1600 Slag bij Nieuwpoort, wie kent dit jaartal niet, maar wat is er echt gebeurd en waarom en wat waren de gevolgen van die Slag bij Nieuwpoort, daarover gaat dit verhaal.
Eigenlijk moeten we terug naar 1066, het jaar van de invasie van Zuid-Engeland door Willem van Normandië en de Slag bij Hastings, gewonnen door Willem van Normandië oftewel Willem de Veroveraar.
De eerste eeuwen na 1066 was er dus een personele band tussen gebieden in, zeg Frankrijk en Engeland die door dezelfde vorst werden geregeerd.
De opvolgers van Willem van Normandië regeerden vanuit Engeland hun Franse gebieden en, om het maar even samen te vatten, het heeft de Fransen 100 jaar gekost, denk maar aan Jeanne d'Arc, om de Engelsen te verdrijven uit o.m. Normandië .
Bij een poging van Jeanne d'Arc om de Franse Dauphin (de kroonprins) te laten kronen in Rouan, viel zij, waarschijnlijk na verraad, in handen van de Engelsen die haar op de brandstapel zetten, om het maar weer even samen te vatten
Vanuit Normandië veroverden de Engelsen in 1347 Calais, de inwoners werden verjaagd en vervangen door uit Engeland overgekomen Engelsen, Calais is zoo ruim 2 eeuwen in handen gebleven van de Engelsen, tot 1558. Men zegt dat de Fransen dit de Engelsen nog steeds niet hebben vergeven, die 100-jarige oorlog en de 200-jarige bezetting van Calais. Aad, als verwoed UK reiziger is heel vaak met zijn gezin vanuit Calais naar Dover overgestoken en heeft zich vaak afgevraagd of de keuze van Calais als belangrijkste haven naar de UK iets te maken heeft met die 100-jarige oorlog en de 200-jarige bezetting, maar we dwalen af...
Siegneur de Goudan
sinds 1558 gouverneur van het op de Engelsen heroverde Calais
bij de verovering van Calais verloor hij zijn been
Op onze site hebben we over Calais ook dit verhaal
Herberg Calais in Rotterdam was een kostelijk alibi
Na de moord op Willem de Zwijger in 1584 werd de Soevereiniteit over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden eerst aangeboden aan Frankrijk en vervolgens aan de Engelse Koningin Elisabeth I. Ook die weigerde, maar zij stuurde wel de Graaf van Leicester en was bereid om aan de Staten-Generaal grote sommen geld voor te schieten.
Robert Dudley
Graaf van Leicester
1532 - 1588
Een citaat uit ons Schotland verhaal :
Schotland werd natuurlijk zwaar getroffen door de Engelse Act of Navigation, Schotland was toen een arm agrarisch land, in de Highlands vooral waren de omstandigheden, ook mede door het klimaat, niet echt je van het, zullen we maar zeggen. Veel Highlanders verhuurden zich dan ook als soldaten aan de meest biedende en zoo kon het gebeuren dat na de moord op Willem de Zwijger in 1584 de Engelse koningin Elisabeth I Schotse soldaten mee gaf aan de Graaf van Leicester.
27 augustus 1585
Parma trekt Antwerpen binnen
Parma zit op het witte paard op de brug net voor de stadspoort van Antwerpen
1584
Munten geslagen tijdens het Beleg van Antwerpen
LINK
Alexander Farnese, Hertog van Parma
1543 - 1592
zoon van de Landvoogdes Margaretha van Parma
Na de verovering van Antwerpen door Parma in 1585 dacht iedereen dat het nu snel afgelopen zou zijn met de Opstand. Achteraf is het anders gelopen, want Parma moest met zijn troepen naar Frankrijk, een nootlottige blunder van Philips II, maar een Godswonder (zoals het later werd genoemd) voor het verloop van de Opstand.
Na het vertrek van Leicester namen de Staten de Schotten over en deze hadden er geen bezwaar tegen om in de Republiek te blijven.
Schotse Highlanders dienden in vele landen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Zweden, Polen, Rusland en Frankrijk.
Op het hoogtepunt waren er zo'n negen Schotse
regimenten in dienst van de Staten-Generaal, ongeveer 10.000 militairen. Dit heeft nog geduurd tot het einde van de 18e eeuw.
Na 1584 (en de Val van Antwerpen in 1585) boden de Staten-Generaal de Soevereiniteit over de Republiek aan aan Elisabeth I, die weigerde echter, bang voor Philips II, die door de Staten-Generaal was afgezworen, middels de Acte van Verlatinghe in 1581. Als steun stuurde zij Leicester die echter meer verprutste dan goed deed. Uit onvrede over de slechte relatie met de Nederlanders ( dat ging er natuurlijk over, wie is nu de baas ), gaf bijvoorbeeld het Engelse garnizoen van Zutphen zich op een dag zoo maar over aan de Spanjaarden. Tactisch werd Leicester uiteindelijk verzocht terug te gaan, en de soevereiniteit ? Die hielden de Staten-Generaal vanaf die tijd maar zelf, een beetje noodgedwongen weliswaar, maar wel uniek in de toenmalige wereld. Iedereen had immers toen een Soeverein (Koning, Hertog, Heer...)
Leicester was dan wel het land uit, maar de torenhoge schulden aan Engeland waren er nog steeds, Daarbij kwamen natuurlijk ook nog de kosten van de ondersteuning van Leicester en ook bijvoorbeeld die Schotse Regimenten moesten betaald worden.
Oldenbarnevelt
Oldenbarnevelt, Raadpensionaris van Holland, de machtigste funktie die iemand toen kon bereiken, kwam met een geniaal plan :
- In Duinkerken hadden de bewoners van de Spanjaarden zogenaamde Kaapvaartbrieven ontvangen, een in die tijd normaal oorlogsmiddel.
Vaak wordt gesuggereerd dat alleen Duinkerken schepen kaapte, inderdaad hadden de Duinkerkers opdracht om Nederlandse en Engelse schepen te kapen.
