Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Graven van Holland en Rotterdam

Een verhaal vertellen over de Graven van Holland in relatie tot Rotterdam is wat lastig, want in alle algemene bronnen over de Graven van Holland vind je natuurlijk niets over de relatie tussen de Graven van Holland en Rotterdam.
Maar gelukkig hebben we daar onze eigen site voor, want in allerlei verhalen hebben we het al over de Graven van Holland en allerlei figuren daaromheen gehad, maar een echte geschiedkundige beschrijving over een aantal voor o.m. Rotterdam e.o. belangrijke Graven van Holland, dat ontbrak nog op onze site en daar gaan we in dit, inderdaad, grote verhaal over de Graven van Holland wat aan doen.

We gaan het o.m. hebben over de volgende Graven van Holland:


Via onze eigen Search Engine hebben we al zoo het een en ander opgedoken:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Willem en klik op ENTER

Op onze site hebben we o.m. dus al deze verhalen, waar soms al uitvoerig iets is verteld over allerlei Graven van Holland en een aantal figuren daaromheen:






Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van dit verhaal (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!


Om het aantal GB / maand beheersbaar te houden, zijn wij helaas genoodzaakt foto's / prenten / kaarten etc als thumbnail weer te geven.

Klik dus op de thumbnail voor het originele formaat en op BACK van je browser om weer terug te keren naar het verhaal.

Ook de vierkantjes met rood kruisje zijn een thumb, die thumb bleek te klein om weer te geven...






Uit al deze verhalen de volgende fragmenten, is Aad ook weer een beetje bijgepraat:

Verhaal 1:

Verhaal 2:

Verhaal 3:

Verhaal 4:

Verhaal 5:





Verhaal 6:

Verhaal 7:

En dit natuurlijk allemaal n.a.v. het privilege van de Stad Rotterdam, AD 7 Juni 1340 verleend door Graaf Willem IV, uniek op het internet:

Over Graaf Dirk III valt ook nog dit te vertellen, hoe kwam Graaf Dirk III in Vlaardingen terecht:



We gaan verder met het huidige Hollandse provincie wapen:

Dit wapen is het oorspronkelijke wapen van het graafschap Holland.

De oudste afbeelding van een wapen voor Holland dateert uit 1198 op een zegel van graaf Dirk VII. Het zegel vertoont een ruiter met voor zich een schild, waarop een leeuw. Ook op een vergelijkbaar zegel van zijn broer Willem, met afdruk uit 1205, staat een leeuw op een schild. De kleuren van het wapen zijn bekend uit 1254, op een wapenrol worden ze vermeld als zijnde een rode leeuw op een gouden veld. In dezelfde eeuw verschijnen er al afbeeldingen van de leeuw met blauwe nagels en tong.
De leeuw is verder in de loop der eeuwen niet meer gewijzigd. De leeuw werd gevoerd door alle opvolgende graven van Holland, de Staten van Holland, tijdens de Franse Tijd en ook in de vorige eeuw, waarbij het wapen zowel voor Noord- als Zuid-Holland werd gebruikt. Wel zijn er in de loop der tijd natuurlijk allerlei versieringen aan het wapen toegevoegd.

Als trotse bezitter van dit werkje uit 1663

kunnen we een aantal, waarschijnlijk niet historisch juiste, prenten laten zien. Voor een aantal graven worden zelfs dezelfde portretten gebruikt....

993 - 1039

Graaf Dirk III van Holland

1234 - 1256

Graaf Willem II van Holland

1256 - 1296

Graaf Floris V van Holland

Ooit hield iemand een spreekbeurt over Floris V, maar sprak het uit als Floris V. net zoals we dat gewend zijn over verdachten...

1304 - 1337

Graaf Willem III van Henegouwen

1337 - 1345

Graaf Willem IV van Henegouwen

1389 - 1404

Graaf Aelbrecht van Beieren

1417 - 1433

Gravin Jacoba van Beieren

Meestal worden de portretten gebruikt die nog steeds aanwezig zijn in het Stadhuis van Haarlem, ooit geschilderd voor een Karmelietenklooster, dit ene gekleurde voorbeeld zal toch wel mogen, Graaf Willem III samen met Graaf Willem IV, de voor het ontstaan van Rotterdam zoo belangrijke Graven...

In het boekje uit 1663 staat ook dit, ook historisch niet korrekte overzicht, zoo werd niet de krijgshaftige Graaf Willem IV de Goede genoemd, maar zijn vader Graaf Willem III....ook het totaal aantal Graven is niet korrekt

Helaas kan Google hier natuurlijk niets mee, dus doen we er ook maar dit, hopelijk korrekte, overzicht bij van de Graven van Holland met de aanvullende informatie dat 40% van de onderstaande Graven van Holland uit de 10e tot de 14e eeuw een niet natuurlijke dood is gestorven.......

In rood de Gravinnen van Holland, zoals we die tot nu toe hebben kunnen vinden

De eerste keer dat de naam Holland als graafschap wordt genoemd, is pas in 1101, daarvoor werd het gehele gebied Friesland genoemd.



Westfriese of Hollandse Huis

Henegouwse Huis

Beierse Huis

Bourgondische Huis

Oostenrijks-Habsburgse Huis

Spaans-Habsburgse Huis

Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken. Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten. Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks

Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588

LINK

in zijn prive kapel in het Escorial

Heel lang geleden moest je natuurlijk alleen de Graven van Holland keurig uit het hoofd leren en daarvoor was een beroemd geworden ezelsbruggetje ontstaan:

Dikkie, Dikkie, Arnout, Dikkie, Dikkie, Floor, Dikkie, Floor, Dikkie Floor, Dikkie, Willem, Floor, Willem, Floor, Jan.

En hoe werd de volgorde van de verschillende huizen onthouden?

