Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De geschiedenis van de Abdij en het Kasteel van Egmond

abdijkasteelegmondpt

De Abdij en het Kasteel van Egmond

Zowel de Abdij als het Kasteel van Egmond hebben hun rol gespeeld, en misschien nog wel, in de geschiedenis van het Graafschap Holland. Vandaar dit verhaal over de Abdij en het Kasteel van Egmond.

Via onze Search Engine eerst even gezocht, wat we al hadden op onze site over de Abdij en het Kasteel van Egmond:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Egmond en klik op ENTER




Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00





Graven van Holland en Rotterdam

Westfriese of Hollandse Huis

nederl10eeuw

Vanaf eind 7e eeuw werd Nederland vanuit het huidige Groot-Brittannië en Ierland gekerstend. U heeft misschien wel eens gehoord hoe het in 754 afliep met Bonifacius bij Dokkum? Bonifacius werd bij Dokkum door de Friezen vermoord. Zo'n 50 jaar eerder was de leermeester van Bonifacius, een zekere Willibrord hier in Utrecht ook al verjaagd door de Friezen. Desondanks is Willibrord de geschiedenis ingegaan als de 1e Bisschop van Utrecht en dus ook van Nederland, dankzij Willibrord groeide Utrecht uit tot het kerkelijk centrum van Nederland. Om u gerust te stellen, Willibrord werd niet vermoord en ligt vredig begraven in Echternach.

abdijkerkegmpr

Restanten van de St. Adelbert Abdij van Egmond



Beroemde namen van kerken en kloosters in Utrecht zijn bijv. de nog steeds bestaande St. Maartenskerk, in de wandeling de Dom van Utrecht genoemd. Dankzij de monniken van de St. Paulus Abdij van Utrecht en monniken uit o.m. de abdijen van Rijnsburg en Egmond, kunnen we nu met droge voeten door de Randstad lopen. Monniken zijn er, net als in de grootste middeleeuwse stad van Europa, Parijs, in geslaagd om dijken en dus een waterbeheerssysteem aan te leggen, zonder hen zou Parijs letterlijk en figuurlijk volledig uitgedroogd zijn geweest, want ook toen was goed drinkwater van levensbelang. Aan de Nederlandse monniken hebben we bijv. Schielands Hoge Zeedijk te danken, van Schoonhoven naar Hoek van Holland.

Heel lang geleden moest je natuurlijk ook de volgorde van de Graven van Holland keurig uit het hoofd leren en daarvoor was een beroemd geworden ezelsbruggetje ontstaan:

Dikkie, Dikkie, Arnout, Dikkie, Dikkie, Floor, Dikkie, Floor, Dikkie Floor, Dikkie, Willem, Floor, Willem, Floor, Jan.

En hoe werd de volgorde van de verschillende huizen onthouden?

Hol He(e)n Bei Bour Oost

Waarschijnlijk is het Graaf Dirk II geweest die gebied rondom het huidige Rotterdam in bezit heeft gekregen. Zoon Arnulf heeft later een deel van het gebied geschonken aan de Abdij van Egmond , die hierboven al een aantal keer ter sprake is gekomen en we zullen haar nog wel een keer tegenkomen. Helaas kunnen we hier niet verder ingaan op de rol van die beroemde Abdij van Egmond (doen we dus nu wel) die grote invloed heeft gehad op de geschiedenis van de Graven van Holland, steeds weer werden schenkingen gedaan etc etc.
Vermoed wordt ook dat door de schenking van Graaf Arnulf aan de Abdij van Egmond, de Abdij van Egmond als tegenprestatie er voor gezorgd heeft dat het gebied ten noorden van de Maas bewoonbaar werd d.m.v. een dijkaanleg. Rondom het jaar 1000 wordt vermoed, is dus al een begin gemaakt met de aanleg van Schielands Hoge Zeedijk

De aanleg van de eerste Schielands Hoge Zeedijk hebben de monniken van de Abdij van Egmond waarschijnlijk gedaan samen met monniken van die andere beroemde Middeleeuwse abdij, de St. Paulus Abdij uit Utrecht.

abdijkerkegmpr

Restanten van de St. Adelbert Abdij van Egmond

De Abdij van Egmond werd gesticht door de Utrechtse Bisschop Balderik. De Abdij van Egmond zou zich ontwikkelen tot een van de belangrijkste religieuze centra in het Middeleeuwse Holland, vooral ook door de vele schenkingen van allerlei Graven die zich er ook, na hun dood, lieten begraven.

De abten van o.m. het Benedictijnen Klooster van Egmond, gesteund uiteraard door de Graven van Holland, waren de grote initiatiefnemers voor de aanleg van allerlei dijken tot aan Rotterdam toe.

In het midden van de twaalfde eeuw werd, naast de sedert het jaar 939 bestaande Abdij van Egmond, een kasteel gebouwd door de rentmeester van de Abdij van Egmond in opdracht van Abt Wouter.

Deze rentmeester, Berwout genaamd, werd de eerste Burchtheer.

