(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Op onze site ontbrak nog steeds een verhaal over het Twaalfjarig Bestand (1609 - 1621), andere Vaderlandse Geschiedenis verhalen hadden blijkbaar voorrang op een verhaal over het Twaalfjarig Bestand. En dus gaan we in 2 verhalen wat vertellen over het Twaalfjarig Bestand. We beginnen weer met wat we op onze site al hebben gevonden over het Twaalfjarig Bestand.
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Bestand en klik op ENTER
Citaat uit dit verhaal:Groot citaat uit ons 1600 Slag bij Nieuwpoort verhaal:
Ambrosio Spinola
1569 - 1630
van 1603 - 1628 bevelhebber van het Spaanse leger in Vlaanderen
De Spaanse Kade dankt haar naam trouwens aan de doorreis van de Spaanse markies Ambrosio Spinola (1569-1630). Spinola werd op 31 januari 1608 met een groot gevolg en met andere onderhandelaars over het 12-jarige bestand in de 80-jarige oorlog, op doorreis van Dordrecht naar Den Haag door het Rotterdamse stadsbestuur plechtig ontvangen en ingehaald. Hij kwam over het ijs en zette op het Hoofd of Oude Hoofd het eerst voet aan wal. Dit gedeelte van het Oude Hoofd werd vanaf omstreeks 1637 Spaansekade genoemd.
Met 190 ijssleden kwam Spinola via bevroren rivieren naar Dordrecht
Op 6 februari 1608 werd Spinola (rechts), reizend in 8 koetsen, in Rijswijk bij de Hoornbrug ontvangen door Maurits (links)
Op de laatste dag van januari 1608 reden kapitein-generaal van het Staatse leger Maurits van Nassau, zijn jongere broer Frederik Hendrik, zijn neef Willem Lodewijk en een aantal hoogwaardigheidsbekleders van het Binnenhof in Den Haag naar de Hoornse brug bij Rijswijk. Te midden van een landschap met besneeuwde boerenhoeven en schaatsende en sleetjerijdende landgenoten op dichtgevroren sloten en kanalen, ontmoetten de hoge heren de uit Delft gekomen en in een oogverblindend gala-uniform gestoken veroveraar van Oostende, Oldenzaal, Lingen en Groenlo : Ambrosio Spinola, veldheer, staatsman en Markies de Los Balbases, stond aan het hoofd van een Spaanse delegatie en zou met de Nassaus over vrede onderhandelen.
In een schrijven aan Filips III had Spinola het jaar daarvoor uiteengezet dat er maandelijks 300.000 carolusguldens nodig waren voor een geslaagd offensief tegen de noordelijke opstandelingen. Wanneer een dergelijke somma de Spaanse schatkist te boven ging, dan moest er vrede worden gesloten.
Hoewel de haviken aan het Spaanse hof er niet van wilden weten, was het land dringend toe aan beëindiging van het gewapend conflict. Door jarenlange muntvervalsing en de geldverslindende oorlogen tegen moslims, protestanten en andere aanhangers van een valse leer, was het land vrijwel bankroet en waren meer dan 4000 veteranen van het Spaanse huurlingenleger in de Nederlanden in 1607 bij ernstige muiterijen betrokken geweest. Ook ten noorden van de Schelde heerste oorlogsmoeheid en was er een algemene bereidheid om de strijd te staken.
Aan de doorreis van Spinola via Rotterdam dankte Rotterdam het huis met de mooie naam "De Gecroonde Spinola" op de hoek van de Spaansche KadeDe Roobrug over de Nieuwe Haven en de Spaansche Kade met het huis 'De Gecroonde Spinola' Citaat uit ons Oldenbarnevelt verhaal:
Na de moord op Willem de Zwijger in 1584 werd de Soevereiniteit over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden eerst aangeboden aan Frankrijk en vervolgens aan de Engelse Koningin Elisabeth I. Ook die weigerde, maar zij stuurde wel de Graaf van Leicester en was bereid om aan de Staten-Generaal grote sommen geld voor te schieten.
Na de Slag bij Nieuwpoort kreeg Maurits toch weer de opdracht om verder te trekken richting zuiden, hij deed het nog ook. De belegering van Nieuwpoort liep uit op een mislukking en Maurits besloot op een dag zich gewoon terug te trekken, vooral nadat hij hoorde dat de afvaardiging van de Staten-Generaal vertrokken waren uit Oostende naar Bergen op Zoom om daar met de Spanjaarden te onderhandelen over een Vredesverdrag......
Robert Dudley
Graaf van Leicester
1532 - 1588
Een citaat uit ons Schotland verhaal :
Schotland werd natuurlijk zwaar getroffen door de Engelse Act of Navigation, Schotland was toen een arm agrarisch land, in de Highlands vooral waren de omstandigheden, ook mede door het klimaat, niet echt je van het, zullen we maar zeggen. Veel Highlanders verhuurden zich dan ook als soldaten aan de meest biedende en zoo kon het gebeuren dat na de moord op Willem de Zwijger in 1584 de Engelse koningin Elisabeth I Schotse soldaten mee gaf aan de Graaf van Leicester.
27 augustus 1585
Parma trekt Antwerpen binnen
Parma zit op het witte paard op de brug net voor de stadspoort van Antwerpen
1584
Munten geslagen tijdens het Beleg van Antwerpen
LINK
Alexander Farnese, Hertog van Parma
1543 - 1592
zoon van de Landvoogdes Margaretha van Parma
Na de verovering van Antwerpen door Parma in 1585 dacht iedereen dat het nu snel afgelopen zou zijn met de Opstand. Achteraf is het anders gelopen, want Parma moest met zijn troepen naar Frankrijk, een nootlottige blunder van Philips II, maar een Godswonder (zoals het later werd genoemd) voor het verloop van de Opstand.
Na het vertrek van Leicester namen de Staten de Schotten over en deze hadden er geen bezwaar tegen om in de Republiek te blijven.
Schotse Highlanders dienden in vele landen. Enkele voorbeelden hiervan zijn Zweden, Polen, Rusland en Frankrijk.
Op het hoogtepunt waren er zo'n negen Schotse regimenten in dienst van de Staten-Generaal, ongeveer 10.000 militairen. Dit heeft nog geduurd tot het einde van de 18e eeuw.
Na 1584 (en de Val van Antwerpen in 1585) boden de Staten-Generaal de Soevereiniteit over de Republiek aan aan Elisabeth I, die weigerde echter, bang voor Philips II, die door de Staten-Generaal was afgezworen, middels de Acte van Verlatinghe in 1581. Als steun stuurde zij Leicester die echter meer verprutste dan goed deed. Uit onvrede over de slechte relatie met de Nederlanders ( dat ging er natuurlijk over, wie is nu de baas ), gaf bijvoorbeeld het Engelse garnizoen van Zutphen zich op een dag zoo maar over aan de Spanjaarden. Tactisch werd Leicester uiteindelijk verzocht terug te gaan, en de soevereiniteit ? Die hielden de Staten-Generaal vanaf die tijd maar zelf, een beetje noodgedwongen weliswaar, maar wel uniek in de toenmalige wereld. Iedereen had immers toen een Soeverein (Koning, Hertog, Heer...)