Hol He(e)n Bei Bour Oost

Waarschijnlijk is het Graaf Dirk II geweest die gebied rondom het huidige Rotterdam in bezit heeft gekregen. Zoon Arnulf heeft later een deel van het gebied geschonken aan de Abdij van Egmond, die hierboven al een aantal keer ter sprake is gekomen en we zullen haar nog wel een keer tegenkomen. Helaas kunnen we hier niet verder ingaan op de rol van die beroemde Abdij van Egmond die grote invloed heeft gehad op de geschiedenis van de Graven van Holland, steeds weer werden schenkingen gedaan etc etc.
Vermoed wordt ook dat door de schenking van Graaf Arnulf aan de Abdij van Egmond de Abdij van Egmond als tegenprestatie er voor gezorgd heeft dat het gebied ten noorden van de Maas bewoonbaar werd d.m.v. een dijkaanleg. Rondom het jaar 1000 wordt vermoed, is dus al een begin gemaakt met de aanleg van Schielands Hoge Zeedijk:

Citaat uit dit verhaal:


De aanleg van de eerste Schielands Hoge Zeedijk hebben de monniken van de Abdij van Egmond waarschijnlijk gedaan samen met monniken van die andere beroemde Middeleeuwse abdij, de St. Paulus Abdij uit Utrecht.

Restanten van de Abdij van Egmond

In 1028, na de gift van Keizer Carolus aan de Kerk van Rotta, werd de Kerk van Rotta door Bisschop Adelbold geschonken aan het Klooster Hohorts, de latere St. Paulus Abdij.

Na het overlijden van Karel de Grote in 814 werd, na de dood van zoon Lodewijk de Vrome in 840, zijn grote rijk in 3 stukken verdeeld.

Een zoon van Lodewijk de Vrome, Karel de Kale, kreeg het West-Frankenrijk (Frankrijk), zoon Lotharius I het Midden-Frankenrijk en zoon Lodewijk de Duitser het Oost-Frankenland. Het latere Graafschap Holland maakte aanvankelijk deel uit van het Midden-Frankenland, maar uiteindelijk deel uit van het Oost-Frankische Rijk, het latere Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie.
De gekozen Keizer was de leenheer, de Graven van Holland waren aanvankelijk niet meer dan leenmannen van de Keizer. In de loop der jaren gingen alle leenmannen, waaronder dus de Graven van Holland, zich steeds onafhankelijker van de Duitse Keizer opstellen.

Op de volgende kaarten is trouwens te zien hoe Nederland zich o.m. staatkundig ontwikkelde vanaf de Romeinse tijd tot ca 1000:

Een leenman verkreeg dus langzamerhand ook verschillende rechten, die vroeger aan de leenheer hadden behoord, zoals:


Een van die onafhankelijke vroege Graven van Holland was Dirk III.

Graaf Dirk III was door zijn broer Sicco uit zijn graafschapjes in het tegen­woordige Noord-Holland verdreven. Nu legde hij beslag op alles, wat te grijpen viel, o.a. het graafschap Rijnland, dat aan Utrecht behoorde en een landstreek bij Vlaardingen, waar zich Friese kolonisten gevestigd hadden.

Graaf Dirk III bouw­de hier een sterkte en ging er tol heffen van de Tielse kooplieden, die er langs voeren op hun tochten naar Engeland.

Het meest westelijke en moerassige deel van het gebied bij Vlaardingen had de vader van Dirk III, Dirk II, te leen gehad van Keizerin Theophanu.

Dirk III begon dus met dijken aanleg en inpolderingen van zijn gebied en bouwde toen in dat gebied zijn burght en om aan geld te komen, ging Dirk III tol heffen, want een dijkaanleg kost nu eenmaal geld.

De keizer vertoefde in die tijd te Nijmegen, waar hij hofdag hield om in de landen enkele kwesties op te lossen. Weldra re­gende het klachten bij de keizer over de drieste graaf Dirk III.

De keizer gaf aan een van zijn leenmannen, hertog Godfried, en aan bisschop Adelbold van Utrecht opdracht om aan graaf Dirk III de landstreek bij Vlaardingen te ontnemen. Beide heren verzamelden een leger, scheepten hun troepen in en stevenden naar Vlaar­dingen. Niet ver van de sterkte van de graaf werden de troepen ontscheept. Wie van die troepen gewoon waren om te paard te strijden voelden zich te voet in dat drassige land niet veilig. Daarbij konden die troepen in het door sloten en grachten doorsneden terrein niet geregeld optrekken.

Hertog Godfried gaf nu bevel, dat het leger een omtrekkende beweging moest maken, teneinde een beter terrein te vinden. Hierbij moest de voorhoede enigszins terugtrekken. Toen de achterhoede dit zag, meende men, dat de voorste troepen voor een uitval uit het kasteel op de vlucht sloegen. Ook verspreidde zich het gerucht, dat de hertog reeds gesneuveld was.
Nu ontstond een grote verwarring, gevolgd door een wilde vlucht naar de schepen.

Dadelijk gingen de mannen van graaf Dirk III tot vervolging over, waarbij zij een groot aantal vijanden versloegen. Anderen verdronken jam­merlijk bij hun poging om de schepen te bereiken. De bisschop wist te ontkomen, maar hertog Godfried werd gevangengenomen. Graaf Dirk III liet hem vrij op voor­waarde, dat Godfried zijn voorspraak bij de keizer zou zijn. En de keizer liet vervolgens graaf Dirk III in het bezit van zijn landstreek bij Vlaardingen......

Voor we verder gaan, besteden we graag aandacht aan dit geweldige boek, geschreven door Ronald de Graaf

Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
R. de Graaf

Oorlog om Holland

Klik op de bovenstaande thumb foto voor meer informatie over het boek èn om het eventueel direct te bestellen!
Oorlog om Holland

1000 - 1375

ISBN 90 6550 807 4

494 blz

Met dank aan en toestemming van Ronald de Graaf bijgaand ook een fragment uit

Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
R. de Graaf

Oorlog om Holland

Klik op de bovenstaande thumb foto voor meer informatie over het boek èn om het eventueel direct te bestellen!

speciaal over

Graaf Dirk III en de Slag om Vlaardingen op dinsdag 19 juli 1018



Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
Oorlog om Holland / 1000-1375 / druk 2
R. de Graaf

Oorlog om Holland

Klik op de bovenstaande thumb foto voor meer informatie over het boek èn om het eventueel direct te bestellen!
Oorlog om Holland

1000 - 1375

ISBN 90 6550 807 4

494 blz

Vanzelfsprekend heeft Ronald de Graaf ook een eigen site, ook van harte aanbevolen!

http://www.geschiedenisisfun.nl

Ronald de Graaf heeft nog een uniek boek geschreven

Oorlog, mijn arme schapen
Oorlog, mijn arme schapen
R. de Graaf

Oorlog, mijn arme schapen

Een andere kijk op de Tachtigjarige oorlog

Ronald de Graaf

ISBN 90 5194 272 9

Gebonden, 686 blz

Klik op de bovenstaande thumb foto voor meer informatie over het boek èn om het eventueel direct te bestellen!