Zijn oudste zoon Allaert sneuvelde in 1168 tegen de Friezen en zo werd zijn tweede zoon Doda zijn opvolger. Doda kreeg ruzie met de abt over rechten van inkomsten, welke twist drie eeuwen heeft geduurd, waarbij beurtelings de Abdij van Egmond of het Kasteel van Egmond in brand werd gestoken en totaal verwoest. Hierna werden de verwoeste gebouwen door de verliezende partij steeds weer opgebouwd.

De tussenkomst van het hogere geestelijke en wereldlijke gezag werd dan door hun opvolgers en rechtverkrijgenden ingeroepen met het gevolg dat op 12 november 1486 door Keizer Maximiliaan Egmond tot graafschap werd verheven en Graaf Jan van Egmond werd de Burchtheer.

Graaf Jan van Egmond stierf in 1538 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Jan die dus de tweede Graaf van Egmond werd. Diens zoon, Lamoraal werd door de Bloedraad op last van Alva op 5 juni 1568 te Brussel onthoofd op beschuldiging van hoogverraad.

Op 7 juni 1573 werd het Kasteel van Egmond in brand gestoken en totaal verwoest.
Tot in de achttiende eeuw waren daarvan de puinhopen nog te zien.

Op de volgende kaarten is te zien hoe Nederland zich o.m. staatkundig ontwikkelde vanaf de Romeinse tijd tot ca 1000:

nederlrome

nederl10eeuw

Bij de dood van haar vader was Jacoba van Beieren nog maar vijftien jaar. Ze was toen reeds weduwe en wel van de kroonprins van Frankrijk. In alle drie gewesten werd ze als gravin gehuldigd, maar de Kabeljauwsen zouden hiermee geen genoegen nemen. Zodra zij een flinke leider hadden, wilden ze de strijd hervatten. Die leider vonden ze in Jacoba's oom Jan, die het bisdom Luik, waar hij immers elect was, verliet om naar Holland te komen.

Aanvankelijk nam hij genoegen met het ruwaard- en voogdijschap over Jacoba van Beieren, maar al spoedig stelde hij zich als hoofd der Kabeljauwse partij tegenover zijn nicht. De Kabeljauwse edelman Egmond veroverde met een kleine bende de stad Gorinchem, waarvan de bezetting zich terugtrok op het aan de rivierzijde gelegen slot.

Spoedig daarop verscheen jonker Willem, de laatste der Arkels, in zijn vaderstad. Zodra Jacoba van Beieren hiervan hoorde, trok zij met een vloot uit Rotterdam om de stad te heroveren. Zij werd met gejuich door de bezetting van het slot ontvangen. Nu maakten beide partijen zich voor de strijd gereed.

De mannen van Arkel stonden opgesteld achter een gracht, die de jonker inderhaast had laten graven. Op de 1ste December 1417 begonnen de troepen van Jacoba van Beieren de aanval. Het werd een verbitterde strijd, waarbij Jacoba van Beieren de zege behaalde. Willem van Arkel sneuvelde, doch Jacoba van Beieren betreurde de dood van haar trouwe veldheer Brederode.




Over Rotta en het Middeleeuws Rotterdam

De geschiedenis van Rotterdam begint met de aanleg van Schielands Hoge Zeedijk, die zelfs nu nog terug te vinden is.

Waarschijnlijk is het Graaf Dirk II geweest die het gebied rondom het huidige Rotterdam in bezit heeft gekregen. Zoon Arnulf heeft later een deel van het gebied geschonken aan de beroemde St. Adelbert Abdij van Egmond

Vermoed wordt dat door de schenking van Graaf Arnulf aan de St. Adelbert Abdij van Egmond monniken van de St. Adelbert Abdij samen met monniken van die andere beroemde Middeleeuwse abdij, de St. Paulus Abdij uit Utrecht de oudste Zeedijk hebben aangelegd, waardoor het gebied ten noorden van de Maas bewoonbaar wordt. Rond het jaar 1000 wordt een begin gemaakt met de aanleg van Schielands Hoge Zeedijk, de huidige Kleiweg en Kootschekade.

abdijkerkegmpr

Restanten van de St. Adelbert Abdij van Egmond

De hierdoor noodzakelijk geworden bedijkings- en ontginningswerkzaamheden zullen ongetwijfeld vooral door de graaf met hulp van vermogende particulieren (of instellingen zoals de St. Adelbert Abdij van Egmond, door de graaf ingeschakeld bij de bedijkingswerkzaamheden in het gebied rond de Schie in de jaren zestig of zeventig van de twaalfde eeuw) zijn uitgevoerd die hiervoor waarschijnlijk een beloning hebben ontvangen in de vorm van lenen.




Wilde Graaf Floris V ooit terecht Koning van Schotland worden of niet?

