolgens weer in de oude eere hersteld. De Belgen hebben er nog weer op gevlast. In hoofdzaak is evenwel de lijn van vandaag nog die, welke door 't Limietentractaat van 1664, ter uitvoering van den Vrede van Münster omschreven is.
Dat de grenslijn door het zeegat van de Wielingen tot den huidigen dag aan discussie onderworpen bleef, ligt nog versch in de herinnering, van den vorigen (eerste) wereldoorlog en het verworpen tractaat met België. De Wielingenkwestie heeft toen haar oplossing niet gevonden.
Waar de Schelde zeegat wordt, aan de grens van Brabant, is in den oorsprong wel anders gedacht dan ten slotte is uitgevallen.
Na WOI werden voor de laatste keer de Nederlandse Staatsgrenzen ter diskussie gesteld door de ...... Belgen, zonder succes eisten zij in Versailles Zeeuws-Vlaanderen en een groot gedeelte van Limburg op, inklusief Maastricht, (?) waarom dat moet je de Belgen zelf maar eens vragen.......
en uiteraard hebben we daar al eens een reaktie vanuit België opgehad.......
Een heel tijdvak heeft men zich Noord-Nederland niet zonder Antwerpen kunnen verbeelden. Antwerpen was juist van die Lage Landen de voornaamste stad! Nog in de Unie van Utrecht had het markiezaat zijn plaats.
Citaat uit dit verhaal:De afscheiding, door Parma's wapengeluk, werd als een ondragelijke amputatie gevoeld. En toch is deze zelfde amputatie op den duur een der essentieele factoren geworden voor het wezen van onzen Noord-Nederlandschen staat. De opbloei der Noordelijke havens en koopsteden, de verplaatsing van het gansche overwicht naar de Noordelijke gewesten, is voortgevloeid uit het feit, dat de grens daar toen om Antwerpen heen getrokken is, en niet Oost, maar Noord-oost loopt en sindsdien gebleven.
27 augustus 1585
Parma trekt Antwerpen binnen
Parma zit op het witte paard op de brug net voor de stadspoort van Antwerpen
Alexander Farnese, Hertog van Parma
1543 - 1592
zoon van de Landvoogdes Margaretha van Parma
Op de site hebben we het er al diverse keren overgehad wat de invloed is geweest van de verovering van Antwerpen in 1585 door Parma : de protestantse handelaren trokken, met hun kennis, naar het Noorden, een brain drain, zouden we nu zeggen.
Een jaar ervoor was Willem de Zwijger vermoord en dus stond de opstandige Republiek er militair gezien slecht voor. Philips II, ervan overtuigd, dat de opstandige Republiek met de hoed in de rand om genade zou smeken, durfde het aan om Parma opdracht te geven met zijn troepen naar Frankrijk te trekken, want ook daar werd gevochten, een fatale misrekening van de Spaanse strategen.
Op school in de jaren '50 leerden we nog dat door dit Godswonder de Republiek gered werd, want de oorlog van Spanje met Frankrijk liep helemaal niet zo goed en dus kreeg Maurits "rustig" de gelegenheid om een leger gebaseerd op Romeinse concepten op te bouwen. Zie ook ons verhaal over Oldenbarnevelt.
Maar terug naar Antwerpen :
Antwerpen was tot de verovering door Parma de belangrijkste havenstad. Antwerpen was het economisch hart. De Republiek zou door de verovering ekonomisch doodbloeden. De Republiek sloot echter, tot verbazing van Madrid, de monding van de Schelde hermetisch af van de buitenwereld. De Antwerpse kooplieden, vooral de calvinisten onder hen, trokken daarop naar Amsterdam en Middelburg. Als havenstad had Antwerpen voorlopig afgedaan.
De regenten in Holland en Zeeland ontdekten spoedig hoe winstgevend deze toestand was. Daarom rekten zij en hun Oranje-stadhouders de strijd tegen Spanje en tekenden de vrede van Münster in 1648 pas nadat hun onderhandelaars hadden kunnen bedingen dat de Schelde gesloten bleef.
Het door Spanje in 1648 ondertekende Vredesverdrag van Münster
in het bezit van de Staten Generaal
LINK
De Zuidgrens is verder uit drang en strijd geboren. Zoolang het opdringende Spanje, en later de Fransche monarchie met machtsontwikkeling naar het Noorden dreigden, heeft ons land naar dien kant beveiliging gezocht in grondgebied, als bolwerk beneden de groote rivieren. Men weet, hoe 't in den loop van de 17e eeuw zóó nijpend geworden is, dat ver buiten het eigen Nederlandsche grondgebied de barrière van vestingen, van Veurne, over Rijssel tot Namen toe, door onze Statenregeeringen werd opgeëischt. Doch daarboven moest de Noordelijke helft van Brabant een direct Nederlandsch territoir vormen.
Noord-Brabant in de 17e eeuw
Zoo loopt dan onze Zuidgrens nog daar, waar eenmaal de gebieden van het Markiezaat van Bergen op Zoom, de Baronie van Breda en de Meierij van Den Bosch, het land van Grave en het land van Cuyk werden afgepaald.
En voor 't gebied der vesting Maastricht de begrenzing, eenmaal met het neutrale Bisdom Luik verkregen.
De Nederlandse Oostgrens in de 17e eeuw
Rond 1600
De Oostgrens is uit minder zenuwachtige verhoudingen geboren dan die van het Zuiden. Moerassen en venen hebben daar door de eeuwen heen afscheidingen gevormd. Bovendien zijn de buren, tot aan de ontwikkeling van den Pruisischen staat toe, betrekkelijk kleine landsheeren geweest. Groote staatkunde en groote oorlogen hebben er zich bij de vorming van onzen staat niet afgeteekend. De grens is zonder grooten strijd, wèl onder veel locale twisten en geschillen over plaatselijk grondbezit tot stand gekomen.
In het Noorden lag Oost-Friesland, waar Nederland tijdenlang grooten invloed is blijven uitoefenen en zelfs garnizoenen hield. Het is zelfs de "achtste provincie" gedoopt. De grens met Groningen is getrokken te midden van landaanwinningen en polderbedijkingen. Naar den Drentschen kant door weiderechten en venen.