Maar ook de Staten-Generaal gaven kaapbrieven uit, denk maar eens aan de Watergeuzen (link), de oprichting van de VOC en de WIC, het rampjaar. Hugo de Groot heeft zelfs in opdracht van de VOC zijn beroemde werk De Jure Praedae geschreven waarin hij het buitmaken van vijandelijke schepen een juridische basis gaf. Eén hoofdstuk uit De Jure Praedae is nog beroemder geworden : Mare liberum, over het recht op o.m. vrije scheepvaart voor iedereen............
En dan natuurlijk Piet Heyn niet te vergeten.....LINK
Meer over de Duinkerker Kapers kun je vinden in dit verhaal.
- Als Maurits nu Duinkerken verovert, zijn de Nederlanders en de Engelsen van de kapers verlost en kunnen de Nederlanders hun schulden aan Engeland betalen, want na de verovering van Duinkerken geven de Nederlanders de stad over aan de Engelsen, hebben die weer een steunpunt op het vasteland van Europa, net als kortgeleden Calais..... De Engelsen bieden we dus Duinkerken aan, maar dan moeten ze ons wel onze schuld kwijtschelden
- Oostende was op dat moment al in Staatse handen, het is dus aantrekkelijk om de hele Vlaamse Kust in handen te krijgen. Dit moet mogelijk zijn want de Spaanse vijand is verzwakt, Philips II zou inderdaad in 1598 overlijden, de Spaanse Staat stond er financieel slecht voor, de troepen in de Nederlanden konden niet of nauwelijks meer betaald worden en zwierven dus rond, al muitend
- In 1596 had Philips II Albert, Aartshertog van Oostenrijk, een Kardinaal....., benoemd tot nieuwe landvoogd in de Nederlanden. Albert was, na afgetreden te zijn als Kardinaal natuurlijk, in 1597 gehuwd met Isabella, de dochter van Philips II. Als bruidsschat bracht zij in haar huwelijk de soevereiniteit over de Nederlanden mee. Vanaf 1597 behoorden de Nederlanden dus niet meer tot de Spaanse Kroon, maar het Spaanse Leger bleef wel gehandhaafd. Vanaf 1597 wordt dan ook al gesproken van de Spaans / Oostenrijkse Nederlanden.
In 1595 benoemde Philips II een kleinzoon van zijn vader Karel V, Kardinaal Albertus van Oostenrijk èn Aartsbisschop van Toledo, tot landvoogd in Brussel.
Kardinaal Albertus van Oostenrijk èn Aartsbisschop van Toledo, noemde Philips II dus Oom....
Oom Philips II vond dat neef Kardinaal Albertus van Oostenrijk èn Aartsbisschop van Toledo de katholieke Kerk beter als landvoogd kon dienen dan als Kardinaal en Aartsbisschop. Met tegenzin en tegen elk kerkelijk principe gehoorzaamde neef Kardinaal Albertus van Oostenrijk èn Aartsbisschop van Toledo aan de wens van oom Philips II en reisde af naar Brussel, waar hij uiteindelijk zou trouwen met zijn nicht Isabella, de dochter van zijn Oom Philips II.
Een van de eerste successen van Albert was de verovering van het strategisch gelegen Hulst. Hulst was ooit door Maurits op Parma veroverd, slechts een paar jaar terug...
Het strategische gevolg van de verovering van Hulst door (toen nog Kardinaal) Albert was, zoals een tijdgenoot het omschreef:
De Kardinaal had zijn kracht dolzinnig op het onaanzienlijke Hulst gebroken en zich buiten staat gesteld om nog verder iets van belang uit te richten.
In eigentijds Nederlands: door de verovering van Hulst, een prestige kwestie van Kardinaal Albrecht, duidelijk bedoeld om indruk te maken op zijn oom en aanstaande schoonvader Philips II, was wel zijn geld op en dat had indirect invloed op het vervolg van ons verhaal.
Immers de Spaanse troepen ontvingen lange tijd geen soldij meer en waren dus in de ogen van de Staten-Generaal niet meer betrouwbaar en vormden dus geen serieuze bedreiging meer....
Het Spaanse leger was er in naam namens Albert en Isabella, maar in feite natuurlijk nog steeds namens Spanje. Ook hadden Albert en Isabella zich niet te bemoeien met militaire zaken.
In ons Schotland verhaal kun je ook dit lezen : En toen brak de Spaanse Successie oorlog uit na de dood van Willem III in 1702 : de Spaanse koning had geen direkte opvolgers en dat betekende toen een pan-Europese oorlog, met als gevolg o.m. dat de Spaanse Nederlanden (Belgie) definitief overgingen naar de Oostenrijkers (Oostenrijkse Nederlanden) en Nederland zijn door Maurits veroverde Overmaase vestingen Bingen en Geldern verloor, maar dat is weer een ander verhaal........
Om een lang verhaal kort te maken, Albert deed toenaderingspogingen tot Den Haag c.q. van Oldenbarnevelt om tot een overeenkomst te komen, ook hij zat immers zeer krap bij kas o.m. door de zeer kostbare verovering van Hulst. Door Oldenbarnevelt werd dit dus uitgelegd als een teken van zwakte....
Maurits
In ons verhaal over Oldenbarnevelt hebben we dit al verteld over de Slag bij Nieuwpoort, maar er is natuurlijk nog wel meer te vertellen en te laten zien :
Johan was de grote financierder van de veldtochten van de geniale Maurits. Maurits was de eerste in Europa die het aloude massale Middeleeuwse aanvallen verving door van hogerhand geleide gedisciplineerde aanvallen. Hij was de eerste die de boeken over de militaire strategieen van o.m. de Romeinen weer eens las. Exercities werden ingevoerd en men moest "wachten op bevelen en niet handelen naar eigen bevinding". Tot 1600 verliep de samenwerking tussen Johan en Maurits goed. Toen namen de Staten het besluit (op aandrang van Johan) om Maurits op te dragen Duinkerken te veroveren, diep in vijandelijk gebied.