Op 28 augustus 1162 vond in de Abdij van Egmond een bijzondere plechtigheid plaats. Een groot gezelschap was er die dag bijeengekomen om getuige te zijn van de officiële teruggave van de kerk van Vlaardingen door graaf Floris III aan de Abdij van Egmond. Deze kerk, met haar belangrijke inkomsten, was door de vader van de graaf, Dirk VI, kort voor diens dood in 1157, en waarschijnlijk ten onrechte, aan zijn hofkapelaan Thitbold gegeven. Abt Wouter had daarop de graaf in de ban gedaan. Deze kerkelijke straf ging na diens dood over op Dirks zoon en opvolger Floris III, waardoor de nieuwe graaf - die nog steeds ongehuwd was - alle kerkelijke diensten werden onthouden.

Toen abt Wouter op 28 november 1161 overleed, leek dan ook het moment aangebroken aan deze nu al ruim vier jaar durende situatie een einde te maken. Het initiatief schijnt van de nieuwe abt van Egmond, Wibold, te zijn uitgegaan.

De Egmondse annalen (Annales Egmundenses) vermelden op 1162 het berouw van de graaf en diens ontslag uit de kerkelijke ban. Dan zijn er de officiële oorkonden van de handeling, gedateerd 28 augustus 1162, waarin graaf Floris III, in tegenwoordigheid van zijn broer Robert en vele getuigen, de tekortkoming jegens de abdij erkent, de teruggave van de kerk van Vlaardingen regelt.

Na de opheffing van de ban was de weg vrij voor een huwelijk van de graaf. De Abt van Egmond, Wibold ging - op eigen kosten - naar Schotland, om er de hand van Ada, de zuster van de Schotse koning Malcolm IV te vragen en begeleidde haar vervolgens naar Holland. Het huwelijk van Ada en Floris III heeft waarschijnlijk plaats gevonden in of voor 1162.

Oude bronnen melden dat de overkomst van Ada uit Schotland zelfs al vóór de opheffing van de ban en de teruggave van de kerk van Vlaardingen heeft plaatsgevonden, mogelijk is Ada van Schotland op het eind van dezelfde dag gehuwd als de teruggave van de kerk en de opheffing van de ban.




Samenvatting:

Begraven in de Abdij van Egmond:

Graaf Dirk II heeft het gebied rondom het huidige Rotterdam in bezit gekregen. Zoon Arnulf heeft later een deel van dit gebied geschonken aan de Abdij van Egmond. Als tegenprestatie wordt vermoed dat de Abdij van Egmond (samen met de St. Paulus Abdij uit Utrecht) het gebied ten noorden van de Maas bewoonbaar heeft gemaakt d.m.v. dijkaanleg. De Abdij van Egmond kreeg nog veel meer schenkingen van de Graven van Holland, verderop in het verhaal komen we daar vanzelf op terug.

De St. Adelbert Abdij van Egmond werd gesticht door de Utrechtse Bisschop Balderik. De Benedictijner St. Adelbert Abdij van Egmond zou zich ontwikkelen tot een van de belangrijkste religieuze centra in het Middeleeuwse Holland, vooral ook door de vele schenkingen van allerlei Graven die zich er ook, na hun dood, lieten begraven.

In het midden van de twaalfde eeuw werd, naast de sedert het jaar 939 bestaande St. Adelbert Abdij van Egmond, een kasteel gebouwd door de rentmeester van de St. Adelbert Abdij van Egmond in opdracht van Abt Wouter. Deze rentmeester, Berwout genaamd, werd de eerste Burchtheer.

Zijn oudste zoon Allaert sneuvelde in 1168 tegen de Friezen en zo werd zijn tweede zoon Doda zijn opvolger. Doda kreeg ruzie met de abt over rechten van inkomsten, welke twist drie eeuwen heeft geduurd, waarbij beurtelings de Abdij van Egmond of het Kasteel van Egmond in brand werd gestoken en totaal verwoest. Hierna werden de verwoeste gebouwen door de verliezende partij steeds weer opgebouwd.

De tussenkomst van het hogere geestelijke en wereldlijke gezag werd dan door hun opvolgers en rechtverkrijgenden ingeroepen met het gevolg dat op 12 november 1486 door Keizer Maximiliaan Egmond tot graafschap werd verheven en Graaf Jan van Egmont werd de Burchtheer.

Graaf Jan van Egmont stierf in 1538 en werd opgevolgd door zijn oudste zoon Jan die dus de tweede Graaf van Egmont werd. Diens zoon, Lamoraal werd door de Bloedraad op last van Alva op 5 juni 1568 te Brussel onthoofd op beschuldiging van hoogverraad.

Op 7 juni 1573 werd het Kasteel (en Abdij) van Egmond in brand gestoken en totaal verwoest. Tot in de achttiende eeuw waren daarvan de puinhopen nog te zien.

Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten heeft de Kabeljauwse edelman Egmont met een kleine bende de stad Gorinchem veroverd, waarvan de bezetting zich terugtrok op het aan de rivierzijde gelegen slot.

