Ben je bezig met een verhaal over de Rotterdamse Schouwburgen, realiseer je je ineens : zouden veel mensen weten waar de naam Doelen van het huidige muziekcentrum vandaan komt ??
Als je naar het schouwburgen verhaal toegaat, dan kun je lezen dat er op de kop van de Coolsingel, tussen het huidige stadhuis en het Hofplein tot zoo'n 50 jaar geleden ook een muziek theater heeft gestaan, ook met de naam Doelen.
Maar wist je dat daarvoor op dat zelfde terrein de Doelen waren van een van de Rotterdamse schuttersgilden ??? Nee, dan gaan we daar in dit verhaal eens wat over vertellen.
Maar we weten misschien nog steeds niet waar we nu in 2002 zouden zijn, misschien helpt dit kaartje erbij ?
Eerst maar even het kaartje uitleggen.
Helemaal bovenin zie je staan Slagveld, met rechts de Beestenmarkt. Links van de Beestenmarkt de Delfsche Poort. Het grote woord VEST is een gedeelte van het woord COOLVEST, het water van de Coolsingel......
Dat witte streepje ter hoogte van de Raamstraat is het Comedie bruggetje. Ten noorden van de Raamstraat, in dat witte veld, Sociteit de Harmonie met de concertzaal De Doelen.
Dat witte gebouw links van het Comedie bruggetje is Schouwburg Tivoli.
Tussen de woorden Slagveld loopt de Delftsche Vaart en boven de woorden Slagveld stroomt het water, richting noorden en dan heet het, zullen we maar zeggen, Schiekade.
Op deze foto uit 1870 kijken we vanaf het huidige Haagse Veer in de richting van de Schiekade, voor de fijnproever, de foto is gemaakt vanaf de Grote Kerk :
Een beetje rechts van het midden zien we naast wat bomen de Delftsche Poort staan. De huidige replika staat nog steeds zo ongeveer op de plek waar ooit de echte heeft gestaan, klik maar even op deze link :
De Delftsche Poort in 1860
Links van de Delftsche Poort op de luchtfoto 2 molens. Dat witte huis, rechtsonder de linker molen, is het Paleis van Justitie met daarnaast links, de tuin, met al die bomen, van De Doelen. Tja en als je dan heel goed kijkt, zie je onder de bomen naast de Delftsche Poort de Delftsche Vaart , wat nu heet het Haagse Veer, één keer raden waar de naam Haagse Veer vandaan komt ?
Voor nog meer informatie over waar we nu zijn kun je hier klikken of hier.
En natuurlijk ook nog een prent van
het Rotterdamse Gerechtsgebouw oftewel het Paleis van Justitie (1863)
LINK
Pal achter dit Gerechtsgebouw de tuinen waar de Doelen van het gilde hebben gestaan...
Tot in de 80-jarige oorlog hadden de poorters van een stad enkele verplichtingen, je moest belasting betalen en nog veel meer, maar er werd ook voor je veiligheid gezorgd, want je mocht wonen binnen de stadsmuren. Meestal moest je een verzoek indienen, aantonen dat je met een ambacht je geld kon verdienen en dan na ongeveer een half jaar kreeg je toestemming om binnen de stadsmuren te komen wonen.
De Graaf van Holland (en ook zijn kollega's van andere gebieden natuurlijk) had aan een stad een groot aantal privileges toegekend, waardoor zij bijvoorbeeld zelfstandig inkomsten konden verwerven, maar als de Graaf ten strijde trok, dan was een stad verplicht hem een aantal weerbare en liefst geoefende mannen ter beschikking te stellen. Voor de kosten moest de stad zelf opdraaien, afkopen kwam slechts zelden voor. Extra kosten moesten ook worden gemaakt, om ter vervanging van de weggetrokken mannen, anderen in te huren om de stad evt te verdedigen. En dan maar hopen dat je eigen poorters weer terug kwamen. Zoo is bekend dat, ik dacht ter gelegenheid van het mislukte ontzet van de stad Haarlem, slechts 25% van de Rotterdamse poorters heelhuids terugkeerde....