In die tijd was het de gewoonte dat de opdrachtgever mee ging, en dus ging Johan mee met Maurits. Johan bleeft echter achter in Oostende, toen een Nederlandse vesting, die later slechts met heel veel moeite door de Spanjaarden werd veroverd. Het einde van het Verenigde Nederland tot 1815 en een einde van de financiele armslag van de Spanjaarden, het beleg van Oostende was een prestige zaak geworden voor Madrid en zoiets kost altijd heel veel geld.
De Slag bij Nieuwpoort
Iedere Nederlander weet hoe het afliep onderweg naar Duinkerken, dankzij de strategische capaciteiten en wat geluk aan de zijde van Maurits werd voor het eerst het toen superieure Spaanse leger in een grote veldslag op het strand bij Nieuwpoort verslagen, tot die tijd voerde Maurits een soort guerilla oorlog en ontweek een massaal gevecht. Maurits heeft toen het terechte besluit genomen om niet door te gaan naar Duinkerken. Vanaf die tijd boterde het niet meer tussen Maurits en Johan. Maurits was niet voor het 12-jarige bestand in 1609, Johan uit financiele overwegingen wel.
Tijdens het 12-jarige bestand ontstond bijna een gewapende burgeroorlog tussen de (laten we maar noemen) godsdienstige preciezen en rekkelijken. Uiteindelijk sloot Maurits zich aan bij bij de preciezen, al was hij niet zo precies. Nu weten we dat hij een groot aantal kinderen had en ook samen leefde, zonder te trouwen, met Margaretha van Mechelen.
Margaretha van Mechelen (Lier ca. 1580 - Den Haag 17 mei 1662) was van Zuid-Nederlandse adel en is de geschiedenis ingegaan als de clandestiene echtgenote van prins Maurits. Margaretha van Mechelen was een dochter van Cornelis van Mechelen, schepen van Lier en Barbara van Nassau-Corroy, een afstammelinge uit een bastaardtak van de Bredase Nassau's.
Margaretha van Mechelen werd als wees in Leiden opgevoed door drie tantes, gravinnen van Nassau, en is vermoedelijk tot haar dood rooms-katholiek gebleven, waarschijnlijk de voornaamste reden dat Maurits Margaretha van Mechelen niet officieel kon trouwen. Van 1600 tot ca. 1610 leefde Maurits met Margaretha van Mechelen samen.
Margaretha van Mechelen was hofdame van Louise de Coligny en bewoonde een huis in de Lange Houtstraat in Den Haag, in de directe nabijheid van het Binnenhof, dat Margaretha van Mechelen van prins Maurits gekregen had. Uit hun relatie zijn drie zonen geboren: Willem van Nassau-Lalecq (1600-1627), Maurits (1601-1617) en Lodewijk van Nassau-Beverweerd (1602-1665).
Omstreeks 1610 heeft Maurits Margaretha van Mechelen verlaten. In zijn testament begunstigde hij de zonen van Margaretha van Mechelen wel opvallend boven zijn andere bastaarden. Aan Margaretha van Mechelen vermaakte Maurits een jaargeld van 6000 daalders.
Op zijn sterfbed in 1625 dwong Maurits zijn halfbroer Frederik Hendrik (die het ook niet zo nauw nam...) te trouwen met Amalia van Solms, de vrouw die het aanzien van de Oranjes definitief deed stijgen door o.m. de bouw en de luxueuze inrichting van allerlei paleizen.
Amalia van Solms
Amalia, gravin van Solms-Braunsfels kwam als hofdame in het gevolg van de keurvorst Frederik V van de Paltz in Den Haag terecht. Een verloren veldslag in de Dertigjarige oorlog (Slag bij Witte Berg) in Bohemen had deze Protestantse vorst in 1620 doen besluiten naar de Nederlanden te vluchten.
Amalia trad in 1625 in het huwelijk met Frederik Hendrik. Broer Maurits had dit op zijn sterfbed bedongen.
Nog een beroemd schilderij van Willem van Honthorst
v.l.n.r.
Willem I (de Zwijger) (1533 - 1584)
Maurits (1567 - 1625)
Willem II (1626 - 1650)
Frederik Hendrik (1584 - 1647)
Willem III (1650 - 1702)
Maar weer terug naar die Slag bij Nieuwpoort :
We hebben ze al een keer genoemd :
Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
Na de verovering van Portugal was de ex-kardinaal de eerste "Spaanse" Landvoogd van Portugal
LINK
Een munt met Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
LINK
Er werd besloten om bij het Staatse Oostende het leger vanuit zee af te zetten, later werd ook overwogen om dichter bij Nieuwpoort te ontschepen, het liep uiteindelijk anders.
Op 17 juni 1600 vertrok een grote vloot uit Dordrecht, uiteindelijk 1300 schepen...... Vanwege het slechte weer werd geland vlak bij Philippine, in de buurt van Sas van Gent. Op weg van hier naar Duinkerken, een militaire kolonne van ca 16 kilometer lang !!
Men heeft zich altijd verbaasd dat Maurits geen verkenningen had laten uitvoeren, ook werd het gebied waar de kolonne doorheen trok niet bewaakt door achtergebleven troepen, met als gevolg dat de kolonne geregeld verkeerde wegen insloeg. De kolonne liep zichzelf vast bij een te breed water en moest toen omkeren, en dat over een lengte van 16 km....
Uiteindelijk trok een kleine groep maar over het strand richting zuiden.
De tocht van het Staatse Leger onder aanvoering van Maurits
Albertus en Isabella wisten, zodra Maurits was geland, de Spaanse bevelhebber Luis de Velasco te overtuigen om zo spoedig mogelijk troepen te verzamelen vlakbij Gent. Velasco verwachtte een aanval van Maurits bij de Maas en presteerde het om met dagmarsen van 40 km vanaf Cuyk op te rukken naar Gent.
