Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De familie Groeninx van Zoelen, een Rotterdamse Regenten familie

Op zoek naar onze VOC verhalen, klik dan HIER.

Op zoek naar de lijst met bewindhebbers van de VOC kamer van Rotterdam waar o.m. de familie Groeninx van Zoelen diverse keren in voor komt : LINK

Op deze site kun je al wat informatie vinden over de familie Groeninx van Zoelen, bijvoorbeeld deze informatie :

De familie Groeninx was oorspronkeijk van Zeeuwse afkomst. In 1572 verhuisde schipper / koopman Marinus Mateusz. Groeninx naar Rotterdam omdat zijn woonplaats Reimerswaal letterlijk door de zee werd weggespoeld.
Zijn nakomelingen waren voornamelijk kooplieden en bekleedden belangrijke functies in het stadsbestuur.

De familie Van Zoeten was al in het begin van de zestiende eeuw in Rotterdam vertegenwoordigd. Zij waren grondbezitters of oefenden een beroep uit dat met landbouw-produkten verband hield. Diverse leden maakten deel uit van het stadsbestuur.

De twee families kwamen in 1702 samen door het huwelijk van Cornelis Groeninx en Catharina Van Zoelen, de enig overgeblevene uit haar geslacht. Haar zoon Otto noemde zich Groeninx van Zoelen om de naam Van Zoelen voor uitsterven te behoeden.

We gaan het nu verder hebben over 4 regenten uit de familie :

Herman van Zoelen (1636-1702)

Herman van Zoelen werd in het Franse La Rochelle geboren als zoon van Harmen van Zoelen en Magdalena de Moucheron.
Vanuit La Rochelle werd veel graan naar Rotterdam geëxporteerd. Vooral de uitvoer van gerst was belangrijk omdat de Rotterdamse brouwerijen grote hoeveelheden gerst verwerkten. Het is daarom waarschijnlijk dat vader Harmen in La Rochelle in graan gehandeld heeft, misschien in compagnie met grootvader Joost van Zoelen die korenkoper van beroep was.

Hoewel zijn vader en grootvader geen functies in het stadsbestuur uitgeoefend hadden, startte de regentencarrière van Herman al op jonge leeftijd. Als vijfentwintigjarige werd hij commissaris van het waterrecht, enkele jaren later vroedschap en in 1669 burgemeester.

Van 1672 tot 1674 maakte hij bovendien nog deel uit van de raad van de Admiraliteit op de Maas.

Deze snelle carrière zal voor een deel te danken zijn geweest aan het huwelijk met Maria Soury, waardoor Herman goede contacten in regentenkring verkreeg. Maria was namelijk de dochter van Andries Soury die, na een diensttijd bij de VOC als gouverneur 'ter kuste van Koromandel', in Rotterdam tot vroedschap benoemd werd.

De moeder van Maria was Johanna van der Duyn, dochter van de vroedschap en bewindhebber Johan Allartsz. van der Duyn. Herman nam zitting in de Vroedschap toen zijn schoonvader in 1664 overleed. In 1692 werd hij door stadhouder Willem III ontslagen. (LINK1en LINK2) Aanleiding was het Costermanoproer, waarbij de bevolking van Rotterdam in opstand kwam tegen de baljuw Mr. Jacob van Zuylen van Nyevelt die van corruptie werd beticht.

vanzuylencosterman

Mr. Jacob van Zuylen van Nijevelt

Omdat het stadsbestuur aan de wensen van het volk tegemoet kwam en de baljuw uit zijn ambt zette, terwijl Van Zuylen een beschermeling van de stadhouder was, ontsloeg Willem III in 1692 twee burgemeesters, waaronder Herman van Zoelen, enkele vroedschappen en de Rotterdamse pensionaris.

Toen Willem III in 1702 overleden was en de Vroedschap automatisch weer het recht kreeg om zelf haar nieuwe leden te kiezen stelden de afgezette vroedschappen onmiddellijk pogingen in het werk om in hun oude waardigheid hersteld te worden.
Met succes, want ze kregen de toezegging dat zij naar anciënniteit bij vacatures als eerste in aanmerking zouden komen. Voor Herman van Zoelen was het echter te laat omdat hij in 1702 stierf.

