(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Inderdaad, op een tol meer of minder werd vroeger niet gekeken, ook in en rond Rotterdam en daarbij spande Overschie wel de kroon.....
Eerst maar eens op zoek gegaan wat we al hadden op onze site over een tol, natuurlijk via onze Search Engine:
Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld tol en klik op ENTER
Uit ons verhaal Oudste besluiten van Rotterdam dit:
1299
- Jan, graaf van Holland en Zeeland, verklaart aan de poorters van Rotterdam vrijheid van alle tollen door zijn land
1412
- Willem, hertog in Beyeren, enz., schenkt der stad Rotterdam verschillende voorrechten, te weten: dat de stadsvrijheid zal worden uitgebreid van het Westpoorthuis zuidwaarts langs den dijk, binnen de beide dijksloten en 10 gaarden aan beide zijden tot Coelhoeck, van daar in de Maze ter halver breedte, en van het Oostpoorthuis strekkende in de Maze ter halver breedte, al het water en het land tusschen het West- en het Oostpoorthuis tot in de halve Maze daarbinnen vallende, vervolgens de Rotte langs tot de Broechuelsse watering en 10 gaarden aan weerszijden, de stadsvaart tot Ouderschie, en 10 gaarden aan weerszijden en verder al haar vrijheid, van ouds met zijn ambacht van Rubroec 10 gaarden ommegaande, behoudens ieder ambachtsheer hierin zijn recht; voorts dat zij voor de twee jaarmarkten, welke hij te hunner beschikking heeft gestelde hem jaarlijks 6 pond Hollandsch zullen betalen; dat zij op alle markten vrij zullen mogen varen en keeren zonder tol te betalen; dat alle goederen van bastaarden, die in de stad komen te sterven, aan de wettige erfgenamen zullen komen, alsof zij van een wettig bed waren, met bepaling, dat als zij sterven vóór hun vader zonder nakomelingschap na te laten, deze tot zich zal nemen het goed, dat hij zoodanigen bastaard gegeven had. terwijl het overige aan de rechte erfgenamen zal komen; dat, indien goederen versterven, zonder dat er erfgenamen zijn, deze dan zullen komen aan de kerk, aan het gasthuis en aan den Heiligen Geest, elk evenveel, tenzij zij meer dan 10 pond Hollandsch bedragen; dat de schutdeuren open zullen blijven, behoudens het recht van heemraden; dat de poorters bij hun leven voogden mogen kiezen over hun kinderen, die gehouden zullen zijn jaarlijks rekening te doen aan het gerecht der stad; dat de schepenen alle rechtzaken bij vonnis zullen berechten, van welken aard de zaak ook zij; dat niemand bakken, brouwen, tappen of eenigerhande neering mag doen binnen 300 gaarden van de stad af, telkens op een boete van 50 ponden, en bezegelt het stuk.
Uit ons verhaal Het heffen van tol, een overblijfsel uit vroeger eeuwen :
In de eerste jaren van de periode, waarover in dit boek gehandeld wordt, bestonden de bemoeiingen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam met het verkeer in hoofdzaak uit het opruimen van belemmeringen.
Zo streed zij tegen de tollen, die zij terecht beschouwde als overblijfselen uit vroegere eeuwen, waarvoor in de periode van het moderne verkeer geen plaats meer was.
Zij ijverde voor de afschaffing van het bruggeld over de Oude Maas en smaakte het genoegen, dat deze heffing in 1928 verviel. Het ideaal van het vrije verkeer scheen te zullen worden benaderd, maar in de crisisjaren keerde het tollenspook terug en zoals later nog zal worden uiteengezet verzette de Kamer zich zoveel dit in haar vermogen lag tegen de voorstellen tot het heffen van tol in de Maastunnel en op de bruggen, die gebouwd zouden worden in het plan "Versnelde Bruggenbouw".