Oorlog, mijn arme schapen vind je terug in ons verhaal

1584 Willem de Zwijger, zijn onbekende zoon Philips Willem, Balthasar Gerards en Alva


Terug naar Graaf Dirk III en zijn graafschapjes, wat bedoelen we daar precies mee:

Er wordt ook wel eens gesteld, dat de graven, die Karel de Grote aan­stelde, eigenlijk slechts hoge ambtenaren waren. Lang­zamerhand werd dit dus anders. Die graven ontwikkelden zich van ambtenaren tot kleine vorsten. Hun grondbezit wisten ze door aankoop, huwelijk of verovering te vergroten. De bevolking zag in de graaf, die in haar midden leefde, die haar bestuurde en vaak beschermde, de eigenlijke vorst. Zeker, er was nog een keizer of "opperheer", de leenheer van de graaf, maar die bemoeide zich doorgaans weinig met die lage landen bij de zee. En zo kwamen er in de Nederlanden tal van kleine vorsten, die regeerden over grotere en kleinere gebieden.

De voornaamste van deze staatjes werden de graafschappen Holland, Gelre (later een Hertogdom), Henegouwen en Vlaanderen; de hertog­dommen Brabant en Limburg en de bisdommen Utrecht en Luik.

Wat Friesland aangaat, hier hebben zowel Hol­landse graven als bisschoppen van Utrecht getracht hun macht te vestigen. Maar de Friezen moesten niets van een vreemde heer hebben. Een nadeel was, dat er bij gemis aan een krachtig bestuur vaak twist en strijd was, waar­aan zowel edelen en kloosterlingen als boeren en stede­lingen deelnamen.

In het laatst van de 9de eeuw werd de gouw Kenne­merland bestuurd door een zekere Gerolf. Deze graaf kan als de stamvader van het z.g. Hollandse Huis genoemd worden. Met zijn vele Dirken en Florissen heeft het langer dan drie en een halve eeuw over Holland geregeerd.

De eerste graven noemden zich echter slechts Graaf in Fries­land. Eerst in de 11e eeuw is voor hun hele gebied de naam Holland in gebruik gekomen. De Graven van Hol­land hebben telkens weer getracht om hun landje te ver­groten naar het Noorden, het Oosten en het Zuiden. Daar­voor hebben ze natuurlijk veel oorlogen moeten voeren. Zo streden ze tegen de West-Friezen, de bisschoppen van Utrecht en de graven van Vlaanderen, ja, zelfs tegen hun leenheer de keizer.

De Friezen woonden in die tijd in de kuststreek van de Wezer tot in Vlaanderen. De Friezen in het Westen hebben zich over het algemeen langzamerhand vermengd met Hollanders en Zeeuwen. Dit was echter niet het geval met de Friezen, die in het Noorden van het tegenwoordige Noord-Holland wonen. Deze, de West-Friezen, hebben eeuwenlang hun vrijheid verdedigd tegen Hollandse graven.
Op hun beurt deden ze herhaaldelijk invallen in het gebied van de graaf, vooral tegen Alkmaar, dat meermalen door hen is ver­brand. Soms trokken ze tot aan Haarlem en de Zaanse grensdorpen toe, rovend, plunderend en brandschattend. Het was daarbij eigenaardig, dat zij doorgaans hun tochten zó inrichtten, dat ze vóór de nacht weer thuis waren.....

De eerste graaf, die tegen de West-Friezen sneuvel­de, was Arnoud. Ruim twee en een halve eeuw later trof Graaf Willem II hetzelfde lot. Daar het moeilijk was de West-Friezen in hun waterrijk landje aan te vallen, had graaf Willem II besloten om een tocht tegen hen te ondernemen, wanneer de vorst het water in de vele meren, poelen en plassen met een ijskorst zou hebben bedekt.

Eind December 1255 begon het hard te vriezen en dus besloot de graaf zijn plan uit te voeren. Rondom de Kersttijd, trok hij met zijn ridders en knechten naar Alkmaar en daarop naar het dorpje Vronen. Vóór de graaf de strijd kon aanbinden, moest hij met zijn leger over de grote binnenzee, die zich bevond, waar nu de weiden van de Heer Hugowaard en een gedeelte van de Schermer zich uitstrekken. Pas eind januari 1256 gaf hij bevel om deze grote ijsvlakte over te trekken. Vooraf verdeelde hij zijn leger in tweeën. Eén afdeling trok in de richting van Medemblik. De andere, die de graaf zelf aanvoerde, sloeg de richting van het dorpje Hoogwoud in, waar de hoofdmacht van de West-Friezen gelegerd was.

28 Januari 1256

Graaf Willem II zakt door het ijs bij Hoogwoud
en wordt vervolgens vermoord door de aansnellende West-Friezen
zoon Floris V ontdekte pas jaren later waar vader Willem II was begraven

Op een zwakke plek zakte de graaf, die aan het hoofd van zijn troepen was opgetrokken, met zijn paard door het ijs. Graaf Willem II moet toen alleen geweest zijn. Het gelukte het paard niet zich met zijn zwaar geharnaste berijder uit de modder los te werken. Enige van de West-­Friezen, die zich in de talrijke rietbosjes hadden ver­scholen, schoten toe en sloegen de graaf dood. De West-­Friezen begroeven de zo jammerlijk omgekomen Graaf op een plaats, die slechts aan enkelen bekend moet zijn ge­weest.

Waarom deze geheimzinnigheid? De West-Friezen, die bij de smadelijke dood van de graaf betrokken waren, hebben mogelijk gevreesd, dat men hen later zou berech­ten. Maar er bestond een oud gebruik, waarbij vereist werd, dat de aanklagers het lijk van het slachtoffer moesten kunnen tonen zo men een beschuldigde wegens moord wilde kunnen veroordelen.