Leicester was dan wel het land uit, maar de torenhoge schulden aan Engeland waren er nog steeds, Daarbij kwamen natuurlijk ook nog de kosten van de ondersteuning van Leicester en ook bijvoorbeeld die Schotse Regimenten moesten betaald worden.
Oldenbarnevelt
Oldenbarnevelt, Raadpensionaris van Holland, de machtigste funktie die iemand toen kon bereiken, kwam met een geniaal plan :
- In Duinkerken hadden de bewoners van de Spanjaarden zogenaamde Kaapvaartbrieven ontvangen, een in die tijd normaal oorlogsmiddel.
Vaak wordt gesuggereerd dat alleen Duinkerken schepen kaapte, inderdaad hadden de Duinkerkers opdracht om Nederlandse en Engelse schepen te kapen.
Maar ook de Staten-Generaal gaven kaapbrieven uit, denk maar eens aan de Watergeuzen (link), de oprichting van de VOC en de WIC, het rampjaar. Hugo de Groot heeft zelfs in opdracht van de VOC zijn beroemde werk De Jure Praedae geschreven waarin hij het buitmaken van vijandelijke schepen een juridische basis gaf. Eén hoofdstuk uit De Jure Praedae is nog beroemder geworden : Mare liberum, over het recht op o.m. vrije scheepvaart voor iedereen............
En dan natuurlijk Piet Heyn niet te vergeten.....LINK
Meer over de Duinkerker Kapers kun je vinden in dit verhaal.
- Als Maurits nu Duinkerken verovert, zijn de Nederlanders en de Engelsen van de kapers verlost en kunnen de Nederlanders hun schulden aan Engeland betalen, want na de verovering van Duinkerken geven de Nederlanders de stad over aan de Engelsen, hebben die weer een steunpunt op het vasteland van Europa, net als kortgeleden Calais..... De Engelsen bieden we dus Duinkerken aan, maar dan moeten ze ons wel onze schuld kwijtschelden
- Oostende was op dat moment al in Staatse handen, het is dus aantrekkelijk om de hele Vlaamse Kust in handen te krijgen. Dit moet mogelijk zijn want de Spaanse vijand is verzwakt, Philips II zou inderdaad in 1598 overlijden, de Spaanse Staat stond er financieel slecht voor, de troepen in de Nederlanden konden niet of nauwelijks meer betaald worden en zwierven dus rond, al muitend
- In 1596 had Philips II Albert, Aartshertog van Oostenrijk benoemd tot nieuwe landvoogd in de Nederlanden. Albert was in 1597 gehuwd met Isabella, de dochter van Philips II. Als bruidsschat bracht zij in haar huwelijk de soevereiniteit over de Nederlanden mee. Vanaf 1597 behoorden de Nederlanden dus niet meer tot de Spaanse Kroon, maar het Spaanse Leger bleef wel gehandhaafd. Vanaf 1597 wordt dan ook al gesproken van de Spaans / Oostenrijkse Nederlanden.
Het Spaanse leger was er in naam namens Albert en Isabella, maar in feite natuurlijk nog steeds namens Spanje. Ook hadden Albert en Isabella zich niet te bemoeien met militaire zaken.
In ons Schotland verhaal kun je ook dit lezen : En toen brak de Spaanse Successie oorlog uit na de dood van Willem III in 1702 : de Spaanse koning had geen direkte opvolgers en dat betekende toen een pan-Europese oorlog, met als gevolg o.m. dat de Spaanse Nederlanden (Belgie) definitief overgingen naar de Oostenrijkers (Oostenrijkse Nederlanden) en Nederland zijn door Maurits veroverde Overmaase vestingen Bingen en Geldern verloor, maar dat is weer een ander verhaal........
Om een lang verhaal kort te maken, Albert deed toenaderingspogingen tot Den Haag c.q. van Oldenbarnevelt om tot een overeenkomst te komen, ook hij zat zeer krap bij kas. Door Oldenbarnevelt werd dit aanvankelijk uitgelegd als een teken van zwakte....
Maurits
In ons verhaal over Oldenbarnevelt hebben we dit al verteld over de Slag bij Nieuwpoort, maar er is natuurlijk nog wel meer te vertellen en te laten zien :Johan was de grote financierder van de veldtochten van de geniale Maurits. Maurits was de eerste in Europa die het aloude massale Middeleeuwse aanvallen verving door van hogerhand geleide gedisciplineerde aanvallen. Hij was de eerste die de boeken over de militaire strategieen van o.m. de Romeinen weer eens las. Exercities werden ingevoerd en men moest "wachten op bevelen en niet handelen naar eigen bevinding". Tot 1600 verliep de samenwerking tussen Johan en Maurits goed. Toen namen de Staten het besluit (op aandrang van Johan) om Maurits op te dragen Duinkerken te veroveren, diep in vijandelijk gebied.
In die tijd was het de gewoonte dat de opdrachtgever mee ging, en dus ging Johan mee met Maurits. Johan bleeft echter achter in Oostende, toen een Nederlandse vesting, die later slechts met heel veel moeite door de Spanjaarden werd veroverd. Het einde van het Verenigde Nederland tot 1815 en een einde van de financiele armslag van de Spanjaarden, het beleg van Oostende was een prestige zaak geworden voor Madrid en zoiets kost altijd heel veel geld.
De Slag bij Nieuwpoort
Iedere Nederlander weet hoe het afliep onderweg naar Duinkerken, dankzij de strategische capaciteiten en wat geluk aan de zijde van Maurits werd voor het eerst het toen superieure Spaanse leger in een grote veldslag op het strand bij Nieuwpoort verslagen, tot die tijd voerde Maurits een soort guerilla oorlog en ontweek een massaal gevecht. Maurits heeft toen het terechte besluit genomen om niet door te gaan naar Duinkerken. Vanaf die tijd boterde het niet meer tussen Maurits en Johan. Maurits was niet voor het 12-jarige bestand in 1609, Johan uit financiele overwegingen wel.
Tijdens het 12-jarige bestand ontstond bijna een gewapende burgeroorlog tussen de (laten we maar noemen) godsdienstige preciezen en rekkelijken. Uiteindelijk sloot Maurits zich aan bij bij de preciezen, al was hij niet zo precies. Nu weten we dat hij een groot aantal kinderen had en ook samen leefde, zonder te trouwen, met Margaretha van Mechelen. Margaretha kreeg 2 zonen Willem en Lodewijk van Nassau, maar dat is een ander verhaal. Op zijn sterfbed in 1625 dwong Maurits zijn halfbroer Frederik Hendrik (die het ook niet zo nauw nam...) te trouwen met Amalia van Solms, de vrouw die het aanzien van de Oranjes definitief deed stijgen door o.m. de bouw en de luxueuze inrichting van allerlei paleizen, ook weer een ander verhaal.
Amalia van Solms
Amalia, gravin van Solms-Braunsfels kwam als hofdame in het gevolg van de keurvorst Frederik V van de Paltz in Den Haag terecht. Een verloren veldslag in de Dertigjarige oorlog (Slag bij Witte Berg) in Bohemen had deze Protestantse vorst in 1620 doen besluiten naar de Nederlanden te vluchten.
Amalia trad in 1625 in het huwelijk met Frederik Hendrik. Broer Maurits had dit op zijn sterfbed bedongen.
Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
Een munt met Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
LINK
De legende wil dat toen Maurits Oldenbarnevelt weer voor het eerst ontmoette, Maurits Oldenbarnevelt in het gezicht sloeg....
