(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
We beginnen ons verhaal over de Spaanse Armada en Parma met een citaat uit o.m. dit verhaal :
27 augustus 1585
Parma trekt Antwerpen binnen
Parma zit op het witte paard op de brug net voor de stadspoort van Antwerpen
1584
Munten geslagen tijdens het Beleg van Antwerpen
LINK
Alexander Farnese, Hertog van Parma
1543 - 1592
zoon van de Landvoogdes Margaretha van Parma
Alexander Farnese Parma volgde in 1583 zijn moeder, Margaretha van Parma, op als landvoogd.
Een komplete stamboom met o.m. Margaretha van Parma, een, zoals dat toen genoemd werd, bastaarddochter van Karel V en dus een halfzus van Philips II, en haar zoon Alexander Farnese Parma, achterkleinzoon van Paus Paulus III, kun je vinden in dit verhaal
Van Philips de Goede, Philips de Schone tot Maarten Luther
Na 1584, het jaar van de moord op Willem de Zwijger (en de Val van Antwerpen in 1585) boden de Staten-Generaal de Soevereiniteit over de Republiek eerst aan Frankrijk aan en toen aan Elisabeth I van Engeland, die weigerde echter, bang voor Philips II, die door de Staten-Generaal was afgezworen, middels de Acte van Verlatinghe in 1581.
Philips II op de melkkoe de Nederlanden
Alva melkt de koe
namens Frankrijk trekt de Hertog van Alencon aan de staart
Koningin Elisabeth voert stroo
Willem de Zwijger probeert kalm te blijven
Robert Dudley
Graaf van Leicester
1532 - 1588
Als steun stuurde Elisabeth Leicester die echter meer verprutste dan goed deed. Uit onvrede over de slechte relatie met de Nederlanders ( dat ging er natuurlijk over, wie is nu de baas ), gaf bijvoorbeeld het Engelse garnizoen van Zutphen zich op een dag zoo maar over aan de Spanjaarden. Tactisch werd Leicester uiteindelijk verzocht terug te gaan, en de soevereiniteit ? Die hielden de Staten-Generaal vanaf die tijd maar zelf, een beetje noodgedwongen weliswaar, maar wel uniek in de toenmalige wereld. Iedereen had immers toen een Soeverein (Koning, Hertog, Heer...)
In deze werkkamer in het Escorial werd toen een plan uitgebroed om het Protestantse Engeland met een invasie te verrassen :
de werkkamer van Philips II in het Escorial
aangrenzend zijn slaapkamer en prive kapel, meer had Philips II niet nodig
Zoals je in dit verhaal kunt lezen, lukte het Philips II niet om, na de dood van zijn katholieke Engelse echtgenote Mary I, een huwelijk te sluiten met Elisabeth I. Katholiek Europa erkende Elisabeth I niet en toen duidelijk werd dat Elisabeth I de opstand in de Nederlanden, via Leicester, ondersteunde moest Philips II, als hoeder van de katholieke kerk wel ingrijpen, althans dat was de mening toen van velen. De enige die lang aarzelde over een invasie van Engeland, was de uiterst voorzichtige Philips II....
En dan dus nu meteen een misverstand uit de wereld helpen, Aad kreeg vroeger het verhaal te horen dat de Armada gericht was tegen de Republiek die langzaam aan het ontstaan was, niet waar dus, de Armada had vanaf het begin de opdracht om Engeland aan te vallen via een invasie van troepen van Parma. Zou de invasie en verovering van Engeland lukken, dan zou uiteraard vanzelf de steun vanuit Engeland voor de Republiek, aan de overkant van de Noordzee stoppen.
Zelfs voor 1588 was er in Ierland, in 1579, al een mislukte invasie geweest, tegelijkertijd werd Engeland overstroomt door een leger van missionarissen die onrust zaaiden onder de bevolking. Meer dan 500 Spanjaarden werden uiteindelijk bij het Ierse Smerwick na hun overgave (!) door de Engelsen omgebracht. Philips II nam 3 maanden de tijd om over deze nederlaag na te denken, naar zijn mening was deze invasie door de Paus georganiseerd en trof hem geen verwijt.
En ook al in 1574 had Philips II een armada samengesteld gericht op de verovering van Texel als uitvalsbasis. Zijn troepen zouden dan vanaf Texel het Noorderkwartier (Noord-Holland) richting Alkmaar en Amsterdam trekken. Een paar dagen voor het vertrek van deze Armada werden de volgepakte schepen in de Spaanse havens getroffen door een pest epidemie waaraan ook de bevelhebber Pedro Menéndez zou bezwijken en dus ging de aanval van deze Armada op Texel niet door.
In 1580 lukte het Philips II om, na de dood van de Portugese Koning die overleed zonder nakomelingen, Portugal te laten veroveren door de ook bij ons bekende Alva.
Een van de onderliggende doelen van de Armada van 1588 was dan ook een religieuze:
De Jezuïet Pedro de Ribadeneira stelde het volgende beroemd geworden pamflet samen met de mooie titel:Aansporing voor soldaten en bevelhebbers die aan de tocht naar Engeland gaan deelnemen
De Onoverwinnelijke Vloot is de belangrijkste Vloot die er sinds eeuwen is geweest in de Kerk van God. We gaan een rechtvaardige en heilige oorlog aan, waardoor onze geheiligde religie en dus ons heilig Rooms geloof door onze Katholieke Koning Philips II zal worden verdedigd. In ons midden bevinden zich geloof, rechtvaardigheid en waarheid, de zegen van de Paus, plaatsvervanger van God op aarde, de wensen van alle rechtschapenen en de gebeden van de gehele Katholieke Kerk. Onze Koning Philips II verdedigt hiermee niet alleen alle fortuinen en goederen van de Spaanse landen, maar ook onze vrede, onze onbezorgdheid en rust.
Pas in 1640 kwam er een eind aan de Spaanse periode. Op 15 december 1640 werd de Hertog van Bragança, uit een oud Portugees adellijk geslacht, onder de naam João IV tot Koning van Portugal uitgeroepen. De opstand slaagde en al snel moest Philips IV van Spanje zich er bij neer leggen.
In de 15e en begin van de 16e eeuw waren tienduizenden Portugezen naar de koloniën vertrokken, ook mede t.g.v. een aktief stimuleringsprogramma (zoals we dat nu zouden noemen) van de Portugese overheid, iets wat in Nederland eigenlijk nooit aan de orde is geweest.
Portugezen gingen zich dus al in de 15e eeuw vestigen niet alleen op de Kaap Verdische eilanden en Madeira, maar ook al in het verre Brazilië, Angola en India (Goa). Het kleine Portugal raakte hierdoor heel veel mensen kwijt, aangelokt door rijkdom verhalen en gestimuleerd door de overheid. Daarnaast werd Portugal nogal eens getroffen door een grote pestepidemie, die tienduizenden het leven kostte. Toen dan ook nog in 1578 de Portugese Koning Sebastiaan I een roekeloze massale veldtocht in Marokko tegen de Moren verloor en dus ook zelf sneuvelde, was het land reddeloos verloren en greep Philips II zijn kans.
Ter aanvulling: in 1580 woonden er in Portugal nog slechts 950.000 inwoners, in een periode van 70 jaar was de bevolking gehalveerd.....
Tijdens de pestepidemie van 1569 - 1570 stierven alleen al in Lissabon meer dan 50.000 inwoners...
De verovering van Portugal was trouwens mede de aanleiding tot het plan van de Armada. Philips II beschikte nu immers over een groot aantal zeer ervaren zeelui.....
De eerste "Spaanse" landvoogd van Portugal werd de latere Landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden, de tegenstander van Prins Maurits bij de Slag van Nieuwpoort in 1600:
Citaat uit ons Slag bij Nieuwpoort verhaal:
Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
Na de verovering van Portugal was de ex-kardinaal Albertus van Oostenrijk
de eerste "Spaanse" Landvoogd van Portugal
Een munt met Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
LINK
Naar men zegt, het paard van Albertus werd ook veroverd, het werd het lievelingspaard van Maurits..... :
Hoe ging het verder met Isabella en Albertus ? Om nog meer gezichtsverlies te vermijden vatten zij het plan op om Oostende te heroveren. Isabella deed zelfs de historische belofte dat zij zich niet meer zou verschonen voordat Oostende weer was heroverd, het beleg duurde echter drie jaar. De speciale kleur van haar ondergoed is de geschiedenis ingegaan als Isabella-geel.