Uit ons verhaal Over Thurn und Taxis, Jacob Quack (postmeester van Rotterdam) en dus over de geschiedenis van de Post :
Ook was nog toegevoegd deze rekening voor postvervoer vanuit 's-Gravenhage naar Rotterdam :
Er werd o.m. opgevoerd de kosten voor de Tol in Overschie en op de Schans(weg), de stal in Rotterdam en de kosten van haver.
Uit ons verhaal Pieter Caland en de geschiedenis van de Nieuwe Waterweg :
Op de volgende plaat de situatie in 1633 :
De monding van de Maas tussen den Briel en Hoek van Holland
Om naar zee te varen had men in Rotterdam voldoende aan een stevige oostenwind, maar de route naar zee was zeer omslachtig met veel verraderlijke zandbanken.
In Amsterdam moest men eerst wachten op een westenwind, dan vervolgens naar Den Helder varen en daar wachten op de oostenwind.
Veel Amsterdamse kooplieden stuurden hun goederen dan ook via een binnenvaart route naar o.m. Rotterdam. Gouda maakte hier "misbruik" van door tol heffingen. Via een andere route (via de Hildam) kon Gouda vermeden worden.
Geregeld ontstonden hier gewapende konflikten over.
Pas na het graven van de Nieuwe Waterweg werden de nadelen van de ligging van Amsterdam t.ov. de heersende winden steeds groter en werd Rotterdam de belangrijkste in- en uitvoerhaven zoals we die nog steeds kennen. Maar zover zijn we nu nog niet...
Volgens de overlevering gingen 72 dorpen en gehuchten verloren door het hoge water. Behalve het verlies van de dorpen en gehuchten kwamen er circa 4000 mensen om. De eens zo welvarende polders veranderden in een binnenzee van 30.000 hectare.
De Biesbosch is dus ontstaan t.g.v. de St. Elisabeth vloed. Dordrecht werd gered doordat het water niet over de stadsmuren stroomde, zij bleken waterdicht te zijn! Na de St. Elisabeth vloed lag Dordrecht voortaan op een eiland. Voor de verdediging van de stad was dit natuurlijk ideaal, en natuurlijk ook voor de handel, iedereen in de buurt moest langs Dordrecht en maar tol heffen en eisen dat binnen jouw muren de spullen verhandeld moesten worden....het zogenaamde stapelrecht, zie ook dit verhaal.
Men vermoedt dat de St. Elisabeth vloed ook invloed heeft gehad op de monding van de Maas, vooral vanaf de 15e eeuw verlegde de monding zich steeds verder naar het zuiden en verzandde de oorspronkelijke Maas monding steeds meer en meer.
Uit ons verhaal Met de paardentram naar Vrouw Romeyn in Hillegersberg, wel tol betalen hoor....:
De Tol van Hillegersberg
Je gelooft het niet, maar
rechts is de Kleiweg
links de Kootsekade
en dus staan we op het Kruispunt op de huidige Straatweg
de Hillegersbergse Bergweg werd, na de annexatie, Straatweg genoemd...
Een opmerkelijk punt in de lijn was de tol. Deze laatste lag, van de stad gerekend, enige honderden meters voorbij de sinds mei 1899 aanwezige Ceintuurbaan kruising.
Uit ons verhaal De geschiedenis van Overschie en De Tempel :
Bij alles wat Overschie aantrekkelijk maakt, mag de oude tol niet vergeten worden. Het was gevestigd aan de Rotterdamse Rijweg 358 in een mooi huisje. De tolbaas had voor iedereen een vrolijk woord. Hij kon goed met de jeugd opschieten, die achter zijn huis zich mochten verkleden om te gaan zwemmen. De tol is verdwenen, maar het oude Raadhuis in de Dorpsstraat staat er nog wel.