Via Oostende werden de Staatse Troepen en hun buit, teruggevaren, waaronder vele Spaanse vlaggen die eeuwenlang in de Ridderzaal hebben gehangen.
Hoe ging het verder met Isabella en Albertus ? Om nog meer gezichtsverlies te vermijden vatten zij het plan op om Oostende te heroveren. Isabella deed zelfs de historische belofte dat zij zich niet meer zou verschonen voordat Oostende weer was heroverd, het beleg duurde echter drie jaar. de speciale kleur van haar ondergoed is de geschiedenis ingegaan als Isabella-geel. Het beleg van Oostende werd dus een dure prestige slag, alhoewel de nieuwe Spaanse bevelhebber Ambrosio Spinola, het beleg uit eigen zak schijnt betaald te hebben.....
Dezelfde Spinola werd trouwens ook de leider van de Spaanse delegatie die uiteindelijk voor 12 jaar een bestand overeenkwam.
Citaat uit dit verhaal:
Na de moord van Willem de Zwijger in 1584 kwam op verzoek van de Staten de Graaf van Leicester over als opvolger van Willem de Zwijger. Dit was geen succes. Ten einde raad werd besloten om het heft in eigen handen te nemen en het dagelijks bestuur in handen te leggen van de meest bekwame bestuurder op dat moment : Johan van Oldenbarnevelt, in 1586 werd hij benoemd tot Raadpensionaris van Holland, de machtigste funktie die iemand toen kon bereiken. Op 13 mei 1619 werd de 71-jarige Johan van Oldenbarnevelt op het Binnenhof onthoofd. Wat was er gebeurd ?
Eind 19e eeuw was bijv. Busken Huet een van de eersten die wat genuanceerder over Johan van Oldenbarnevelt ging schrijven in zijn monumentale werk "Het Land van Rembrandt", op basis van dit soort diskussies zal het Rotterdamse besluit voor dat standbeeld wel eens genomen kunnen zijn...
In "Het Land van Rembrandt" (heb ik uiteraard) wordt Johan nog wel beschuldigd, maar in het betoog komen een heleboel tegenargumenten naar voren. Ook Vondel wordt er bijgehaald, want die was een van de medestanders van Johan van Oldenbarnevelt en Hugo de Groot... Busken Huet noemt van Oldenbarnevelt een dictator "maar geen andere Nederlandse Staatsman heeft aan zijn medeburgers ooit meer of grotere diensten bewezen dan hij. Tegelijk Minister van Oorlog, Marine, Kolonien, Financien, Binnenlandse en Buitenlandse Zaken. Vriend van Willem de Zwijger en nevens Maurits de Redder van de Nederlandse Staat. Zonder zijn veeljarige heerschappij zouden de Nederlanders er nooit zijn gekomen"
Volgens de overlevering weigerde de 71-jarige Johan om gratie te vragen aan Maurits en zat Maurits in spanning te wachten op dit gratie verzoek, waarop Maurits niet zou hebben geweten wat hij moest antwoorden..... de heren waren elkaars gevangenen.
Het "stockske" waarmee Johan het schavot besteeg, de bril die hij droeg en het zwaard waarmee hij werd onthoofd, ga ik nog steeds ieder jaar bekijken in het Rijksmuseum en denk dan na over deze zwarte bladzij in onze geschiedenis. Als ik in Rotterdam wandel over de Coolsingel, altijd even Johan gedag zeggen, vlakbij Donner en de Slegte trouwens...
Oldenbarnevelt in de muur van het Stadhuis van Rotterdam
verschenen na 13 Mei 1619, de onthoofding van Oldenbarnevelt en andere hoofdpersonen
v.l.n.r.
Oldenbarnevelt, Ridder, Heer van Berkel en Rodenrys
Johannes Uyt den Boogaart, gewezen Predikant van Zn. Excel. (Maurits)
Hugo Grotius, Pensionaris der Stat Rotterdam
Rombout van Hoogerbeets, Raedsheer en Pensionaris der Stat Leyden
Gillis van Ledenberg, Secretaris der Heeren Staten van Utrecht
Adolf van Wael, Heer van Moersbergen
In 1618 eindigde ook de politieke loopbaan van Hugo de Groot, de Stadspensionaris van Rotterdam, toen hij als aanhanger van Johan van Oldenbarnevelt werd gearresteerd, opgesloten in slot Loevestein en uiteindelijk in een boekenkist ontsnapte en naar Parijs vluchtte. Buiten Nederland schreef hij het beroemde geschrift Mare Liberum, over de vrije vaart op zee, het begin van o.m. het idee van territoriale wateren, maar ook dat is een ander verhaal. Hugo de Groot leefde van 1583 tot 1645 en wordt nu beschouwd als een belangrijke grondlegger van het volkenrecht. Ondanks zijn verguizing door zijn tijdgenoten, kreeg hij een staatsbegrafenis....
In het Rijksmuseum loop ik ook altijd langs het borstbeeld van Victor de Stuers in de hal, het Tweede Kamerlid uit ca 1900 die de aanzet heeft gegeven tot de stichting van het Rijksmuseum en er dus voor heeft gezorgd dat het "stockske" waarmee Johan het schavot besteeg, er nog steeds is. Wat toen helemaal niet zo zeker was om dit nog langer te bewaren......
We eindigen toch maar met iets van Johan van Oldenbarnevelt, het beroemde gedicht van Vondel over het "stockske" :
HET STOCKSKE VAN JOAN VAN OLDENBARNEVELT, VADER DES VADERLANTS
Myn wensch behoede u onverrot,
O STOCK en stut, die, geen' verrader,
Maer 's vrydoms stut en Hollants Vader
Gestut hebt op dat wreet schavot;
Toen hy voor't bloedigh zwaert most knielen,
Veroordeelt, als een Seneka,
Door Neroos haet en ongena,
Tot droefenis der braefste zielen.
Ghy zult noch, jaeren achter een,
Den uitgangk van dien Helt getuigen,
En hoe Gewelt het Recht dorf buigen,
Tot smaet der onderdruckte steên.
Hoe dickwyl streckt ghy onder 't stappen
Naer 't hof der Staeten stadigh aen
Hem voor een derden voet in 't gaen
En klimmen, op de hooge trappen:
Als hy, belast van ouderdom
Papier en schriften, overleende,
En onder 't lastigh lantspack steende!
Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!
Ghy ruste van uw trouwe plichten,
Na 'et rusten van dien ouden stock,
Geknot door 's bloetraets bittren wrock:
Nu stut en styft ghy noch myn dichten.
De bewuste vitrine in het Rijksmuseum
uiteraard zijn er meerdere stockskes in omloop, totaal zijn er zelfs 3 erkende stockskes
en zou dit HET zwaard zijn geweest, waarmee...
Citaat uit dit verhaal:
De beroemde prent met toelichting van de Derde Synode van Dordrecht
1618 - 1619
De (Derde) Synode van Dordrecht
Tijdens het Twaalfjarig Bestand ontstond in de Republiek een godsdienstig geschil tussen de hoogleraren Arminius en Gomarus.