In den Napoleontischen tijd is Oostelijker gebied, van Westfalen, met het Koninkrijk Holland vereenigd. Doch in 1813 ook weer op de oude grenslijn teruggegaan. Zelfs Reiderland - het gebied tusschen grens en de Eems - bleef weer overgelaten, en keerde tot het toen gevormde koninkrijk Hannover, al was van weerskanten een andere oplossing logischer geacht.
Alleen in den Dollard en bij het vanouds zoo gewichtige Delfzijl bleef, evenals in de Wielingen, de loop van de watergrens bij voortduring voor discussie vatbaar.
Langs Drente, langs Overijsel, langs den Achterhoek vindt men de grenzen terug, die voor de macht der bisschoppen van Utrecht tegenover hunne collega's van Münster en Osnabrück, hadden gegolden. Met veel kwesties over burenrechten, onverdeelde goederen en waterloopen !
Volgens een der oudste grensregelingen - 1548 - die nog als grondslag voor de thans bestaande is aangenomen, neemt het graafschap Bentheim bezuiden Coevorden wonderlijk een hap naar binnen. Met de steden Nyenhuis en Steinfurth.
Alleen langs den Achterhoek hadden zich oudtijds ernstiger verwikkelingen voorgedaan, waaraan namen als Borculo, Lichtenvoorde, Bredevoorde, Lochem en Vorden verbonden zijn, die alle echter ook reeds sinds lang rustig bij het Geldersche gebied behooren.
Van den Achterhoek tot Zuid-Limburg loopt eindelijk het stuk grens, waarin de meeste wisselingen zich hebben voorgedaan.
Daar hebben, waar de Rijn het land binnenvalt, de herhaalde ingrijpende wijzigingen in den loop van de rivier, ook herhaalde ingrijpende herzieningen eener grensregeling vereischt. Daar waren voorts over en weer talrijke enclaves en kleine zelfstandige heerlijkheden.
De Nederlandse Oostgrens rondom Kleef
Limburg tot 1795
In het Kleefsche gebied heeft de Statenregeering langen tijd invloed geoefend. Zij hield garnizoenen in Emmerik, Wezel en andere steden. Het systeem der enclaves hield verder verband met het feit, dat in de 17e en 18e eeuw tot Maastricht en Valkenburg, geen eenheid van grondgebied heeft bestaan, doch allerlei souvereiniteiten door elkander grepen.
Het Geldersche Opperkwartier, dat zich uitstrekte tot Venlo en Roermond toe, was ook na den Tachtigjarigen oorlog niet, zoo als de overige gedeelten van Gelderland, Nederlandsch. 't Bleef in Spaansche hand.
Werd sinds de 18e eeuw Pruisisch bezit. Venlo zelve en Stevensweerd, vestingen met omgevend gebied, kwamen toen weer tot niet-aansluitend Nederlandsch territoir. Er bleef bovendien Luiksch en Oostenrijksch gebied, zooals Roermond en Herzogenrade.
Zoo behield men daar, links en rechts van de Maas, een echte, hoewel zeer vreedzame macédoine!
1817
Het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden
Eerst in 1815 is door het Weener Congres de aansluitende gebiedsstrook geschapen, waardoor van Nijmegen via Gennep, Venlo en Roermond, met den corridor bij Sittard, de eenheid tot Maastricht is vastgelegd. Er hebben daartoe met Pruisen verschillende uitwisselingen en rectificaties plaats gehad.
't Gebied van Zevenaar is nog langen tijd in kwestie gebleven.
Tot dicht bij de poorten van Aken strekten zich eens Nederlandsche enclaves uit. De territoriale regeling van 1815 is daar tusschen Maas en Rijn het meeste een zaak van diplomatiek meeningsverschil geweest. Nederlandsche projecten waren zéér ver Oostwaarts gegaan, strekten zich tot Düsseldorf en Keulen, ja, tot Bonn en Coblenz uit.
Voor Pruisen werd omgekeerd gedacht aan België, tot aan de kust, en in ieder geval aan de Maas als grens. Het resultaat is voor ons land de waarlijk niet onbescheiden toemeting geworden van één dóórloopende Nederlandsche grens, óók aan de Oostzijde van de Maas. Een Maas-"lisière", een kanonschot (van dien tijd) breed. Zoo is aldus oudnederlandsch gebied tot de provincie Limburg vereenigd.
Plaatsen als Gennep zijn er zoo bij gekomen, andere vielen af.
Verschillende, zeer uiteenloopende plannen, van 1800 tot 1813 door de Europeesche kabinetten ontworpen ten einde in dien hoek van ons werelddeel een gewaarborgde politieke rust te verzekeren, zijn trouwens in hunne verscheidenheid de belangstelling overwaard.
Zij zouden interessante stof opleveren voor een afzonderlijke toelichting, maar die noodzakelijk zéér wijdloopig zou moeten zijn, omdat er zóóvele bijzonderheden bij zijn gemoeid. Andere namen waren wel meer geëigend geweest voor een gewest, dat nu met het oude Hertogdom Limburg zéér weinig of niets meer te maken heeft en ook de stad Limburg niet meer omvatte.
Ter plaatse voelde men dan ook aanvankelijk meer voor de lang bekende namen als: 't Land van Overmaas, of: Opper-Gelder. Van den Zuidelijken kant: 't Graafschap Loon. Alle waren wat juister geweest! Maar zeer oude herinneringen, tot voor den tijd van Keizer Karel V, hebben ook hier beslist.
En, hoe het zij, het gebied heeft zich zijn eigen karakter volkomen eigen gemaakt.
Dankzij die alleraardigste Paul van E. te D. kwamen we erachter dat we nog niets hadden over de schitterende enclave Neutraal Moresnet, terwijl schrijver dezes toch ooit met de fiets bij het Drielandenpunt op de Vaalserberg is geweest en er toen later een boekje over heeft gekocht.....
Ongetwijfeld is er op het internet veel meer te vinden over de enclave Neutraal Moresnet, en is dit verhaal al veel te lang en dus zullen we het maar kort houden......
In Kelmis, België, in het ertsgebied van Altenberg, dichtbij Moresnet was ooit een belangrijke zinkmijn gevestigd. Op het Congres van Wenen (1815) kwam men er niet uit welk land deze belangrijke zinkmijn zou mogen gaan exploiteren: het nieuwe Verenigde Koninkrijk der Nederlanden of het aangrenzende Pruisen.