Albertus en Isabella overtuigden persoonlijk min of meer muitend rondtrekkende Spaanse troepen om zich ook te verzamelen bij Gent. Vooral de rol van Isabella was overtuigend, niet veel soldaten hadden ooit de dochter van hun Koning gezien die bovendien beloofde uit haar eigen portemonnaie de achterstallige soldij te betalen......
Op 30 juni vertrok het Spaanse Leger richting Brugge. De Spanjaarden besloten de terugweg van Maurits af te sluiten, bij het plaatsje Leffinghe.
De delegatie van de Staten-Generaal o.l.v. Oldenbarnevelt, stuurde meteen een bericht naar Maurits dat zijn terugweg mogelijk werd afgesloten. Maurits reageerde meteen door het achterste deel van zijn kolonne, o.l.v. Ernst Casimir van Nassau, de latere Stadhouder van Friesland en Groningen, terug te sturen naar Leffinghe, maar deze kwam te laat. Op een dijk werden de Staatse troepen verjaagd door de Spaanse cavalerie, velen vluchtten over de duinen de zee in, maar ook daar werden ze achtervolgd.
Toen Maurits hoorde van de nederlaag liet hij de overlevenden meteen verschepen, hij wilde niet dat dit slechte nieuws bij zijn mannen bekend zou worden.....
Het Staatse Leger was nog bezig met de overtocht over de IJzer dichtbij de Zee, toen de Spanjaarden over het strand kwamen. De Spaanse soldaten waren echter te moe om meteen op te trekken, velen onder hen kwamen immers uit Cuyk gelopen en dit was natuurlijk in het voordeel van Maurits. Gelukkig voor Maurits wisten de Spanjaarden ook niet dat het Staatse Leger met 10.000 man was, zij met ca 8500.
Maurits koos zorgvuldig het moment van aanvallen, hij wachtte tot de zon laag stond, precies in het gezicht van de Spanjaarden, ook de wind, met zand, stond voor de Spanjaarden verkeerd. Maar toch dreigde al snel het Spaanse Leger de overhand te krijgen....., waarom liep het toch goed, men zegt om de volgende redenen :
- De Staatse Carré's waren, idee van Maurits, veel kleiner en rechthoekiger dan de grote vierkante
Spaanse Carré's en dus veel wendbaarder
- Maurits had uitvoerig geoefend om gedisciplineerd in Carré vorm terug te trekken, de Spanjaarden lukte het maar niet om de wendbare Staatse Carré's uit elkaar te jagen, steeds kwamen de Staatse Carré's terug, de Spanjaarden werden er moe van, steeds duin op en af
- Maurits had zijn kanonnen op houten vlonders laten zetten, hierdoor konden ze versleept worden over het zand, de Spaanse kanonnen stonden niet op vlonders en konden dus niet verplaatst worden
- Doorslaggevend was echter dat Maurits het grootste deel van zijn cavalerie in reserve had gehouden, toen hij het idee had dat de Spanjaarden steeds vermoeider begonnen te worden, liet hij zijn cavalerie dwars op de Spaanse Infanterie los, en toen werden de Spanjaarden de zee ingejaagd....
De Spanjaarden komen van rechts, tegen de zon en zanderige wind in
het Staatse Leger was aanvankelijk nog bezig de IJzer over te trekken
De Staatse Carré's zijn kleiner t.o.v. de Spaanse Carré's
Maurits had de slag gewonnen, Albertus moest vluchten naar Brugge.
In de 19e eeuw werd dit schilderij gemaakt van Maurits direkt na de slag, niemand weet echter of het ook zoo is gegaan, al was Maurits wel een redelijk strenge Calvinist, zoals zou blijken ruim 18 jaar later...
Naar men zegt, het paard van Albertus werd ook veroverd, het werd het lievelingspaard van Maurits..... :
Na de slag kreeg Maurits toch weer de opdracht om verder te trekken richting zuiden, hij deed het nog ook. De belegering van Nieuwpoort liep uit op een mislukking en Maurits besloot op een dag zich gewoon terug te trekken, vooral nadat hij hoorde dat de afvaardiging van de Staten-Generaal vertrokken waren uit Oostende naar Bergen op Zoom om daar met de Spanjaarden te onderhandelen over een Vredesverdrag......
De legende wil dat toen Maurits Oldenbarnevelt weer voor het eerst ontmoette, Maurits Oldenbarnevelt in het gezicht sloeg....
Via Oostende werden de Staatse Troepen en hun buit, teruggevaren, waaronder vele Spaanse vlaggen die eeuwenlang in de Ridderzaal hebben gehangen.
Hoe ging het verder met Isabella en Albertus ? Om nog meer gezichtsverlies te vermijden vatten zij het plan op om Oostende te heroveren. Isabella deed zelfs de historische belofte dat zij zich niet meer zou verschonen voordat Oostende weer was heroverd, het beleg duurde echter drie jaar. De speciale kleur van haar ondergoed is de geschiedenis ingegaan als Isabella-geel. Het beleg van Oostende werd dus een dure prestige slag, alhoewel de nieuwe Spaanse bevelhebber Ambrosio Spinola, het beleg uit eigen zak schijnt betaald te hebben.....
Over Isabella en Albertus is natuurlijk nog veel meer te vertellen, wat we beslist nog een keer gaan doen: het staat meteen hieronder.
Politiek gezien liep het niet goed af met Isabella en Albertus. Aangezien hun huwelijk kinderloos bleef, kwamen, na de dood van Albertus in 1621 de Zuidelijke Nederlanden, weer onder direct Spaans bestuur o.l.v. Philips IV die het landsbestuur echter hoofdzakelijk overliet aan Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez met wie de Republiek nog heel wat te stellen zou krijgen.
Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez was soms zeer daadkrachtig en soms zeer besluiteloos, zijn tijdgenoten konden daardoor Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez terecht soms niet helemaal volgen, men denkt nu dat Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez leed aan depressies. Na het politieke einde van Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez in 1643 werd Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez al snel krankzinnig en deze man, Gaspar de Gúzman, Graaf-Hertog van Olivarez, was dus de tegenstander van de Republiek tijdens de 2e helft van de 80-jarige oorlog, meer over deze periode kun je lezen in dit verhaal.
Hieronder dus een van de verhalen over Isabella en Albertus:
Eerst een citaat uit ons verhaal
Philips II : zijn Klooster paleis, het Escorial, en ook natuurlijk nog veel meer over Philips II
De Spaanse Nederlanden tot de verovering van 's-Hertogenbosch (1628)
Philips II brengt alle zomers op het Escorial door. Zijn lievelingsdochter Isabella is zijn vaste gezelschap. Zij deelt zijn eenzame maaltijden, luistert naar hem, zit naast hem als hij werkt en droogt de inkt van de stukken die Philips II ondertekent.
Voor Isabella, die al tegen de dertig loopt, hoorde allang een passende echtgenoot gezocht te zijn; maar Philips II aarzelt, hij voelt er niets voor haar dierbare gezelschap te verliezen en schuift het huwelijk van zijn oudste dochter voor zich uit.
Aartshertog Albrecht heeft zijn voorkeur. Albrecht is de zoon van keizer Maximiliaan van Oostenrijk; hij is aan het Spaanse hof opgevoed, is aartsbisschop van Toledo en groot-inquisiteur van Spanje geweest; hij is verheven tot kardinaal. Een zachtmoedige, bekwame persoonlijkheid. Dat hij geestelijke is, is geen bezwaar: één woord van Philips II is genoeg om ontheffing van zijn religieuze verplichtingen te krijgen.
Philips II speelt met de gedachte zijn dochter de Lage Landen als erfgoed te geven - met Brussel als hoofdstad. Als zoon Philips III het Spaanse imperium erft, zal Isabena haar eigen hofhouding hebben in Brussel, samen met aartshertog Albrecht. Drie jaar houdt Philips II zich met het probleem bezig en Philips II laat ten slotte de bijzonderheden op papier vastleggen. Maar het huwelijk van Isabella met Albrecht vindt
pas plaats na de dood van Philips II.
Leergierig was ze, Isabella, de oudste dochter van Philips II, die op haar 32ste nog nooit buiten het Iberisch schiereiland had gereisd. Thuis had Isabella jaar in jaar uit haar talrijke talenten gesleten geduldig wachtend op de bestemming die haar vader voor haar zou bedisselen. Lange tijd had Philips II ervan gedroomd om Isabella op de Franse of Engelse troon te plaatsen of om haar uit te huwelijken aan de volgende keizer van het Heilige Roomse Rijk. Kandidaten kwamen en gingen.
Er waren gruwelijke oorlogen gevoerd met in de weegschaal niet alleen het lot van hele naties, maar ook dat van Isabella. Een tijdlang zag het er zelfs naar uit dat Isabella haar vader in Spanje zou opvolgen. Haar halfbroer Don Carlos was in haar geboortejaar 1568 op tragische wijze gestorven en haar jongere halfbroer Philips had een zeer zwakke gezondheid.
Politiek was niet de enige reden waarom Philips II haar als een koninginnenstuk achter de hand hield. Isabella was ook zijn lievelingsdochter. Isabella straalde dezelfde levensvreugde uit als haar moeder, de Franse prinses Elisabeth van Valois, de derde vrouw van de Spaanse koning.
In vele opzichten was Isabella het tegengestelde van datgene waar haar vaders familie voor berucht was: excessieve soberheid. zwartgalligheid en geestesziekte. Haar conceptie was naar verluidt het gevolg van een belofte die haar lange tijd kinderloze moeder gedaan had. Haar drie voornamen vormden een heel programma: Isabella naar haar vrome overgrootmoeder Isabella van Castilië, Clara ter ere van de heilige van haar geboortedag, Eugenia ter ere van de heilige aan wie haar moeder haar belofte gedaan zou hebben.
Ondanks haar vrolijkheid toonde Isabella zich ook zeer devoot. Isabella groeide dan ook op in de moederschoot van het Spaanse katholicisme. Isabella zag de geselprocessies van de Goede Week en hoorde het nachtenlange, onophoudelijke zingen van de monniken die voor het welslagen van haar vaders Armada waren ingehuurd. En ze werd ernstig gestemd door de dood.
Isabella's moeder stierf toen ze amper twee jaar oud was, daarna volgden haar peter Don Juan en nog zes broers en zussen. Tegen de tijd dat ze volwassen was, had Isabella in haar onmiddellijke omgeving niet minder dan twaalf sterfgevallen meegemaakt. Negen daarvan waren, zo merkten cynische Franse ambassadeurs op, bespoedigd, indien al niet veroorzaakt door de ingrijpende aderlatingen op grond waarvan de Spaanse hofartsen in heel Europa een kwalijke reputatie hadden.
Isabella en Philips II hadden een bijzondere relatie. Als hij bij zijn dochter was, toonde koning een kant van zijn persoonlijkheid die in de 'zwarte' beeldvorming over zijn figuur nooit aan bod kwam. In brieven aan haar en haar jongere zuster Catharina vertelde Philips II over zijn reizen en de gebruiken aan het Hof. Hij gaf haar vaderlijke raad omtrent haar voeding, plaagde haar met haar angst voor de donder en vertelde honderduit over de belevenissen met de dement geworden hofdame Magdalena, die hem in het publiek bekritiseerde, hij, voor wie de hele wereld verondersteld werd te sidderen en te beven.
Isabella's band met haar vader werd alleen maar sterker toen ze volwassen was. Catharina was uitgehuwelijkt in het verre Savoie, haar halfbroer Philips was nog jong en de laatste van Philips' echtgenotes stierf in 1580.