Graaf Aelbrecht van Beieren
LINK
In de volgende tabel (link) staat Rotterdam op de 10e plaats, het geeft weer hoeveel manschappen de diverse Hollandse steden moesten leveren als in 1398 Graaf Aelbrecht, ja die van de Aelbrechtskolk, ten strijde trok:
Tot aan de Franse tijd was het uitoefenen van een ambacht aan strenge, uit de Middeleeuwen stammende, maatregelen onderworpen, een vrije vestiging was er niet bij. Je was verplicht om je aan te sluiten bij een Gilde. Iedere stad had er meerdere, Rotterdam had er zoo'n 50, aldus Aad's telling, zal ik ooit nog wel eens gaan opsommen....
Klik maar eens op deze LINK
Een bijzondere plaats namen de Schuttersgilden in, aanvankelijk mannen die puur voor hun plezier in vredestijd met handboog en voetboog onderlinge wedstrijden hielden.
Rotterdam kende uiteindelijk twee hoofd schuttersgilden :
het St. Sebastiaans Gilde oefende met de handboog op een terrein op de latere Lombardstraat, uiteraard met een kapel (link) :
St. Sebastiaanskapel of Schotse Kerk op de hoek van de Lombardstraat en de Meent (1904)
(link)
het St. Joris Gilde oefende met de voetboog vlakbij de St.Joris poort oftewel de Delftsche Poort (link 1 en link 2) :
De Oude Delftsche of St.Jorispoort
het ophaalbruggetje ligt over de Goudse Vest
uiterst links Pompenburg met de Blauwe Molen
De St. Joris broeders (zoo werden schutters genoemd) beschikten over het hele terrein wat op de zwarte kaart is omgrensd door de Doelen en het Gerechtsgebouw, het puntvormige terrein in de richting van de St. Jorispoort was nog onbebouwd en hoorde ook bij het St. Jorisgilde.
In 1557 werden de bogen afgeschaft en ging men over op een Klover (St. Joris) en een Haakbus (St. Sebastiaan), de 2 gilden telden toen ieder 80 broeders.
Later werd het St. Sebastiaan bij St. Joris gevoegd en ontstond 1 groot St. Jorisgilde. Uit dit schuttersgilde ontstond, net als in andere steden, denk aan de Nachtwacht, de burgervendels of burgerwacht en nog veel later de schutterijen.
Van een aanvankelijk vrijwillig "hobby" verband ging het langzaam over in een beroepsverband. Ook het aantal leden nam toe, want het gilde kreeg ook taken :
iedere nacht moesten 40 broeders paraat zijn, samen met 3 leden van de vroedschap overdag moesten 24 broeders met z'n vieren een van de 6 stadspoorten bewaken
Voor dit alles stelde de stad uiteraard middelen en een oefenruimte ter beschikking.
In Rotterdam werd ter financiering van de schutters de helft van de opbrengst van de visopslag uitgekeerd aan de broeders, in 1615 werd een gedeelte hiervan ook gebruikt om het bouwvallige Doelen gebouw beter te gaan onderhouden. Na klachten van o.m. de kastelein van de bouwvallige Doelen werd in 1622 begonnen met de bouw van een vernieuwde Doelen.
Uit ons Oude Dokumenten van Rotterdam verhaal dit citaat:
1418
- Schout, schepenen en raden der stad Rotterdam geven met goedvinden der vroedschap aan de 40 schutters verschillende voorrechten, te weten den afslag van de visch binnen de stad, de vischerij van de Vaert, "van den vierkanten van der Spoeyen" tot Ouderschie toe en in de stadsvesten, beloven aan ieder schutter, als hij ten behoeve der stad uittrekt per dag als peesgeld 16 schellingen Hollandsen, kennen hun opnieuw de stads Doele, zooals zij die eertijds gekocht en bezeten hebben, toe. verleenen hun vrijdom van accijns van wijn en bier, bepalen dat zij onderling den dienst, ingeval zij moeten uittrekken, zullen regelen, stellen eenige voorschriften omtrent de bewapening en de oefening vast en bezegelen het stuk met het groote stadszegel.
De oude Middeleeuwse Doelen, waarin ooit nog eens een zieke Willem de Zwijger werd verpleegd in 1574 tijdens het beleg van Leiden, wat vanuit Rotterdam werd gecoordineerd, ( zie onderaan in dit verhaal) werd afgebroken. Bij de ingang van het nieuwe gebouw werd het wapen van de schutterij aangebracht, een Leeuw, en ernaast en erboven de wapens van Holland, Prins Maurits en Rotterdam.