Met Vlaanderen voerden de Graven van Holland een langdurige oorlog over het bezit van een groot deel van Zeeland. Tijdens de regering van Graaf Willem II landde op Walcheren een groot Vlaams leger, dat gravin Mar­garetha van Vlaanderen, bijgenaamd Zwarte Griet, had doen scheepgaan.

In de duinen lag een Hollands leger in hinderlaag, onder bevel van een broer van graaf Willem. Nog vóór de ontscheepte Vlaamse troepen zich in slagorde hadden kunnen opstellen, stormden de Hollan­ders op de invallers af en brachten hun een totale neder­laag toe. Honderden Vlamingen werden gedood, een groot aantal werd gevangengenomen, en anderen trachtten de schepen te bereiken of vluchtten het land in.

Eerst in de eerste helft van de 14e eeuw kwam er voorgoed een einde aan de strijd tussen Vlaanderen en Holland over Zeeland.

De twee bekendste graven uit het Hollandse Huis zijn de reeds genoemde Willem II en diens zoon, Floris V. Graaf Willem II was in 1247 tot Duits koning gekozen. Duitsland was in die tijd een kiesrijk, waar dus de aan­zienlijke leenmannen telkens weer een Koning (Rooms-Koning genoemd) kozen. Keizer was zo'n gekozene dan nog niet. Om deze titel te verkrijgen moest hij, volgens het gebruik van die tijd, naar Rome reizen om daar door de Paus tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie ge­kroond te worden.
Zover is het echter met onze Graaf Willem II nooit gekomen.

In Duitsland zelf had Willem II met veel tegenstanders te strijden. Een jaar na zijn benoeming wist hij de stad Aken te veroveren, waar hij tot Rooms-Koning werd gekroond. Tussen 1249 en 1251 heeft Rooms-Koning Willem II tenminste 13 steden en burghten in "Duitsland" belegerd, bij 5 lukte het om die te veroveren.
Omstreeks 1250 keerde de jonge Rooms-Koning Willem II tijdelijk in Holland terug.

Tot Rooms-Koning verheven, wilde Willem II dus in de mooie duinstreken van zijn graafschap een paleis bouwen. Zodoende werd de jonge Rooms-Koning feitelijk de stichter van 's-Gravenhage. Met als achterliggend idee dat Rooms-Koning Willem II z.s.m. door de Paus in Rome tot Keizer van het Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie gekroond zou worden en dus thuis zijn vele toekomstige gasten op stand moest kunnen ontvangen, zoals vast weergegeven op onderstaand schilderij:

Rooms-Koning, Graaf van Holland, Willem II

Dit schilderij is gemaakt in 1654,
alleen van belangrijke Hollandse Graven werden toen dit soort fantasie schilderijen gemaakt

Het voormalige slot van de Graaf van Holland uit de 12e eeuw
oftewel het huidige Stadhuis van Haarlem

De Ridderzaal gebouwd door Floris V
links de Hofkapel

Achter de Ridderzaal het kasteel van Die Haghe, gebouwd door Willem II

Graaf Willem II heeft zijn paleis echter niet voltooid gezien. Lang voor het gereed was, kwam hij dus in West-Friesland om het leven. Toen was van het paleis nog niet veel meer gereed dan het gedeelte, dat achter de Ridderzaal op het Binnenhof staat. Die Ridderzaal zelf is later door zoon Floris V gebouwd.

Veel meer over o.m. de geschiedenis van het Binnenhof, kun je vinden in ons verhaal

Het logement der Stad Rotterdam in Den Haag, vlakbij het Binnenhof,
wordt nu gebruikt door het Ministerie van Defensie

Citaat uit ons verhaal over Napoleon:

Floris V was bij de dood van zijn vader, Rooms-Koning Willem II, slechts een kind van twee jaar. Volwassen geworden, rustte hij niet vóór hij de dood van zijn vader gewroken en diens stoffelijke resten een waardige rustplaats had gegeven.

De eerste tocht, die Floris tegen de West-Friezen ondernam, mislukte. Op zijn tweede tocht versloeg hij hen bij Hoogwoud. Een oude West-Fries behield toen zijn leven door de graaf het graf van diens vader te wijzen.

Floris V verslaat de West-Friezen in de slag bij Vroonen, dichtbij Hoogwoud.

Een schilderij uit 1854

Men ging aan het graven en vond werkelijk het lichaam van Rooms-Koning / Graaf Willem II. Floris liet het stoffelijk overschot naar Middelburg vervoeren, waar het in de abdijkerk opnieuw werd begraven.

Vervolgens ondernam Floris een derde veldtocht tegen de West-Friezen, waarbij hij er in slaagde, hen te onderwerpen.

Ook op andere wijze trachtte Floris zijn graafschap te vergroten. Zo wist hij veel invloed in het bisdom Utrecht te verkrijgen en zette hij de oude twist met Vlaanderen over Zeeland voort. Bekend is dus ook, hoe hij tegen een aantal aanzienlijke edelen optrad, zoals de Heren van Amstel, Woerden, Velzen en Cuyk. Hij aarzelde niet, edelen grote lenen af te nemen. Soms ook ontnam hij hun eigen bezittingen, die hij hun slechts als lenen teruggaf. Dit wekte onder de edelen grote verbit­tering. In schijn bleven zij hem welgezind, maar in stilte beraamden ze plannen om zich te wreken. De gelegenheid hiertoe deed zich voor toen Floris, die lange tijd met de koning van Engeland verbonden was geweest, ja zelfs zijn zoontje Jan naar het Engelse hof had gezonden, zich plotseling verbond met de koning van Frankrijk. De koning van Engeland zette toen de ontevreden edelen aan, zich van Floris meester te maken en hem naar Engeland te ontvoeren. Maar al te graag gaven de edelen hieraan gehoor en Floris werd een valstrik gespannen:
Ze nodig­den de graaf naar Utrecht als bemiddelaar in een geschil tussen enige edelen. Floris, zich van geen gevaar bewust, ging naar de bisschopsstad. Na de feestmaaltijd stegen de meeste edelen te paard om buiten Utrecht ter jacht te gaan. Floris wilde vooraf een middagslaapje doen. Amstel, die achtergebleven was, ging na enige tijd de graaf wekken. Zij lieten wijn komen en dronken elkaar vriendschap toe. Hierna reed Amstel weg.
Spoedig volgde de graaf, slechts van twee schildknapen en een paar dienaren vergezeld. Zodra Floris V buiten Utrecht de edelen ontmoette, namen deze een vijandige houding aan: hij was hun gevangene.