Het was naar Isabella's kamer dat de koning in 1585 liep, juichend van vreugde, toen hij in het holst van de nacht het bericht kreeg dat Antwerpen heroverd was.
Het was Isabella die in haar vaders kantoor op de hoogte werd gebracht van de staatszaken, terwijl hij de briefwisseling met de verste uithoeken van zijn wereldrijk verzorgde. Het was Isabella die zijn draagbaar schrijftafeltje vervoerde, toen de koning na een geval van verraad geen enkele van zijn secretarissen nog vertrouwde. Het was Isabella die de pen vasthield toen de koninklijke vingers te stijf waren geworden om nog te schrijven.
En het was ook Isabella die naast het uitgeteerde lichaam van haar vader voorlas uit ascetische werken, tot hij zijn
laatste adem uitblies.
Sommigen dachten dat Philips II Isabella nooit zou laten gaan. Dat Isabella de beste jaren van haar leven vergooide door als een non te leven. Maar toen Philips II zijn einde voelde naderen en plannen voor een Frans huwelijk en bondgenootschap op niets uitliepen, toen vier expedities tegen Engeland op een ramp uitdraaiden en toen bleek dat zijn zoon Philips sterk genoeg was om hem in Spanje op te volgen, arrangeerde de koning een huwelijk voor zijn lievelingsdochter Isabella. Niet met een verre prins, maar met iemand die ze heel goed kende: haar neef Albrecht van Oostenrijk. In hun voordeel zou de koning afstand doen van de Lage Landen bij de zee.
De gedachte om de Nederlanden soevereine vorsten te geven in plaats van landvoogden was vroeger reeds geopperd, maar Philips II, die behept was met het idee om zijn onmetelijke rijk intact te bewaren, had er zich lange tijd tegen verzet. Dat hij er zich uiteindelijk mee verzoende, zegt veel over zijn genegenheid voor Isabella en voor AIbrecht.
Als vierde zoon van de keizer van Duitsland was Albrecht grootgebracht aan het Spaanse hof. waar hij een van Philips' favorieten werd. Hij had meer weg van Philips dan van de Oostenrijkse tak van de familie, was eerder onwennig dan prettig in de omgang, meer somber dan geestig. Op het slagveld had Albrecht zijn moed getoond, maar hij bleek te klein van gestalte en te onverschillig om zich tot een echte leidersfiguur op te werken. Hij was devoot, zoals Isabella, maar dan zonder haar levendigheid.
Albrecht bracht het zelfs tot kardinaal. maar stelde zijn wijding uit voor het geval dat hij voor een andere roeping werd opgevorderd. Als vice-koning van Portugal en vanaf 1596 als landvoogd van de Nederlanden deed Albrecht de nodige politieke ervaring op. Door de bekende samenloop van omstandigheden zou hij, bijna veertig jaar oud, afzien van zijn kardinaalstitel en Isabella als bruid krijgen.
In de grote pronkzaal van het kasteel op de Coudenberg in Brussel, waar Karel V in 1555 afstand had gedaan van de troon, werd op 21 augustus 1598 in aanwezigheid van de Staten-Generaal de akte voorgelezen waardoor Philips II de soevereiniteit over de Nederlanden afstond aan zijn dochter Isabella en haar toekomstige echtgenoot Albrecht van Oostenrijk.
In naam van de Staten, de vertegenwoordiging van de steden, de adel en de Kerk hield de pensionaris van de Staten, na de lezing van de akte van afstand, een toespraak waarin hij de toekomstige vorst een aantal wensen voorlegde. Hij drong onder meer aan op vredesonderhandelingen met de Noordelijke gewesten en op het samenroepen van de Staten-Generaal voor een bespreking van de penibele toestand van het land.
De dag erna, op 22 augustus, had de wederzijdse beëdiging plaats van de vorst en de respectieve standenvertegenwoordigingen. De Aartsbisschop van Mechelen, Mathias Hovius, kwam de eer toe om de eed van de toekomstige vorst af te nemen. Na een diepe buiging bood hij de aartshertog een missaal aan, waarop deze de eed van trouw aan de Blijde Inkomst, een soort grondwet, zwoer. Hovius was de eerste van de afgevaardigden die vervolgens op hetzelfde missaal trouw aan de vorst beloofden. Na hem volgden de andere geestelijken uit de Staten van Brabant. de edelen en de afgevaardigden van de steden.
Nadat de Brabantse afgevaardigden onder luid trompetgeschal opnieuw naar hun plaats waren teruggekeerd, kwamen de vertegenwoordigers van de andere gewesten aan de beurt. Pas rond acht uur 's avonds was het ceremonieel van de beëdiging afgelopen. De plechtigheid werd afgesloten met een groots diner en een dankprocessie.
Drie weken later zou Philips II overlijden.
Albrecht reisde na de inzwering naar Spanje om er zijn bruid Isabella op te halen. In Ferrara werd in november 1598 het huwelijk met de handschoen ingezegend door paus Clemens VIII in hoogsteigen persoon. Na veel oponthoud kwam Albrecht in april 1599 in Valencia aan, waar de verbintenis met Isabella bevestigd werd. Een maand later vatten ze de terugweg aan, over zee naar Genua, de dichtstbijzijnde Spaanse stad in Italië, verder naar Milaan en door de valleien van Ticino naar de Sint Gothardpas, het traject dat van Genua naar de Nederlanden nagenoeg ononderbroken over Spaanse of neutrale grond liep en dat tijdgenoten 'de Spaanse weg' noemden.
Het ceremonieel van de Blijde Inkomst, waarbij vorst en onderdanen elkaar trouw beloven, werd in alle grote steden herhaald. Ondanks het herfstweer besloten Albrecht en Isabella er meteen werk van te maken.
Op 25 november was Leuven aan de beurt. De beroemde humanist Justus Lipsius, die in 1592 de calvinistische universiteit van Leiden verlaten had, hield een toespraak. Ook hier deden zich de volkstoeloop en de uitbundige feestelijkheden voor die elke Blijde Intrede kenmerkten.