Philips IV
Koning van Spanje
1621 - 1665
de man die de Vrede van Münster initieerde
Voor het eerst kwam Spanje, in de persoon van Koning Philips IV, toen met een voorstel tot een langdurige wapenstilstand eventueel uitlopend tot een permanente overeenkomst, traditioneel het begin van iets wat zou uitlopen tot 1648 en de Vrede van Münster....LINK
De officiële vijandigheden tussen Portugal en de Republiek zouden na jaren onderhandelingen worden gestaakt, maar dat belette de VOC en de WIC niet om toch bijv. Brazilië en Angola tijdelijk, dat wel, op de Portugezen te veroveren, maar nu dwalen we wel erg ver af.
Door de verovering van Portugal door Alva kwam de Republiek ekonomisch in het nauw, de toegang tot de Iberische havens werd hun ontzegd en dus moesten de Nederlanders zelf hun weg gaan zoeken op de wereld, waaronder Indië en dus werden uiteindelijk de VOC en, na het 12-jarig bestand, de WIC opgericht, het begin van de Nederlandse Gouden Eeuw....Fernando Alvarez de Toledo, Hertog van Alva
1507 - 1582
Gouverneur-Generaal van de Nederlanden
1567 - 1573
Zoals gezegd, door de verovering van Portugal in 1580 beschikte Philips II over o.m. de, in die tijd, meest ervaren zeelui (link), om nog maar te zwijgen van de al enorme Portugese koloniale veroveringen.
Een enorme vloot voer dan ook uit om ook de Azoren te veroveren, die nog in handen waren van een Portugese troonpretendent gesteund door Engeland en Frankrijk. De door Philips II benoemde admiraal Santa Cruz behaalde na zware gevechten de overwinning en werd bij terugkomst geeerd met een speciaal voor hem opgedragen Te Deum en kreeg de ere titel "Kapitein-Generaal van de Oceanen"
Deze Santa Cruz deed volgens de overlevering de uitspraak dat nu we heel Portugal bezitten, hebben we Engeland voor het grijpen. Santa Cruz was uiteraard zeer populair, Spanje was in een overwinningsroes en dus gaf Philips II Santa Cruz de opdracht om een invasie vloot samen te stellen. Santa Cruz kwam met het onmogelijke plan, financieel, om meer dan 500 schepen uit te rusten bemand met o.m. een leger van 64.000 man. Daarover heeft Philips II heel lang moeten nadenken, ondertussen begonnen de Engelsen alvast met de voorbereiding van tegen akties voor het geval dat, heel (vooral) het zuiden van Engeland gonsde van de aktiviteiten. Op de Londense scheepswerven werden o.l.v. de beroemde John Hawkins nieuwe, voor die tijd, revolutionaire oorlogsschepen gebouwd, bovendien had Engeland in die dagen de beschikking over iemand als (de latere Sir) Francis Drake, vergelijkbaar met Michiel de Ruyter, maar dan vooral aanvallend en voorzien van kaapvaartbrieven....
Sir Francis Drake
Tot die tijd bestond een oorlogsvloot eigenlijk niet anders dan uit log drijvende forten, via enteren werd een vijandelijk schip door landsoldaten veroverd. John Hawkins kwam met een revolutie, hij liet veel kleinere en dus veel beter wendbare schepen bouwen die voorzien werden van verdragende kanonnen. Een eventuele entering door de vijand zouden zijn schepen niet overleven, het gevecht op zee zou voor het eerst op afstand plaats moeten vinden, een echte zeeslag i.p.v. een landgevecht op zee, zoals dat later werd genoemd. Met een aantal van deze schepen vertrok Hawkins in september 1586 om een van de Spaanse Zilvervloten te veroveren, het geld had Philips II uiteraard hard nodig. De expeditie leverde echter niets op, de Spaanse Zilvervloot werd niet onderschept, de Engelse Onderbevelhebber William Borough was aanvankelijk zeer sceptisch over deze nieuwe vloot, maar kwam zeer enthousiast terug, er zou geen ander type oorlogsschepen meer gebouwd worden door de Engelsen, de Spanjaarden hielden echter vast aan het oude principe van drijvende forten.
In deze dagen was Katholiek Europa weer in rep en roer t.g.v. de onthoofding van de Katholieke Mary Queen of Scots door Elisabeth I. Ook de Paus wendde zich tot Philips II om haast te maken met de invasie van Engeland. De dood van Mary Queen of Scots gaf bij de lang aarzelende Philips II de doorslag, niet uit wraak, zoals vaak wordt gedacht, maar bij een geslaagde invasie hoefde Philips II niet Mary Queen of Scots op de Engelse troon te accepteren, maar kon hij zelf Koning van Engeland worden, een zeer doordachte konklusie......
Vanaf maart 1587 werd formeel met Operatie Engeland begonnen, uit te voeren door zijn succesvolle admiraal Santa Cruz en de militair zeer capabele Parma. Onder bescherming van de vloot van Santa Cruz zou Parma vanuit Vlaanderen oversteken naar Engeland. Parma waarschuwde wel meteen voor de Hollanders en de Zeeuwen die met kleine boten de Vlaamse kust voor zijn oversteek onveilig maakten. Philips II deelde de zorg van Parma, maar Santa Cruz was ervan overtuigd dat bij het zien van zijn oppermachtige vloot zowel de Engelsen, als de Hollanders en Zeeuwen zich snel zouden terugtrekken. Philips II bleef aarzelen, maar kon niet op zijn aanvankelijk gegeven bevel terugkomen.
Mary Queen of Scots was zelfs de officiële aanleiding tot de Armada. Vanuit haar Engelse gevangenis schreef op 20 mei 1586 Mary een brief aan Don Bernardino de Mendoza dat zij alsnog terugkwam op haar belofte dat zij geen aanspraken meer zou maken op de Engelse troon. En passant verzocht Mary Philips II haar in bescherming te nemen tegen Elisabeth I.
Uiteraard kwamen de Engelsen de inhoud van haar brief ook te weten. Bij het oprollen van de samenzwering van Babington tegen Elisabeth I, werd ook Mary Queen of Scots betrokken....
De in het zuiden van Spanje gelegen havenplaats Cadiz werd uitgekozen als verzamelplaats van de Armada. En daar verscheen geheel onverwachts op 29 april 1587 Francis Drake met een haastig uit Engeland vertrokken nieuwe vloot. Met grote overmoed vielen de Engelsen de haven van Cadiz binnen, de Spanjaarden waren volledig verrast, niemand had het ooit gewaagd een Spaanse haven met een oorlogsvloot binnen te vallen, Drake dus wel. Een Spaans leger o.l.v. (we komen hem later weer tegen) Medina Sidonia wist met hun kanonnen, vanaf het land afgeschoten, de Engelsen te verdrijven, maar de ramp was natuurlijk al geschied, een groot deel van de Armada was zwaar beschadigd. Volgens de overlevering werden 37 schepen tot zinken gebracht, volgens de Spanjaarden waren het er slechts 24....
Na zijn ontsnapping, want dat was het eigenlijk, uit Cadiz bleef Drake nog 6 weken lang langs de Portugese en Spaanse kusten varen, zelfs had Drake de moed om een landing uit te voeren om zijn schepen te voorzien van o.m. vers water, Santa Cruz was niet in staat er iets aan te doen, als excuus aan Philips II werd gerapporteerd dat de kannonnen nog niet op de Armada waren aangebracht.
In deze weken lukte het Drake om o.m. een volledige partij hoepels en duigen te vernietigen, nodig uiteraard voor de Spaanse water- en voedseltonnen. Bovendien vernielde hij de netten van iedere Portugese en Spaanse visser, Santa Cruz was immers van plan om veel verse vis als voeding mee te nemen....
Uiteindelijk voer Drake terug naar Engeland nadat hij een rijk beladen Portugese Oost-Indie vaarder had kunnen veroveren met een waarde van 114.000 pond, drie keer zoveel als de waarde van de in Cadiz vernietigde schepen van Santa Cruz. Het geld werd gedeeltelijk gebruikt voor de verdere verdediging van Engeland. Santa Cruz kreeg opdracht om Drake te achtervolgen, maar slaagde hier natuurlijk niet in, zijn schepen waren qua snelheid geen partij voor Drake.
Philips II was een man die niet terugkwam op eenmaal genomen besluiten, de Armada moest weer worden opgebouwd, ondanks alles. Santa Cruz werd door Philips II overladen met bevelen en verwijten, met als gevolg dat, aldus de overlevering, Santa Cruz op 9 februari 1588 stierf...., aan koorts en uitputtingsverschijnselen.