Alleen de Graaf mocht een valk meedragen
op het moment dat de valk van Floris V werd afgenomen,
wist Floris dat hij gevangen werd genomen
1296

De schildknapen wendden de teugels en reden spoorslags terug naar Utrecht, waar zij het gebeurde vertelden. Inmiddels hadden de edelen hun slachtoffer echter weggevoerd. Voorlopig achtten ze het Muiderslot de veiligste plaats. Spoedig na het ge­beurde liep het landvolk te hoop om de graaf te bevrijden. Vissers kruisten op de Zuiderzee om de edelen te beletten over dit water de wijk te nemen. Op deze wijze in het nauw gebracht, besloten zij tot een poging om over land de wijk te nemen. Maar weldra kwamen ze het te hulp gesnelde volk tegen...... Toen, in hun woede en verbittering, brachten zij Floris om het leven.

Uit eigenbelang had Floris zowel steden als het platteland door het verlenen van voorrechten begunstigd. Eén nederzetting verhief hij tot stad, nl. Medemblik.

In 1270 schreef Floris V trouwens ook al een brief aan zijn beminde ende getrouwe vrienden en ingezetenen van Rotterdam, waarin hij een bevestiging geeft van hare vrijheyt van stadsrechten als vanouds die haer van mijn voorvaeders sijn gegeven. Een van de eerste vermeldingen in de geschiedenis van de naam Rotterdam.

Het scheelde trouwens niet veel of Nederland was misschien verbonden geraakt met Schotland. In 1291 was de Schotse troon niet bezet en Floris V claimde die i.v.m. zijn afstamming van de Schotse koning William the Lyon (zie in de stamboom hier ergens boven). Helaas ging het november 1292 niet door, volgens de overlevering een zware teleurstelling niet alleen voor Floris V, maar ook voor de schrijver van dit verhaal, een onvervalste Schotland fanaat. (LINK)

Floris V en de Schotse Troon

een historische speurtocht

LINK

Omstreeks 1300 woedde in Vlaanderen een felle strijd, die ook voor Holland en Zeeland grote ge­volgen heeft gehad. De koning van Frankrijk had een inval in Vlaanderen gedaan en dit gewest geheel ver­overd. De graaf van Vlaanderen werd als gevangene naar Frankrijk gevoerd en Vlaanderen werd eigenlijk een Frans gewest, bestuurd door een stadhouder van de koning.

Nu waren in die tijd de Vlamingen onderling sterk verdeeld. De rijke burgers en ook de meeste ridders waren Frankrijk goed gezind. Zij werden de "Leliaerts" genoemd, naar de lelievaan van het Franse koningshuis. De minder aan­zienlijke burgers, de ambachtslieden en de boeren, vormden de partij van de graaf. Zij schaarden zich onder de Vlaamse banier met de leeuwen en heetten daarom de "Libaerts" of "Klauwaerts" .

Toen de Franse koning en zijn vrouw in die dagen een bezoek aan Vlaanderen brachten, gaven de Leliaerts, onder wie vele schatrijke families, schitterende feesten, waar zij en hun vrouwen wedijverden in het tentoonspreiden van pracht en praal. De Franse koningin, al die luisterrijke klederen en schitterende sieraden ziende, riep uit: "Ik dacht, dat ik hier de enige koningin zou zijn, maar ik zie er wel zeshonderd".

De "Klauwaerts" hadden echter geen deel aan die luisterrijke feesten. De onder­drukking, waaraan zij van de zijde der aanzienlijken in de steden, van de ridders op het land, en van de gehate Franse stadhouder blootstonden, bracht hen tot oproer. Het sein hiertoe was de moord op duizenden Fransen te Brugge.

De Fransen werden nu uit geheel Vlaanderen verdreven. Leiders van deze opstand waren Jan Breydel en Pieter de Conync. Het spreekt vanzelf, dat de Franse koning dit alles niet ongewroken wilde laten. Hij zond naar Vlaanderen een leger, dat vooral uit ridders bestond. Dit was reeds plunderend en vernielend tot de stad Kort­rijk doorgedrongen, toen het de Klauwaerts tegenover zich zag. Onder de kreet "Vlaanderen den Leeuw" vielen de Klauwaerts de ridders aan. Het werd een gruwelijke slachting voor de Fransen.

Na de strijd vond men op het slagveld honderden gouden sporen van gesneuvelde ridders. Vandaar dat die slag bij Kortrijk in 1302 de Gouden Sporenslag wordt genoemd. Bondgenoot van de Franse koning in deze strijd was Jan II, graaf van Holland, Zeeland en Henegouwen, wiens oudste zoon in de slag bij Kortrijk was gesneuveld.

Na hun schitterende over­winning besloten de Vlamingen nu ook met die graaf Jan II af te rekenen. En omdat er nog altijd de oude vete was over een gedeelte van Zeeland, besloten zij daar een inval te doen. Weldra hadden ze dit gewest veroverd, op Zierikzee na, dat kloekmoedig werd verdedigd door graaf Jan's zoon Willem en door Witte van Haemstede, een zoon van Floris V.

Het volgend jaar deden de Vlamingen, geholpen door de Brabanders, een inval in Holland, dat zij op Dordrecht en Haarlem na geheel veroverden. Veel weerstand bood de bevolking niet: mogelijk kon het de Hollanders niet zo heel veel schelen, of ze nu door een Vlaamse of een Henegouwse graaf geregeerd werden. Maar spoedig werd het anders. Witte van Haemstede wist met enige getrouwen uit het belegerde Zierikzee te ontsnappen en landde in de buurt van Zandvoort. Hier plaatste hij zijn banier met de Hollandse leeuw op de duintop de Blinkert.