Om dit bij te leggen, werd in Dordrecht in de Schuttersdoelen de Synode van de Gereformeerde Kerk bijeengeroepen. De Kerken hadden zevenendertig predikanten en negentien ouderlingen afgevaardigd, de verschillende universiteiten vijf hoogleraren, en de Staten-Generaal achttien vertegenwoordigers. Daarnaast waren er circa dertig buitenlandse afgevaardigden. De voorzitter van de Synode was de Leeuwarder predikant Johannes Bogerman.
Op de prent zit de voorzitter voor de schouw. De remonstranten en contraremonstranten zitten gezamenlijk in de banken links op de voorgrond. Aan de lange tafel in het midden zitten de remonstranten die het woord voeren en op de banken rechts de buitenlandse vertegenwoordigers.
De plaatsen voor de Fransen bleven leeg. Zij kwamen niet opdagen.
Linksachter zitten de vertegenwoordigers van de Staten-Generaal met aan de kleine tafel hun secretaris, Daniel Heinsius.
In de regel waren de vergaderingen publiek en zolang de buitenlanders aanwezig waren, beraadslaagde men in het Latijn.
Tijdens de Synode werd de remonstrantse leer veroordeeld. Verder werd besloten tot een bijbelvertaling, de Statenbijbel, die van grote invloed is geweest op onze taal. De Statenbijbel kwam in 1637 gereed.
Kortom, het Twaalfjarig Bestand is een grote mijlpaal geweest in de geschiedenis van Nederland, waarbij het belangrijkste punt was de erkenning van de Republiek der (Noordelijke) Zeven Verenigde Nederlanden als soevereine staat, al was er toen nog niet het besef dat er een deling was ontstaan tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden, zie bijvoorbeeld de Leo Belgicus kaart uit 1609 waar nog alle Zeventien Verenigde Nederlanden staan afgebeeld, dus ook die in het huidige België...
De onderstaande kaarten zijn o.m. van zijn concurrent Claes Jansz Visscher (1587-1652) en zijn ook heel beroemd :
De beroemde
Leo Belgicus uit 1609
De beroemde
Leo Belgicus uit 1648
De leeuwenkaart of Leo Belgicus werd in de 16de eeuw geïntroduceerd door een Oostenrijker, Michael Aitsinger.
Op de bovenste leeuwenkaart van Claes Janszoon Visscher uit 1609 werd gemaakt ter gelegenheid van het begin van het Twaalfjarig Bestand in 1609.
Het verzegelde zwaard in de klauw van de leeuw verwijst naar het bestand tussen de gewesten. Rechtsonder zit de oorlogsgod Mars te slapen, leunend op de loop van een kanon. Hierdoor kunnen de mensen 'Veylich Reysen' en 'Vredich Lantbouwen', zoals op de prent vermeld staat. Links zitten de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, weergegeven als twee vrouwen, vredig naast elkaar.
Bovenaan de kaart staan de wapens van de 17 provincies. Aan weerszijden zijn tien stadsgezichten weergegeven, links van de Noordelijke en rechts van de Zuidelijke Nederlanden.
Claes Janszoon Visscher bracht in 1648, nu ter gelegenheid van de Vrede van Münster, weer een kaart op de markt van alleen Holland, de machtigste provincie van de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Links en rechts zijn nu niet de belangrijkste steden van Noord- en Zuid-Nederland te zien, zoals in 1609, maar alleen Hollandse steden.
Bovenaan zijn de boeren, adel en kooplieden afgebeeld. Daartussenin een ijsschuit (links) en twee zeilwagens Hollandse uitvindingen uit het begin van de 17de eeuw.
Pas in 1815 werden alle Nederlandse Provincies weer herenigd, officieel tot 1839:
1817
Het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden
1815
De opening van de Staten Generaal van het Verenigde Koninkrijk der Nederlanden in Brussel
op de troon Willem I
LINK
Zoals we reeds zagen, werd er kort na de Slag bij Nieuwpoort weer (we komen er nog op terug wanneer de allereerste onderhandelingen tussen Spanje en de Republiek zijn gestart) onderhandeld tussen de Staten-Generaal (Oldenbarnevelt) en Abertus van Oostenrijk.Oldenbarnevelt was de mening toegedaan dat op de lange termijn de Republiek in de financiele problemen zou komen i.v.m. de steeds stijgende militaire uitgaven. Het leger van de Republiek was verdubbeld qua aantallen en de kosten voor de bouw van versterkingen waren met meer dan 500% gestegen. Bovendien sloten Engeland en Spanje in 1604 vrede en kregen de Engelsen hierdoor weer vrije toegang tot de Spaanse en Portugese havens. (in 1580 was Portugal door Alva veroverd)
Na de Slag bij Nieuwpoort kreeg Maurits toch weer de opdracht om verder te trekken richting zuiden, hij deed het nog ook. De belegering van Nieuwpoort liep uit op een mislukking en Maurits besloot op een dag zich gewoon terug te trekken, vooral nadat hij hoorde dat de afvaardiging van de Staten-Generaal vertrokken waren uit Oostende naar Bergen op Zoom om daar met de Spanjaarden te onderhandelen over een Vredesverdrag......
De legende wil dat toen Maurits Oldenbarnevelt weer voor het eerst ontmoette, Maurits Oldenbarnevelt in het gezicht sloeg....
Via Oostende werden de Staatse Troepen en hun buit, teruggevaren, waaronder vele Spaanse vlaggen die eeuwenlang in de Ridderzaal hebben gehangen.
De Engelsen hadden beloofd geen goederen vanuit Spanje / Portugal te vervoeren voor en naar de Republiek en dus verloren de Nederlanders een grote winstgevende smokkelhandel.
Fernando Alvarez de Toledo, Hertog van Alva
1507 - 1582
Gouverneur-Generaal van de Nederlanden
1567 - 1573
Ondanks het feit dat in 1602 het Oldenbarnevelt was gelukt om allerlei Handelscompagnieën te verenigen tot één winstgevende Compagnie, de VOC, zat het de Republiek toch tegen zowel militair als financieel.In september 1606 hield Oldenbarnevelt zijn beroemde toespraak in de Financiële Commissie van de Staten van Holland waarin Oldenbarnevelt meedeelde dat de bodem van de financiële put snel in zicht zou komen.
Het eerste Oktrooi ( Octroy ) van de VOC gedateerd op 20 maart 1602, geldig voor 21 jaar, dus tot 1623, waarna het steeds werd verlengd.
voordeelen, hier naar verklaart. Als in den eersten.
De Preambule van het
Eerste VOC Oktrooi ( Octroy )
AD 20 maart 1602
Op hetzelfde tijdstip in Madrid kwam ook Koning Philips III (de zoon van Philips II) tot dit inzicht onder invloed van zijn belangrijkste adviseur, de Hertog van Lerma. De Aartshertogen Isabella en Albertus in Brussel kregen vanuit Madrid de opdracht om Den Haag het volgende voor te stellen:
Kortom, de VOC moest stoppen met zijn aktiviteiten, waarvoor in ruil de Republiek op de een of andere manier erkend zou gaan worden. Een duivels dilemma voor vooral Oldenbarnevelt...
- De in Spaanse ogen nog steeds opstandige gewesten werd aangeboden om over een erkenning als Soevereine Staat te onderhandelen
- De VOC moest onmiddellijk stoppen met de expansie van aktiviteiten ten koste van Spanje en Portugal, vooral omdat in 1605 de VOC het zeer winstgevende Ambon, Ternate en Tidore had veroverd
De Republiek kon haar Soevereiniteit kopen met als prijs de opheffing van de VOC.