En dus werd het probleem op 19e eeuwse wijze opgelost: het gebied met de zinkmijnen (ook wel galmei mijnen genoemd) werd tot neutraal gebied verklaard of zoals dat toen officieel heette: Neutraal Domein. Het zou uiteindelijk de geschiedenis ingaan als de enclave Neutraal Moresnet
En dus werd op de huidige plek in Vaals, waar nu nog steeds het Drielandenpunt is, een grenspaal opgericht dat de grens markeerde tussen drie landen: Neutraal Moresnet, Pruisen en het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden. Na de afsplitsing van België, officieel in 1839, werd dezelfde grenspaal de grens tussen 4 landen: Neutraal Moresnet, Pruisen, het (niet langer Verenigde) Koninkrijk der Nederlanden en België. (en dus staat in ons paspoort nog steeds Koninkrijk der Nederlanden, inderdaad in meervoud....)
En dus werd het Drielandenpunt een Vierlandenpunt. Deze situatie heeft tot na WOI geduurd, pas in Versailles (1919) zag Duitsland voor eeuwig af van de soevereiniteit over Neutraal Moresnet en kwam Neutraal Moresnet aan België. De zinkmijnen waren toen allang niet meer rendabel, dus zal het waarschijnlijk niet meer dan een hamerslag geweest zijn.....
Neutraal Moresnet heeft dus zo'n 80 jaar bestaan en in die 80 jaar zijn er natuurlijk allerlei eigenaardigheden in Neutraal Moresnet ontstaan, we noemen er een paar:Waar Neutraal Moresnet echter vooral om bekend is geraakt is te danken aan de in 1863 in Wetzlar geboren Wilhelm Molly. Wilhelm Molly kwam in Neutraal Moresnet terecht en richtte daar de Esperantostaat Amikejo op. Waarbij Amikejo staat voor Plaats van grote vriendschap. Esperantostaat Amikejo in Neutraal Moresnet zou de enigste Esperanto staat ter wereld blijven, tot 1919 althans....
- Neutraal Moresnet kende geen onderwijsplicht
- een in de praktijk functionerend strafrecht is er nooit gekomen, met alle gevolgen van dien
- mannelijke inwoners van Neutraal Moresnet hoefden niet in militaire dienst en dus was het aantal mannelijke inwoners soms verdacht hoog. Zowel Pruisen als België hebben allerlei vreemde construkties bedacht om toch aan voldoende dienstplichtigen uit Neutraal Moresnet te komen, het liep allemaal op niets uit. Wat te denken bijvoorbeeld van het idee om het ene jaar alle dienstplichtigen in te lijven bij Pruisen en het volgend jaar bij België! Met als evt gevolg dat 2 familieleden theoretisch ooit tegen over elkaar zouden komen te staan....
- Pas in 1886 kwam met eigen postzegels die echter niet door de buurlanden werden geaccepteerd
- Munten uit Neutraal Moresnet zijn nu veel geld waard, want op de ene kant staat Leopold I van België, op de andere kant Frederik Willem IV van Pruisen
Tot slot: rondom het nu ex Neutraal Moresnet staan nog steeds ruim 50 (van de ooit 60) oorspronkelijke grenspalen.
Ooit gaan we ook nog eens een verhaal maken over de Zuidelijke Nederlanden, het huidige België, daar was een hele komplexe situatie ontstaan, inklusief de al genoemde Staatse Barrière Steden en Forten:
De Zuidelijke Nederlanden in de 18e eeuw
Op de onderstaande kaart zijn een aantal Staatse Barrière Steden aangegeven, steden waar de verdediging in handen was van Staatse troepen.
Het idee achter de Staatse Barrière Steden was dat een binnendringend Frans leger in de Zuidelijke Nederlanden moest worden opgevangen en zodanig verzwakt dat een verdere opmars van het Franse Leger naar het grondgebied van de Republiek vertraagd c.q. verhinderd werd. Maar dat verhaal komt nog een keer.......
Kaart met o.m. de Staatse / Nederlandse Barrière Steden in de Zuidelijke Oostenrijkse Nederlanden:
- Veurne
- Fort Knokke
- Ieper
- Warneton
- Menin
- Doornik
- Dendermonde
- Namen
We kregen de volgende reaktie:
Maar eerst een citaat uit dit verhaal:bij het bekijken van de website kwam ik ook dit verhaal tegen over de geschiedenis van de grenzen van Nederland. Ook de foto van het grendelplein past hier goed.
Hier ziet u het Grendelplein onderaan de Cauberg.
Deze foto is uniek in zoverre, dat het monument er al lang niet meer staat. Dat is, meen ik, eens door een vrachtwagen vernield en ook de Meiboom staat er niet meer. We logeerden daar in Hotel Bleesers voor 5 gulden per week en volpension. Het hotel als zodanig bestaat niet meer, het is nu een restaurant, maar er liepen zoveel mensen, dat ik geen goede foto kon maken.
We kregen de volgende reaktie:
Het Monument werd op 29 september 1954 door een belgische autobus zwaar beschadigd, toen deze in volle vaart de Cauberg af kwam denderen. Het trieste resultaat: 19 doden en enkele zwaargewonden. In de avond is het monument op veiligheidsredenen omvergetrokken. Voor meer info en foto's www.valkenburg.nl
Wat betereft die meiboom:
deze wordt nog steeds op 30april geplant door de jonkheid en blijft dan staan tot de eerste zaterdag in september. Dit gaat samen met het uitroepen van her nieuwe mei-paar.
Met vriendelijke groeten
Frederic Lebouille
secretaris
Jonkheid boete de poort
Het monument wat op de foto te zien is, is in 1889 opgricht door VVV het Geuldal, als herinnering aan het feit dat Nederlands-Limburg, en dus ook Valkenburg, 50 jaar bij het koninkrijk der Nederlanden was. Beide provincies Limburg zijn pas in 1839 van elkaar gescheiden;
Het was het enige monument in belgië en nederland dat dit feit herdacht.
VVV het Geuldal hoopte ook door dit monument meer "Hollandse" gasten naar valkenbug te lokken. Nadat het zg oude monument in 1954 onherstelbaar beschadigde en omver werd getrokken, duurde het tot 1961 voordat het huidige "Valkenmonument" werd opgericht, alleen is er geen enkele verwijzing meer naar de oorspronkelijke gedachte.