1588 was dus begonnen met een voor Philips II grote tegenslag, bovendien werd voorspeld dat 1588 een rampjaar zou worden, allerlei voortekenen schenen daarop te wijzen. In het bijgelovige Europa en dan vooral Spanje werden deze voorspellingen zeer serieus genomen, Philips II was zelfs genoodzaakt preken te laten houden waarin moest worden afgerekend met valse profeten. In de eerste maanden van 1588 stormde het onophoudelijk op de Atlantische Oceaan, de Spaanse en Portugese kusten werden overspoeld door water, vanuit zee en uit de lucht. Er moest snel een opvolger komen voor Santa Cruz en wie werd er uitgekozen : de landrot Medina Sidonia, de man die, aldus de Spanjaarden, Drake had verjaagd uit Cadiz, vanuit land weliswaar. Medina Sidonia weigerde zelfs aanvankelijk het bevel over de Armada op zich te nemen, hij had immers nog nooit een vloot aangevoerd, maar uiteindelijk zwichtte hij voor de aandrang van Philips II en werd de nieuwe admiraal van de Armada.
Medina Sidonia
de uiteindelijke bevelhebber van de Armada
Uiteraard kwam Medina erachter dat er een chaos heerste rondom de vernieuwde opbouw van de Armada. Medina was een vermogend iemand en investeerde, wat Philips II al had gehoopt, ook eigen geld in de Armada. Binnen de kortste keren had Medina een goed georganiseerde operatie onder zijn bevel, alleen wist hij niets van de nieuwste Engelse ontwikkelingen op het gebied van oorlogvoeren op zee, Medina bleef een landrot en liet zelfs de zeeforten nog verder verhogen en dus verzwaren.
Op 25 april 1588 werd in de kathedraal van Lissabon de Standaard van de vloot ingewijd en werd begonnen met het vertrek. Het duurde tot 11 mei voordat alles en iedereen aan boord was en buitengaats. 130 vaartuigen en 20.000 soldaten, meer dan 2400 kanonnen, maar ook 180 priesters, 19 rechters, 50 bestuurders en 85 chirurgijns waren aan boord, Niet mee mochten 6000 dames, op persoonlijk bevel van Philips II, zegt men. Kortom een vloot bedoeld om een leger over te zetten, niet om direkt een zeeslag te winnen.....
In het noordelijke en vreselijke koude en natte Vlaanderen, ook daar heerste dat noodweer, stond Parma al 6 maanden te wachten met een leger van 30.000 zeer gedisciplineerde troepen, toen de vloot op 11 mei vertrok stond het leger van Parma op het punt uit een te vallen, geen geld meer voor soldij en dus desertie, doorweekt, te kort aan voorraden natuurlijk en nog steeds die Hollanders en Zeeuwen op de loer.....
Bovendien realiseerde Parma zich dat er geen enkele grote haven aan de kust van Vlaanderen beschikbaar was om de grote zeeforten van de Armada te ontvangen, Antwerpen was weliswaar net veroverd, maar Zeeland niet, en juist daar, onder Vlissingen lag een grote Zeeuwse Vloot..... Hoe moest hij kontakt maken met de Armada, voor de kust van Vlaanderen was het vergeven van de zandbanken, plaatselijke loodsen waren echter nauwelijks te vinden....Parma was immers de vijand
De Engelsen hadden 2 jaar de tijd gehad om zich voor te bereiden, overal op het strand waren palen met een scherpe punt aangebracht, loopgraven gegraven, kanonnen op strategische hoogten, seintorens gebouwd die m.b.v. vuren signalen konden afgeven waardoor men in korte tijd in Londen wist wat er ergens aan de hand was, kortom een modern communicatie systeem. Tijdens de dreiging van een invasie door Napoleon, zoo'n 2 eeuwen later, werd het systeem van seintorens uit 1588 weer ingevoerd, de nog steeds aan de Z.O. kust aanwezige Porto Bello Towers.
Later werd over deze wacht periode o.m de volgende prent gemaakt :
De in het wit geklede Drake en de bevelhebber van de Engelse vloot Lord Howard of Effingham (rechts van Drake) spelen een spelletje bowl
terwijl op de achtergrond de Spaanse Armada in zicht komt
Kortom, de Engelsen waren vol vertrouwen, maar konden niets anders doen dan (af)wachten......
Boekenkasten vol zijn er geschreven over de tocht van Medina Sidonia en zijn Armada vanuit Spanje naar de kust van Vlaanderen, naar de wachtende Parma. We beperken ons hier tot een aantal representatieve kaarten en een summiere toelichting.
Een zeilende oorlogsvloot is in het voordeel met de wind in de rug, de tegenstander moet dan immers tegen de wind in zeilen. Op de eerste kaart zien we links dat Medina Sidonia ervoor heeft gekozen om in een maanvorm op te zeilen vanuit Cornwall. De Engelsen zaten t.g.v. de wind en de getijden opgesloten in de (nog steeds bestaande marine haven) van Plymouth. Medina had strikte opdracht om Drake niet aan te vallen, zijn hoofddoel was de ontmoeting met Parma. Bovendien werd het donker en werd het Medina afgeraden door zijn kapiteins om Plymouth aan te vallen, mogelijk waren ze, met hun diepgang, bang voor de zandbanken ??? Wisten ze dat dan ook niet van de kust van Vlaanderen ???
In ieder geval zeilde Medina voor de wind uit voorbij Plymouth en wist de Engelse vloot uit de haven van Plymouth te komen, jawel achter Medina met de wind in de rug. Het lukt de Engelsen zelfs om de halve maan uit een te jagen, zoals te zien is rechts op de bovenste kaart. Medina vaart ondertussen verder richting Vlaanderen.
Op de tweede kaart is iedereen in de buurt van het eiland Wight, de halve maan formatie is weer terug. Links vallen de Engelsen individueel aan, rechts proberen de Engelsen het in carre vorm, samen ben je sterker, dat hadden ze al van hun tegenstanders geleerd.
Het nieuws van de aankomst van de Armada was voor Parma een volslagen verrassing, hij wist dat ze kwamen, maar wanneer was hem niet verteld. De boodschap die namens Medina Sidonia was gebracht toen de Armada reeds ter hoogte van het eiland Wight voer, was het eerste directe contact dat hij sinds meer dan een maand met de admiraal had gehad én het eerste officiële bericht dat de Armada uit Spanje was weggezeild. Geen wonder dat Parma er niet op was voorbereid.
Daar was trouwens nog een reden voor. Al die maanden die hij had moeten wachten, had de generaal het voor en tegen van een invasie van Engeland gaan afwegen en was zijn aanvankelijke enthousiasme aanmerkelijk bekoeld. In zijn rapporten aan koning Philips II begon hij alle redenen op te sommen waarom het invasieplan waarschijnlijk zou mislukken.
Er was niet genoeg geld om de vereiste hoeveelheid transportschepen en kanonneerboten te bouwen, of om de troepen uit te rusten en van voedsel te voorzien.
Zijn mannen werden met het verstrijken van de tijd ook steeds ongeduriger en onhandelbaarder. De Vlaamse huurlingen die de boten moesten uitrusten en bedienen, betoonden zich bijzonder lastig. Wanneer er geen soldij werd uitgekeerd, legden ze het gereedschap neer en weigerden verder te werken. Velen van hen hadden zich trouwens al uit de voeten gemaakt.
Dat was nog niet alles. De transportschepen waren kwetsbare vaartuigen en als Parma ermee in zee wilde gaan zou hij de steun van de marine hard nodig hebben. Kon hij daar op rekenen? Vier oorlogsschepen zouden al mijn boten tot zinken kunnen brengen, schreef hij aan Philips.
Op een gegeven moment ging hij zelfs zo ver dat hij er bij Philips op aandrong een akkoord met Elisabeth I te sluiten, de operatie af te gelasten en een eind te maken aan de misere en rampspoed in de Nederlanden. Dat zou beter zijn dan de Armada in zoo'n avontuur te storten, aldus Parma.
Het gedrag van Parma is nog steeds een van de grote raadsels in de geschiedenis van de Armada. Het is waar dat de generaal met een aantal lastige problemen werd geconfronteerd, maar misschien had hij ze, met al de vindingrijkheid en energie waarom hij bekend stond, wel kunnen overwinnen. Niemand weet het.