Vanaf 13 maart 1607 werd er officieel onderhandeld tussen Spinola en Oldenbarnevelt, bij de onderhandelingen werd uiteindelijk ook Maurits betrokken. Spinola kreeg de Republiek zover na een geheime schriftelijke verklaring van de Aartshertogen Isabella en Albertus dat zij niets liever wilden dan dat de Nederlanden en hun bewoners bevrijd zouden worden van de ellende van de oorlog. Wel na enige diskussie over een formulering van de Aartshertogen (we komen er nog op terug) waaruit de Staten lazen dat de Aartshertogen nog steeds aanspraak maakten op de Noordelijke Nederlanden.
In April 1607 werd een Staakt-het-vuren ondertekend, de tekst werd ter goedkeuring door Spinola opgestuurd naar Brussel en vervolgens naar Lerma in Madrid.
Lerma was zeer verbolgen te lezen dat de VOC niet opgeheven zou worden, alleen Spanje moest met concessies komen, een geweldig gezichtsverlies voor Madrid vooral toen deze inhoud uitlekte in Europa, waardoor het aanzien van de Republiek steeg....
Ook in April 1607 was een Nederlandse Vloot o.l.v. Jacob van Heemskerk zeer brutaal de Baai van Gibraltar binnengevaren en had een grote Spaanse Vloot die daar voor anker lag, nagenoeg vernietigd.
Europa kreeg hierdoor nog meer leedvermaak met Madrid, wat propagandistisch door de Republiek natuurlijk werd uitgebuit. Zoo werd de helaas gesneuvelde Jacob van Heemskerk met een grootse Staatsbegrafenis in de Oude Kerk van Amsterdam begraven. Heel Europa was uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn. Meer dan 800 Nederlandse Vroedschapsleden en alle Hoogmogende Heren van de VOC, allemaal in hun mooiste kleding, liepen in de rijk versierde stoet mee. Uiteraard werd ook een groot praalgraf onthuld, er zouden er nog vele volgen:
In de Nieuwe Kerk in Amsterdam
Aanschouw, aanschouw, den Held
Der Staten rechterhand
Den Redder van 't vervallen Vaderland
DEN ALLERHOOGSTEN EN ALGOEDEN GOD ZIJ DIT GEHEILIGT:
Mitsgaders de eeuwige gedachtenisse van Michiel de Ruyter, opper-admiraal van Holland en West-Friesland, door drie Koningen van Europe met adellijke wapenen, ridderlijke waardigheid en hertogdom in 't Koninkrijk Napels, begiftigd: een Heer die, zonder het voorlichten van voorouderlijke adel, alles Gode en zijn dapperheid had te danken: door een ervarenis van acht en vijftig jaren, in het stuk der zeezaken d'allerkundigste zijner eeuwe, de grootste daden den geheelen Oceaan en Middellandsche Zee door, in zeven oorlogen loffelijk verricht, eilanden en sterkten in 't Noorden en Zuiden verovert, den Nederlanders die groote kust aan de Atlantische zee gewonnen, den zeeroover getemd hebbende, heeft hij als opperhoofd in vijftien groote slagen onoverwinnelijk gevochten, dien boven anderen gedenkwaardigen slag van vier dagen geleverd, en vier maal 't overgroot geweld der vereenigde vloten van den hals der republiek zeer voorspoedig afgekeerd: minder in macht - in dapper' heid gelijk, in beleid en geluk meerder. Eindelijk hebbende 't vaderland uit het uiterste gevaar gerukt, is hij, in den tweeden slag bij Siciliën gewond, in de haven van Syracuse manhaft gestorven.
Hij heeft geleeft 69 jaren, 1 maand, 5 dagen.
De Schrik des Grooten Oceaans.
In Februari 1608 werden de onderhandelingen weer heropend, de enige concessie die Oldenbarnevelt mocht voorstellen van de Staten-Generaal was een opschorting van de oprichting van de WIC die inderdaad pas in 1621 zou worden opgericht:
Citaat uit ons Elmina verhaal:
Citaat uit ons Armada verhaal:
Het doel van de in 1621 opgerichte WIC was d.m.v. bijvoorbeeld de kaapvaart geld en vooral suiker te veroveren op Spanje en Portugal, sinds 1580 door Philips II verenigd. Een bekend voorbeeld is natuurlijk Piet Heyn (LINK).
In de 15e en begin van de 16e eeuw waren tienduizenden Portugezen naar de koloniën vertrokken, ook mede t.g.v. een aktief stimuleringsprogramma (zoals we dat nu zouden noemen) van de Portugese overheid, iets wat in Nederland eigenlijk nooit aan de orde is geweest.
Portugezen gingen zich dus al in de 15e eeuw vestigen niet alleen op de Kaap Verdische eilanden en Madeira, maar ook al in het verre Brazilië, Angola en India (Goa). Het kleine Portugal raakte hierdoor heel veel mensen kwijt, aangelokt door rijkdom verhalen en gestimuleerd door de overheid. Daarnaast werd Portugal nogal eens getroffen door een grote pestepidemie, die tienduizenden het leven kostte. Toen dan ook nog in 1578 de Portugese Koning Sebastiaan I een roekeloze massale veldtocht in Marokko tegen de Moren verloor en dus ook zelf sneuvelde, was het land reddeloos verloren en greep Philips II zijn kans.
Ter aanvulling: in 1580 woonden er in Portugal nog slechts 950.000 inwoners, in een periode van 70 jaar was de bevolking gehalveerd.....
Tijdens de pestepidemie van 1569 - 1570 stierven alleen al in Lissabon meer dan 50.000 inwoners...
Pas in 1640 kwam er een eind aan de Spaanse periode. Op 15 december 1640 werd de Hertog van Bragança, uit een oud Portugees adellijk geslacht, onder de naam João IV tot Koning van Portugal uitgeroepen. De opstand slaagde en al snel moest Philips IV van Spanje zich er bij neer leggen.
Philips IV
Koning van Spanje
1621 - 1665
de man die de Vrede van Münster initieerde
Voor het eerst kwam Spanje, in de persoon van Koning Philips IV, toen met een voorstel tot een langdurige wapenstilstand eventueel uitlopend tot een permanente overeenkomst, traditioneel het begin van iets wat zou uitlopen tot 1648 en de Vrede van Münster....LINK
De officiële vijandigheden tussen Portugal en de Republiek zouden na jaren onderhandelingen worden gestaakt, maar dat belette de VOC en de WIC niet om toch bijv. Brazilië en Angola tijdelijk, dat wel, op de Portugezen te veroveren, maar nu dwalen we wel erg ver af.
Door de verovering van Portugal door Alva kwam de Republiek ekonomisch in het nauw, de toegang tot de Iberische havens werd hun ontzegd en dus moesten de Nederlanders zelf hun weg gaan zoeken op de wereld, waaronder Indië en dus werden uiteindelijk de VOC en, na het 12-jarig bestand, de WIC opgericht, het begin van de Nederlandse Gouden Eeuw....Fernando Alvarez de Toledo, Hertog van Alva
1507 - 1582
Gouverneur-Generaal van de Nederlanden
1567 - 1573
Door de verovering van Portugal in 1580 beschikte Philips II over o.m. de, in die tijd, meest ervaren zeelui (link), om nog maar te zwijgen van de al enorme Portugese koloniale veroveringen.