Frederic Lebouille
Op onze site hebben we ook nog een verhaal over de invloed van de Raad van State op het ontstaan van de 80-jarige oorlog inklusief een verhaal over de namen van de Zeventien Provinciën, waaruit uiteindelijk Nederland, België en Luxemburg zijn onstaan. Klik maar eens HIER.
Aan ons verhaal over de Admiraliteit op de Maze hebben we ook nog deze foto toegevoegd, dankzij een vraag van Roland van Witteveen:
DOUANEPAAL
Van de Admiraliteit van de Maze uit 1662
hier langs de weg Budel - Hamont / Achel vond
heffing van convooien en licenten plaats
Henk reageert hierop met:
De drie P's betekenen waarschijnlijk "Pugno Pro Patria" en komen voor op de schilden van de marine Rijnmond.
Het betekent "Ik vecht voor vaderland"
http://home.hetnet.nl/~frits1942/emblemen/html/CMM%20Rijnmond.htm
Al deze wapens zijn v.w.b. de rand zoals het wapen op die grenspaal.
Vraag ik mij af wat die paal In Budel doet? Want het gaat hier waarschijnlijk om het wapen van de Admiraliteit van de Maze, en dat resulteerde destijds onder Hellevoetsluis. Dus zou dat wapen ook in Hellevoetsluis te vinden moeten zijn.
Aad reageert met: Hellevoetsluis was de Marine haven van de Admiraliteit van de Maze en dus viel Hellevoetsluis onder Rotterdam.
Citaat uit ons Geschiedenis van Schotland verhaal:
Meer dan 14.000 Staatse troepen, aangevuld met verdreven Franse Hugenoten, Engelse en Schotse (ja, ja !!) vrijwilligers (in totaal 21.000 man, 5000 paarden en meer dan 50 kanonnen) werden eind oktober ingeladen op 400 transportschepen, die begeleid zouden worden door meer dan 50 oorlogsschepen. Deze voor die tijd machtige vloot, groter dan de Spaanse Armada zo'n 100 jaar ervoor, was opgebouwd in Hellevoetsluis door o.m. de Rotterdamse Admiraliteyt van de Maze.
Over de nu niet meer voor te stellen grootte van de Staatse Vloot halen we even dit citaat uit ons Armada verhaal erbij:
Toen de Armade in aantocht was, hadden de Staten al de koopvaardijschepen, bekwaam ten oorlog, doen opnemen, en bevonden, dat er niet minder dan tweeduizend, vlieboten en grotere vaartuigen, in de havens aanwezig waren.
Meer dan eens heeft de republiek uit deze machtige reserve vloten van twintig zeilen en meer getrokken, waarmee zij haar bondgenoten te hulp kwam, zonder haar eigen krijgsmacht te verminderen.
Het was niet slechts om de vijand afbreuk te doen, dat Elisabeth tegen onze handel met Spanje ijverde; als een echte Engelse zag zij met lede ogen de voorspoed der vreemden die van haar onderdanen te boven gaan. Met spijt moest zij het van Engelsen zelf horen, dat de twee provinciën van Holland en Zeeland alleen meer schepen en bootsgezellen bezaten dan het gehele koninkrijk van Engeland. Die verhouding om te keren, Engelands zeemacht uit te breiden, ten koste van die van Holland: ziedaar het streven der Engelse staatkunde, het oogmerk waarmee zij niet alleen de vaart op Spanje, maar onze scheepvaart in 't algemeen, stelselmatig belemmerde.
Op Engeland handelen vijfhonderd Hollandse schepen, op Holland niet meer dan vijftig Engelse. Uit de Hollandse havens varen noordwaarts naar de Oostzee over de drieduizend vaartuigen; tweeduizend andere zuidwaarts naar Frankrijk, Spanje en de Middellandse zee. Vijfhonderd Hollandse schepen drijven de houthandel van geheel Europa. Is er hongersnood, niet aan de Oostzee maar in Holland vindt men de korenschuren, die in aller nood voorzien.
De stapel van het zout en van de Franse en Spaanse wijnen is in Holland. De Engelse lakens ontvangt Europa voor Hollandse, omdat zij eerst in Holland zijn geverfd en toebereid.
Amsterdam bovenal wekt de bewondering van de reiziger. De Hertog de Rohan, de beroemde Hugenoot, die, na Italië en Duitsland doorreisd te hebben, in 1600 Nederland bezocht, was door geen andere stad zo aan Venetië herinnerd als door Amsterdam. Het is ongelooflijk voor die het niet gezien heeft, zegt hij: drie tot vierduizend vaartuigen liggen er tegelijkertijd op de rede; tweemaal 's jaars komen er vloten aan van tussen de vier- en vijfhonderd schepen
Terug naar 1688:
Het beste van het leger van de Republiek werd dus ingescheept op een enorme vloot, de bewaking van de landsgrenzen werd overgelaten aan haastig ingehuurde Zweedse en Brandenburgse troepen. Het risiko dat het Staatse leger zou komen vast te zitten ergens ver buiten de Republiek werd bewust genomen, want als het mis zou gaan dan zou Frankrijk gegarandeerd de Republiek weer aanvallen.......
Steun van de nog steeds aan James loyale Engelsen (want alles werd razendsnel in het geheim georganiseerd en zo snel lekte iets toen nog niet uit.....) was natuurlijk afhankelijk van de eerste slag die Willem in Engeland zou MOETEN winnen.
Vanzelfsprekend werd besloten om niet naar Schotland maar naar Engeland te zeilen, maar voor zeilen heb je wind nodig en die zat een maand lang tegen. De gehele maand oktober 1688 zat het leger gevangen op de schepen in Hellevoetsluis, manschappen en paarden werden er ziek van. De tegenwind werd door de Franse ambassadeur een Roomse wind genoemd, na een heftige storm die ook Hellevoetsluis bereikte, draaide de wind in Protestantse richting en men liet het van Gods Adem afhangen waar men in Engeland zou landen.
1688
Een schitterende prent van de Maas ter hoogte van Rotterdam
op de oever aan de overkant
v.l.n.r. de Witte Poort, (de Wester Nieuwe Hoofdpoort) LINK
de St. Laurenskerk LINK
de Ooster Oude Hoofdpoort LINK
Links het Statenjacht van Willem III (let op de Oranje vlaggen) vertrekt uit Rotterdam op weg naar Hellevoetsluis
onder begeleiding van een Engels jacht rechts
Willem III vertrekt uit Hellevoetsluis
op het vaandel de tekst
for protestants religion and the liberty of england
De Republiek was op z'n hoogtepunt qua macht toen deze geweldige vloot begin november 1688 met Willem aan boord vanuit Hellevoetsluis vertrok, dit was nog nooit vertoond. Het machtigste land van Europa zeilde uit en voer twee keer langs de Engelse vloot die door dezelfde protestantse Adem van God de havens niet uit konden komen.