Er begonnen echter geruchten te circuleren: de generaal zou bij Philips in ongenade zijn gevallen; hem zou de troon van Engeland zijn beloofd en die belofte zou weer zijn ingetrokken.
Een ander gerucht wilde dat de generaal werkte aan een geheime overeenkomst met Elizabeth I, een overeenkomst die hem tot koning van een onafhankelijk Nederland zou maken. Maar nogmaals, wie zal het zeggen? Er zijn geen bewijzen voor.
En natuurlijk had Parma een gegronde reden voor zijn terughoudendheid. Het invasieplan vertoonde immers een ernstige tactische misrekening: de uiterst belangrijke ontmoeting van de Armada met de troepenschepen van Parma was onuitvoerbaar :
Telkens wanneer Parma op de kade van Duinkerken stond en over de zee uitkeek, drong deze conclusie tot Parma op. Aan de overkant van het verraderlijke doolhof van ondiepten en zandbanken dat zich vanaf de kust uitstrekte en hier en daar wel zoo'n 12 mijl breed was, kon Parma voortdurend vijandelijke zeilschepen zien voorbij komen. Soms waren het de zeilen van Engelsen, maar meestal behoorden ze toe aan de vlieboten van de Hollanders en Zeeuwen die heel effektief de Vlaamse kust blokkerden.
Als de logge, diepliggende galjoenen van de Armada zouden proberen de vlieboten tussen de zandbanken te achtervolgen, zouden ze zoo'n 10 mijl uit de kust al aan de grond lopen.
Maar hoe zou Parma zonder hun steun door de hardnekkige blokkade van de Hollanders en Zeeuwen heen kunnen breken om zijn schepen voor de geplande ontmoeting midden op Het Kanaal te krijgen?
Steeds opnieuw had Parma het probleem in zijn rapporten aan Philips II uiteengezet. De Armada moest zijn eigen eskader vlieboten meenemen om hem bij het uitvaren te dekken. Het was kennelijk tegen dovemansoren gezegd. Na verloop van tijd begon Parma bij het lezen van de sporadische berichten van Medina Sidonia, te vermoeden dat de boodschap ook niet tot de admiraal was doorgedrongen.
Toch zette Parma plichtsgetrouw het proces in werking dat zijn leger over het Nauw van Calais naar Engeland zou moeten brengen.
De 21.000 manschappen die in Nieuwpoort en Diksmuide lagen, werden in paraatheid gebracht. De troepenschepen werden via de kanalen naar de inschepingshavens in Duinkerken en Nieuwpoort gevaren. Vanuit Antwerpen werden kanonneerboten de Schelde opgestuurd in een poging de Hollanders af te leiden en er werd een plaatsvervangend gouverneur-generaal naar Brugge geroepen om het bestuur over Vlaanderen over te nemen.
Gedurende die tijd arriveerden er met de regelmaat van de klok koeriers van Medina Sidonia en uit hun berichten kwam steeds duidelijker naar voren dat de admiraal zich niet bewust was van de moeilijkheden die ze voor de boeg hadden.
Op vrijdag 5 augustus kwam in Brugge een brief aan, waarin de zeeslag stond beschreven die vijf dagen eerder voor de kust van Plymouth was uitgevochten. De brief bevatte eveneens een verzoek om een ontmoetingspunt aan te geven en om enkele loodsen te sturen die de Armada veilig langs de kust van Vlaanderen moesten geleiden. Zonder hun advies zou ik zelfs bij de lichtste storm nog niet weten waar ik met zulke grote schepen als deze, beschutting zou moeten zoeken, aldus Medina Sidonia.
Dat was een dwaas verzoek natuurlijk: behalve Antwerpen was er in heel Vlaanderen geen haven groot en diep genoeg om de Armada te kunnen bergen.
Er volgde nu een stroom van dergelijke onmogelijke verzoeken. Zaterdag 6 augustus arriveerde weer een koerier van Medina Sidonia met het bericht dat de Armada ter hoogte van het eiland Wight was aangekomen en met een dringend verzoek om kruit en kogels.
Wind en weder dienende, verwacht ik spoedig de kust van Vlaanderen te bereiken,aldus Medina Sidinia.
Op zondag 7 augustus kwam er een verzoek voor 40 of 50 vlieboten - alsof Parma vlieboten over had - om aan de vijandelijke vloot het hoofd te kunnen bieden tot Uwe Excellentie met de rest kan uitvaren, en 's avonds verscheen er een bode te paard die de hertog kwam melden dat de Armada op de rede van Calais was aangekomen.
God zij daarvoor geloofd !, schreef Parma aan koning Philips met een vertoon van enthousiasme dat hij nauwelijks kan hebben gevoeld. Bij zijn uitleg, waarom hij nog niet gereed was om op een dergelijk korte termijn te vertrekken, somde hij echter nogmaals zijn bedenkingen op. Zijn boten waren zo klein, dat het onmogelijk was om de troepen lang aan boord te houden. De mannen kunnen zich niet wenden of keren en zullen stellig ziek worden en creperen. Het weer - westerstormen en hevige regenvlagen joegen de golven met schuimend geweld over de zandbanken - had niet slechter kunnen zijn. Zelfs al viel nergens een vijandelijk schip te bekennen, dan zou het met deze wind nog onmogelijk zijn om met de troepenschepen uit te varen.
Niettemin begon Parma met het inschepen, al was hij ervan overtuigd dat het dwaasheid was. Hij marcheerde op maandagavond naar Nieuwpoort en slaagde erin 16.000 onwillige soldaten in de transportschepen te krijgen. Na waarschijnlijk een slapeloze nacht keek Parma de volgende morgen in Duinkerken toe hoe daar nog meer troepen in boten werden gestouwd.
Een van de schuiten was er zoo slecht aan toe dat hij naar de bodem van het kanaal zonk en de verbijsterde opvarenden tot hun nek in het water kwamen te staan.
Te midden van de verwarring arriveerde weer een koerier van Medina Sidonia, die begon te foeteren omdat de inscheping nog niet was voltooid. En al die tijd kwamen er meldingen binnen dat in het westen, voor de kust van Gravelines, het geschut hevig bulderde. De bloedigste slag van de Armade stond op het punt te beginnen.
Samengevat : voor de kust van Vlaanderen liep de Armada, in een poging kontakt te maken met Parma (bijna) vast op de zandbanken ter hoogte van Gravelines, uiteraard werden ze toen aangevallen door Engelsen, Hollanders en Zeeuwen. Het meest effektieve wapen waren branders, schepen die recht op de vijand afvoeren en op het laatste moment of al eerder in brand stonden of waren volgestouwd met kruit dat tijdens of vlak voor de botsing ontplofte.
Niet een keer lukte het de zeeforten van de Armada een vijandelijk schip te enteren, de tegenstanders waren hen letterlijk te vlug af, ze keerden om en gaven de zeeforten weer de volle lading, zeeforten waren na de slag bij Gravelines niet meer zoo gewild.....
De Slag bij Gravelines
Ook voedsel en water was nodig voor de Armada, vanuit de dichtbij gelegen haven van het neutrale Calais kon voedsel en water worden aangevoerd, de zeeforten konden het natuurlijk niet zelf ophalen, de haven was immers te ondiep. Aangekomen bij de Armada moest wel een gigantisch bedrag betaald worden.
Toen een aantal Spaanse schepen vastliepen op het strand bij Calais, werden de achtervolgende Engelsen beschoten door de kanonnen van Calais. De buit werd opgeeist door de bewoners van Calais en bovendien wilden de bewoners van Calais absoluut nog geen Engelsen in hun stad, want Calais was pas 30 jaar ervoor veroverd op de Engelsen....
Siegneur de Goudan
sinds 1558 gouverneur van het op de Engelsen heroverde Calais
LINK
bij de verovering van Calais verloor hij zijn been
Door een plotseling opstekende wind kon de Armada grotendeels ontsnappen, maar door diezelfde wind (later de Adem van God genoemd) werd de Armada diep de Noordzee opgejaagd. Steeds als de Armada vanaf dat moment richting Engeland wilde, was de Adem van God tegen.
Op de onderstaande kaart zien we de Spanjaarden zich weer in de halve maan vorm hergroeperen, terug naar Parma kunnen ze niet meer, dankzij de Adem van God.
Vanzelfsprekend trekt ook Parma zich terug van de kust, hij heeft zijn best gedaan, maar zal zich ontgoocheld gevoeld hebben of niet ??? De rest van het verhaal is bekend, door de heersende wind kan de Armada dus niet terug, maar wordt gedwongen rondom Schotland te varen, langs Ierland. Onderweg strandden vele schepen, ook worden her en der, bijvoorbeeld in Ierland, groepen gestrande Spanjaarden op het strand reeds vermoord, slechts een enkele drenkeling weet te overleven.
