(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
De vrouwen van Maarten Harpertszoon Tromp, begraven in de St. Laurenskerk van Rotterdam, verdienen op onze Rotterdam site natuurlijk een bijzondere plek en natuurlijk komen we ooit nog eens uitgebreider terug op Maarten Harpertszoon Tromp. We volstaan nu met een samenvatting waarin o.m. aandacht voor de tragische huwelijken van Maarten Harpertszoon Tromp.
Op 23 april 1598, 26 jaar na de verovering van Den Briel door de Watergeuzen, werd Maarten Harpertszoon Tromp in Den Briel geboren. Maarten Harpertszoon Tromp was het eerste kind van Harpert Tromp en Jannetgen Barentsd., die later nog drie dochters kregen. Het is heel goed mogelijk dat hij op straat met Witte de With heeft gespeeld, eveneens een Briellenaar, en slechts een jaar ouder.Witte Corneliszn de With is ook een bekende uit de geschiedenis van de WIC.
Witte Cornelisz de With (hij leefde van 1599 tot 1658) was Admiraal van de vloot naast iemand als Michiel de Ruyter. Witte de With sneuvelde in de oorlog tegen Zweden, dat Denemarken wilde veroveren, in de Slag in de Sont. Een strategische doorgang naar de Oostzee, de Staten-Generaal wilde absoluut niet dat de beide oevers van de Sont in handen van de Zweden kwamen, Witte de With heeft dit inderdaad voorkomen, maar sneuvelde hierbij op 8 November 1658.
Witte de With
Witte Corneliszn de With was ook bevelhebber van een gammele vloot die in 1649 namens de WIC bij Rio de Janeiro een aantal suikerschepen wilde kapen. Die gammele vloot en een muiterij dwong hem terug te keren naar Recife, tegen de wil in van de WIC ging Witte Corneliszn de With zelfs weer terug naar de Republiek. Daar werd hij door de Staten-Generaal aangeklaagd wegens insubordinatie....., maar werd vervolgens vrijgesproken, want men had Witte Corneliszn de With te hard nodig....
In 1606 verhuisde het gezin Tromp naar Rotterdam. Nog maar acht jaar oud voer Maarten Harpertszoon Tromp als scheepsjongen op het oorlogsschip van zijn vader. In 1607 was Maarten Harpertszoon Tromp deelnemer aan de expeditie van de vloot van Jacob van Heemskerck naar Gibraltar. Admiraal van Heemskerck was een beroemd man: met Willem Barentsz. had hij overwinterd op Nova Zembla. De expeditie tegen de Spanjaarden was een succes, in de haven van Gibraltar werd een Spaanse vloot vernietigd. Van Heemskerck sneuvelde tijdens dat gevecht.
In 1609 deden vader en zoon Tromp mee aan tochten tegen kapers in Het Kanaal en op de Noordzee, onder commando van plaatsgenoot Lambrecht Heyndricx. Toen het Twaalfjarig Bestand werd afgekondigd verwisselden de Trompen de oorlogsvloot van Moy Lambert Hendriksz. voor de koopvaardij.
Citaat uit ons St. Laurenskerk verhaal :
Zoo werden er begraven Aert van Nes, rechterhand van De Ruyter, Cornelis Matelieff de Jonge, een der grondleggers van het Nederlandsch bewind in Insulinde, overwinnaar der Portugeezen en later burgemeester van Rotterdam, Jacob van Heemskerck, Moy Lambert Hendriksz., Witte de With en Johan van Brakel, evenals de vrouw van Piet Heyn.
In 1610 voeren vader en zoon Tromp naar Guinee. Ter hoogte van Kaap Verde raakte het Hollandse schip slaags met een pirateneskader van zeven schepen onder aanvoering van een Engelse vrijbuiter, Easton. Easton had als thuishaven Saleh, een berucht piratennest in West-Marokko. Ondanks fel verzet waren de Hollanders niet opgewassen tegen de zeerovers.
Toen Harpert Tromp door een kanonskogel gedood werd, gaf de bemanning zich gewonnen. Maarten Harpertszoon Tromp verloor op deze reis niet alleen zijn vader, maar werd bovendien gevangengenomen en als slaaf meegevoerd. Twee jaar lang moest Maarten Harpertszoon Tromp in Afrika blijven. Maarten Harpertszoon Tromp heeft zich later nauwelijks over die moeilijke periode geuit, die ongetwijfeld van grote invloed is geweest op zijn karakter. Volgens Tromps grafredenaar in 1653 liet Easton de jonge Tromp vrij, omdat de zatheid van de zee en van het roven hem bevangen had.
Terug in het vaderland werd Maarten Harpertszoon Tromp timmermansjongen op een Rotterdamse werf. De zee bleef echter trekken en na korte tijd voer hij met schipper Cornelis Cornelisz. de Haes, zijn latere schoonvader, naar Rouen. In 1617 treffen we hem weer aan op de vloot van Moy Lambert Hendriksz., ditmaal als kwartiermeester.