De onechte zoon van Floris V, Witte van Haemstede plant de vlag van Holland, de Hollandse Leeuw, op een duin bij.....
Der Vaderen Erf werd gered van de verovering door de Vlamingen

Witte Witte van Haemstede 's komst bracht de Hollanders in beweging.

De dappere, ridderlijke Witte van Haemstede, zoon van Floris V, kleinzoon van "Coninc" Willem II. Hem wilden ze dienen om de indringers te helpen verjagen. Honderden schaarden zich om de banier van de Hollandse Leeuw en binnen een week was er geen Vlaming meer in Holland te bekennen.
Ook de Brabanders moesten het veld ruimen en het beleg van Zierikzee werd opgebroken.

Graaf Jan stierf in 1304. Jonker Willem, de kranige verdediger van Zierikzee, volgde hem op. Deze graaf Willem III heeft zich de bijnaam van De Goede verworven.

Zijn opvolger, Graaf Willem IV, de Graaf die in 1340 aan Rotterdam stadsrechten verleende, kreeg ook een bijnaam. Maar die was niet zo mooi: de Franse koning noemde hem de woedende gek.

Graaf Willem IV was een echte vechtjas. Hij trok naar Portugal om er de Moren te bestrijden, naar Pruisen om daar heidenen te beoorlogen, en in de oorlog tussen Engeland en Frankrijk trok hij partij voor de koning van Engeland. Ter afwisseling maakte hij een pelgrimstocht naar het Heilige Land, of nam deel aan tournooien. Hij maakte ruzie met Utrecht en sloeg met een leger van 1300 ridders en 30.000 krijgsknechten het beleg voor deze stad. Bisschop Jan van Arkel, die in Frankrijk vertoefde, keerde ijlings naar zijn zwaar geteisterde stad terug en wist een vrede te verkrijgen, nadat vierhonderd van de aanzienlijkste burgers, blootshoofds en barrevoets, de graaf genade hadden moeten afsmeken.

1345

Graaf Willem IV wordt, na een belegering, de stadssleutels van Utrecht aangeboden
de hoge (!) Utrechtse delegatie mocht alleen een hemd dragen....

Intussen had Graaf Willem IV alweer nieuwe krijgsplannen. Hij wilde de Friezen gaan bestrijden en eiste van bisschop Jan van Arkel, dat deze hem vergezellen zou. Met een legertje van ridders stak hij de Zuiderzee over. Een storm sloeg de vloot uiteen en zo kwamen de schepen niet op dezelfde tijd aan de kust van Friesland. Toen maakte Graaf Willem IV een van de grootste fouten, die een veldheer maken kan: hij onderschatte zijn tegenstanders. In plaats van te wachten, tot de afgedwaalde schepen zich weer bij hem hadden gevoegd, ging hij meteen aan land en stond zodoende met een veel te kleine legermacht tegenover de onstuimige Friezen. In de strijd, die nu ontbrandde, was een nederlaag onvermijdelijk.

Graaf Willem IV, de Graaf die in 1340 aan Rotterdam stadsrechten verleende, werd gedood door een pijlschot in het hoofd.

Graaf Willem IV sneuvelt bij Warns

al dan niet via een pijlschot in het hoofd

Over deze Slach by Warns in 1345, zoals de Friezen hem nog steeds herinneren, kompleet met gedenksteen, is natuurlijk heel veel geschreven, uiteraard door de Friezen en gelijk hebben ze:

Daar Willem IV geen zoon naliet, volgde zijn zuster Margaretha, die met de Duitse keizer gehuwd was, hem op. Maar velen wilden, dat haar zoon Willem hem zou opvolgen. Zo ontstond er tussen moeder en zoon een strijd. Deze strijd was het begin van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, waarbij de meeste edelen en enkele steden als Hoeksen de partij van Margaretha en de meeste steden en enkele edelen de partij van Willem kozen.

Margaretha gaf in 1354 de strijd op en stond Holland en Zeeland aan haar zoon af. Zo is Willem V de eerste graaf uit het Beierse Huis.

In Henegouwen bleef zij zelf regeren, totdat zij in 1356 stierf en Willem V haar ook daar opvolgde. Twee jaar later werd de ongelukkige Graaf Willem V krankzinnig. Zijn broer Aelbrecht aanvaardde toen, onder de titel van ruwaard, in naam van zijn broer het bestuur. Na het overlijden van Willem in 1389, volgde Aelbrecht hem op als graaf, hoewel hij zich als Beiers vorst het liefst Hertog noemde.

Graaf Aelbrecht van Beieren

Aelbrecht, die eerst Hoeksgezind was, probeerde zich weldra zoveel mogelijk boven de partijen te stellen. Later werd hij evenwel Kabeljauwsgezind. De Hoeksen gaven hiervan de schuld aan een Kabeljauwsgezinde jonk­vrouw, Aleid van Poelgeest, die verblijf hield, aan het hof van Aelbrecht in Den Haag.

De Hoeksen besloten de maitresse van Aelbrecht, want dat was Aleid van Poelgeest volgens iedereen nu, te doden. Toen Aleid van Poelgeest op een avond met een edelman op het Buitenhof wandelde, werd Aleid van Poelgeest door enige Hoekse edelen overvallen en gedood. Aleid van Poelgeest's begeleider, die Aleid van Poelgeest wilde beschermen, werd eveneens vermoord. Aelbrecht, woedend over deze daad, gaf het landvolk verlof, de kastelen der Hoekse edelen, die inmiddels de vlucht hadden genomen, te verwoesten. Zijn Hoeksgezinde zoon, graaf Willem van Oostervant, nam eveneens de wijk.

Twee jaar later echter had tussen vader en zoon een ver­zoening plaats. Aelbrecht ondernam nu, krachtig geholpen door zijn zoon, enige tochten naar Friesland om dit land te veroveren. Het resultaat was pover. Alleen Stavoren werd veroverd, maar ging later voor de Beieren weer verloren.