Op de onderstaande maquette staat aangegeven waar op de kust van Ierland schepen zijn gestrand.
Op de woeste kusten van Schotland en Ierland liggen de lekgeslagen galeien, de ankers en de kanonnen. De baaien liggen vol gezonken schepen, de stranden vol lijken waarboven raven cirkelen.
Een van de schipbreukelingen in lerland, die deze ramp heeft overleefd, is bijvoorbeeld Francisco de Cuellar, gezagvoerder van het galjoen San Pedro.
Zijn verslag is een aaneenschakeling van ontberingen en ellende, en van ongelooflijke moed. Als Francisco de Cuellar zwaar gewond, meer dood dan levend, de kust bereikt, ziet Francisco de Cuellar hoe zijn kameraden op het strand door Ieren aan stukken worden gehakt.
De spiernaakt uitgeklede en van alles beroofde lichamen worden op het zand gesmakt als prooi voor de zeemeeuwen, de wolven en de raven. Francisco de Cuellar wacht en houdt zich dood. Het eerste wat Francisco de Cuellar daarna doet, is een edelman begraven met wie Francisco de Cuellar gevaren heeft. De man had onverstandig genoeg gouden dukaten, juwelen en kostbaarheden bij zich gestoken, zoals zovelen die meteen vermoord werden.
Francisco de Cuellar bschrijft de Ieren als echte wilden gewapend met bijlen om te doden en te roven. In de garnizoenen liggen de Engelse soldaten gelegerd. Van de eerste kerk die Francisco de Cuellar binnenkomt, zijn de muren zwartgeblakerd en de heiligenbeelden verbrand, aan de ramen hangen de lijken te bungelen van een stel Spanjaarden die door de Engelsen zijn opgehangen. Francisco de Cuellar begint zijn tocht door het vijandelijke gebied, samen met een paar kameraden, Francisco de Cuellar verkeert in de meest hachelijke situaties, maar wordt gered door enkele mensen die medelijden met hem hebben.
Francisco de Cuellar moet zich voortdurend verbergen voor Engelse muiters die de streek afstropen naar Spanjaarden, rovend en moordend waar zij kunnen. Vrijwel naakt, in de bittere kou, en met een gemene wond aan zijn voet die hem het lopen bijna onmogelijk maakt, bidt Francisco de Cuellar God dat hij hem maar dood laat gaan. Hij doolt hulpeloos en eenzaam rond en wordt nogmaals geholpen, door een geestelijke, die hem naar het kasteel stuurt van een 'belangrijke wilde', een Ier die 'een groot vijand van de koningin van Engeland is'. De kasteelheer is zo met hem ingenomen, dat hij Francisco de Cuellar als zijn lijfwacht wil houden en Francisco de Cuellar kan maar ternauwernood ontsnappen.
Na eindeloze moeilijkheden lukt het Francisco de Cuellar zich naar Schotland in te schepen. Vanuit de Nederlanden doet de hertog van Parma alle moeite om schipbreukelingen te helpen en stuurt schepen om ze op te halen. Maar voor de zandbanken van Duinkerken liggen de Engelsen, en zij geven de schepen de volle laag, zodat ze op het strand lopen; slechts twee ervan ontsnappen.
De zee is gevaarlijk en er staat een harde wind, er kunnen geen sloepen gestuurd worden vanaf de wal. Samen met een paar man springt Francisco de Cuellar overboord en Francisco de Cuellar weet zich aan de wrakstukken boven water te houden. Om hem heen verdrinken mensen. Tenslotte bereikt Francisco de Cuellar de kust, met niets anders aan zijn lijf dan een hemd......
Van de 130 schepen keerden er 60 niet terug, van de bemanningen en soldaten heeft tweederde het niet overleefd. Volgens de overlevering hoorde Philips II het nieuws onverstoorbaar aan en trok zich terug in zijn kapel :
Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588
in zijn prive kapel in het Escorial
LINK
Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp (uiteindelijk het Escorial) moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken. Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten. Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks
Ook door anderen werd er toen zo overgedacht, bijvoorbeeld in het in 1587, dus na de verovering door Parma in 1585, in Antwerpen verschenen boek met als titel:
Schouwtoneel van de wreedheden van de ketters van onze tijd
Het boek richt zich op katholieke vorsten en volkeren om hen de verdorvenheid van de niet-katholieken toe te lichten, met als doel een onderscheid te maken tussen de Heilige Roomse Martelaren en de verdorven niet-katholieke martelaren:
Een andere zeer fraaie omschrijving van Philips II is deze:
De andere martelaren werden nooit om hun religie veroordeeld, maar om hun ongeloof
niet om hun onschuld, maar om hun misdaad
niet om een gezonde doctrine, maar om een dwaling
niet om standvastigheid, maar om koppigheid
en zulks op grond van wetten die van oudsher door de keizers zijn uitgevaardigd
Het is een volkswijsheid dat het niet de straf is die iemand tot martelaar maakt
maar de zaak waarvoor hij staatNa een rouwperiode nam Philips II, heel uniek in die tijd, maatregelen voor het oprichten van ziekenhuizen voor de gewonden en ontvingen weduwen en wezen een pensioen. We weten nu dat hij niet heeft begrepen in de steek te zijn gelaten door de Adem van God, men zegt dat de afloop van de Armada zijn gezondheid negatief heeft beinvloed.
Philips II, de machtigste soeverein van zijn tijd, wiens geduchte overmacht heel Europa dreigt op te slokken, wiens schatten de verenigde rijkdommen van alle christelijke koningen overtreffen, wiens vloten op alle zeeën heersen; een monarch aan wiens gevaarlijke oogmerken talrijke legers ten dienste staan; legers die, gehard door lange en bloedige oorlogen, vervoerd door een koppige nationale trots en verhit door de herinnering aan zwaar bevochten zeges, naar eer en buit dorsten en zich onder het roekeloze genie van hun bevelhebbers bewegen als gedweeë leden; deze geduchte mens, toegewijd aan een hardnekkig voornemen, Philips II, die met enkele zwakke naties is verwikkeld in een oorlog die hij niet tot een goed einde kan brengen!
Veertig jaar duurde zijn oorlog (1555 - 1598) waarvan de gelukkige afloop het stervende oog van Philips II niet verblijdde, die een paradijs in Europa vernielde en een nieuw paradijs uit de ruïnes schiep - die de bloem van de krijgshaftige jeugd verslond, een heel werelddeel verrijkte en de bezitter van het goudrijke Peru tot een arm man maakte. Philips II, die ronder zijn land te hoeven onderdrukken negenhonderd ton goud jaarlijks kon verspillen en die nog veel meer door tirannieke geslepenheid afperste, bezwaarde zijn ontvolkte land met een schuld van honderdveertig miljoen dukaten.
Een ongunstig gesternte wilde dat alle schatten die Philips II voor de ondergang van de provincies verkwistte, deze provincies zelf nog hielpen verrijken. Deze ononderbroken stromen van Spaans goud hadden rijkdom en weelde door heel Europa verbreid; maar Europa ontving zijn vermeerderde levensbehoeften grotendeels uit handen van de Nederlanders, die de handel van heel de toenmalige wereld beheersten en de prijs van alle handelswaren bepaalden. Zelfs gedurende deze oorlog kon Philips II niet verhinderen dat de republiek Holland handel met zijn Spaanse onderdanen dreef, sterker nog, hij kon dat niet eens wensen.
Philips II betaalde de kosten die de rebellen voor hun verdediging maakten, want juist de oorlog die hen moest afmatten, vermeerderde de afzet van hun waren. De enorme uitgaven voor zijn vloten en legers vloeiden voor een groot deel in de schatkamers van de republiek, die in contact stond met de Vlaamse en Brabantse handelsplaatsen. Wat Philips II tegen de rebellen mobiliseerde, werkte indirect vóór hen.
In 1589 voer, o.l.v. Drake een Engelse Armada uit om de resten van de Spaanse Armada in de Spaanse havens te vernietigen.
In 1591 wist een Spaanse vloot de Engelse blokkade te doorbreken en te verjagen.
In 1596 werd een nieuwe Spaanse Armada van 100 schepen op weg gestuurd, meer dan de helft van de vloot verging weer door de Adem van God, nu in de Golf van Biskaje.