Toen bekend werd dat op dezelfde dag Staatse troepen enkele dorpen in de omgeving aan het platbranden waren. zette dat een zware domper op de feestvreugde. Was dat geen slecht voorteken voor het nieuwe bewind?
In Doornik reed Isabella voor het eerst in haar leven met een slee en in Gent veroorzaakte een bloednerveuze geestelijke consternatie omdat hij Isabella in plaats van Albrecht het legendarische zwaard van graaf Boudewijn met de IJzeren Arm omgordde. Aartsbisschop van Mechelen Mathias Hovius was bij verschillende van deze plechtigheden aanwezig. maar het hoogtepunt van de feestelijkheden kwam voor hem op 5 december, de dag waarop de nieuwe vorsten in zijn Mechelen hun Blijde Intrede deden.
Kosten noch moeite hadden de Mechelaars gespaard om de nieuwe heersers te ontvangen. Gekleed in lange, zwartfluwelen tabbaarden, gevoerd met blauw taffetas, reden de leden van de stadsmagistraat de vorsten te paard tegemoet. Ze werden gevolgd door de vijf gilden van de Dijlestad, die met hun wapperende vendels en hun uitrusting in de aartshertogelijke kleuren wit en blauw een feestelijke indruk maakten. Even buiten de Brusselsepoort wachtte de aartsbisschop in pontificaal gewaad, vergezeld van de voltallige Mechelse clerus, het aartshertogelijk gevolg op. Twee kanunniken droegen de aartsbisschoppelijke herdersstaf en het bisschopskruis.
Toen ze aan het podium kwamen waar Hovius en zijn gevolg opgesteld stonden, stapten Albrecht en Isabella uit de koets. Ze knielden op de purperen kussens die er waren neergelegd en kusten het zilveren kruis dat hun door de prelaat werd voorgehouden. Alle klokken van de stad begonnen te beieren en de hele stoet zette zich onder verscheidene eresalvo's in beweging. Onder een zijden baldakijn, gedragen door zes Mechelse edellieden, deden de aartshertogen hun intrede langs de Brusselsepoort.
De stad was uitbundig versierd met feestverlichting, guirlandes, tapijten en wagens met allegorische voorstellingen en lofdichten. Onder een eerste triomfboog van wel twintig voet hoog, versierd met zinnebeelden en de wapens van de vorsten, ging het naar de Grote Markt. Bij de ingang van de Sint Romboutskathedraal wachtte Hovius de aartshertogen nogmaals op. Ze stegen af van hun paarden, werden met wijwater besprenkeld en volgden de aartsbisschop naar het hoogaltaar, waar ze neerknielden. Een koor hief de hymne Veni Creator Spiritus aan; daarna zong de aartsbisschop een gebed en verwelkomde hij de vorsten met een korte toespraak. Blijkbaar speelden zijn zenuwen hem parten, want hij kwam naar verluidt maar moeilijk uit zijn woorden. Daarop zwoeren de vorsten met de hand op de bijbel dat ze, zoals hun voorgangers de rechten van de Kerk zouden eerbiedigen. Na het Te Deum Laudamus verlieten ze onder luid trompetgeschal de kathedraal.
Aan de overzijde van de markt was een triomfboog opgesteld. Een paneel van tien bij acht voet toonde een allegorische voorstelling van Religie, met in de ene hand een kruis en in de andere een open boek met het opschrift Verbum Dei. (Woord van God.) Religie werd aangevallen door Ketterij, Heiligschennis, Burgeroorlog, Afgunst en andere als wraakgodinnen afgebeelde belegeraars, maar uit een wolk kwamen Albrecht en Isabella, door de Heilige Geest met elkaar verbonden, als redders tevoorschijn.
Naast het paneel stonden twee standbeelden: een met een masker in de hand en een met een aangestoken toorts en een blaasbalg. Fraus en Discordia, List en Tweedracht. Voor zover dat nog nodig was, maakte een begeleidend vers duidelijk dat de komst van de aartshertogen de hoop deed opleven dat er een einde zou komen aan de oorlog en de andere verschrikkingen die de Nederlanden de voorbije decennia geteisterd hadden.
Over de markt trok het gezelschap naar het Hof van Hoogstraten waar de aartshertogen bleven overnachten. 's Avonds werd overal de feestverlichting aangestoken. De gilden hadden grote stellingen opgericht met daarop tientallen pektonnen. Ook aan de huizen van de burgers waren vuurpannen en toortsen bevestigd, die bijna de hele nacht bleven branden.
Door het regenachtige weer lagen de straten er de volgende morgen, de dag van de beëdiging, modderig bij. Burgemeester Van der Laen liet de vuile weg met lange rollen wit laken bedekken opdat de prinsen en hun gevolg hun voeten niet zouden besmeuren.
Na een plechtige eucharistie waarin Hovius voorging, had op een podium voor het stadhuis en in aanwezigheid van de pauselijke nuntius, de ambassadeur van Spanje en andere vooraanstaanden de beëdiging plaats. De markt zag zwart van het volk. Uit de met tapijten behangen ramen reikhalsden tientallen plaatselijke schonen om toch maar niets van het schouwspel te missen. Ook op de daken van de huizen tegenover het stadhuis zaten honderden kijklustigen. De president van de Geheime Raad hield een plechtige toespraak. waarna de wederzijdse beëdiging volgde. Elke schepen kwam knielend zijn hulde betuigen aan de nieuwe vorsten. Daarop riep de heraut vanaf de pui van het stadhuis driemaal met luide stem' Vive les Archiducs er Leurs Altezes' en wierp met een breed gebaar gouden en zilveren muntstukken boven de duizendkoppige menigte rond het podium. Er werd gegrabbeld en gegrepen, gejuicht en gevloekt. Enkele forse klaroenstoten besloten de plechtigheid.