1250 - 1412

De Burght Arkel bij Gorinchem
op een sleutelpositie tussen Holland, Utrecht en Gelre

In het laatst van zijn leven heeft Aelbrecht dus nog strijd gevoerd tegen Arkel. De Arkels waren machtige heren. Ze bezaten uitgestrekte heerlijkheden tussen Lek en Merwede. En door de stad Gorinchem, in welker nabijheid een trotse burcht verrees, beheersten zij de be­langrijke waterweg de Merwede en de uitmonding van de Linge. Aan de Lek, niet ver van Vianen, hadden ze de burchten Hagestein en Everstein, zo ook de versterkte stad Gasperen. Hiermee beheersten ze de Lek. Tenslotte behoorde Leerdam nog tot hun gebied.

In 1403 belegerde Aelbrecht met zijn zoon Willem van Oosterwant de stad Gorinchem. Het beleg duurde lang, want Arkel verdedigde zijn stad hardnekkig. Door menige uitval wist hij zijn belegeraars groot nadeel te berokkenen.

Toen het beleg enige weken geduurd had, verscheen in Aelbrechts legerkamp diens zoon Jan, elect (d.i. niet gewijde bisschop) van Luik. Door zijn bemiddeling kwam er tussen de strijdenden een overeenkomst tot stand: Arkel zou voor de oude hertog een voetval doen en gedurende één dag, zou Aelbrechts vaan van de burcht van Arkel waaien. Zo gebeurde het en Aelbrecht trok met zijn leger af. Niet lang daarna stierf Aelbrecht.

Onder, zijn opvolger Willem VI, ontbrandde de strijd met Arkel opnieuw. Het schijnt, dat ditmaal Jan van Arkel, wel begrijpende, dat het er toch van komen moest, met de vijandelijkheden was begonnen.

Arkel paste een krijgslist toe: Op een voorjaarsavond verlieten een paar schepen de haven van Gorcum en voeren stroomafwaarts. Maar reeds ter hoogte van Werkendam lieten ze het anker vallen om daar de nacht door te brengen. De volgende morgen voeren ze stroomopwaarts, waarbij zij er zorg voor droegen de Brabantse oever te houden.
Toen ze Gorcum passeerden, liet Jan van Arkel volgens afspraak op de schepen schieten, maar men zorgde er wel voor hen niet te raken. Slechts moesten de inwoners van het naburige Woudrichem de indruk krijgen, dat de naderende schepen door Arkel als vijandig werden beschouwd. De schepen die geen koopwaar, maar zorgvuldig verborgen krijgslieden aan boord hadden, konden zodoende rustig voor Woudrichem meren. Vóór de inwoners van het stadje recht wisten wat er gebeurde, waren ze door de mannen van Arkel overrompeld. De veroveraars sloegen aan het roven en plunderen, staken vervolgens Woudrichem in brand en keerden met de behaalde buit zegevierend naar Gorcum terug.

Maar het duurde niet lang of de krijgsbenden van graaf Willem VI trokken uit weerwraak opnieuw het land van Arkel binnen. De graaf werd bijgestaan door de bisschop van Utrecht. De aanvallers hadden het ditmaal gemunt op Arkels sterkten aan de Lek.
Graaf Willem sloeg het beleg voor het slot Hagestein en voor Gasperen; de bisschop nam Everstein voor zijn rekening. Lang hielden de belegerden de strijd vol, maar de honger noopte hen zich over te geven. De strijd tegen Jan van Arkel, die op zijn beurt gesteund werd door de hertog van Gelre, bleef slepende tot in 1412. Toen werden Gorinchem en het Land van Arkel voor goed bij Holland gevoegd.

Vijf jaar later stierf Willem VI. Hij liet zijn landen na aan zijn dochter Jacoba van Beieren.

Het leven van "Vrou Jacop" is een leven van moeite en strijd geweest. En het is wel opmerkelijk, dat juist degenen, die haar door bloedverwantschap of huwelijk het naast stonden, haar het leven zo moeilijk hebben gemaakt. Haar vader had door zijn heftig optreden tegen de Kabel­jauwse partij veel verbittering gewekt. Een oom betwistte haar de opvolging. Een neef, tevens haar tweede echtgenoot, behandelde haar zo slecht, dat zij zijn paleis ontvluchtte. Haar derde echtgenoot liet haar in bange dagen van strijd aan haar lot over. En een andere neef ontnam haar tenslotte haar erflanden.

Bij de dood van haar vader was Jacoba van Beieren nog maar vijftien jaar. Ze was toen reeds weduwe en wel van de kroonprins van Frankrijk. In alle drie gewesten werd ze als gravin gehuldigd, maar de Kabeljauwsen zouden hier­mee geen genoegen nemen. Zodra zij een flinke leider hadden, wilden ze de strijd hervatten. Die leider vonden ze in Jacoba's oom Jan, die het bisdom Luik, waar hij immers elect was, verliet om naar Holland te komen.

Aanvankelijk nam hij genoegen met het ruwaard- en voogdijschap over Jacoba van Beieren, maar al spoedig stelde hij zich als hoofd der Kabeljauwse partij tegenover zijn nicht. De Kabeljauwse edelman Egmond veroverde met een kleine bende de stad Gorinchem, waarvan de bezetting zich terugtrok op het aan de rivierzijde gelegen slot.
Spoedig daarop verscheen jonker Willem, de laatste der Arkels, in zijn vaderstad. Zodra Jacoba van Beieren hiervan hoorde, trok zij met een vloot uit Rotterdam om de stad te heroveren. Zij werd met gejuich door de bezetting van het slot ontvangen. Nu maakten beide partijen zich voor de strijd gereed.
De mannen van Arkel stonden opgesteld achter een gracht, die de jonker inderhaast had laten graven. Op de 1ste December 1417 begonnen de troepen van Jacoba van Beieren de aanval. Het werd een verbitterde strijd, waarbij Jacoba van Beieren de zege behaalde. Willem van Arkel sneuvelde, doch Jacoba van Beieren betreurde de dood van haar trouwe veldheer Brederode.

Het volgend jaar trouwde zij met haar neef Jan van Brabant en volgde hem naar Brussel. Deze Jan was echter, een slappeling, die de belangen van Jacoba van Beieren schromelijk verwaarloosde. De vernederingen aan het Brabantse hof moe, vluchtte Jacoba vergezeld van haar moeder naar Henegouwen. Later stak zij over naar Engeland.
Ze verklaarde haar huwelijk met Jan van Brabant ongeldig en trouwde met Humphrey van Glou­cester, een broer van de Engelse koning. Haar oom Jan van Beieren regeerde gedurende vijf jaar ongestoord over Holland en Zeeland.