Op 28 augustus 1162 vond in de Abdij van Egmond een bijzondere plechtigheid plaats. De officiële teruggave van de kerk van Vlaardingen, met haar belangrijke inkomsten, door graaf Floris III aan de Abdij van Egmond. Door vader Graaf, Dirk VI, kort voor diens dood in 1157, en waarschijnlijk ten onrechte, aan zijn hofkapelaan Thitbold gegeven. Abt Wouter had daarop Graaf dirk VI in de ban gedaan. Deze ban ging over op Dirk VI's ongehuwde zoon Graaf Floris III, waardoor deze alle kerkelijke diensten werden onthouden.

Na overlijden Abt Wouter (28 november 1161), heft nieuwe Abt Wibold deze ban op.

De Egmondse annalen (Annales Egmundenses) vermelden inderdaad in 1162:

Na de opheffing van de ban weg vrij voor een huwelijk Graaf Floris III. De Abt van Egmond, Wibold ging - op eigen kosten - naar Schotland, om er de hand van Ada, de zuster van de Schotse koning Malcolm IV (volgens mij William the Lyon) te vragen en begeleidde haar vervolgens naar Holland. Het huwelijk van Ada en Floris III heeft waarschijnlijk plaats gevonden in of voor 1162. Mogelijk zelfs al op de dag dat de ban werd opgeheven, aldus andere bronnen.

Of het bovenstaande allemaal historisch betrouwbaar is? Daarom zijn we op zoek gegaan naar aanvullende informatie over de Benedictijner St. Adelbert Abdij van Egmond en het Kasteel van Egmond.






Sinds de Benedictijnen in 1935 weer teruggekomen zijn naar Egmond, is er gelukkig veel over de geschiedenis van de Abdij van Egmond toegankelijk geworden. Bijv. het in 1973 gepubliceerde boekje geschreven door de Abdijhistoricus J. Hof (helaas overleden in 1980) met als titel De Abdij van Egmond van de aanvang tot 1573, geldt nog steeds als basis.

Allerlei bronnen zoals de Heiligenlevens en de Egmondse annalen (Annales Egmundenses) , ze worden nu nog volop bestudeerd. Heel veel is bijv. te vinden in de ex-KUB, de voormalige Katholieke Universiteit van Brabant in Tilburg, die zich nu Universiteit van Tilburg noemt. Ook via de onvolprezen uitgever Verloren is heel veel te krijgen.

In al deze bronnen o.m. een diskussie over:

Een van de onderzoekspunten is bijv. wie schonk het gouden altaar voor de Abdij van Egmond:

In het Frans Halsmuseum in Haarlem bevindt zich een altaarstuk van de Haarlemse schilder Jan Joesten. Een opdracht van Abt Meinard Man (1509 - 1526), gelukkig uit de Abdij van Egmond verdwenen ver voordat Diederik Sonoy en zijn geuzen langskwamen rond 7 juni 1573.

Op dit altaarstuk worden Bonifatius, Paus Gregorius I, Adalbert en mogelijk Bavo weergegeven.

altaatstuk

Op de bijbehorende tekst stond in het Latijn:



Algemeen wordt aangenomen dat Graaf Dirk II en Gravin Hildegarde dit altaarstuk hebben geschonken aan de net gereedgekomen Abdij van Egmond, ter gelegenheid van de inwijding ergens tussen 975 en 980.

De net gereedgekomen stenen Abdij van Egmond is waarschijnlijk gebouwd als klooster om het aanzien van de Graven van Holland te verhogen. Alleen, in de buurt van Egmond waren natuurlijk geen (?) goud- en edelsmeden en dus kwamen Graaf Dirk II en Gravin Hildegarde terecht in Gent, het Vlaamse stamland van Gravin Hildegarde van Vlaanderen.

Gent was in de 10e eeuw het machtsgebied van Graaf Arnulf van Vlaanderen, kleinzoon van de Karolingische Graaf Boudewijn en zijn echtgenote Judith. Judith, dochter van de West-Frankische Koning Karel de Kale, was ooit door Boudewijn geschaakt.

Hildegarde was weer de dochter van Graaf Arnuld en zijn geschaakte echtgenote Gravin Judith en met dochter Hildegarde zou Graaf Dirk II van Holland dus trouwen.

Graaf Arnulf van Vlaanderen overleed op 27 maart 965 en prompt greep Graaf Dirk II de macht in Vlaanderen, samen met neef Boudewijn. De leenheer van Vlaanderen, Koning Lotharius van Frankrijk, moest toen wel ingrijpen.

Graaf Dirk II was echter al heer en meester van Gent en trad ook op als voogd en regent van zijn zwager Graaf Arnulf II en noemde zich dan ook Graaf van Holland en Gent. Door deze titel (Graaf van Holland en Gent) was Dirk II niet alleen leenman van de Duitse Keizer (via Holland), maar ook leenman van de Franse Koning (via Gent). Het toeval wil dat net in deze periode de Duitse Keizer een grote schenking had gedaan aan het St. Baafsklooster van Gent en toen kon Dirk II niet achterblijven. En dat alles ten koste van de St. Pietersabdij van Gent.

En wat gebeurde:Graaf Dirk II liet monniken over komen uit Gent naar de net nieuw gestichte Abdij van Egmond. En dus belandde er ook een relikwie van Bavo in de Abdij van Egmond, bijgezet in de reliekschrijn van Adalbert.