Willem liet zijn enorme vloot in rijen van 25 diep uitwaaieren van Calais naar Dover, het hele nauw van Calais werd hierdoor geblokkeerd, puur om te imponeren.... Door de hele vloot werden geregeld losse flodders afgeschoten die zowel in Calais als in Dover te horen waren.
Op de schepen die vanuit Calais en Dover zichtbaar waren, werden soldaten opgesteld 'met schallende trompetten en slaande trommels'.
Willem III wordt welkom geheten bij Torbay
Broer Hans kwam nog met het volgende:
Ik heb het even nagekeken, maar dat wapen is niet van Hellevoetsluis. Wat het wapen van Hellevoetsluis wel is, inklusief een stukje geschiedenis van Hellevoetsluis, zie:
http://www.hellevoetsluis.nl
Trouwens weet je, dat je vele gemeente/provinciewapens e.d. ook op een aparte site kunt vinden:http://www.ngw.nl/index.htm
Kinrooi België ................................................. Stamproy Nederland
Limburg
1839 - 1989
De grens alleen nog maar een streep
Wij vinden genoegen in
wat op ons lijkt
Aristoteles
Frans Dons stuurde ons dit voorbeeld van een huidige grensplaat in de buurt van Weert. In 1989 werd het 150-jarig bestaan herdacht van de officiële grens tussen Nederland en het toen door Nederland erkende onafhankelijke België.
Thijs Wensink citeert uit ons verhaal:" Sinds 1839 hebben geen veranderingen plaatsgevonden. De "grenscorrecties" van 1949 werden vrij spoedig weer ongedaan gemaakt."
Bijna, want in de gemeente Ubbergen, nabij Beek en Berg en Dal, vindt men de Duivelsberg. Deze is in Nederlandse handen gebleven, mede dankzij de Heer Van der Goes van Naters.
Deze stuwwal biedt een prachtig uitzicht over de Duffelt, Montferland ( Elten) en Kleef. Tevens is er een oude Motte te vinden waarop zich in de 11e eeuw de tweedelige burcht Mergelpe bevond.
Voor een volledig overzicht van de grenscorrecties verwijs ik u graag naar het onderstaande artikeltje:
Met vriendelijke groet,
Thijs Wensink
Na de oorlog wilde Nederland grote delen van Duitsland annexeren, als vergoeding voor de geleden schade. Het liefst verschoven we de oostgrens tot aan Hamburg. Uiteindelijk kwam het in 1949 tot kleine grenscorrecties: Elten en Tudderen. En wat moesten we daar eigenlijk mee?
Inleiding
Eisch Duitschen grond!
Een doodshoofd met een nazi-helm op kijkt dreigend over het prikkeldraad. Naast hem is een bordje getekend met de tekst 'Deutschland über alles'. Onder de tekening staat in grote letters: 'Over hoeveel jaren is het wéér zoover? Niemand die het zeggen kan, maar zeker is het dat dit weer komen zal, tenzij hem zijn giftanden worden uitgetrokken. Dit is slechts op één manier mogelijk: door grensherziening. IJver dus voor grenswijziging opdat ons nageslacht rustig leven kan. Grooter Nederland - grooter veiligheid! Eisch Duitschen grond!'
Op het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie liggen tientallen van dit soort brochures en pamfletten uit het eerste jaar na de bevrijding. Het zijn overtuigde pleidooien voor annexatie van Duits grondgebied, liefst zónder Duitse bewoners. De meeste zijn geschreven door zeer respectabele figuren: artsen, hoogleraren, politici en één zelfs door de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken, Eelco van Kleffens. Op een enkele kilometer werd niet gekeken: de één schuift de Nederlandse oostgrens op naar Oldenburg, de ander eist 'slechts' het Ruhrgebied op, een derde verlegt de grens zelfs tot voorbij Hamburg.
Het Nederlands Comité voor Gebiedsuitbreiding
Van der Goes van Naters was lid
De voorstanders van annexatie waren verenigd in het Nederlandsch Comité voor Gebiedsuitbreiding, dat intensief campagne voerde onder leiding van oud-minister van Financiën J. van den Broek. In de 'Richtlijnen voor de propaganda' verdedigt het Comité zich bij voorbaat tegen mogelijke kritiek. Zo zouden tegenstanders kunnen beweren, dat onschuldige Duitse grensbewoners niet gestraft mogen worden voor de misdaden van de nazi's. Maar niet getwijfeld: 'Een onderscheiding tusschen nationaal-socialisten en Duitschers is onjuist. Daargelaten, dat de groep nazi's in de grensgebieden ten deele groot was, is het volk als geheel volgens het volkenrecht verantwoordelijk voor de daden van den staat.'
Eén van de leden van het Comité voor Gebiedsuitbreiding was Marinus van der Goes van Naters, destijds fractievoorzitter van de PvdA. Inmiddels denkt hij er heel anders over, maar in 1945 voelde hij wel voor annexatie. 'Vlak na de bevrijding vond iedereen het eigenlijk: Duitsland heeft ons zo vernederd, daar moeten ze een vergoeding voor geven.' Aangezien Duitsland aan het einde van de oorlog nog berooider was dan Nederland, zat financiële compensatie er voorlopig niet in. Er was dus maar één oplossing: land. Van der Goes: 'De Duitsers waren voor mij - na vier jaar gevangenschap - een onplezierig soort volk en ik vond dat ze best een stuk land konden afstaan aan Nederland. Als straf, maar ook omdat we toen meenden dat Nederland overbevolkt was. Nu is de bevolking zowat het dubbele van toen en nu zeggen we dat niet meer.' Naarmate de tijd verstreek nam de animo voor annexatie af, ook bij Van der Goes: 'Ik ging het zelf ook als iets buitenissigs voelen.'