In 1601 volgde weer een poging, 5000 Spanjaarden gingen zelfs aan land in Ierland, maar werden verjaagd door een Engels leger
Drake en Lord Howard of Effingham overleefden een koortsaanval niet in 1595, tijdens een expeditie naar de Caraiben.
In 1604 sloten de opvolgers van Elisabeth I (overleden in 1602, opgevolgd door de Koning van Schotland) en Philips III (Philips II overleed in 1598) de Vrede van Westminster.
Wil je het allemaal heel precies weten, hoe het is gegaan met de Armada van 1588, dit vond Aad via deze link :
A Chronology of the Spanish Armada
Date Event 1584 Philip II of Spain appoints the Marquis of Santa Cruz as Captain General of the Ocean Sea. 1585 Philip II considers the possibility of invading England. 1586 Philip II invites The Marquis of Santa Cruz to prepare an invasion plan. 1586 Mary Stuart, Queen of Scots, nominates Philip II as her successor to the English throne. 1587 February
Mary Stuart, Queen of Scots, is executed after being found guilty of plotting to overthrow Elizabeth I . April-June Sir Franis Drake raids Cadiz and other coastal towns in Spain, sinking and capturing around 30 Spanish ships and destroying supplies, delaying the Armada preparations. September The Duke of Parma assembles an invading fore in the Netherlands. Philip II issues instrutions for the invasion of England.
December Philip II direts the Marquis of Santa Cruz to assemble ships for the Armada and to get them ready to sail as soon as possible. After reciving intelligene that the Spanish Armada is preparing to invade England, Elizabeth I mobilies the English Fleet.
1588 January The English Fleet is reduced in strength when reports are recived that the Armada is not yet ready to sail. February The Marquis of Santa Cruz dies. Philip II appoints the Duke of Medina Sidonia as the new commander of the Armada. 28th-30th May The Spanish Armada sets sail from Lisbon. 2nd June Lord Admiral Howard's squadron joins Sir Francis Drake's ships at Plymouth. 19th June The Armada makes its way to Corunna to take on supplies of food and drink. During the night the Spanish fleet is scattered by storms. 4th July English ships sent out to locate the Armada. 21st-22nd July The Armada sets sail again. The English ships return to Plymouth.
29th July The Armada is sighted as it approaches the coast of Cornwall. That evening the Western Squadron makes its way out of Plymouth Sound and into The English Channel. 30th July The Western Squadron manages to get behind the Spanish Armada as it sails slowly towards Plymouth. 31st July The battle near Plymouth. in the afternoon the Rosario loses her foremast in a collision and later the San Salvador catches fire and explodes. 1st August Early in the morning the crippled Rosario is captured by Sir Francis Drake. The badly damaged San Salvador is captured by the English and towed to Weymouth. 2nd August Battle near Portland Bill. 3rd August Sea fights take place off the Needles, as ships approach The Isle of Wight. 4th August The battle near the Isle of Wight. 5th August The Armada, closely followed by the Western Squadron, sails towards the Straits of Dover. 6th August Ships of the Spanish Armada and the Western Squadron anchor near Calais. The Western Squadron is joined by Lord Henry Seymour's Narrow Seas Squadron. 7-8th August Late in the evening the English launch a fireship attack against the anchored Spanish Fleet. The Spanish cut their anchor cables and scatter to avoid the fireships. 8th August The Battle off Gravelines. At least one ship is sunk and another is stranded at Calais. Three ships are later captured by the Dutch. 9th August Ships of the Spanish Armada face danger as they are driven by the wind and tide towards the Flemish sandbanks. Just after mid-day, the wind direction changes and the Armada is able to sail northwards.
10-11th August English ships pursue the Armada as it sails northwards. Hearing that the Duke of Parma's invasion force is ready to embark, Seymour's Narrow Seas Squadron returns to the English Channel.
12th August English ships pursueing the Armada, give up the chase and return to English ports. 13th August The Duke of Medina Sidonia, Commander of the Armada, orders the remaining ships in his fleet to sail round Scotland and make for Spain. 18th August Elizabeth I reviews her troops at Tilbury and makes her famous 'I know I have the body of a weak and feeble woman' speech. 21st August The Armada breaks up as it rounds the coast of Scotland and enters the Atlantic. 1-21st September Bad weather forces a number of the Spanish ships on to the coast of Ireland, where many are wrecked. 22nd September- 14th October Surviving ships of the Armada reach Spain.
We kregen de volgende reakties:
Bedankt voor de mooie website over de Armada.
Ik ben geinteresseerd geraakt door een uitzending van discovery over de Armada. Daarin werd verteld dat de Spanjaarden niet konden landen in Vlaanderen door de grote schepen. Dat leek mij vreemd. Je verhaal klopt beter en is complexer en uitgebreider dan mijn geschiedenisboeken.
Misschien nog aardig om te weten........
Tijdens de uitzending van discovery toonde ze aan dat de Spanjaarden geen rekening hebben gehouden met de sterke Noordelijke golfstroom langs de kust van Ierland en Schotland (waarschijnlijk onbekend voor de Spanjaarden). Daardoor zijn ze te vroeg naar het Zuiden gekeerd en op de kusten van Ierland gestrand.
Met een vriendelijke groet
Thom Boerman
Met plezier en toenemende interesse ben ik je artikelen aan het lezen. En het houdt niet op. Geweldig zoveel wetenswaardigheden op een prettige manier verteld en samengevat.
Door al deze kennis te vergaren heb je heel veel moeten lezen. Misschien kan je me daardoor iets vertellen over waar ik veel belangstelling voor heb.
Ben je in de loop der jaren iets tegen gekomen over eventuele honden, die aan boord van de Armada zouden zijn geweest, en met schipbreuk zwemmend de kust van Ierland konden bereiken?
Is hier iets over bekend, of de Spanjaarden ook honden bij zich hadden?
Ik hoop dat je me hier iets over kan vertellen.
Hartelijke groeten en dank voor zoveel fijne informatie.
Ria Noorland
Nou moest Aad het antwoord hierop schuldig blijven, je kunt niet alles weten, niet ??? Maar wie het wel weet, mag het mailen, zetten we het erbij. De vraag gaat dus over honden en de Armada.
Met zeer grote aandacht Uw schrijven over de "Armada" gelezen. Heel goed is uw schrijven te volgen.
Ik heb ergens in een Amerikaans blad gelezen dat de Koning van Spanje na de nederlaag van de Armade nog iets had om 's nachts wakker te liggen.
"Jan Boezeroen, op straat was er van overtuigd dat "de god van Engeland sterker was dan de god van Spanje." Of dat waar is weet ik vanzelf niet, maar zoiets zou zelfs Rome wakker schudden.
Hartelijk dank vanuit Canada.
Rijnder Klomp.
Aad voegt dus nog maar een keer deze zeer bijzondere prent met toelichting toe:
Philips II in gebed na de nederlaag met de Armada in 1588
in zijn prive kapel in het Escorial
LINK
Na een rouwperiode nam Philips II, heel uniek in die tijd, maatregelen voor het oprichten van ziekenhuizen voor de gewonden en ontvingen weduwen en wezen een pensioen. We weten nu dat hij niet heeft begrepen in de steek te zijn gelaten door de Adem van God, men zegt dat de afloop van de Armada zijn gezondheid negatief heeft beinvloed.
Citaat uit dit verhaal:Over de gevolgen van de Armada en stel dat de Armada wel succesvol was geweest en van alles over de grootte van de Nederlandse Vloot hebben we nog even Robert Fruin erbij gehaald, de grootste Nederlandse historicus uit de 19e eeuw.
In het Plakkaat van Verlatinghe opgesteld in Juli 1581 wordt door de Staten-Generaal Philips II en zijn erfgenamen voor eeuwig verclaert vervallen vande overheit ende heerschappije dese voorseyde Nederlanden.
Van al het muntgeld wordt de beeltenis van Philips II verwijderd, de Habsburgse Vlaggen en Wapenborden in "overheidsgebouwen" worden verwijderd.
Alle ambtsdragers, bestuurders en schutters moeten een nieuwe eed van trouw afleggen en hun gedane eed intrekken en zelfs beloven tegen hun oude Koning te zullen optreden. Een ongehoorde en nog nooit vertoonde gebeurtenis in het Europa van toen, Philips II is diep beledigd, want, zoals we schreven in ons Escorial verhaal :
Enkele munten uit dit verhaal:
De laatste "Nederlandse" munt met het portret van Philips II De eerste "Nederlandse" munt met het portret van Willem van Oranje De laatste Nederlandse munt met het portret van Willem van Oranje
Philips II was inderdaad, volgens vriend en vijand, een diep gelovig Katholiek die echter niet begreep, maar dat was natuurlijk in die tijd als Soeverein, als Alleenheerser, moeilijk te begrijpen, dat er mensen waren die over hun geloof wat anders dachten.