Ook het Grafelijk hof in Haarlem werd uitgebreid met iets uit Gent: een kapel gewijd aan Bavo, waar dus uiteindelijk de St Bavo kerk uit voor zou komen.



Een ander aspekt is de schrijf- en leeskunst: tot ca 1215 kon in het Graafschap Holland eigenlijk niemand lezen en/of schrijven. Met uitzondering bijv. van de monniken van de Abdij van Egmond. Monniken van de Abdij van Egmond verzorgden dus ook allerlei grafelijke officiële dokumenten. De bestudering van de (oudste) geschiedenis van het Graafschap Holland is dus onmogelijk zonder in aanraking te komen met de St. Adalbert Abdij van Egmond !

Bij de bestudering van de (oudste) geschiedenis van het Graafschap Holland, kom je vanzelf in aanraking met de Egmondse annalen (Annales Egmundenses) die in de Abdij van Egmond werden bijgehouden, tot 1207.

En dan is het toch opvallend dat aan de Abdij van Egmond in de 13e eeuw slechts 48 originele oorkonden toegekend kunnen worden, tegen 80 in de Abdij van Middelburg en 73 in de Abdij van Rijnsburg. In al deze 3 Abdijen werden trouwens Graven van Holland begraven.
De genoemde aantallen oorkonden zijn natuurlijk niets vergeleken bij de oorkonden geproduceerd in bijv. Rome en door Franse, Duitse, Engelse, Schotse koningen.... Zo veel was er in het Graafschap Holland natuurlijk ook niet weer te archiveren.

Graaf Dirk VII (1195 - 1203) was de eerste Graaf van Holland, die rond 1199 zelfs personeel in dienst had genomen, puur voor de aanmaak van oorkonden. De geschiedenis ingegaan als de Grafelijke Kanselarij, allemaal hoogstwaarschijnlijk gecentreerd op de Abdij van Egmond.

Op de Grafelijke Kanselarij werkten kapelaans die de titel kregen Notari. En over allerlei Notarii (meervoud van Notari) doen natuurlijk allerlei verhalen de ronde. Van sommige Notarii zijn zelfs de handschriften bekend, alleen weten we niet meer hoe ze heetten.... In de Abdij van Egmond hebben van 1200 - 1325 vrijwel zeker 33 Notarii gewerkt en misschien nog wel meer.

Tot en met de Rooms-Koning Graaf Willem II hebben nagenoeg alle Grafelijke Oorkonden een Egmonds karakter.

Ook is bekend dat er Notarii waren die wisselden van Abdij. In ieder geval is vrijwel zeker dat het stadsprivilige van Delft en die van Haarlem door dezelfde Notari is geschreven op de Abdij van Egmond! Dat van Haarlem is beroemd geworden, want het stadsprivilege van de 4e stad van het Hertogdom Brabant, 's-Hertogenbosch, diende als voorbeeld. Alleen de introduktie werd aangepast, en helaas bleek bij het overschrijven dat het perkament vel te klein was en dus werden, zeer uitzonderlijk, 2 perkament vellen gebruikt. Op het 2e vel werd soms de tekst wel wat aangepast t.o.v. het origineel, daar werden de op dat moment meest gebruikte "modernere" Egmond formules gebruikt.

Graaf Willem II stichtte al snel na zijn verkiezing tot Rooms-Koning uiteraard een uitgebreide kanselarij met verschillende Scriptoren en Notarii.



Rooms-Koning Graaf Willem II neemt zelfs iemand over van zijn voorganger Rooms-Koning Hendrik die in 1235 weer was afgezet, nog wel benoemd door zijn vader Keizer Frederik II (1212 - 1250). Al snel werken in de kanselarij van Rooms-Koning Graaf Willem II meerdere Notarii en Scriptoren, waarvan zijn broer Floris, (1256 -1258), voogd van de te jonge nieuwe Graaf van Holland, Floris V, dankbaar gebruik maakt.

In de roerige periode die volgt na de moord op Floris V, het gedwongen verblijf van zijn zoon Jan I in Engeland en de overgang naar het Huis van Henegouwen worden er natuurlijk weer veel minder protocollen geschreven. Pas in 1316, onder leiding van Pieter van Leiden, wordt de kanselarij een goed georganiseerde instelling.

In de oorkondes wordt natuurlijk gebruik gemaakt van de Latijnse taal. Zo rond 1287 ontstaan de eerste "Hollandse" oorkonden, voornamelijk in de Abdij van Middelburg. De Abdij van Egmond houdt nog lang vast aan de Latijnse traditie. Iedere Egmondse oorkonde begint nog, jaren nadat de andere Abdijen er al mee gestopt zijn, met een Invocatie aanhef, zoals bijvoorbeeld bij "het" stadsprivilege van Rotterdam (9 juni 1340):



Een echte datum werd dus niet gebruikt, altijd werd verwezen naar, zoals dit voorbeeld, een dag na een Christelijke Feestdag of de naamdag van een Heilige. Maakt het soms wat lastig voor een 21e eeuwer! Bovendien begon toen een nieuw jaar niet op 1 januari, maar op Goede Vrijdag en aangezien Goede Vrijdag niet ieder jaar op dezelfde dag valt, is het soms een puzzel.