Het kabinet is verdeeld
Koningin Wilhelmina is enthousiast
Het kabinet wist niet goed wat het met de kwestie aan moest. Van Kleffens was een groot voorstander van annexatie, Drees was tegen en Schermerhorn, de premier, hield zich angstvallig op de vlakte. De bekende reder en bankier Ernst Heldring was in 1945 lid van de Eerste Kamer en sprak af en toe met Schermerhorn, onofficieel. Uit een van die gesprekken bleek dat de premier zelf weinig voor gebiedsuitbreiding voelde, maar dat hij gehinderd werd door koningin Wilhelmina die wel aandrong op annexatie. Op 25 september 1945 schrijft Heldring in zijn dagboek: 'Schermerhorn maakte op mij den indruk onder den last van het regeeren gebukt te gaan. Onder andere zit hem het annexatieplan hoog, dat hij 'griezelig' vindt. Van Kleffens heeft er zich in 'vastgebeten', maar het kabinet is ten aanzien van deze kwestie verdeeld. Hij zelf is er tegen, maar de Koningin is ervoor, wat op vele menschen invloed uitoefent, temeer daar de voorstanders erg oppervlakkig redeneeren.'
De geallieerden zien niets in annexatie
Het compromis: Elten en Tudderen
Toch werd er druk met de geallieerden onderhandeld over mogelijke gebiedsuitbreiding. In de zomer van 1946 eiste de Nederlandse regering voor het eerst officieel 4980 km² aan Duits grondgebied en dit was nog maar de helft van de 10.000 km² die Van Kleffens graag had gezien. De geallieerden reageerden weinig enthousiast. Aan de ene kant realiseerden ze zich dat Nederland inderdaad zwaar had geleden onder de bezetting, aan de andere kant was hun politiek juist gericht op een zo snel mogelijk herstel van het ineengestorte Duitsland. Annexatie door Nederland zou daar bepaald niet toe bijdragen. Bovendien waren er in 1946 miljoenen mensen op drift in Duitsland en had niemand behoefte aan Duitse vluchtelingen uit de Nederlandse grensstreek.
Al snel werd duidelijk dat de geallieerden nooit een gebiedsuitbreiding van enige omvang zouden toestaan en eigenlijk was niemand in de regering daar echt rouwig om. Naarmate de oorlog langer geleden was, nam ook in Nederland het enthousiasme voor annexatie af. De meeste mensen begonnen te beseffen dat annexatie vooral veel problemen zou opleveren, en die hadden we al genoeg in eigen land en in Indië. Afzien van de gebiedseis was echter ook geen optie: dat zou na alle ophef een te groot gezichtsverlies betekenen. De Nederlandse gebiedseisen bleven, maar ze werden steeds iets teruggeschroefd. De geallieerden stemden uiteindelijk in 1948 in met enkele kleine grenscorrecties ten gunste van Nederland, om precies te zijn een uitbreiding met 69 km² en 10.000 Duitsers. De belangrijkste grenscorrectie betrof Elten en Tüdern (Tudderen), twee Duitse grensplaatjes die opeens bij Nederland hoorden. Van de grootse annexatieplannen was niets overgebleven, maar de Nederlandse eer was gered.
Buitenlandse Zaken en de grenscorrecties
Kohnstamm en Wellenstein
Max Kohnstamm, later bekend door zijn inspanningen voor Europese integratie, raakte in 1948 betrokken bij de grenscorrecties op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Als hoofd van het Bureau Duitsland was hij aanwezig bij de laatste onderhandelingen met de geallieerden, die in Parijs werden gevoerd. Hij was het absoluut niet eens met de Nederlandse opstelling, maar daar was in dat stadium weinig meer tegen in te brengen. 'Ik had geen reden om vriendelijk over de bezetter te denken, maar die annexatieplannen vond ik totalement absurde.' De onderhandelingen vond hij vreselijk. Op de dag dat het verdrag over de grenscorrecties daadwerkelijk werd getekend kwam hij niet opdagen. 'Ik liep die dag geloof ik wat balorig door Parijs. Het speet me niet dat ik er niet bij was geweest.'
Op 23 april 1949 waren de grenscorrecties een feit en marcheerde de Nederlandse marechaussee de grensplaatsjes Elten en Tudderen binnen. Vier maanden later werd de Bondsrepubliek Duitsland uitgeroepen en kwam een einde aan de staat van oorlog waarin Nederland en Duitsland officieel nog steeds verkeerden. Edmund Wellenstein, net als Kohnstamm later een hoge Europese functionaris, was vanaf 1950 op het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk voor de nieuwe gebieden. 'Er kwamen allerlei wonderlijke problemen op, zoals welk strafrecht geldt daar, wie zorgt er voor hun paspoort? Het inzicht brak natuurlijk door: wat hebben we hier eigenlijk aan? Alleen maar alle mogelijke complicaties. Naarmate de verhoudingen met de nieuwe Duitse regering steeds normaler werden, werden die grenscorrecties steeds abnormaler.'
Geheime onderhandelingen
Teruggave van de geannexeerde gebieden
In opdracht van minister Stikker begon Wellenstein geheime onderhandelingen met Duitsland. Nederland zou bereid zijn de geannexeerde gebieden terug te geven, maar daar moest wel iets tegenover staan. Al eeuwenlang betwistten Duitsland en Nederland elkaar de loop van de grens in de Eems/Dollard. Dit leek een ideale kans om die grens eindelijk vast te leggen in het voordeel van Nederland. Duitsland wilde op dat punt echter geen enkele concessie doen. Wellenstein: 'ik denk dat die Duitsers dachten, braden jullie maar rustig in je vet. Dit komt vanzelf weer bij ons terug, als we maar geduld hebben.' En ze hadden gelijk. In 1963 gaf Nederland de geannexeerde gebieden terug aan Duitsland, zonder dat de kwestie van de Eems/Dollard was geregeld. Nederland kreeg wel iets anders, namelijk 125 miljoen schadevergoeding voor Nederlandse nazi-slachtoffers: de Wiedergutmachung.
De Duivelsberg
Natuurgebied blijft bij Nederland
Hebben we dan echt alles moeten teruggeven in 1963? Nee, één klein gebiedje heeft Nederland gehouden, zuiver en alleen dankzij de inspanningen van Van der Goes van Naters. Het ging om de Duivelsberg, een prachtig natuurgebied aan de Nederland-Duitse grens vlak bij Nijmegen. Tot 1949 was het Duits grondgebied, maar de weinige mensen die er woonden spraken Nederlands en er kwamen veel meer recreanten uit Nijmegen dan uit Duitse naburige plaatsen. Het leek dus een logische stap om het gebied als 'grenscorrectie' bij Nederland te voegen.