Hoewel de omvang van het vermogen van Herman van Zoelen niet precies bekend is, was Herman ongetwijfeld één van de rijkere inwoners van Rotterdam. Volgens zijn testamenten bezat hij een huis aan de Hoogstraat en een huis, pakhuizen en erf ter waarde van 13.600 gulden in de Houttuin.

Daarnaast was hij eigenaar van land te Delfgauw, Barendrecht, Poeldijk en Overschie, samen ter waarde van 24.750 gulden.
Tenslotte was Herman door zijn tweede huwelijk met Catharina de Cock, dochter van een rijke bierbrouwer, in bezit gekomen van Het Huis ten Donck bij Ridderkerk.

huistendonkridderkerk

Het Huis ten Donck

Herman van Zoelen stierf in 1702 op zesenzestigjarige leeftijd. Van zijn vijf kinderen was slechts één dochter volwassen geworden.

Marinus Groeninx (1655-1730)

marinusgroeninx

Marinus Groeninx

Marinus Groeninx was de zoon van Marinus Gillisz. Groeninx die in Rotterdam het beroep van brouwer en wijnkoper uitoefende.
Marinus Gillisz. was zeker geen onbemiddeld man met een buitenplaats in Crooswijk en een vermogen van 85.000 gulden. Naast zijn bedrijf vervulde hij nog enkele functies in het stadsbestuur.

Marinus volgde zijn vader niet op in de brouwerij, maar ging op twintigjarige leeftijd in Leiden studeren. In aanmerking voor een vroedschapszetel kwam hij na het overlijden van zijn broers Aegidius en Vastardus die respectievelijk in 1687 en in 1689 in de Vroedschap zitting hadden genomen.

Toen Marinus ook nog in 1692 in het huwelijk trad met de dochter van de Alkmaarse pensionaris en in hetzelfde jaar tot burgemeester gekozen werd, was zijn positie als invloedrijk regent in de Rotterdamse maatschappij verzekerd.

Als afgevaardigde van Rotterdam nam Marinus zitting in de raad van de Admiraliteit op de Maas, de Staten-Generaal en in de Raad van State.

De bezittingen van Marinus bestonden uit huizen in de Oppert, op het Colchoseiland,

hofpoortenomgeving1751

1751

vanaf de Goudsevest

rechts de brug over de Buitenbotersloot of Karnemelkshaven en het Colchoseiland
links Pompenburg met de Blauwe Molen, de Hofpoort met valbrug en de Delftse Poort, een beetje vaag, net links van de bomen

via de valbrug van de Hofpoort was vanaf de Oppert het gebied buiten de vesting te bereiken


LINK

een huis, tuin en land te Crooswijk, landerijen te Spijkenisse en buiten het onroerend goed nog zeker een kapitaal van 100.000 gulden, waaronder twee VOC-aandelen met een nominale waarde van ieder 3000 gulden.

Marinus stierf zonder kinderen achter te laten. Eén van zijn erfgenamen was zijn neef Cornelis Groeninx, de vader van Aegidius Groeninx :

Aegidius Groeninx (1703-1737)

aegidiusgroeninx

Aegidius Groeninx

De familie Groeninx bleef ook in de achttiende eeuw nauw betrokken bij het bestuur van Rotterdam.

Daarnaast verwief zij heerlijkheden om met een titel het aanzien te verhogen.
De ouders van Aegidius, Cornelis Groeninx en Catharina van Zoelen bijvoorbeeld kochten in 1721 de ambachts- heerlijkheid Ridderkerk.
Door zijn huwelijk met Theodora Maria Groenhout kwam ook Aegidius in het bezit van een heerlijkheid en mocht hij zich Heer van Capelle aan den IJssel noemen.