De zieke Willem van Oranje werd verpleegd i.v.m. een ontstoken gal. Pieter van Foreest en Hadrianus Junius wisten hem te genezen door hem kaneel- en gerstewater, geconfijte rozenbottels, limoensiroop, kweestroop, bouillon en het sap van onrijpe druiven toe te dienen.
Willem van Oranje was hier zo dankbaar voor dat hij prompt Pieter van Foreest aanstelde als zijn lijfarts. Hoe het verder met Hadrianus Junius ging, geen idee.....
1694
De Doelen aan de Coolvest
We citeren even Gerard van Spaan uit 1698 :
Volgens het zeggen van sommige Messieurs is deze St. Joris-Doele een Kasteleinschap. Deszelfs Wapen is een rood Kruis, 't "welk door een Leeuw beschermt en vast gehouden werd. Men heeft er voor dezen van voren met een bordes van 10 of 12 trappen opgegaan. Voorts pronkt ze van vooren met de Wapenen van zijn Prinsselijke Excellentie, dat van Holland en de Stad Rotterdam.
Van binnen in de groote Zaal hebje de namen in de glazen (ramen) van de volgende Heeren, gegeven in 't jaar 1626; Johan van Yck, Willem van Kouwenhoven, Leonard P. Busch, Pieter Sonmans, A. Leendertsz. Bezemer, Christoffel van Schie, P. Heindriksz. Uithoek, J. Klaasz. van Duin, H. van Willik, Johannes Bontius, Pieter van Goutswaart, Joost Ariensz. van Colster, J. van Hoogendorp, Hugo Pietersz. du Bois, Cornelis Jongeneel, Jan van Berkel.
De volgende glazen zijn gegeven in 't jaar 1680. Deze pronken met de Wapenen van de volgende Heeren: Mr. Johan Kievit, Burgemeester, Dirk Dane, Burgemeester, Adriaan van Herzele, Fabryk, Mr. Samuel Beyer, Pensionaris.
In het tweede Vak de wapenen van Willem Bastiaansz. Schepers, Burgemeester, Bartholomeus van den Velde, Burgemeester, Mr. Bastiaan Schepers, Pensionaris, Pieter de Mey, Fabryk.
Voorts pronkt de (Schutters) Zaal met een konstig besnede schouw of schoorsteenmantel, alwaar Prins Willem den Eersten, Mauritius en Prins Hendrik, yder met hun Regiment-staf konstig op uitgehouwen staan. Boven de deur of ingank, die ook konstig na den ouwerwetzen trant besneden en uitgewerkt is, zit Sint Joris te paard, met een speer in de hand en den Draak onder zijn voeten.
Voorts zijn der andere kamers en vertrekken in meenigte. Van agteren is er nu onlangs een trots stuk aangebouwt door den architectuer-kundigen Meester Jacobus de Vries.
Hier heb je een deftige zaal met een uitstekend balkon verzien, dat uitzigt op het plein heeft. Dit 's niet alleen de residentie-plaats der Burgermeesteren, maar ook om Vorsten en groote Heeren, als Ambassadeurs en anderen, in te ontfangen.
Voorts is den Doel niet misgedeelt van kostelijke schilderijen van Colonellen en Kapiteinen; onder anderen is er een van Leuve de Jong: dit 's een Koninklijk stuk; ( de Nachtwacht van Rotterdam, zie onder ) hij staat er zelfs in als Majoor der Stad, den Heer Johan van Yck, Dijkgraaf, als Colonel en meer andere groote Meesters na 't leven afgebeelt. Nog hangt er een meesterstuk door Beeldemaker gemaakt, een vaanjonker, zoo 'k me niet bedrieg verbeeld het den jongen Doctor Sismus.
De Nachtwacht van Rotterdam in 1665
helaas bij een brand verloren gegaan
In de schutterszaal vonden vaak de maaltijden plaats ter gelegenheid van de verkiezing, via de boonheren, van de burgemeesters en schepenen.