En wat is er bekend over de naamgever Adalbert / Adalbart / Adelbertus?

adelbert

Rond 690 kwam Adelbert naar ons land, als een van de 11 metgezellen van Willibrord, hoogstwaarschijnlijk via het Schotse eiland Iona, waarover we een apart verhaal hebben:

Iona, een zeer historisch sereen Schots eiland

In o.m. "Egmond" wordt een kapel gesticht. In 740 vervangen door een kerkje, de basis van de Abdij van Egmond.

Waarom in 740 dat kerkje: in dat jaar overlijdt Adelbert in deze omgeving (waarom Adelbert hier is terecht gekomen?) en op zijn graf wordt het kerkje gebouwd, waarschijnlijk dus niet op dezelfde plaats al de nog oudere kapel.

Adelbert stond bekend als een beminnelijke, eenvoudige en vroom levende monnik en dus kwamen mensen al snel op bedevaart naar het kerkje dat over zijn graf was gebouwd.

In 922 beleent Koning Karel de Eenvoudige van het West-Frankische Rijk het gebied rondom Adelberts kerkje aan Graaf Dirk I van "Holland". Door weersinvloeden dreigt het kerkje met de resten van Adelbert onder het zand te verdwijnen en dus besluit Dirk I verder landinwaarts een nieuw houten klooster te bouwen en krijgt hij toestemming uit Rome om de stoffelijke resten van Adelbert op te graven en te herbegraven in zijn nieuwe houten klooster.

En dan gebeurt er een wonder: op de oorspronkelijke plaats waar Adelbert lag begraven, ontstaat een opwellende bron met helder duinwater en dat water brengt, zo wordt al snel overal bekend, genezing. Deze Adelbertput wordt zelfs in de 21e eeuw nog bezocht.

In "zijn" klooster laat Graaf Dirk I twintig nonnen bidden voor het zieleheil van zijn familie.

Door de aanwezigheid van de relieken van Adelbert, trekt ook dit klooster met de biddende nonnen, veel mensen aan. En het is dit klooster van zijn vader Dirk I, dat Graaf Dirk II in 950 laat ombouwen tot een stenen "Abdij". I.p.v. nonnen laat Graaf Dirk II monniken overkomen uit Gent, eerder in dit verhaal hebben we al gezien waarom uit Gent.

Een zoon van Graaf Dirk II wordt trouwens Aartsbisschop van Trier, kerk en staat zijn nauw verweven. We hebben het al eerder gehad over de schenking door Graaf Dirk II en Gravin Hildegarde van een altaarstuk, geschonken aan de net gereedgekomen Abdij van Egmond, ter gelegenheid van de inwijding ergens tussen 975 en 980.

Dezelfde Graaf Dirk II en Gravin Hildegarde schenken aan de Abdij van Egmond ook het nu nog steeds beroemde handgeschreven 9e eeuws Evangelarium. Nu in bezit van de Koninklijke Bibliotheek van Den Haag.



De Abdij van Egmond ontvangt van de Graven van Holland steeds meer schenkingen, o.m. een reliekkist waarin de botten van Adelbert vervoerd kunnen worden en een reliekhouder, traditioneel een opengewerkte arm waarin Adelbert relikwieën getoond kunnen worden. Maar de Abdij van Egmond ontvangt ook voorrechten in de vorm van wereldlijke macht over hun gebied. Het beheer van hun gebied geven zij weer in handen van zogenaamde erfelijke rentmeesters waaruit de Graven van Egmont zouden ontstaan, maar daarover later meer.

Zoals we al zagen legden de monniken dijken aan, het drooggevallen land werd weer verpacht en zo kwam de Abdij van Egmond (net als andere Abdijen trouwens, groot voorbeeld de Abdij van Aduard midden tussen de kwelders in het Groningse land) aan inkomsten, macht en dus aanzien. Daarnaast hielden de monniken zich natuurlijk ook bezig met het (over)schrijven van boeken, het bijhouden van de Egmondse annalen (Annales Egmundenses) en waren van onschatbare waarde i.v.m. het opstellen van Grafelijke oorkonden. Omstreeks 1300 is de Abdij van Egmond het centrum in de Noordelijke Nederlanden op het gebied van kennis, cultuur en gebed. Van heinde en ver stromen de pelgrims toe, de verering van de Heilige Adalbert / Adalbart / Adelbertus bereikte al toen een hoogtepunt.

Bij de uitbreiding van het grondgebied van de Abdij van Egmond wordt het beheer van dit grondgebied in handen gegeven van een rentmeester, ook wel advocatus genoemd. De eerste advocatus is een zekere Berwout.