De oude weg naar Delft langs De Tempel is er al vanaf 1340. Deze weg was een hindernis voor het verkeer naar Delft vanwege de tolheffingen. Wie Overschie vanuit Delft of Rotterdam door wilde moest tol betalen. Daartoe stonden er op deze Delftweg enkele tolhuizen met slagbomen. Pas in de twintiger jaren werd de laatste opgeheven nadat een motorrijder zich op een mistige dag te pletter reed tegen de gesloten slagboom.
Je zult het al wel begrepen hebben, vroeger, in 2004 natuurijk niet meer, een tol was niet bedoeld om de kosten te dekken van de aanleg of het onderhoud van een weg of kanaal, maar was hoofdzakelijk bedoeld als inkomstenbron.
Waarschijnlijk de oudste tol van Holland stond in Vlaardingen, waar in 1018 Graaf Dirk III passerende schepen tol liet betalen, zoo mooi te zien op deze schoolplaat:
1018
Graaf Dirk III opent een tol op de Maas bij Vlaardingen
Nou was Graaf Dirk III niet de enige, want ben je ooit de Rijn afgezakt richting Bazel, dan weet je dat daar langs zeer veel tollen ooit stonden, tot 1804:
Uit ons verhaal over de Geschiedenis van de spoorwegen :
De eerste plannen voor spoorlijnen in Nederland dateren uit het begin van de jaren '30 in de 19e eeuw. Amsterdam had het plan opgevat om in plaats van een verbetering van de waterwegen naar "Duitsland", een spoorlijn aan te leggen richting Keulen.
Napoleon had in 1804 alle tollen op de Rijn verboden, het beroemde Rijnstatuut. Bij de vorming van het Koninkrijk Nederland werd het Rijnstatuut door Willem I eenzijdig weer opgezegd en werd bij Krimpen weer een tolstation opgericht, en dus werd Rotterdam een belangrijke overslaghaven. Goederen werden in Rotterdam tijdelijk opgeslagen voor de berekening van de benodigde doorvoertarieven.
Als reaktie werd door Pruisen (de belangrijkste Duitse staat, de eenheidsstaat Duitsland werd pas in 1871 in Versailles opgericht na de Pruisisch Franse oorlog van 1870) vanaf 1833 een spoorlijn, de IJzeren Rijn, van Antwerpen naar Keulen aangelegd.
Zullen we eens wat tollen gaan bekijken rondom Rotterdam en er zijn er natuurlijk veel meer geweest, dus heb je er nog meer, Aad's emieladres staat helemaal bovenaan deze pagina.
De Bonte Paal, zoo heette dat vierkante tolhuis, bevond zich op de Westzeedijk op de grens tussen Rotterdam en Schoonderloo, daar waar nu de Kievitslaan is. Vlakbij De Bonte Paal was, zoals dat toen genoemd werd, de uitspanning De Melkkop gevestigd, ooit een boerderij, zeker al sinds 1572 en dus later een plaats waar je verse melk kon kopen. De naam Melkkop zegt het al, het woord Kop betekent hier Maat. Zoo vlakbij een tolhuis een uitspanning, dat zag je natuurlijk heel vaak. Vaak was de uitspanning ook in handen van de tolgaarder, maar dat had je al begrepen natuurlijk.
De molen en de tol op de Mathenesserdijk
Uiteraard waren ook hier de tol en de molen van dezelfde eigenaar
Maar het dorp met de meeste tollen in de buurt van Rotterdam was waarschijnlijk Overschie.
In Augustus 1929 verscheen het volgende artikeltje in het blad De Auto, ook toen al wilden auto lobbyisten hun zin krijgen, niets nieuws onder de zon dus of ze het woord AUTO toen ook al uitspraken als OTO, dat moeten we nog eens nagaan, al hebben we dat al een beetje gedaan in dit verhaal :
Aad woont in het Roomse Zuiden en daar zeggen ze vaak, als ik je nu zou knijpen, zeg je dan AU of OO. Als er dan wordt geantwoord, AU, dan klinkt het meteen, waarom noem je een auto dan een oto ???