Maar hoe ging het hierna met Jacoba van Beieren? Vergezeld van Humphrey, ging zij met een Engels leger naar Henegouwen. Daar werd ook Humphrey gehuldigd. Maar nu kwam een andere neef zich tegen Jacoba keren: de machtige Philips van Bourgondië.

Haar oom Jan van Beieren was in 1425 in Den Haag aan vergiftiging gestorven. De edelman Jan van Vliet, die vroeger een van zijn vertrouwdste raadslieden was geweest, doch met wie hij ongenoegen had gekregen, had vergif aan zijn gebedenboek gesmeerd. De moordenaar werd nog voor de dood van zijn slachtoffer gegrepen en onthoofd. Jan van Beieren had bij testament zijn rechten nagelaten aan Philips van Bourgondië, die gesteund werd door Jan van Brabant.



Philips liet zijn troepen dus Henegouwen binnenrukken en Bergen belegeren, dat door Jacoba van Beieren krachtig verdedigd werd. Tenslotte echter moest zij zich aan de machtige neef overgeven. Haar echtgenoot Humphrey was inmiddels naar Engeland teruggekeerd.

Philips liet Jacoba van Beieren op de Graven­steen te Gent gevangenzetten. Heel lang bleef zij daar niet. Trouwe Hoekse edelen beraamden plannen om hun gravin uit de gevangenis te verlossen. Een paar edelen, als koop­lieden verkleed, wisten toegang tot Jacoba van Beieren te verkrijgen om haar pagekleren in handen te spelen voor haar zelf en voor de jonkvrouw, die de gevangenschap met haar deelde. Ook zorgden de edelen, dat er op een vastgestelde avond paarden in de buurt van het kasteel gereed stonden. Het zo slim uitgedachte plan gelukte volkomen. Vergezeld door haar helpers reed Jacoba van Beieren dwars door het land van de vijand naar Antwerpen. Daar verwisselden de twee vrouwen haar pagekleren voor boerinnéndracht, terwijl de edelen zich eveneens in boerenkledij staken.
Hierna vervolgde het gezelschap in een huifkar zijn weg, het Noorden tegemoet. Bij Woudrichem staken ze de rivier over en verder ging het weer, nu naar het kasteel van Vianen.

Nadat de gravin hier wat rust had genomen, zette ze haar tocht voort naar Gouda, dat haar trouw was gebleven, evenals Oudewater en Schoonhoven. Hier bleef ze en drie jaar lang heeft "Vrou Jacop", van uit deze "vestingdriehoek" de strijd tegen de Bourgondiër volgehouden, waarbij op het omliggende land ontzettend werd geleden.

Jacoba van Beieren versloeg haar vijanden bij Alphen. In deze slag vuurde zij zelf te midden van het krijgstumult haar mannen aan.

Gloucester gaf nu aan de smeekbeden van zijn echtgenote gehoor en zond uit Engeland een vloot met een leger om haar te helpen.
De Engelsen landden bij Brouwershaven, waar Hoeks­gezinde Zeeuwse edelen zich bij hen aansloten. Philips, die toen in Holland vertoefde, snelde met een leger naar Zeeland en wist de Engelsen te verslaan. Kort daarop brak er in Holland een boerenopstand uit. De boeren, door edelen van Jacoba van Beieren geleid, sloegen het beleg voor Haarlem. Philips zond een leger om de stad te ontzetten, doch dit werd door Jacoba van Beieren, wederom bij Alphen, verslagen. Haarlem hield evenwel stand en Philips wist de boerenopstand te onderdrukken.

Inmiddels werd de toestand er niet gun­stiger op voor Jacoba van Beieren. Nadat een Hoekse vloot bij Wieringen was vernield begon Philips Jacoba's vesting­driehoek rechtstreeks aan te vallen. Tot overmaat van ramp bereikte de gravin uit Engeland het bericht, dat Gloucester alle banden met haar had verbroken en opnieuw, nu met een Engelse hofdame, was getrouwd. Dit alles was te veel voor de jonge gravin: zij liet Philips weten, dat zij bereid was met hem te onderhandelen. Te Delft kwam in 1428 een verdrag tot stand (de "Zoen" van Delft). Er werd bepaald, dat Jacoba van Beieren de titel van gravin van haar drie ge­westen zou behouden, maar dat Philips ze als ruwaard zou besturen tot zij opnieuw zou trouwen, en dat hij haar erfgenaam zou zijn, ingeval zij kinderloos stierf. Verder zou ze niet mogen huwen zonder toestemming van Philips, van haar moeder en van de Staten van haar gewesten.

Toch trouwde Jacoba vier jaar later op het Binnenhof in Den Haag in alle stilte met de aanzienlijke edelman Frank van Borselen. Het geheim werd echter verraden aan Philips, die de bruidegom liet gevangennemen en opsluiten in het slot van Rupelmonde. Nu Jacoba van Beieren het Verdrag van Delft had geschonden, verklaarde Philips, dat hij Borselen alleen zou vrijlaten, wanneer Jacoba van Beieren ook van haar laatste rechten als gravin afstand deed. Om haar echtgenoot te redden, gaf ze hieraan gehoor.

Jacoba van Beieren op valkenjacht

Rechts te paard haar 4e echtegenoot Frank van Borselen

Jacoba van Beieren leefde nog slechts drie jaar: in de nazomer van 1436 stierf zij, pas 35 jaar oud, op het slot Teilingen bij Leiden. Zij werd begraven in de Hofkapel te 's-Gravenhage. Daar wijst op het Binnenhof een steen de plaats aan, waar Jacoba van Beieren na haar veelbewogen leven een laatste rustplaats vond.

Echt tot slot een kaart van het Bourgondische rijk na de opvolging van Jacoba van Beieren door Philips van Bourgondie.

Het vervolg op dit verhaal kun je vinden via deze link

Van Philips de Goede, Philips de Schone tot Maarten Luther





    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER












Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

25 September 2009