Berwout en zijn opvolgers wonen op een grote hoeve ten noorden van de Abdij en krijgen natuurlijk steeds meer macht. De grote hoeve wordt langzamerhand verbouwd tot een ronde burcht. In 1170 bouwt Dodo van Egmont het eerste Kasteel van Egmond. De eerste Heren van het Kasteel van Egmond nemen deel aan de Kruistochten en als beloning wordt het rentmeesterschap erfelijk en hun gezagsgebied tot Heerlijkheid verheven.

kaartegmondabdijkasteel

Wouter de Kwade mag, na een geslaagde kruistocht, zich als eerste Ridder noemen. (1200) De relatie met de monniken verslechterd als Wouter de Kwade een einde maakt aan het visrecht van de monniken. Als compromis moet voortaan iedere 10e vis naar het Kasteel en niet naar de Abdij worden gebracht.

Wouter de Kwade krijgt het ook aan de stok met de wereldlijk Heer van de Abdij van Egmond: Graaf Lodewijk van Loon. Wouter de Kwade weet zelfs de vrouw van Graaf Lodewijk van Loon, Ada, te ontvoeren naar Terschelling en vandaar naar Engeland. Graaf Lodewijk van Loon neemt wraak en laat in 1203 het Kasteel van Egmond van Wouter de Kwade in brand steken.

Wouter de Kwade verdenkt echter ook de monniken van de Abdij van Egmond ervan, dat zij zijn Kasteel in brand hebben gestoken. In de Kerstnacht (..) van 1203 trekt Wouter de Kwade op naar de Abdij van Egmond en raakt slaags met de bewakers. De mannen van Wouter de Kwade steken o.m. een molen in brand en de Grafelijke Stallen van Graaf Lodewijk van Loon.

Wouter de Kwade laat een nieuw groter Kasteel bouwen, maar overlijdt in 1208. Zijn zoon Willem I van Egmont bouwt vlakbij zijn vaders nieuwe Kasteel een kerkje, later de Slotkapel genoemd. De Slotkapel dient vanzelfsprekend als tegenhanger van de Abdij en maakt de relatie tussen Abdij en Kasteel van Egmond er niet beter op.

De Slotkapel komt in 1299 gereed en is gewijd aan St. Catharina, patrones van de adel. In 1430 laat Jan van Egmont (ook wel Jan met de Bellen genoemd, omdat hij zilveren belletjes droeg aan zijn wapenuitrusting) een nieuwe Slotkapel bouwen op de plaats van de oude. Dezelfde Jan van Egmont neemt t.b.v. de Slotkapel ook 6 kanunikken in dienst verantwoordelijk voor de getijdengebeden e.d. Daarmee staat de Slotkapel definitief los van de Abdij van Egmond. Het spreekt vanzelf dat Jan van Egmont wordt begraven in zijn Slotkapel. Zijn grafsteen is er nog steeds.

In 1486 ontvangt Kasteelheer Jan II, bijnaam Manke Jan (..), de titel Graaf van Egmont en wordt Stadhouder van Holland. Ook is Jan II, Manke Jan, al legeraanvoerder bij Keizer Maximiliaan van Oostenrijk, de echtgenoot van de van haar paard gevallen Maria van Bourgondië en de vader van Philips de Schone. (LINK) Jan II lukt het om familiebanden aan te gaan met de Hertog van Gelre, een aantal Hertogen van Gelre stammen dus af van de Graven van Egmont familie.

Jan II, Manke Jan, wordt zelfs aanvoerder van de Kabeljauwen tijdens de Hoekse en Kabeljauwse Twisten. Zijn Kasteel van Egmond is daardoor in grote welstand en wordt zelfs de schoonste en grootste burcht van Holland genoemd. Het Donjon van het Kasteel van Egmond is tijdens het bewind van Jan II, Manke Jan, zelfs 28 meter hoog! In 1516 wordt Jan II, Manke Jan, begraven in de Slotkapel.

De bekende, op last van Alva, onthoofde Lamoraal van Egmont (1522 - 1568) is weer een kleinzoon van Jan II, Manke Jan. Lamoraal van Egmont is de geschiedenis ingegaan als de Vierde Graaf van Egmont. Lamoraal van Egmont is Opperbevelhebber van het leger, Ridder van het Gulden Vlies, eigenaar van grote landerijen in Artois en Vlaanderen en net als Willem van Oranje lid van de Raad van State (LINK).

Lamoraal van Egmont is nauwelijks op zijn Kasteel in Egmond geweest, maar heeft wel opdracht gegeven tot de inpoldering van het Egmondermeer.

Na de onthoofding van Lamoraal van Egmont verkopen zijn erfgenamen de Egmondse goederen aan de Staten van Holland. De laatste Graaf van Egmont in de mannelijke lijn sterft in 1707 in de Zuidelijke Nederlanden.

Ook bij het Kasteel van Egmont slaat Diederik van Sonoy, waarover later meer, toe: zowel het Kasteel van Egmond, van Jan II, Manke Jan, en de Slotkapel worden in 1573 in brand gestoken. In de 19e eeuw resten alleen nog maar wat restanten die omstreeks 1820 worden opgeruimd.

