Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De vrouwen van Maarten Harpertszoon Tromp werden begraven in de St. Laurenskerk van Rotterdam

De vrouwen van Maarten Harpertszoon Tromp, begraven in de St. Laurenskerk van Rotterdam, verdienen op onze Rotterdam site natuurlijk een bijzondere plek en natuurlijk komen we ooit nog eens uitgebreider terug op Maarten Harpertszoon Tromp. We volstaan nu met een samenvatting waarin o.m. aandacht voor de tragische huwelijken van Maarten Harpertszoon Tromp.

Op 23 april 1598, 26 jaar na de verovering van Den Briel door de Watergeuzen, werd Maarten Harpertszoon Tromp in Den Briel geboren. Maarten Harpertszoon Tromp was het eerste kind van Harpert Tromp en Jannetgen Barentsd., die later nog drie dochters kregen. Het is heel goed mogelijk dat hij op straat met Witte de With heeft gespeeld, eveneens een Briellenaar, en slechts een jaar ouder.

Witte Corneliszn de With is ook een bekende uit de geschiedenis van de WIC.
Witte Corneliszn de With was ook bevelhebber van een gammele vloot die in 1649 namens de WIC bij Rio de Janeiro een aantal suikerschepen wilde kapen. Die gammele vloot en een muiterij dwong hem terug te keren naar Recife, tegen de wil in van de WIC ging Witte Corneliszn de With zelfs weer terug naar de Republiek. Daar werd hij door de Staten-Generaal aangeklaagd wegens insubordinatie....., maar werd vervolgens vrijgesproken, want men had Witte Corneliszn de With te hard nodig....
In 1606 verhuisde het gezin Tromp naar Rotterdam. Nog maar acht jaar oud voer Maarten Harpertszoon Tromp als scheepsjongen op het oorlogsschip van zijn vader. In 1607 was Maarten Harpertszoon Tromp deelnemer aan de expeditie van de vloot van Jacob van Heemskerck naar Gibraltar. Admiraal van Heemskerck was een beroemd man: met Willem Barentsz. had hij overwinterd op Nova Zembla. De expeditie tegen de Spanjaarden was een succes, in de haven van Gibraltar werd een Spaanse vloot vernietigd. Van Heemskerck sneuvelde tijdens dat gevecht.

In 1609 deden vader en zoon Tromp mee aan tochten tegen kapers in Het Kanaal en op de Noordzee, onder commando van plaatsgenoot Lambrecht Heyndricx. Toen het Twaalfjarig Bestand werd afgekon­digd verwisselden de Trompen de oorlogsvloot van Moy Lambert Hendriksz. voor de koopvaardij.

Citaat uit ons St. Laurenskerk verhaal :

herdenkingsmedaille Piet Heyn

In 1610 voeren vader en zoon Tromp naar Guinee. Ter hoogte van Kaap Verde raakte het Hollandse schip slaags met een pirateneskader van zeven schepen onder aanvoering van een Engelse vrijbuiter, Easton. Easton had als thuishaven Saleh, een berucht piratennest in West-Marokko. Ondanks fel verzet waren de Hollanders niet opgewas­sen tegen de zeerovers.

Toen Harpert Tromp door een kanonskogel gedood werd, gaf de bemanning zich gewonnen. Maarten Harpertszoon Tromp verloor op deze reis niet alleen zijn vader, maar werd bovendien gevangengeno­men en als slaaf meegevoerd. Twee jaar lang moest Maarten Harpertszoon Tromp in Afrika blijven. Maarten Harpertszoon Tromp heeft zich later nauwelijks over die moeilijke periode geuit, die ongetwijfeld van grote invloed is geweest op zijn karakter. Volgens Tromps grafredenaar in 1653 liet Easton de jonge Tromp vrij, omdat de zatheid van de zee en van het roven hem bevangen had.

Terug in het vaderland werd Maarten Harpertszoon Tromp timmermansjongen op een Rotter­damse werf. De zee bleef echter trekken en na korte tijd voer hij met schipper Cornelis Cornelisz. de Haes, zijn latere schoonvader, naar Rouen. In 1617 treffen we hem weer aan op de vloot van Moy Lambert Hendriksz., ditmaal als kwartiermeester.

Maarten Harpertszoon Tromp maakte de weinig succesvolle gevechten tegen de piraten van Algiers en Tunis mee. Het leverde hem een bevordering tot stuurman op.
Het leven aan boord van de oorlogsvloot beviel kennelijk toch niet zo goed, in mei 1619 nam Maarten Harpertszoon Tromp ontslag en monsterde wederom op een koopvaardijschip. Hij koos voor een Straatvaarder, een schip dat handelstochten maakte naar de Middellandse Zee, door de Straat van Gibraltar.
De handel bracht echter opnieuw geen geluk: in 1621 werd hij voor de tweede keer gevangengenomen, ditmaal door Tunesische piraten. Tunesië was een onderdeel van het Turkse rijk en werd be­stuurd door een hoge ambtenaar: de Bei of Bey genoemd, een Turks woord voor heer. De Bei van Tunis kwam er snel achter dat Tromp een voortreffelijk zeeman was en bood hem een hoge positie op zijn vloot aan. Tromp had de moed het mooie aanbod naast zich neer te leggen. De Bei was zo verbaasd over de weigering dat hij Tromp vrijliet. De gevangenschap had nauwelijks een jaar geduurd.