Spanje, dat eigenlijk had ingezet op volledige Vredesonderhandelingen, kwam met een compromis van een Twaalfjarig Bestand mits..., ook op dit mits komen we uitvoering terug...
In 1608 ontbrandde in de Republiek een felle diskussie tussen voor- en tegenstanders, Maurits en nog belangrijker, het machtige Amsterdam waren zelfs tegen een Twaalfjarig Bestand. Ook de VOC deed een duit in het zakje ten nadele van Oldenbarnevelts onderhandelingsresultaat.
Over en weer regende het pamfletten, maar toch won Oldenbarnevelt het door er maar steeds op te hameren dat een voortzetting van de huidige oorlog financieel niet meer op te brengen zou zijn, wat hij uiteraard zeer onderbouwd liet aantonen. Ook de machtige Financiële Commissie van de Staten-Generaal bleef vierkant achter Oldenbarnevelt staan en overtuigde regent na regent dat het financieel niet meer was vol te houden en op deze manier gingen steeds meer regenten achter Oldenbarnevelt staan, vooral toen Oldenbarnevelt met een berekening kwam dat de winst uit de handel op het nabijere Spanje en Portugal veel hoger zou zijn dan het verlies t.g.v. een inperking van VOC aktiviteiten.
Uiteindelijk hakte Madrid de knoop door, dan maar geen ontbinding van de VOC, maar alleen een inperking van sommige VOC aktiviteiten, waar de Republiek zich echter na 1613 ook al niet meer aan zou houden, maar dat werd vroeger in onze Geschiedenis boeken als een Daad van Kracht beschouwd.
Op 9 April 1609 werd met veel pracht en praal in Antwerpen het Twaalfjarig Bestand ondertekend.
Alleen Amsterdam tekende bezwaar aan tegen de formulering dat de Republiek zou worden beschouwd alsof zij een Soevereine Staat zou zijn.
1609
Een open koets rijdt in de richting van de gescheiden Noordelijke (links) en de Zuidelijke Nederlanden (rechts)
Prins Maurits staat naast het 'Vrye Neerlandt'
Koning Philips III en Spinola staan bij de Zuidelijke Maagd
In de, net niet afgebeelde, open koets Isabella Clara Eugenia de Austria, de dochter van Philips II, Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden, samen met haar echtgenoot Albertus van Oostenrijk
De koets komt uit Antwerpen waar officieel op 9 April 1609 het Twaalfjarig Bestand werd gesloten
Isabella Clara Eugenia de Austria
1566 - 1633
dochter van Philips II
Landvoogdes van de Spaanse Nederlanden
samen met haar echtgenoot
Albertus van Oostenrijk
1559 - 1621
Ter gelegenheid van de ondertekening van de overeenkomst van het Twaalfjarig Bestand werd er natuurlijk feest gevierd, bijvoorbeeld d.m.v. een toneelspel of men liet zich vereeuwigen door een schilder.
Oldenbarnevelt zou grotendeels gelijk krijgen, vooral het internationale prestige van de machtige Republiek steeg in heel Europa met alle daarbijbehorende symbolen.
Omdat Spanje 'de facto' de soevereiniteit van de Republiek had erkend, knoopten allerlei andere landen prompt diplomatieke betrekkingen aan met de Republiek. Frankrijk en Engeland stuurden officiële ambassadeurs, er werden officiële betrekkingen aangegaan met Venetië, Marokko en met het toenmalige Ottomaanse Rijk. Overal in het Oostzeegebied, Duitsland, Italië, Noord-Afrika werden Nederlandse consulaten geopend.
En dan is het natuurlijk interessant hoe het tot stand komen van het Twaalfjarig Bestand, zeg 60 jaar geleden werd gebracht, we hebben daarvoor een verhaal uitgekozen geschreven in WOII, toen heel boeken verschenen over de geschiedenis van Nederland, uiteraard en terecht, ter verhoging van het moreel
Reeds éénige jaren na 't begin van den opstand heeft zich aan beide zijden het zoeken naar vergelijk vertoond.
In 1572 werd al van allerlei kant geijverd. Graaf Jan van Nassau heeft beproefd, de eerste bepaalde voorwaarden ingang te doen vinden. Reeds stond vrijheid van godsdienst, vrijheid van recht en vrijheid van uitheemschen druk voorop. De landvoogd Requesens had zich zijnerzijds ten doel gesteld, de breuk te overbruggen en ' t opgestane land den koning terug te brengen. Hij doet daartoe in '74 een voordeelig aanbod. Van Nederlandsche zijde is het Marnix van St. Aldegonde, die, in krijgsgevangenschap geraakt en voor zijn leven bang, de raadgeving onderstreept, om 't hoofd te leggen in den schoot.
Onze verantwoordelijke staatslieden bleven er echter eenstemmig op staan, dat slechts aan vrede te denken viel met de meest krachtige waarborgen voor vrijheid van geweten en van wettelijk recht. Hierop kon niet worden getransigeerd. Anders, zèiden zij, bleef het toch maar slavernij. Het stuitte daarom af. Een ongelijke, bijkans hopelooze strijd werd dus maar doorgezet.
Het stuitte nog weer af, toen, nu in 1575, te Breda in allen vorm een conferentie werd belegd, waar wederzijdsche delegaties handelden over een mogelijken vrede of bestand. De bemiddeling ging van den Duitschen keizer uit. Koningin Elisabeth I deed er het hare toe bij.
links Elisabeth I
rechts James I & VI
Algemeene biddagen gingen onder de onzen vooraf. 't Verlangen was er wèl, - maar wéér springt het overleg af op den eisch: geen uitheemsche autoriteiten blijven in 't land, uitgebreide rechten der staten-generaal, godsdienstvrijheid en onafhankelijke grondwettige gerechtigheden. "Wij kunnen geen vrede sluiten, die met God's eer en 's Lands voorrechten en veiligheid strijdt". De Nederlanders wilden op zichzelven staan.
De Spaansche koning verlangde daarentegen, dat zij onder hèm stonden. Ook zij, die met Requesens samenwerking hadden gezocht, klaagden, dat zelfs hij de gehechtheid der Nederlanders aan hunne oude, afzonderlijke rechten niet begreep. Er werd bij ons een gedenkpenning geslagen: "Securius bellum pace dubia": oorlog is veiliger dan een twijfelachtige vrede.
Bij deze onderhandeling was het ook, dat de eerste instructie voor de Nederlandsche vertegenwoordigers de duidelijke bepaling inhield: "dat alles bij geschrift en in de Nederlandsche tale moest worden gedaan". Geen Latijn meer of Fransch!
Aan de mislukking knoopen zich toch wéér latere onderhandelingen vast. Ook de raadgevingen, die sommige verzoenlijken blijven sturen naar Madrid. De pacificatie van Gent bedoelt het volgende jaar (1576) een nieuwen stap. Daar werden àlle gewesten het eens over de voorwaarden, den Spanjaard gesteld: verwijdering der vreemdelingen, handhaving der privilegiën en een sterke staten-generaal. "Tegen de eeuwige slavernij", gelijk het schrikbeeld bleef.
Met veel tegemoetkomendheid zond de koning zijnen halfbroer Don Juan. Een van weerszijden aangegaan "eeuwig edict" wekte een oogenblik den schijn van ingetreden rust. Doch onder de Noord-Nederlanders gistten achterdocht en onvoldaanheid voort.