Toen de Duivelsberg in 1963 terug naar Duitsland dreigde te gaan, kwam Van der Goes van Naters, zelf een Nijmegenaar, in verzet. Hij drong er bij de betrokken politici op aan om bij de teruggave van de grensgebieden een uitzondering te maken voor dit natuurgebied, 'hoeveel hadden de Duitsers niet opzettelijk van ons natuurpotentieel vernield!'. Staatssecretaris Van Houten maakte op aanraden van Van der Goes een fietstocht door het gebied en gaf zich gewonnen: voor zo iets moois moesten we toch maar een uitzondering maken.
Vanzelfsprekend waren de Duitsers minder blij met deze ontwikkeling. Van der Goes kreeg een uitnodiging om te dineren bij de Duitse ambassaderaad, die hij goed kende. De ambassadeur bleek ook aanwezig te zijn. Tijdens het dessert zei hij: 'Lieber Herr Van der Goes, móét dat nu zo met die Duivelsberg? Er wonen 3000 Duitsers.' Dat bleek een groot misverstand: op de Duitse kaart stond een verkeerd aantal inwoners aangegeven. Van der Goes wist de ambassadeur ervan te overtuigen, dat er in werkelijkheid maar drie Duitse gezinnen op de Duivelsberg woonden. Toen was de zaak in een keer geregeld, Nederland mocht zijn Duivelsberg houden. Van der Goes: 'Het spijt me dat ik het zeggen moet, maar uitsluitend door mijn tussenkomst. U kunt het vragen aan de boswachter!'
Thijs Wensink voegt er later nog dit aan toe:
Graag wil ik nog een aantal correcties en aanvullingen geven:
De Duivelsberg is, naar ik nu meen, gelegen in de Gemeente Groesbeek.
Ik meen mij te herinneren dat de Heer van de Goes onlangs is overleden.
Voeg nog een linkje toe over De Duivelsberg, alszijnde het strijdtoneel tussen de mogendheden ten tijde van WOII:
http://www.vvv-groesbeek.info/oorlogsberg.htm
http://geschiedenis.vpro.nl/programmas/2899536/afleveringen/3606801/
En nu hebben we het nog steeds niet gehad over de geschiedenis van de vlag van Nederland:
De eerste schriftelijke omschrijving van de, laten we maar meteen zo noemen, "Nederlandse" Vlag, komt van de Admiraliteit van Zeeland. De Admiraliteit van Zeeland bestelt in 1587 enkele vlaggen van de couleuren oraenge, blanche, bleu, in dry velden, om deselve vlaggen te gebruycken op schepen van oorloge.
Bekend is ook dat de watergeuzen al een oranje, blanje, bleu vlag gebruikten, zoals op heel veel historische platen wordt aangegeven, de waarschijnlijk pas later zo genoemde Princevlag:
Deze prachtige oude schoolplaat van Leidens Ontzet hangt boven Aad's monitor
LINK
Maar ook deze plaat is heel errug fraai:
Leiden een stad met een glorieus verleden
die lang door de Spanjaard werd belaagd
Op drie oktober, dat gedenken wij heden,
werd die vijand plots verjaagd
Er kwam een einde aan honger en nood
Door haring, hutspot en wittebrood
De haring blijft altijd Leidens symbool
van vrijheid en verzet tegen de Spanjool.
Hoe kwamen de watergeuzen aan deze kleuren? Algemeen wordt aangenomen dat dit de kleuren waren van de vlag van het Prinsdom Oranje, dat immers in een gouden schild een jachthoorn voerde in de kleuren rood, wit en blauw. Als soeverein vorst over het Prinsdom Oranje had Willem (van Oranje) het recht om aan de Watergeuzen kaperbrieven te verlenen. Maar volgens de overlevering droegen ook de bedienden van Willem van Oranje als ceremoniële kleding de kleuren oranje, wit en blauw.
Bekend is ook toen Willem van Oranje in 1577 zijn intocht in Gent hield, veel vrouwen gekleed waren in de kleuren oranje, wit en blauw. Armbanden in dezelfde kleuren werden ook gedragen door de verdedigers van de stad Leiden.
Het is niet bekend wanneer nu precies de eerste rood-wit-blauwe vlag is verschenen, maar de oudste vermelding dateert uit het het eind van de 16e eeuw, met als mogelijke reden dat de rode kleur veel beter herkenbaar zou zijn, maar het kan ook gewoon per ongeluk zijn gebeurd, niemand die het zeker weet!
De rode kleur van de bovenste baan (i.p.v. oranje) kwam pas echt in zwang halverwege de zeventiende eeuw. Zo rond 1670 had de kleur rood het oranje al nagenoeg volledig verdrongen. Algemeen wordt aangenomen dat de kleur oranje werd vervangen door rood, als teken van De Ware Vrijheid:
Citaat uit ons 1672 rampjaar verhaal:
.....had Johan de Witt niet zoveel op met de Oranje's, die tenslotte zijn vader, Jacob de Witt, zonder vorm van proces in Loevestein gevangen hadden gezet.
Johan de Witt kwam met het idee van De Ware Vrijheid zonder een Oranje als dienaar van de Staat.
1651
De opening van de Staten-Generaal voor het eerst zonder vorst c.q. stadhouder
uniek in de wereld van toen
Hiertoe was het noodzakelijk alle krachten in zowel het binnen- als het buitenland in evenwicht te houden.
Door handhaving van de Status Quo en door iedereen te vriend te houden, lukte dit tot 1672. Johan de Witt is de geschiedenis ingegaan als de meester van het, zouden we nu zeggen, poldermodel, continu overleggen en ervoor zorgen dat niemand, en dan vooral de Oranjepartij niet, de overhand zou krijgen.
Alleen bij de marine en de koopvaardij werd nog jaren vastgehouden aan de oranje wit blauwe Nederlandse vlag.
Pas in de patriotten tijd kwam er letterlijk en figuurlijk een omslag qua kleuren van de Nederlandse vlag.
I.p.v. de rood wit blauwe vlag werd een blauw wit rode vlag gebruikt, 21e eeuwse politici zouden in die tijd gezegd hebben: alles moet anders, dus ook de kleur van de vlag.....