Maarten Harpertszoon Tromp maakte de weinig succesvolle gevechten tegen de piraten van Algiers en Tunis mee. Het leverde hem een bevordering tot stuurman op.
Het leven aan boord van de oorlogsvloot beviel kennelijk toch niet zo goed, in mei 1619 nam Maarten Harpertszoon Tromp ontslag en monsterde wederom op een koopvaardijschip. Hij koos voor een Straatvaarder, een schip dat handelstochten maakte naar de Middellandse Zee, door de Straat van Gibraltar.
De handel bracht echter opnieuw geen geluk: in 1621 werd hij voor de tweede keer gevangengenomen, ditmaal door Tunesische piraten. Tunesië was een onderdeel van het Turkse rijk en werd bestuurd door een hoge ambtenaar: de Bei of Bey genoemd, een Turks woord voor heer. De Bei van Tunis kwam er snel achter dat Tromp een voortreffelijk zeeman was en bood hem een hoge positie op zijn vloot aan. Tromp had de moed het mooie aanbod naast zich neer te leggen. De Bei was zo verbaasd over de weigering dat hij Tromp vrijliet. De gevangenschap had nauwelijks een jaar geduurd.
In de rest van zijn leven liet Tromp zich niet meer in de Middellandse Zee zien......
In 1622 was Maarten Harpertszoon Tromp dus weer terug in de Republiek. Hij trad voor de derde keer 'in 's lands dienst', ditmaal als luitenant op de oorlogsvloot, onder schipper Cornelis Cornelisz. de Bagijn. Het schip van De Bagijn moest de haringvloot van de Republiek beschermen tegen aanvallen van de Duinkerkers. Vanaf deze tijd werd Tromp in toenemende mate met de Duinkerker kapers geconfronteerd. Tot 1646 was dat een belangrijke rode draad in zijn loopbaan.
Citaat uit ons zeerovers verhaal en uiteraard komen we er nog een keer uitgebreider op terug, op Maarten Harpertsz. Tromp en Duinkerken:Op 7 mei 1624 trouwde Maarten Harpertsz. Tromp in zijn geboortestad met de Brielse Dignom Comelisdochter de Haes, de dochter van zijn vroegere schipper. Maarten Harpertsz. Tromp kreeg een eigen commando in de strijd tegen de Duinkerkers. Op 6 juni 1624 benoemde prins Maurits Maarten Harpertsz. Tromp tot kapitein van het schip St. Antonius met een bemanning van veertig koppen. Het schip behoorde tot de Admiraliteyt van de Maze.
Direkt na het 12-jarig bestand vielen honderden schepen in handen van de Duinkerkers. Pas o.l.v. de uit Rotterdam afkomstige Maarten Harpertsz. Tromp lukte het, om samen met de Fransen, in 1646 Duinkerken te veroveren, Maarten Harpertsz. Tromp blokkeerde de haven, de Fransen belegerden Duinkerken vanaf het land:
Het droevig afscheid van Don de Calabassa uit Duinkerken naar Spanje
na de verovering van Duinkerken door Frankrijk en de zee-blokkade door Maarten Harpertsz. Tromp
1646
Maar tijdens de oorlogen rondom het rampjaar werden vanuit Duinkerken weer kapers uitgezonden, nu met Franse kapersbrieven ondertekend door Lodewijk XIV.
De Zonnekoning Lodewijk XIV
Bij de Duinkerker kapers deden ook veel Nederlander mee of andersom, Duinkerkers die in dienst van de Nederlanders waren geweest, zoals de in 1650 in Duinkerken geboren Jan Bart of zoals de Fransen hem noemen Jean Bart.
Jean Bart
1650 - 1702
Jean Bart heeft onder Michiel de Ruyter (ooit ook begonnen als kaper in dienst van de Zeeuwse broers Adriaan en Cornelis Lampsins) de beroemde tocht naar de ketting van Chatham meegemaakt, maar koos erna toch voor de Fransen.
Citaat uit ons Schotland verhaal:
Engeland had ooit The Act of Navigation afgekondigd, die inhielt dat goederen alleen naar Engelse havens getransporteerd mochten worden door Engelse schepen. Alleen indien aangetoond kon worden dat de goederen geproduceerd waren in de Republiek, mocht een Hollands schip de goederen komen brengen, maar het bewijsmateriaal werd slechts mondjesmaat geaccepteerd en tegengewerkt. De hoofdreden voor de Engels-Hollandse oorlogen in de 17e eeuw, met in 1666 de beroemde tocht van Michiel de Ruyter dwars door de ketting bij Chatham over de Theems richting Londen.