De geboden zelfstandigheid dacht hun niet in den grond gemeend en niet voldoende verzekerd ook. En om dien grond der zaak is het den voorouders te doen! Met leege phrasen kunnen zij niet worden afgescheept. Dit zullen wij ook in de onderhandelingen van na 1600 verder zien. Eveneens werden ditmaal zulke waarborgen geëischt, dat de geheele toenadering omsloeg in haar tegendeel, in hernieuwden strijd.
Dan wordt door Spanje Parma met de landvoogdij belast. Ja, als 't aan hèm gelegen had, ware Noord-Nederland waarschijnlijk gepaaid! Hij is de bekwaamste en handigste staatsman der geheele periode geweest. Herhaaldelijk heeft hij duidelijk getoond, het Nederlandsche instinct tot een eigen bestaan krachtens een eigen recht, te begrijpen. Nieuwe onderhandelingen werden op touw gezet. De koning echter steunde Parma niet in zijn beleid, en daardoor de Nederlanders in hun verzet.
Wel komt nog eens, op keizerlijke bemiddeling, te Keulen een congres bijeen. Het is dan 1579. Zes maanden wordt weer over onderwerping gehandeld! Spanje verklaart zich tot concessies bereid. Zelfs dacht de koning toen niet afwijzend over de doorvoering van het aloude Brabantsche recht, dat het volk bevoegd verklaarde, den vorst de gehoorzaamheid te weigeren, wanneer hij' s lands wetten en vrijheden verbrak.
Maar volgens de onzen moest aan hunzélven dan de beoordeeling van dit geval worden toegekend! Al snakten de burgers ook naar vrede, hun voorwaarden van eigen bestuur en eigen bestaan werden strenger volgehouden dan ooit. 't Ging alles aan op de volkómen verzekering van 's lands eigen gezag, zoowel in 't burgerlijke als in den godsdienst. Ten slotte schoot geen hoop meer over en binnenkort viel ook deze vredes handel in duigen.
De Unie van Utrecht beteekent weer een afspraak, om te zamen vast in de voorwaarden te blijven staan. Niet lang daarna zweren dan de Noordelijke gewesten Philips al àf. Zou een krachtiger bewijs van drang tot zelfstandigheid gegeven kunnen zijn?
Citaat uit ons verhaal over De Akte van Verlatinghe:
Omdat de vorst zich niet hield aan zijn inhuldigingsafspraken en zelfs probeerde de door de Staten-Generaal gesteunde Willem van Oranje te vermoorden, gebeurde er iets unieks in die toenmalige wereld, een vorst werd ontheven van zijn beloftes.
Het onderstaande Plakkaat van Verlating / Verlatinghe is in feite de geboorte van het onafhankelijke Nederland, al ging men nog wel tevergeefs op zoek naar een nieuwe landheer, want zonder een landsheer, dat was eigenlijk not done.
Kortom, een revolutionair dokument, dat dus in hedendaags Nederlands een plaatsje op onze site verdiend, bij het lezen ervan moet je echter wel iets van de vaderlandse geschiedenis weten, anders is het misschien niet helemaal te volgen...., maar daar hebben we op onze site genoeg toelichtende verhalen voor: LINK
Plakkaat van Verlating / Verlatinghe
26 Juli 1581
In de Staten-Generaal
26 Juli 1581
De leden van de Staten-Generaal van de Verenigde Nederlanden groeten allen, die dit zullen zien of horen voorlezen, en laten weten:
Het is aan ieder bekend dat een vorst, als dienaar van God, geacht wordt zijn onderdanen te beschermen tegen alle onrecht, overlast en geweld, zoals een herder zijn schapen beschermt. De onderdanen zijn niet door God geschapen om de vorst in alles wat hij beveelt onderdanig te zijn en hem als slaven te dienen. De vorst regeert bij de gratie van zijn onderdanen en moet met recht en reden over hen regeren, hen beschermen en liefhebben zoals een vader zijn kinderen liefheeft en zoals een herder met hart en ziel zijn schapen beschermt. Als een vorst zijn plichten niet nakomt, maar, in plaats van zijn onderdanen te beschermen, hen probeert te onderdrukken als slaven, dan is hij geen vorst, maar een tiran. In dat geval mogen zijn onderdanen, na beraadslaging in de Staten-Generaal, hem afzweren en een andere leider kiezen.
Dit recht hebben zij te meer als ze hun vorst niet met vreedzame middelen van zijn tirannieke neigingen hebben kunnen genezen. In dat geval hebben ze geen andere middelen om hun natuurlijke vrijheid, waarvoor men zich met hart en ziel dient in te zetten, veilig te stellen. Daar van zijn diverse voorbeelden bekend uit andere landen en andere tijden.
In het bijzonder in ons land moeten onderdanen hun eigen vrijheid veiligstellen, aangezien zij hier altijd geregeerd zijn krachtens de eed die door de vorst bij zijn intrede wordt gezworen. De vorst wordt ook beëdigd onder de voorwaarde dat hij uit zijn ambt wordt ontheven in geval van schending van de eed.Robert Dudley
Graaf van Leicester
1532 - 1588
Vooreerst is dan nu van onderhandelen geen sprake meer. Toch wordt van allerlei kant nog weer beproefd, de opstandelingen tot toegeven te brengen. 't Meest ingrijpend is wel de aandrang, die Koningin Elisabeth van Engeland door haar vertrouwensman Leicester ettelijke jaren later uitoefenen liet. Zij verlangde voor de algemeene rust en veiligheid in Europa, dat wij ons schikken zouden. Onderhandelde tot dit doel uitvoerig met Parma, die haar volkómen om den tuin heeft geleid! Hij bereidde machtige aanvallen voor, (LINK) en deed tegelijkertijd honingzoet vredelievend.
Citaat uit ons Armada verhaal:Doch heftig en fel bleef de weigering der onzen, om aan de bespreking deel te nemen, die toen te Ostende plaats had. Vierkant was de taal, waarin wij verklaarden, geen terugkeer mogelijk te zien van den weg der onafhankelijkheid. Meeslepend de aandrang, waarmede gezanten, predikanten en kerkeraden over zee trokken, om bij de koningin te Hamptoncourt op te komen tegen de pressie harerzijds, die tot een bestendiging der onvrije Spaansche overheersching leiden moest. Deze pressie heeft dan ook wederom tot geen resultaat geleid!
Dat was nog niet alles. De transportschepen waren kwetsbare vaartuigen en als Parma ermee in zee wilde gaan zou hij de steun van de marine hard nodig hebben. Kon hij daar op rekenen? Vier oorlogsschepen zouden al mijn boten tot zinken kunnen brengen, schreef hij aan Philips.
Op een gegeven moment ging hij zelfs zo ver dat hij er bij Philips op aandrong een akkoord met Elisabeth I te sluiten, de operatie af te gelasten en een eind te maken aan de misere en rampspoed in de Nederlanden. Dat zou beter zijn dan de Armada in zoo'n avontuur te storten, aldus Parma.
Het gedrag van Parma is nog steeds een van de grote raadsels in de geschiedenis van de Armada. Het is waar dat de generaal met een aantal lastige problemen werd geconfronteerd, maar misschien had hij ze, met al de vindingrijkheid en energie waarom hij bekend stond, wel kunnen overwinnen. Niemand weet het.