Een van zijn grootste tragedies, hij heeft hier echt onder geleden, dacht echt dat die ketters allemaal in de hel zouden komen, hij moest ze dus wel redden..., goedschiks of kwaadschiks
Veel meer over Philips II kun je dus vinden in ons Escorial verhaal.
En zoo kon het dus gebeuren dat in 1584 Balthazar Gerards, die zich voor deed als François Guyan, een Franse protestant, zich meldde in Delft met als gevolg :
10 Juli 1584
De moord op Willem de Zwijger door Balthazar Gerards
Balthazar Gerards
naar waarheid ???
LINK
In Robert Fruin's, nog steeds als referentie gebruikte, Tien jaren uit de 80-jarige oorlog (1588 - 1598) vinden we o.m. dit:
En nog blijft het twijfelachtig, of niet Philips door die tijdige nederlaag een veel groter ramp ontkomen is. Zo de landing gelukt, en Parma aan het hoofd van 23.000 man in Engeland verschenen was, is het dan uitgemaakt, dat Parma het land zou hebben veroverd? Ik geloof niet, dat men op die vraag een volmondig ja mag zeggen. De Engelse legermacht was zeker veel minder geoefend dan de keur van Parma's benden, maar daarentegen veel talrijker.
De Venetiaanse ambassadeur Soranzo berekende, in 1554, het aantal krijgers, dat Engeland gemakkelijk, in tijd van nood, bijeen kon brengen, op honderd duizend, met de lans of met pijl en boog gewapend. Zulk een macht aan een klein geregeld leger toegevoegd, vermocht in die tijd veel, en het Engelse volk stond toen reeds als moedig bekend.
Het merendeel had ongetwijfeld voor zijn onafhankelijkheid even verwoed gevochten als de Hollandse burgerijen gedaan hadden, veel moediger dan de bijeengeraapte huurlingen, die om Spaanse soldij dienden.
Veel zou hebben afgehangen van de houding der Engelse katholieken, en dezen hebben niets gedaan, dat tot een beschuldiging van ontrouw tegen hen recht zou geven. Het was thans niet meer, als vroeger, te doen om Maria Stuart, die hun de wettige Koningin van Engeland was, uit de gevangenis op de troon te voeren; het was het vaderland aan de Spanjaard overleveren, wiens verder plan verborgen, maar wiens onbegrensde heerszucht openbaar was.
Mary, Queen of Scots
LINK
Ook hebben wij hebben de getuigenis van de Spaanse scheepsbevelhebber Don Diego de Pimentel, die in handen der Hollanders gevallen was, dat de Spanjaard op de medewerking der Engelse katholieken niet rekenden, integendeel, dat zij zich verzekerd hielden hen meest allen in de gelederen hunner bestrijders' te zullen aantreffen.
Hoe roekeloos werd dan het Spaanse landingsleger gewaagd!
Wat zou er van geworden zijn als het, van het vaste land door de stormen en door de scheepsmacht van Engeland en Holland afgesneden, een strijd op leven en dood tegen een verbitterd volk had moeten voeren? En een volslagen nederlaag van Parma's krijgsmacht in Engeland zou voor Spanje nog andere gevolgen gehad hebben dan de schipbreuk zijner armade. Het onherstelbaar verlies der zeventien provinciën was dan niet te verhinderen geweest. Misschien overdreef Alva niet, toen hij een grote nederlaag in Engeland een doodsgevaar noemde voor de katholieke Kerk.
De Koningin betuigde de Staten haar dank voor de tijdige medewerking; zij vermaande de weerbarstige Engelse krijgslieden in Hollandse dienst tot toegeeflijkheid; aan vrede met Philips dacht zij zelfs niet meer. Zij had hem niet alleen zijn aanslag te vergelden; als vrouw, als vorstin, was zij in haar eer gekrenkt, en dat vergaf de fiere dochter van Hendrik VIII niet. Walsingham, haár menskundige minister, had het aan de Nederlandse predikanten, die het over het heilloze van vrede met Spanje waren komen onderhouden, voorspeld: 'dat de argumenten van de ere genomen bij de prinsen meer golden als enige andere; dat de Koningin na de gestrooide schandelijke libellen nimmermeer, behoudens haar eer, vrede kon maken.' Die zo sprak kende Elisabeth: vrede met Spanje sloot eerst haar opvolger.
En die nieuwe oorlog moest Philips nu met ledige schatkist beginnen; de armade had de schatten van de lndiën uitgeput; twaalf duizend dukaten iedere dag had de armada gekost. Tienduizend krijgslieden, daaronder uit de edelste geslachten van Spanje, waren van de rampzalige tocht niet teruggekomen. Wat had er met de dus verspilde middelen niet kunnen gedaan worden tot onderwerping der Nederlanden? En het ongeluk bracht, als gewoonlijk, tweedracht, wederkerige verwijten van de legerhoofden teweeg.
Aan Parma werd door de scheepsbevelhebbers de schuld van hun ongeluk gegeven; Parma was immers niet geheel gereed geweest, toen de armade reeds te Calais op Parma wachtte, en dat oponthoud was het begin geweest van de tegenspoed. Zij bedachten niet, dat, indien Parma's raad was opgevolgd en Vlissingen veroverd; eer de armade in zee stak, noch de blokkade door nietige Hollandse schepen, noch het woeden van de storm te vrezen ware geweest. De gekrenkte hoogmoed der Spaanse groten bleef aan de Italiaanse landvoogd Parma de schuld geven; reeds lang had hun naijver zich aan zijn voorspoed geërgerd.
Hun laster griefde Parma te dieper, omdat zijn vroegere heldendaden hem aan eerbetoon gewend hadden; en om dus door een verrassend gewin het geleden nadeel te doen vergeten, voerde Parma zijn weer ontscheept krijgsvolk in allerijl voor Bergen op Zoom, een sterke plaats, waaruit de Staatsen het platteland tot voor de poorten van Antwerpen uitplunderden.
Doch zijn toeleg was uitgelekt, de aanslag op het eiland Tholen, waardoor hij aan de stad de toevoer te water dacht af te snijden, mislukte, de bezetting was op haar hoede, en onverrichter zake moest Parma aftrekken, niet zonder schande, omdat Parma met zo weinig kans van slagen de vesting, nu zij niet te omsingelen was, toch had aangevallen.
De nieuwe teleurstelling scherpte de vinnigheid zijner lasteraars, en onder dezen, van invloedrijke mannen als Champagny, Granvelle's broeder, en de jonge hertog van Pastrana, een bastaard van Philips. Zelfs van hoogverraad, van toeleg om zich souverein der Nederlanden te maken, durfden zij Parma aanklagen. Bij niet weinigen vonden zij geloof. En die aan geen verraad van Parma konden geloven moesten toch erkennen, dat een volkomen overwinning, die Parma voor goed ontbeerlijk zou gemaakt hebben, niet in zijn belang was. Dus bleef de laster niet zonder uitwerking, ook op het achterdochtig gemoed des Konings. Parma zag het, en het verbitterde zijn leven.
Zo liep het jaar 1588 ten einde. Eer het nog geëindigd was, de 23 ste december, werd er op het kasteel van Blois, aan de Loire, een daad gepleegd, die in de gevolgen niet minder belangrijk voor Nederland geworden is dan de schipbreuk der armade. De Franse koning liet het hoofd der Spaansgezinde Ligue, de hertog Hendrik van Guise, die hij niet openlijk terecht kon stellen, verraderlijk ombrengen.
De tijding van de moord kwam op nieuwjaarsdag te Brussel: een onheilspellende aanvang van het jaar voor Parma. Terstond begreep Parma, hoever de gevólgen van Guise's moord reiken zouden, hoe de onderwerping der Nederlanden moest belemmerd worden door de ondergang der Ligue. Steeds had elke wending der Franse aangelegenheden op de loop der Nederlandse onlusten teruggewerkt. Ook nu zou de invloed van de ommekeer in Frankrijk zich spoedig in Nederland doen gevoelen. Zonder verwijl zond Parma, hoewel zelf tengevolge der overspanning van het vorige jaar in nijpend geldgebrek, al wat hij van de Antwerpse handelaars bijeen kon lenen, aan de partijgenoten van de vermoorde.