In het kader van een werkverschaffingsprojekt zal in 1933 weer naar de fundamenten van het Kasteel van Egmond worden gezocht en vervolgens weer gedeeltelijk opgemetseld tot net boven het maaiveld.

luchtffotoegmond

De opgegraven contouren van het Kasteel van Egmond

met links de Slotkapel

en rechtsonder het standbeeld van Lamoraal van Egmont
(zie hieronder)

Van het Kasteel van Egmond rest nu niet meer dan een stukje van de Rentmeestertoren.

De Slotkapel zal in 1633 weer door de plaatselijke Hervormde Gemeente weer worden opgebouwd. In 1960 staat de bouwvallige Slotkapel op de nominatie om afgebroken te worden. Kunstenaar Bob Denneboom start een reddingsactie. In de jaren '80 wordt het eigendom van de Slotkapel voor één gulden overgedaan aan de Stichting Restauratie Slotkapel. Bij de restauraties wordt de deksteen van de graftombe van Jan II, Manke Jan weer herontdekt.

Ook worden er in de jaren '30 wapens uit de tijd van Wouter de Kwade gevonden en de resten van de ronde palissadeburcht van de rentmeesters. Rondom de fundamenten wordt weer de slotgracht hersteld. Met daarin een standbeeld van de onthoofde Lamoraal van Egmont.

lamoraalbeeld

Standbeeld van Lamoraal van Egmont in de herstelde Slotgracht

Stadhouder van Vlaanderen en Artesië (Artois)

Bij de slotgracht staan 2 informatieborden met op één het familiewapen van Lamoraal van Egmont: de wapens van Egmond en Arkel en de leeuwen van Gelre en Gulik: allemaal familierelaties van de Graven van Egmont.

egmontwapen

Het familiewapen van Lamoraal van Egmont

Ter nagedachtenis aan Lamoraal van Egmont componeert Beethoven de Ouverture Egmont en dicht Goethe een drama.

In 1568 wordt de Abdij van Egmond voor het eerst geplunderd door afgedankte "troepen" van de Grote Geus, Hendrik van Brederode, een afstammeling van de fam. Van Teylingen, bekend van het nog steeds bestaande Slot Teylingen (bekend weer door Jacoba van Beieren die op Slot Teylingen op 9 oktober 1436 zou overlijden) in de huidige gemeente Teylingen. (o.m. bestaande uit de kern Sassenheim). Maar de Grote Geus, Hendrik van Brederode, was ook Heer van Vianen en was zelf afkomstig uit de heerlijkheid en het kasteel Brederode bij Santpoort, in de buurt van Haarlem.

Mogelijk zijn de afgedankte "troepen" overlevenden van de verloren slag bij Overweel?

Vier jaar later, 1572, komen Diederick Sonoy en zijn geuzen langs, vernielen de bibliotheek en een jaar later worden dus zowel de Abdij als het Kasteel van Egmond op last van Diederick Sonoy in brand gestoken. Willem van Oranje had echter juist aan de Abt van de Abdij van Egmond beloofd dat de Abdij ongeschonden zou blijven……. Pas in de jaren '30 van de 20e eeuw komen er weer monniken naar de herbouwde Abdij van Egmond.

Bouwmeester A.J. Kropholler begint in 1933 met de herbouw van de Abdij van Egmond en ontwerpt ook het kloostermeubilair.

In 1935 starten monniken uit Oosterhout de Priorij van St. Adelbert. In 1945 wordt gestart met een kaarsenmakerij. Erna breidt de Priorij van St. Adelbert zich snel uit en in 1950 wordt de Priorij van St. Adelbert weer verheven tot de St. Adelbert Benedictijner Abdij van Egmond.

De Benedictijner monniken leven er volgens de regels van Benedictus, een leven vrij voor God: Vacare Deo

Op het terrein van de St. Adelbert Benedictijner Abdij van Egmond bevinden zich nog steeds middeleeuwse putten, bakstenen schuilkelders met gewelven en een grafsteen van Graaf Floris I. Ook is nog ergens een stukje van een middeleeuwse kloostermoppen muur te vinden.

De Abdijkerk kan nog steeds bezocht worden. Helaas is de indrukwekkende bibliotheek, wegens diefstal van enkele kostbare boeken, niet meer vrij toegankelijk.

In het gemeentearchief van Alkmaar worden ook veel oude boeken afkomstig uit de Abdij van Egmond bewaard, gered voor de komst van Diederik van Sonoy.

Veel bijzondere gravures, schilderijen etc afkomstig uit de Abdij van Egmond bevinden zich ook op andere plaatsen in binnen- en buitenland. (w.o. natuurlijk het Catharijnen Convent in Utrecht)

In 2007 werd door de Abdij van Egmond zelfs een eigen Archeologisch Museum ingericht, rondom het thema De Bodemschatten van Egmond. Vanaf 922 wordt de geschiedenis van de Abdij van Egmond uitgelegd, niet alleen m.b.v. archeologische vondsten, maar ook met tekeningen en foto's en zelfs een kleurenfilm.





    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER







Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

20 September 2009