De volgende dag vertrok het hele gezelschap met de boot naar Antwerpen, waar Albrecht en Isabella ook een zeer rijkelijke ontvangst te beurt zou vallen.
Terug naar ons oorspronkelijke verhaal, terug naar de nieuwe Spaanse bevelhebber Ambrosio Spinola, die het beleg van Oostende uit eigen zak schijnt betaald te hebben.....:
Ambrosio Spinola werd namelijk ook de leider van de Spaanse delegatie die uiteindelijk voor 12 jaar een bestand overeenkwam :
Ambrosio Spinola
1569 - 1630
van 1603 - 1628 bevelhebber van het Spaanse leger in Vlaanderen
De Spaanse Kade in Rotterdam dankt haar naam trouwens aan de doorreis van de Spaanse markies Ambrosio Spinola (1569-1630).
Spinola werd op 31 januari 1608 met een groot gevolg en met andere
onderhandelaars over het 12-jarige bestand in de 80-jarige oorlog, op doorreis van Dordrecht naar Den Haag
door het Rotterdamse stadsbestuur plechtig ontvangen en ingehaald. Hij kwam over het ijs
en zette op het Hoofd of Oude Hoofd het eerst voet aan wal. Dit gedeelte van
het Oude Hoofd werd vanaf omstreeks 1637 Spaansekade genoemd.
Met 190 ijssleden kwam Spinola via bevroren rivieren naar Dordrecht
Op 6 februari 1608 werd Spinola (rechts), reizend in 8 koetsen, in Rijswijk bij de Hoornbrug ontvangen door Maurits (links)
In de Vaderlandse Geschiedenis is 1600 De Slag bij Nieuwpoort altijd belangrijk gebleven, zoals je bijvoorbeeld kunt zien aan de onderstaande plaatjes die in jaren 1910 - 1915 door een koekfabriek werden uitgegeven, mits je hun koek kocht natuurlijk.
Enne hoe liep het af met dat zeeroversnest Duinkerken? In 1646 werd het veroverd door de Fransen met hulp van Maarten Harpertsz. Tromp en vanaf die tijd waren de Spaanse Kaapbrieven niet meer geldig, zoo heeft zich ook dit vanzelf opgelost.
Direkt na het 12-jarig bestand vielen weer honderden schepen in handen van de Duinkerkers. Pas o.l.v. de uit Rotterdam afkomstige Maarten Harpertsz. Tromp lukte het, om samen met de Fransen, in 1646 Duinkerken te veroveren, Maarten Harpertsz. Tromp blokkeerde de haven, de Fransen belegerden Duinkerken vanaf het land:
Het droevig afscheid van Don de Calabassa uit Duinkerken naar Spanje
na de verovering van Duinkerken door Frankrijk en de zee-blokkade door Maarten Harpertsz. Tromp
1646
LINK
Via deze LINK kun je eigenlijk het vervolg lezen op het bovenstaande verhaal, het gaat in dat verhaal over de aanloop naar 1648 en de Vrede van Münster.
Op onze site hebben we ook nog dit verhaal:
Het schip De Liefde, een van de schepen van de uit Rotterdam vertrokken vloot van Mahu en De Cordes, belandde in Japan, het begin van Deshima
Klein citaat:
Pomp en zijn lotgenoten bleven drie jaar in gevangenschap. Toen herkregen ze hun vrijheid door de Slag bij Nieuwpoort. In die slag had Prins Maurits een aanzienlijke Spanjaard, de admiraal van Aragon, gevangengenomen. Tegen deze Spanjaard is een groot aantal door de Spanjaarden gevangengenomen Nederlanders uitgewisseld, waaronder ook Pomp en zijn mannen.
We ontvingen deze reaktie:
In uw verhaal over Prins Maurits ontbreekt mijns inziens een belangrijk element, dat overigens in vrijwel alle boeken ontbreekt en dat is het bondgenootschap dat Maurits had met Marokko!
Voor de Nederlanden was dit bondgenootschap profijtelijk omdat Marokko, nog maar 1 eeuw geleden verdreven uit Spanje, Zuid-Spanje belaagde en daardoor niet alle aandacht op de Nederlanden kon richten.
Marokko werd in het oosten echter ook bedreigd door de Turken. En hier wringt mijns inziens de schoen: Van Oldebarnevelt dreef volop handel met de Turken. Niet onbegrijpelijk dat Marokko dit als een ondermijning van de alliantie beschouwde. Zou Marokko de bedreiging van Zuid-Spanje opgeven en zich volledig op de Turken concentreren, dan zou Spanje de handen vrij hebben om zich geheel aan de Nederlanden te wijden. Die zouden dan ongetwijfeld onder de voet zijn gelopen. In die zin is het te begrijpen dat Maurits het handelen van Oldebarnevelt beschouwde als landverraad.
Wat de militaire taktiek van Maurits betreft: naar mijn analyse was Maurits’ strategie er juist op gericht om in een guerillastrijd Spanje financieel uit te putten. En toen gold: geen geld, geen soldaten! Spanje kende niet zoiets als een Unie van Utrecht waar de gewesten zich hadden gebonden dienstplichtige soldaten te leveren. Dat het met Philips financieel matig gesteld was blijkt ook wel uit het feit dat hij in 1584 niet de uitgeloofde 25.000 kon uitbetalen aan Balthazar Gerards voor de moord op Willem van Oranje (de familie kreeg in de plaats daarvan de domeinen van Oranje in Franche-Comte en privileges).
De slag bij Nieuwpoort was feitelijk totaal van geen betekenis, zij het dat 1600 kennelijk makkelijker is te onthouden dan 1938 om maar wat te noemen. Het was helemaal geen klaterende overwinning en eigenlijk is de waarheid dat Maurits’ troepen aan een nederlaag ontsnapten.
Voor het overige blijft uw site buitengewoon interessant.
Thomas de Wreede
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.net
Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
|