De Oostpoort op 21 Januari 1795
rechts Molen de Noord, verbrand op 28 Juli 1954
rechts nog een glimp van de Goudvest
LINK
Op de bovenstaande prent is met enige moeite te zien dat de vlag in top inderdaad de volgorde blauw wit rood heeft. De stadsarchivaris van Rotterdam maakte op 29 februari 1796 zelfs de schriftelijke notitie dat ook op de Groote Kerktoren de nationale vlag werd gehesen zijnde blauw wit rood.
In de Bataafse Republiek (1796 - 1806) werd de volgende vlag gevoerd door de Marine, die wensten absoluut geen oranje of rode kleur als laatste onderste kleur. Waarschijnlijk als compromis werd in de rechter bovenhoek het embleem van de Hollandse Maagd aangebracht, toch een verandering t.o.v. van de oude Marine vlag van voor 1796:
De vlag van de Bataafsche Republiek
LINK
Vanzelfsprekend hebben we op onze site al het een en ander over de Hollandse Maagd. Het nog bestaande standbeeld voor de Rotterdamse Hollandse Maagd op de Nieuwemarkt werd echter opgericht ter gelegenheid van de grootse viering in 1872 van 300 jaar 1 april 1572 en kreeg al snel de bijnaam Kaat Mossel. Met geschiedenis kun je immers alle kanten op....
De Maagd van Holland
al snel werd het beeld Kaat Mossel genoemd (1938)
Maagd van Holland link
Kaat Mossel link
Doordat de Nederlandse marine nog lange tijd na 1670 de oranje wit blauwe vlag bleef voeren, zijn deze kleuren nog steeds te vinden in ex-Nederlandse gebiedsdelen, bijv. in de Bronx van New York, het ex Nieuw-Amsterdam:
De oranje wit blauwe vlag van de Bronx in New York
En natuurlijk vinden we het oranje wit blauw terug in de vlaggen van de Oranjevrijstaat en Transvaal.
De vlag van Transvaal
LINK
Het rood wit blauw, maar dan in de volgorde wit blauw rood vinden we bijvoorbeeld ook weer terug in de huidige Russische vlag, een kleurencombinatie ooit ingevoerd door Tsaar Peter de Grote:
Citaat:
Dit beeld blijkt van Czaar Peter de Grote te zijn. Die hoort toch in de Zaanstreek denk ik, maar het blijkt een geschenk van een Russische delegatie, uit dankbaarheid voor wat de Hollanders de Czaar aan scheepsbouw hebben geleerd. Zo zie je nog eens wat
LINK
En van deze oorspronkelijk Nederlands Russische vlag zijn weer andere vlaggen afgeleid:
De resp. wit blauw rood en blauw wit rood vlaggen
van resp. (ex) Tsjechoslowakije en (ex) Joegoslavië
En wat nu volgt, wees daarmee voorzichtig in Frankrijk, want geen Fransman gelooft je:
De Tricolore is ook afgeleid van de Nederlandse vlag, vanzelfsprekend van de blauw wit rode patriotten vlag:
De Oostpoort op 21 Januari 1795
rechts Molen de Noord, verbrand op 28 Juli 1954
rechts nog een glimp van de Goudvest
LINK
Op de bovenstaande prent is met enige moeite te zien dat de vlag in top inderdaad de volgorde blauw wit rood heeft. De stadsarchivaris van Rotterdam maakte op 29 februari 1796 zelfs de schriftelijke notitie dat ook op de Groote Kerktoren de nationale vlag werd gehesen zijnde blauw wit rood.
Want de patriotten werden tijdens de Orangistische contra-revolutie verdreven naar voornamelijk Frankrijk en namen hun blauw wit rode patriotten vlag natuurlijk mee. Meer over de Orangistische contra-revolutie kun je vinden in dit verhaal, met daaruit het volgende citaat:
Maar toch, officieel werd het door Pruisen een belediging van het Koningshuis Hohenzollern genoemd en vanuit de aan de Republiek grenzende Pruisische gebieden werden, met steun van de Britten, troepen samengetrokken die in september 1787 het land binnen kwamen.
1787
De Pruisen trekken Nederland binnen
En natuurlijk bestaat er ook een mooie prent van de intocht van de Pruisen in Rotterdam:
1787
Rotterdam, bij het stadhuis
de tekenaar, Dirk Langendijk, was een Patriot, want Dirk schrijft in zijn toelichting :
links komt een Oranjegezinde bende zogenaamde rustbewaarders opmarcheren,
daarachter wordt jenever uitgedeeld aan het 'zaamgescholde grauw'.
Het in blauwe uniformen aangetrede patriotisch vrijkorps gedraagt zich voorbeeldig
ondanks de beledigingen van het 'zaamgeschoold vee'
dat een kapitein van het vrijkorps dwingt om op Oranje te drinken
1787
Overwinningsroes van wat Prinsgezinden
leden van Sociëteit De Eendragt (inderdaad van de Eendrachtsweg) in een Herberg aan de Nadorstlaan
dus de geschiedenis ingegaan als de Nadorsten, want zij hielden daar wel vaker bijeenkomsten, maar dit was natuurlijk wel een hele mooie aanleiding...
de linkse man in het rood, zilversmid Cornelis Brouwer, wordt gehuldigd als commandant van Rotterdam
rechts aan de muur het stadswapen van Rotterdam
LINK
Maar al te graag namen de revolutionaire Fransen de blauw wit rode kleuren over. Kleuren die bij toeval overeen kwamen met die van Parijs (rood en blauw) en de koningskleur wit. Al snel werden deze kleuren toegepast op de kokarde.
Het was uiteindelijk ook hier de (Franse) Marine die een andere vlag eiste! Als compromis werd toen het horizontale blauw wit rood gekanteld en ontstond het vertikale blauw wit rood, de nu overal ter wereld bekende Tricolore.
Nogmaals: geen chauvinistische Fransman die dit verhaal, vertelt door zo'n stijve Hollandse toerist, gelooft, dus pas op....
Over de geschiedenis van de grens van Nederland is een kant-en-klare powerpoint presentatie LEZING beschikbaar! Idem over de geschiedenis van de grens van België!
Wilt u deze LEZING over de geschiedenis van de grens van Nederland en/of België vastleggen? Neem dan contact op met aad@engelfriet.net
Geregeld komen er vragen of de powerpoint presentatie ook zonder begeleidende LEZING kan worden ontvangen; uiteraard is het antwoord NEE
Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|