Zodoende voorkwam Parma de bevelen zijns Konings, die nog ernstiger dan Parma, de belangen der Ligue ter harte nam. Sedert jaren had Philips op de voorspoed van de Ligue zijn meest geliefkoosde plannen gebouwd; met haar vielen ook die plannen in duigen. Het eerste bevel, dat hij aan Parma zond, schreef deze voor, zich in Nederland te onthouden van alle ondernemingen, die hem verhinderen konden, zodra de Spaanse belangen het vorderden, in Frankrijk krachtig tussen beide te komen. Van nu af is Parma's aandacht bijna uitsluitend op de ontwikkeling van de Franse burgeroorlog gevestigd; de onderwerping der Nederlanden schijnt Philips daarbij van ondergeschikt belang. Grijpend naar een groots spiegel beeld, laat hij glippen wat zijn hand reeds gevat had.
Aanstonds verschafte de omwenteling in Frankrijk aan de Verenigde Gewesten een nieuw jaar van hoognodige verademing. Parma had zich voorgenomen, in het aanstaande jaargetijde van verschillende kanten met kracht op hen aan te vallen, en wij hebben reeds opgemerkt hoe kwetsbaar zij aan meer dan een zijde waren. Thans, ten gevolge van 's Konings bevelen, en ook benard door gebrek aan geld en oorlogsmiddelen, moest Parma zich tot onbeduidende aanslagen bepalen. Het gewichtigste oorlogsfeit, dat het jaar 1589 opleverde, had buiten zijn toeleg plaats: de vesting Geertruidenberg werd Parma door de slecht betaalde en muitzieke bezetting verkocht. Een belangrijke aanwinst, indien Parma zich onverdeeld aan de onderwerping der Nederlanden had mogen wijden.
Uit Geertruidenberg, beter dan uit enige andere plaats, was de binnenvaart van Holland te fnuiken; geen schuit kon van Dordrecht of Gorkum uitlopen zonder van Geertruidenberg uit bespeurd te worden; een aantal roeijachten, daar op post gesteld, zou de Hollandse scheepvaart gevoelig afbreuk hebben gedaan.
Maar de gans Europa omvattende plannen van Philips lieten zijn landvoogd niet vrij, om zich met zo geringe aangelegenheden bezig te houden.
Kort na de overgaaf van Geertruidenberg haalde Parma zich onvoorzichtig een ziekte op de hals, waarbij zich de eerste tekenen van waterzucht openbaarden, de kwaal, die hem vier jaren later (1592) ten grave bracht. Lijdend van lichaam, diep gekrenkt door de voortdurende laster zijner vijanden, waarvan hij de uitwerking op het achterdochtige gemoed des Konings bevroedde, buitendien in gespannen verwachting naar de ontknoping der Franse verwikkelingen, hoorde Parma te eer naar de raad zijner artsen, die hem rust en het gebruik der wateren te Spa voorschreven. Daar bracht Parma, niet zonder tijdelijke baat de zomer door; het krijgsbevel liet hij zolang aan onderbevelhebbers, aan Karel van Mansfelt, op het belangrijkste punt over. Niets gewichtigs werd er door dezen volvoerd. Mansfelt, een slechts middelmatig veldheer, nam enige sterkten weg in het land van Heusden, en belegerde de vesting zelf.
Over de Nederlandse Vloot:
Die heerschappij gebruikte het tot tweeërlei doel: beveiliging van zijn eigen scheepvaart, en belemmering van die des vijands, bepaaldelijk van die der Spaanse Nederlanden. Het ongelukkige Antwerpen, waarvan vóór de troebelen een Venetiaanse gezant had moeten erkennen, dat het in handels beweging zijn vaderstad overtrof, werd, sedert het Parma in handen was gevallen, door het sluiten der Schelde van de zee verbannen. Vlissingen, de sleutel der Schelde, al was het in Engels pandschap, hield toch ten behoeve van Holland, de mond der rivier dicht gesloten. De gehele Vlaamse kust, van de Zeeuwse stromen tot aan de engte van Calais, werd ten strengste geblokkeerd; zelfs de visserij werd er niet toegelaten.
Zolang het jaargetij het maar enigszins vergunde, kruisten twaalf schepen binnen de banken voor de Vlaamse havens, in het bijzonder voor Duinkerken, waaruit toch nog, nu en. dan, een kaper ontsnapte, om, na het plegen van allerlei geweld tegen de Hollandse schippers, die zonder grof rantsoen niet vrij kwamen, naderhand weer binnen te sluipen.
Op Sluis pasten, sinds Parma het had ingenomen, voortdurend twee wachtschepen. Vijf kleine eskaders, elk van één groter en twee kleinere vaartuigen, zeilden onophoudelijk heen en weder tussen Calais en het Rif, gereed om, waar de vijand zich vertoonde, hem ijlings te keer te gaan. Elk Noord-Nederlands zeegat werd door één of meer wachtschepen tegen onverhoedse aanval van kapers beveiligd. Eindelijk lag er nog steeds een flottille van ten minste zeven schepen zeilree, ter begeleiding van de koopvaardijvloten, oostwaarts tot aan de Sont en westwaarts naar Engeland en Frankrijk.
Bij buitengewone voorvallen kon men daarenboven in korte tijd eenmachtige vloot bijeenbrengen, door van de ontelbare handelsschepen, zoveel de nood vereiste, te onteigenen en te wapenen: in die tijd was elk schip, van geschut en soldaten voorzien, in de oorlog bruikbaar. Toen de armade in aantocht was, hadden de Staten al de koopvaardijschepen, bekwaam ten oorlog, doen opnemen, en bevonden, dat er niet minder dan tweeduizend, vlieboten en grotere vaartuigen, in de havens aanwezig waren.
Meer dan eens heeft de republiek uit deze machtige reserve vloten van twintig zeilen en meer getrokken, waarmee zij haar bondgenoten te hulp kwam, zonder haar eigen krijgsmacht te verminderen.
Het was niet slechts om de vijand afbreuk te doen, dat Elisabeth tegen onze handel met Spanje ijverde; als een echte Engelse zag zij met lede ogen de voorspoed der vreemden die van haar onderdanen te boven gaan. Met spijt moest zij het van Engelsen zelf horen, dat de twee provinciën van Holland en Zeeland alleen meer schepen en bootsgezellen bezaten dan het gehele koninkrijk van Engeland. Die verhouding om te keren, Engelands zeemacht uit te breiden, ten koste van die van Holland: ziedaar het streven der Engelse staatkunde, het oogmerk waarmee zij niet alleen de vaart op Spanje, maar onze scheepvaart in 't algemeen, stelselmatig belemmerde.
Op Engeland handelen vijfhonderd Hollandse schepen, op Holland niet meer dan vijftig Engelse. Uit de Hollandse havens varen noordwaarts naar de Oostzee over de drieduizend vaartuigen; tweeduizend andere zuidwaarts naar Frankrijk, Spanje en de Middellandse zee. Vijfhonderd Hollandse schepen drijven de houthandel van geheel Europa. Is er hongersnood, niet aan de Oostzee maar in Holland vindt men de korenschuren, die in aller nood voorzien.
De stapel van het zout en van de Franse en Spaanse wijnen is in Holland. De Engelse lakens ontvangt Europa voor Hollandse, omdat zij eerst in Holland zijn geverfd en toebereid.
Amsterdam bovenal wekt de bewondering van de reiziger. De Hertog de Rohan, de beroemde Hugenoot, die, na Italië en Duitsland doorreisd te hebben, in 1600 Nederland bezocht, was door geen andere stad zo aan Venetië herinnerd als door Amsterdam. Het is ongelooflijk voor die het niet gezien heeft, zegt hij: drie tot vierduizend vaartuigen liggen er tegelijkertijd op de rede; tweemaal 's jaars komen er vloten aan van tussen de vier- en vijfhonderd schepen, deels met koren bevracht van Dantzig, deels met wijn en zout van Frankrijk en Spanje; buitendien nog een aantal andere uit Indië en de nieuw ontdekte landen, rijk beladen met specerijen en kostbaarheden. Ook Rotterdam, Dordrecht en Middelburg heeft hij bezocht: het zijn bloeiende steden, die bij de dag vooruitgaan. Zijn ganse reis heeft hem niet meer wonderen getoond dan zijn verblijf in dit kleine Holland alleen.
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|