Met de opeenvolgende uitbaters, de kasteleins, ging het niet altijd voor de wind. Zo klaagde in 1660 de dichter Constantijn Huygens dat hij weliswaar "puyck" had gegeten, maar wel acht dukaten had moeten betalen...
Tegen het eind van de 18e eeuw werd op het grote plein achter de Doelen ( in 1755 opgehoogd en van iepen voorzien ) de eerste, laten we maar zeggen, kermissen gehouden. De kastelein was hier uitermate blij mee.
Maar helaas, in 1795 kwamen de Fransen en die stalden op het grote plein hun paarden, waardoor het plantsoen "geheel bedorven werd".
In 1796 werd het gebouw gedeeltelijk leeggeroofd, het gebouw werd gedurende de Franse tijd nauwelijks meer gebruikt, geen schuttersmaaltijden en geen boonheer verkiezingen meer.
1809
De Doelen, maar nu vanaf de Delftse Vaart en dus het Haagseveer
In 1811 werd, Nederland was toen een provincie van het Franse Rijk, Rotterdam tot Bonne Ville verhezen, waarschijnlijk tijdens het bezoek van Napoleon aan Rotterdam. Rotterdam werd Arrondissements hoofdplaats van het Département des Bouches de la Meuze. Het Doelen gebouw werd vanaf die tijd gebruikt door de Rechtbank, maar dat kun je lezen in het Gerechtsgebouw verhaal.
De grond van het plein achter het oorspronkelijke Doelen gebouw kwam in handen van particulieren. In 1842, den 16den November des namiddags ten 1 ure, werd de eerste steen gelegd t.b.v. het gebouw voor de Societeit de Harmonie. Op den 23sten Januarij 1844 had er eene feestviering plaats, bij gelegenheid dat de groote zaal in gebruik werd genomen.
De gebouwen van Societeit de Harmonie in 1863
Bij den avond wordt de zaal door gas verlicht, dat in drie groote vergulde kroonen en eene menigte lusters zich verspreidt, vervaardigd in de fabriek van de heeren Penn & Boudewijn, te Dordrecht.
Aan het eene einde der Zaal, tegenover de deur, is het tooneel.
Het tooneel heeft geen eigenlijk proscenium, maar rust op een doorgaand podium, waartegen het opera-orkest is geplaatst. Aan beide zijden staan slanke zuilen met gordels, paarsgewijze aan het tooneel aansluitende en rustende op het podium; zij dragen met hun vieren het hoofdgestel, waarop in het midden eene lier en aan beide zijden van deze eene rij kransen zijn gesteld.
Bij het geven van concerten is het orkest op het tooneel geplaatst, en ten einde het geluid niet te verliezen, maar zooveel mogelijk naar voren te brengen, is achter hetzelve eene nisvormige afschutting geplaatst, die zeer goed is zamengesteld.
De Zaal heeft eene oppervlakte van 715 vierkante ellen, en een inhoud van 7730 kubieke ellen; hiervan zijn de afrondingen der hoeken en de welving der zoldering afgetrokken.
De verwarming geschiedt door kagchels, die in de benedenverdieping zijn geplaatst.
Men rekent, dat de zaal wel bezet is, wanneer er 1600 menschen aanwezig zijn.
Evenwel wordt verzekerd, dal er bij enkele gelegenheden tot bij de 2000 menschen in de Zaal zijn geweest, aldus beschreven in 1863….
Dankzij Alex den Ouden beschikken we nu ook nog over de volgende luchtfoto :
Het Doelen komplex in 1920
Op deze opname uit 1925 zien we aan de rechterzijrand het Stadhuis en aan de linkerzijrand, met die mooie markiezen, Pschorr. Midden tussen deze twee, het grote gebouw dat we op de kop zien, dat is de Doelenzaal.
De straat in de linkeronderhoek, die
schuin wegloopt van de Coolsingel, is de Kruiskade. Op de achtergrond tegen de bovenrand van de foto, de drie Pompenburg-bruggen in het spoorviaduct. Het Hofplein, met Loos en de Delftsche Poort valt links net buiten de foto.
Nog meer over de Rotterdamse schutterij kun je vinden in dit verhaal.
Een zeer fraaie beschrijving van de Doelenzaal kun je vinden in dit verhaal.
Meer over de St. Sebastiaanskapel kun je vinden in dit verhaal