Op den 22sten zeilden we de Rivier van Chatham op, die bij 't voornoemde fort zijn oorsprong neemt, alwaar de grootste Koningsschepen wierden gelegd en 't geschut daar in gedaan, als zij tot voor 't gezeide fort afgedreven zijn. De voornoemde rivier loopt zeer krom zo dat men het halve kompas moet omzeilen om ontrent Chatham te komen, zij is op veel plaatsen ten aanzien van haar bekwame diepte niet veel breder dan de Rotterdamse Schie, dies wij ook de lichtste fregatten gebruikten om daar in te zeilen, tot 17 in 't getal.
De Engelsen hadden de rivier gestopt met zeven brandschepen die allen overdwars gezonken lagen. Indien zij er nog een hadden doen zinken, wij zouden de rivier niet hebben kunnen opzeilen want het gat tussen het land en de gezonken wrakken niet wijder was als de Haagse vaart waarop ik lachende zei (ziende veel Engelse paarden gaan weiden) laten wij jachtschuiten van de schepen maken ende dezelve van de paarden doen doortrekken.
Het gat gepasseerd zijnde vonden wij grote blokken houts, met ankers in de grond vast gemaakt, en daar aan kettingen die omtrent drie à vier voet in 't water gezonken lagen. Aldaar hadden de Engelsen een klein batterijtje gemaakt, waar vandaan zij met zes à zeven stukken op ons flankeerden, doch wij daarvan meester geworden zijnde, maakten de kettingen los ende schoten dezelve aan stukken.
Op dien dag verbranden wij drie koningsschepen en namen er twee, waaronder de Royal Charles, het sterkste schip van heel Engeland.
Den 23sten wierden drie van de lichtste fregatten, met negen branders, geordonneert de andere drie koningsschepen, die onder het kasteel van Chatham lagen, te verbranden, hetgeen de branders (terwijl de gezeilde fregatten tegen het kasteel ageerden) gelukkelijk effectueerden. Aldaar lagen de Royal James, de Royal Londen en de Royal Oak.
Deze drie schepen waren weinig of niet minder dan de Royal Charles. U. Ed. kan dan oordelen wat een schrikkelijke brand dat het zelve moet geweest zijn. Doenmaals was ik met de opperhoofden van 's lands vloot op de genomen Royal Charles gegaan en zagen uit dat Koninklijk schip de koninklijke schade met vermaak aan.
De overgave van de Royal Charles (rechts) aan de Ruyter (links)
het achtergedeelte van het schip (spiegel) kun je nog steeds bewonderen in het Rijksmuseum
Maarten Harpertszoon Tromp
Aanvankelijk zou Maarten Harpertsz. Tromp het commando gaan voeren over een nieuw schip van de Admiraliteyt van de Maze, De Swarte Leeuw.
Uiteindelijk zag Maarten Harpertsz. Tromp ervan af en verliet op 30 mei 1634 vrijwillig de dienst. De dood van zijn vrouw in Rotterdam had Maarten Harpertsz. Tromp zwaar getroffen....
Maarten Harpertsz. Tromp was als weduwnaar met drie jonge kinderen achtergebleven. Op 26 januari 1634 liet Maarten Harpertsz. Tromp bij de Brielse notaris voor de zekerheid ook vast zijn testament opmaken. Zijn oudste zoon kreeg de gouden keten met gedenkpenning, uitgereikt wegens de moed betoond op de dag dat Piet Heyn sneuvelde tegen de Duinkerkers. (komen we ook nog een keer op terug)
De Brielse burgemeester werd als voogd voor de kinderen aangewezen. Maarten Harpertsz. Tromp moeder en zusters kregen ieder een legaat van jaarlijks tweehonderd carolus guldens.
Citaat uit ons Geschiedenis van het Nederlandse geld verhaal:Voor de Brielse wezen en armen werd vierhonderd gulden apart gezet. Maarten Harpertsz. Tromp vroeg ten slotte voor zichzelf een 'christelijke begrafenis' aan de zijde van zijn vrouw in de Sint Laurenskerk van Rotterdam.
![]()
De beroemde Carolus gulden
natuurlijk met het portret van de vader van Philips II, Karel V
1548
Karel V
Philips II wilde graag een mausoleum bouwen voor zijn vader, Karel V. Het ontwerp moest de grootsheid van zijn Rijk symboliseren en natuurlijk zijn Katholieke vroomheid benadrukken.LINK
1555
Karel V, leunend op Willem van Oranje, doet afstand van de regering
links zoon Philips II
in het midden, de zuster van Karel V, Landvoogdes Maria
LINK
Vanzelfsprekend hebben we op onze site meerdere verhalen waar Philips II in voorkomt en uiteraard heeft Aad het nooit over Filips II, die man heette immers Philips, dat bekende bedrijf heet toch ook zoo....