Als je er oplet, dan is het vooral de invloed van het Journaal, dat geoto, en otoriteiten en het ging geheel otomatisch, inderdaad randstedelijk (?) Nederlands. En dan hebben we het nog maar niet over die verkeerd gelegde klemtonen. Het beroemdste is natuurlijk Schiphol, terwijl het gewoon Schiphol heet.
Maar zoo bar als de omroepster op een station het laatst maakte, dat sloeg alles: de Moerdijkbrug was geblokkeerd....
Ook de rollende rrrrr, wordt hier vaak nagedaan, Kinderrren voor Kinderrren...., klinkt het dan en dan snappen ze in Hilversum niet, waarom een Hollands carnavalsliedje niet aanslaat in het Zuiden, rrrraarrr hoorrrr...
Maar we dwalen weer eens af, terug naar dat artikeltje in de Oto, sorry, Auto:
In Rotterdam klopt met forse, gezonde slag het hart van handel en industrie. De met keien bestrate wegen en de gewelfde bruggen dreunen onder het gewicht der talloze transportmiddelen en boven de watervlakte van de Maas rijzen, als machtige armen zegevierend ten hemel geheven, de grote hijskranen boven de scheepvaartloodsen uit.
Deze symptonen van handelsgeest en handelsdurf in grote stijl vervullen de vreemdeling met respect en hij prijst de Maaskanters gelukkig met een stadsregering onder wier bewind de koopmansgeest zich zo energiek kan ontplooien.
Doch de vreemde bezoeker, wiens blik gedwaald heeft over de dozijnen zeestomers, de honderden lichters en het bonte gewemel op de rivier, zal verbaasd de wenkbrauwen optrekken wanneer men hem vertelde dat de koopmansgeest zich nog op een andere wijze eveneens ontplooide en wel in de vorm van een lichtelijk antiek en enigszins hinderlijk tolletje, van gemeentewege geëxploiteerd op een der grote toegangswegen naar de stad.
En ongetwijfeld zou hij zijn handen ineen slaan bij het vernemen dat genoemd obstakel een overblijfsel is uit het Napoleontische tijdperk, waaromtrent hij andere overblijfselen in de vele Nederlandse musea heeft aangetroffen.
Want de tol van Rotterdam te Overschie is een privaat bezit, hetgeen volgens de Staatscommissie-Scheltema berust op een concessie van 1807, verleend aan de gemeente Rotterdam, welke in 1821 is verlengd. Meer dan 122 jaar lang is deze tol dus geëxploiteerd. Wij willen ons niet aan een schatting wagen omtrent de totale opbrengst in al die jaren.
Waarschijnlijk zouden er zeer veel nullen bij te pas komen als men weet dat de opbrengst voor 1929 geraamd wordt op dfl 90.000,-. Het is dus wel een vette en begerenswaardige kluif deze antieke, Napoleontische tol te Overschie!
Herhaaldelijk heeft men het gemeentebestuur gelukkig nog op vreedzame wijze geattaqueerd over deze tol. De Rotterdamse Kamer Van Koophandel richtte zich in een niet voor tegenspraak vatbaar betoog tot de Minister van Waterstaat en sprak o.a. als haar mening uit, dat telkenmale de materiele overlast voor het verkeer sterker wordt. De Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland heeft dienaangaande verschillende malen gerequestreerd, terwijl ook in de Rotterdamse Gemeenteraad waarschuwende woorden zijn gesproken. Kortom, velen hebben hun stem tegen deze tol verheven, doch zij waren de traditionele roepstem in de even traditionele eenzame woestijnen en het geluid waaide blijkbaar over het Rotterdamse Gemeentebestuur heen de Maas langs en verder de zee in, Want er is nog niets gebeurd.
Tot dat er dus dit gebeurde:
Pas in de twintiger jaren werd de laatste tol opgeheven nadat een motorrijder zich op een mistige dag te pletter reed tegen de gesloten slagboom.