Er begonnen echter geruchten te circuleren: de generaal zou bij Philips in ongenade zijn gevallen; hem zou de troon van Engeland zijn beloofd en die belofte zou weer zijn ingetrokken.
Een ander gerucht wilde dat de generaal werkte aan een geheime overeenkomst met Elizabeth I, een overeenkomst die hem tot koning van een onafhankelijk Nederland zou maken. Maar nogmaals, wie zal het zeggen? Er zijn geen bewijzen voor.
En natuurlijk had Parma een gegronde reden voor zijn terughoudendheid. Het invasieplan vertoonde immers een ernstige tactische misrekening: de uiterst belangrijke ontmoeting van de Armada met de troepenschepen van Parma was onuitvoerbaar :
Telkens wanneer Parma op de kade van Duinkerken stond en over de zee uitkeek, drong deze conclusie tot Parma op. Aan de overkant van het verraderlijke doolhof van ondiepten en zandbanken dat zich vanaf de kust uitstrekte en hier en daar wel zoo'n 12 mijl breed was, kon Parma voortdurend vijandelijke zeilschepen zien voorbij komen. Soms waren het de zeilen van Engelsen, maar meestal behoorden ze toe aan de vlieboten van de Hollanders en Zeeuwen die heel effektief de Vlaamse kust blokkerden.
Als de logge, diepliggende galjoenen van de Armada zouden proberen de vlieboten tussen de zandbanken te achtervolgen, zouden ze zoo'n 10 mijl uit de kust al aan de grond lopen.
Maar hoe zou Parma zonder hun steun door de hardnekkige blokkade van de Hollanders en Zeeuwen heen kunnen breken om zijn schepen voor de geplande ontmoeting midden op Het Kanaal te krijgen?
Steeds opnieuw had Parma het probleem in zijn rapporten aan Philips II uiteengezet. De Armada moest zijn eigen eskader vlieboten meenemen om hem bij het uitvaren te dekken. Het was kennelijk tegen dovemansoren gezegd. Na verloop van tijd begon Parma bij het lezen van de sporadische berichten van Medina Sidonia, te vermoeden dat de boodschap ook niet tot de admiraal was doorgedrongen.
En wanneer in de volgende jaren de mogendheden, waarvan wij steun verwachtten: Frankrijk, Engeland, de Duitsche vorsten, van hun kant zèlf weer vrede sluiten met Spanje, en van de Nederlanders verlangen, dat zij 't eveneens zullen doen, weigeren wij als immer, den strijd op te geven, mits. . .. Dit "mits" is het punt, waarom wij ook de onderhandelingen over het Twaalfjarig Bestand zullen zien gevoerd.
Nog verder blijft de grondtekst dezelfde. 1592: nog meer keizerlijke bemiddeling. 1594: voorstellen van den landvoogd Ernst van Oostenrijk, uit Brussel. 1595: eene bezending van Zuid-Nederlandsche heeren tot Prins Maurits, om hem tot aansluiting te bewegen. 1597: de koning van Denemarken doet zijn best, om te bemiddelen. In 1598 wordt de Leidsche koopman Daniël van der Meulen met een zoet lijntje naar Antwerpen getroond, en komt terug met de boodschap, dat men ginds naar vrede snakt. Wij mochten volstaan met tezamen met de Zuidelijke gewesten een eigen vorstelijk bestuur te erkennen. Ons bewuste "mits" . . . . wordt echter ten duidelijkste uitgedrukt in het antwoord, hem door de statenregeering gegeven: "zij vond te veel smaaks in de pas verkregen vrijheid, dan dat zij zich, zelfs al stond men haar àlles toe, zouden willen begeven onder vreemde heerschappij".
In 1600 nog eens een vruchtelooze samenkomst van gedeputeerden uit het Noorden en uit het Zuiden, te Bergen op Zoom. Zoo blijft het ook, als in 1599 of 1604 de Duitsche keizer, in 1606 Koning James I & VI van Engeland en Schotland vermanen tot aanvaarding van dat afzonderlijke bewind. Wij noemen dat: "Spaansche schijn" .
Dit immers was de laatste uitvlucht van de regeering te Madrid geworden: de koning droeg z'n Nederlanden over aan een in den vorm eigen en afzonderlijk vorstenbestuur, - bij wijze van schenking aan zijne dochter en haren man,'t aartshertogelijk echtpaar Albertus en Isabella. Daartoe werden in 1598 de plechtige akten gepasseerd. Die beloofden ook onzen gewesten een band, los van de Spaansche heerschappij.
Doch wij wilden ook niet met dezen schijn zijn afgescheept! Namen de overheveling van Madrid naar Brussel niet eens voor betrouwbaar aan. Allerlei bijzondere en geheime bepalingen deden ons verstaan, dat het in waarheid niet zou wezen" vrij en los".
Ons land zou toch weer, betuigden de Staten-Generaal, gehouden worden voor een Spaansch leen of achterleen. Het antwoord op de vraag tot onderwerping was dan ook, dat het eenige middel, om zich van de Spanjaarden te bevrijden, lag in de voortzetting van den krijg met alle macht.
In dezen krijg stond toen ons kleine land alleen, en er moeilijk voor. De groote mogendheden maakten vrede of hielden zich neutraal. Van alle kanten klonk het om ons heen, dat wij aanvaarden moesten wat te krijgen was!
Hier begint het dramatische eindtafereel van onze stof. Met klimmende spanning en bewondering maken wij nu de verschillende verdere bedrijven mee. Weldra breken de onderhandelingen aan omtrent het Twaalfjarig Bestand, waardoor de zelfstandigheid tegenover Spanje in klemmende woorden zal worden uitgedrukt.
Hetzelfde tijdvak strekte, om ons geheel los te wikkelen naar èlken anderen kant.
Geldschuld aan Engeland?
Zal worden afgedaan.
Het Engelsche gezag over de pandsteden Vlissingen, Den Briel en Rammekens ?
Gelost.
Zeggenschap van vreemdelingen in den Raad van State?
Tot een eind gebracht.
Bij Keizer en Rijk bestaat geen aanspraak meer op suprematie.
En Frankrijk, dat zoo ijverig trachtte de macht en 't zeggenschap te krijgen, zag het Bestand gesloten zonder iets wat daartoe houvast gaf. 't Is de verdienste van Prins Maurits geweest, dit net te hebben verstoord.
Ruim 2 eeuwen later, zou een stad als Vlissingen, weer gedwongen worden overgedaan aan een vreemde mogendheid:
Citaat uit ons verhaal
Het verschil tussen Napoleon I, Lodewijk Napoleon en Napoleon III, maar ook over de Berezina, Saksen, de Krim Oorlog, de Frans-Duitse oorlog van 1870 en nog wat meer
o.m. over de overdracht van Vlissingen aan Frankrijk:
Op 11 November 1807 werd Lodewijk Napoleon het verdrag van Fontainebleau opgedrongen, waarbij als compensatie voor Vlissingen Oost-Friesland aan zijn Koninkrijk Holland werd toegevoegd.
In een volgend verhaal laten we dezelfde schrijver uit WOII aan het woord over de uiteindelijke tekst onderhandelingen t.b.v. het Twaalfjarig Bestand. Klik maar gauw HIER
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|