In de rest van zijn leven liet Tromp zich niet meer in de Middellandse Zee zien......

In 1622 was Maarten Harpertszoon Tromp dus weer terug in de Republiek. Hij trad voor de derde keer 'in 's lands dienst', ditmaal als luitenant op de oorlogsvloot, onder schipper Cornelis Cornelisz. de Bagijn. Het schip van De Bagijn moest de haringvloot van de Republiek beschermen tegen aanvallen van de Duinkerkers. Vanaf deze tijd werd Tromp in toenemende mate met de Duinkerker kapers geconfronteerd. Tot 1646 was dat een belangrijke rode draad in zijn loopbaan.

Citaat uit ons zeerovers verhaal en uiteraard komen we er nog een keer uitgebreider op terug, op Maarten Harpertsz. Tromp en Duinkerken:

Op 7 mei 1624 trouwde Maarten Harpertsz. Tromp in zijn geboortestad met de Brielse Dignom Come­lisdochter de Haes, de dochter van zijn vroegere schipper. Maarten Harpertsz. Tromp kreeg een eigen commando in de strijd tegen de Duinkerkers. Op 6 juni 1624 benoemde prins Maurits Maarten Harpertsz. Tromp tot kapitein van het schip St. Antonius met een bemanning van veertig koppen. Het schip behoorde tot de Admiraliteyt van de Maze.

tromppt

­
Maarten Harpertszoon Tromp

Aanvankelijk zou Maarten Harpertsz. Tromp het commando gaan voeren over een nieuw schip van de Admiraliteyt van de Maze, De Swarte Leeuw.
Uiteindelijk zag Maarten Harpertsz. Tromp ervan af en verliet op 30 mei 1634 vrijwillig de dienst. De dood van zijn vrouw in Rotterdam had Maarten Harpertsz. Tromp zwaar getroffen....

Maarten Harpertsz. Tromp was als weduwnaar met drie jonge kinderen achtergebleven. Op 26 januari 1634 liet Maarten Harpertsz. Tromp bij de Brielse notaris voor de zekerheid ook vast zijn testament opmaken. Zijn oudste zoon kreeg de gouden keten met gedenkpenning, uitgereikt wegens de moed betoond op de dag dat Piet Heyn sneuvelde tegen de Duinkerkers. (komen we ook nog een keer op terug)
De Brielse burge­meester werd als voogd voor de kinderen aangewezen. Maarten Harpertsz. Tromp moe­der en zusters kregen ieder een legaat van jaarlijks tweehonderd caro­lus guldens.

Citaat uit ons Geschiedenis van het Nederlandse geld verhaal:

Voor de Brielse wezen en armen werd vierhonderd gulden apart gezet. Maarten Harpertsz. Tromp vroeg ten slotte voor zichzelf een 'christelijke begra­fenis' aan de zijde van zijn vrouw in de Sint Laurenskerk van Rotterdam.

Ook voor Maarten Harpertsz. Tromp ging het leven weer verder. Maarten Harpertsz. Tromp was een aantrekkelijke partij en zijn kinderen hadden een moeder nodig, want Maarten Harpertsz. Tromp was natuurlijk nauwelijks thuis, in het huis aan de Leuvehaven. Op 27 augustus 1634 werd in Rotterdam van de kansel van de St. Laurenskerk Maarten Harpertsz. Tromp voornemen kenbaar gemaakt in het huwelijk te treden met Alyth Jacobsdochter Arkenboudt, de 32-jarige dochter van een schepen uit Den Briel. De welgestelde bruid was erfgename van zelfs twee huizen.

Een paar later, in 1639, moest Maarten Harpertsz. Tromp weer om speciaal verlof vragen:


Maarten Harpertsz. Tromp sneuvelde in de Slag bij Ter Heide op 10 Augustus 1653. Zijn waarschijnlijk apocriefe laatste woorden waren:

Vanuit Den Helder werd het lichaam van Maarten Harpertsz. Tromp via het strand, dus langs de zee, overgebracht naar Den Haag en ondanks zijn persoonlijke wens werd Maarten Harpertsz. Tromp NIET in Rotterdam naast zijn 2 vrouwen begraven in de St. Laurenskerk, maar in de Oude Kerk van Delft, waar dan ook een groot praalgraf werd opgericht, waarover het volgende wordt gezegd:


Ook hier komen we nog een keer op terug...




We kregen de volgende reaktie van Roel Verheij:

Ik ben bezig geweest met Tromp i.v.m. een stamboomonderzoek:

http:// www.teele.nl/familienamenonline/tromp/

Hieruit blijkt dat er meer vrouwen van Maerten Tromp zijn:

In het testament van 23-2-1644 is Maarten gehuwd met Cornelia Berckhout en worden de twee eerdere huwelijken vermeld met Digna Cornelisdochter en Aeltgen Jacobsdochter.





Klik hier voor de overige verhalen op onze site over de St. Laurenskerk van Rotterdam





Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

19 November 2005