Het vermogen van Aegidius bleef wat achter bij dat van zijn echtgenote. Aegidius bracht namelijk 50.000 gulden en de inkomsten die uit het ambt van secretaris van de Weeskamer vloeiden, in zijn huwelijk mee, terwijl zijn vrouw al op jeugdige leeftijd bijna 80.000 gulden en de heerlijkheid van haar vader geërfd had.

De carrière van Aegidius in het stadsbestuur duurde slechts kort omdat hij al op vierendertigjarige leeftijd overleed. Desondanks bekleedde hij een groot aantal functies zoals onder andere vroedschap en kapitein van de schutterij.

De verdienste van Aegidius voor Rotterdam werden onder woorden gebracht door Frans de Haes, die het volgende gedicht vervaardigde :

aegidiusgroeninxgrafnaald

Otto Groeninx van Zoelen (1704-1758)

echtpaargroeninx

het echtpaar Otto Groeninx van Zoelen en Maria Adriana Noordhey

Otto Groeninx van Zoelen, de jongere broer van Aegidius, liet pas van zich spreken in 1740, toen hij tot vroedschap en tot bewindhebber benoemd werd.
Door het overlijden van Aegidius kwam Otto in aanmerking voor deze hoge functies.

Nadat in 1747 de Republiek weer een stadhouder gekregen had, benoemde prins Willem IV de oranje-gezinde Otto, samen met zijn zwager Hugo Cornets de Groot, tot nieuwe burgemeesters van Rotterdam. Zij genoten het vertrouwen van de burgerij en terwijl elders in het land pachtersoproeren uitbraken bleef het, mede dankzij hen, betrekkelijk rustig in de stad.

Net als zijn broer sloot Otto een huwelijk in regenten kring, met Maria Adriana Noord-hey, de dochter van vroedschap Daniel Noordhey. Het zal niet verwonderen dat Otto een welvarend man was en er een deftige levensstijl op na hield.
Als Heer van Ridderkerk liet hij in 1746 'Het Huis ten Donck' afbreken en geheel opnieuw opbouwen. Met familie en vrienden bracht hij daar een deel van de zomer door. In Rotterdam bewoonde hij een tijdlang een deftig huis aan de Nieuwehaven. De welstand van de familie blijkt ook uit andere zaken zoals belasting aanslagen, testamenten en nalatenschappen.

Bij de Personele Quotisatie van 1742 bijvoorbeeld, werd het jaarinkomen van Otto op ongeveer 6.000 gulden geschat. Het testament van Maria Adriana geeft aan dat na haar dood aan de opvoeding van haar zoon Cornelis minstens zo veel besteed moest worden. De voogden waren namelijk verplicht Cornelis te onderhouden na zijn staat en fatsoen, en daar toe (te) moeten besteden f 6000,- jaarlijks, off meer als hij zou reizen of bij andere gelegenheden.

De nalatenschap van Maria Adriana geeft tenslotte een duidelijk overzicht van de onroerende goederen die de familie toebehoorden: een viertal huizen te Rotterdam aan Haringvliet, Hoogstraat, en Grote Markt, de heerlijkheid Ridderkerk, 'Het Huis ten Donck' en in Ridderkerk nog huizen, landerijen en een korenmolen.
Verder nog een buitenplaats en land in Crooswijk en landerijen in Barendrecht, Portugaal, Hoogvliet en Pendrecht. De enige zoon, Cornelis Groeninx van Zoelen, zette de familie-traditie voort en nam deel aan het stadsbestuur. Met een vermogen van bijna 900.000 gulden was hij een zeer rijk man.

De zoon van Cornelis Groeninx van Zoelen werd in 1815 in de adelstand verheven.


vaandelridderkerk

Cornelis Groeninx, de vader van Aegidius en Otto Groeninx, liet in 1721 dit zijden vaandel maken met daarop St. Joris, de patroon heilige van Ridderkerk. Links boven is het familiewapen van de familie Groeninx aangebracht, rechtsboven het familiewapen van de familie Van Zoelen.





Klik hier voor de overige Rotterdamse geschiedenis verhalen op onze site,
een kleine selektie slechts....





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

22 Augustus 2003