De laatste "Nederlandse" munt met het portret van Philips II
De eerste "Nederlandse" munt met het portret van Willem van Oranje
De laatste Nederlandse munt met het portret van Willem van Oranje
Ook voor Maarten Harpertsz. Tromp ging het leven weer verder. Maarten Harpertsz. Tromp was een aantrekkelijke partij en zijn kinderen hadden een moeder nodig, want Maarten Harpertsz. Tromp was natuurlijk nauwelijks thuis, in het huis aan de Leuvehaven. Op 27 augustus 1634 werd in Rotterdam van de kansel van de St. Laurenskerk Maarten Harpertsz. Tromp voornemen kenbaar gemaakt in het huwelijk te treden met Alyth Jacobsdochter Arkenboudt, de 32-jarige dochter van een schepen uit Den Briel. De welgestelde bruid was erfgename van zelfs twee huizen.
Een paar later, in 1639, moest Maarten Harpertsz. Tromp weer om speciaal verlof vragen:
het de Heere God heeft behaagd, mijn zalige huisvrouw tot zich te nemen; Daarom vraag ik aan Uwe Hoogmogenden toestemming haar lichaam ter aarde te bestellen en haar zaken naar behoren af te wikkelen.
De twee vrouwen van Maarten Harpertsz. Tromp werden begraven in de St. Laurenskerk van Rotterdam
Hier leit begraven
Aeltgen Jacobs van
Arckenboudt de tweede
huisvrouw van den Ed. Heer
Maerten Harperszn
Tromp Admiraal over
Hollandt ende West-
Vrieslandt is gestorven
en
op den 13 April Anno
1639 oudt sijnde 36 jare
Hier leidt begraven
Dingnom Cornelis D'
huisvrouw van Capitein
Maerten Harperszn
van der Tromp starf
den 20en November Anno
1633 oudt 34 jaren
Maarten Harpertsz. Tromp sneuvelde in de Slag bij Ter Heide op 10 Augustus 1653. Zijn waarschijnlijk apocriefe laatste woorden waren:Vanuit Den Helder werd het lichaam van Maarten Harpertsz. Tromp via het strand, dus langs de zee, overgebracht naar Den Haag en ondanks zijn persoonlijke wens werd Maarten Harpertsz. Tromp NIET in Rotterdam naast zijn 2 vrouwen begraven in de St. Laurenskerk, maar in de Oude Kerk van Delft, waar dan ook een groot praalgraf werd opgericht, waarover het volgende wordt gezegd:
Ick heb gedaen, houdt goeden moed
Heer, weest mij en dit arme volk genadigh
Aan de noordzijde van het koor is het praalgraf opgericht ter nagedachtenis aan Maarten Harpertszoon Tromp. Het monument voor de in het harnas gestorven admiraal is zeer rijk uitgevoerd. De Amsterdamse bouwmeester Jacob van Campen ontwierp het.
Op een witmarmeren plaat, in het midden van het voetstuk, is in perspectief en met oog voor detail de zeeslag uitgebeeld die Maarten Harpertszoon Tromp het leven kostte. Maarten Harpertszoon Trompis vereeuwigd in volle wapenuitrusting. Maarten Harpertszoon Tromp's hoofd rust op een scheepskanon, het lichaam strekt zich uit over het roer van een schip.
Detail van de graftombe van Maarten Harpertszoon Tromp
Op de zware witmarmeren lijst, rustend op pilasters en zuilen, is het wapen van Maarten Harpertszoon Tromp aangebracht.
Koning Lodewijk XIII van Frankrijk schonk Maarten Harpertszoon Tromp dat naar aanleiding van de overwinning op de Spaanse vloot bij Duins, in 1637.
Karel I, koning van Engeland, schonk de twee griffioenen die het wapen flankeren.
Het graf kostte de Verenigde Nederlanden destijds Eur 4.538,-.
Cornelis Tromp, de zoon van Maarten Harpertszoon Tromp
Cornelis Tromp werkte samen met Michiel de Ruyter, al kregen ze wel een keer ruzie
Stadhouder Willem III moest er aan te pas komen
om Cornelis Tromp en Michiel de Ruyter weer te verzoenen
en dat alles midden in de rampjaar periode...
LINK
Ook hier komen we nog een keer op terug...
We kregen de volgende reaktie van Roel Verheij:
Ik ben bezig geweest met Tromp i.v.m. een stamboomonderzoek:
http:// www.teele.nl/familienamenonline/tromp/
Hieruit blijkt dat er meer vrouwen van Maerten Tromp zijn:
In het testament van 23-2-1644 is Maarten gehuwd met Cornelia Berckhout en worden de twee eerdere huwelijken vermeld met Digna Cornelisdochter en Aeltgen Jacobsdochter.
Klik hier voor de overige verhalen op onze site over de St. Laurenskerk van Rotterdam |
---|
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|