Ook toen al de vraag, iemand rijdt tegen een boom en prompt moet die boom weg, maar dat is natuurlijk heel iets anders ???
Vanaf Rotterdam in de richting van Overschie passeerde men een tolhuis ter hoogte van het bruggetje bij de Kanaalweg.
Vanuit Schiedam moest de tol op de Schiedamseweg (nu de Overschieseweg) gepasseerd worden ter hoogte van de Maalderij Ons Belang, de eigenaar van Ons Belang was ook de uitbater van de tol, inderdaad, Ons Belang.
Vanuit Delft moest de tol op de Delftweg ter hoogte van de Schielaan genomen worden en dit was de meest ergerlijke, want al het verkeer naar Delft v.v. moest hier langs i.p.v. via Rijksweg 13, want die was er natuurlijk nog niet. En over deze tol gaat het allemaal in het Auto artikeltje en tegen de slagboom van deze tol reed onze motorrijder zich te pletter...
Iemand schreef ooit, door deze tollen had Overschie zich als het ware van de rumoerige buitenwereld afgeschermd. Er moest tol betaald worden om het nog ongerepte Overschie te betreden.
De laatste uitbater van de Delftweg tol was een zekere Voorhorst, de tolgaarder genoemd. Voorhorst was uiteraard zeer nauwgezet en ja hoor, op een dag stond Prins Hendrik met gevolg voor de slagboom. Helaas voor Prins Hendrik, ook hij moest van Voorhorst tol betalen, maar wat een pech, Prins Hendrik had geen geld op zak, en dat was nu juist een van Prins Hendrik's problemen, maar dat is weer een ander verhaal...
Voorhorst hield de slagboom gewoon dicht, betalen of anders deed hij hem niet omhoog. Iemand uit het gevolg van Prins Hendrik heeft het bedrag toen aan Voorhorst voorgeschoten of de Prins ooit zijn schulden heeft voldaan, we durven het te betwijfelen, want hij werd immers financieel heel kort gehouden.
Heel toevallig hebben we op onze site ook nog dit verhaal:
De begrafenis (bijzetting) van Prins Hendrik in 1934
met o.m. deze foto:
v.l.n.r.
Hendrik, Wilhelmina, Juliana
Maar we zouden het over de tollen hebben, en dus besluiten we met wat slechte foto's helaas:
Vanaf Rotterdam in de richting van Overschie passeerde men een tolhuis ter hoogte van het bruggetje bij de Kanaalweg
Vanuit Schiedam moest de tol op de Schiedamseweg (nu de Overschieseweg) gepasseerd worden
ter hoogte van de Maalderij Ons Belang,
de eigenaar van Ons Belang was ook de uitbater van de tol, inderdaad, Ons Belang
De tol op de Schiedamseweg
met tolgaarder P. Maliepaard
Tot slot nog enkele foto's van dus de beroemdste tol van Overschie, die aan de Delftweg vlakbij de Schielaan. Opgeheven dankzij die motorrijder...
En je gelooft het niet, om de hoek op de Schielaan woonde Burgemeester Baumann, aldus dit verhaal:
Ondertussen waren andere groepen communisten in Overschie gebleven. Zij hadden zich, met de nodige stenen, aan de Delftweg bij de Schielaan opgesteld. Fascisten op weg naar Delft en Den Haag waren hun doelwit.
De Schielaan vanaf de Delftweg
links op de hoek de woning van de burgemeester
Op de hoek waar zij stonden, woonde echter Burgemeester Baumann met zijn gezin.
Burgemeester J.C. Baumann
1928-1941
Uit angst voor de oproerkraaiers werd vanuit het burgemeestershuis om hulp gebeld naar Rotterdam en om advies naar Den Haag. Zowel de politie als de mariniers stuurden vanuit Rotterdam manschappen. De mariniers kwamen zelfs per taxi.
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|