Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over een kaart van de Schie uit 1512

Op onze site hebben we al wat verhalen waar de Schie van Rotterdam e.o. in voorkomt, te veel om op te noemen, het mooiste verhaal over de Schie van Rotterdam e.o. is dit verhaal

Schitterende schilderijen van de Schie

schiewind1

schiewind2

overschieview

overschieaqua2

2 schitterend prenten van de Schie door Overschie

heulbrug

De Heulbrug

van de latere Bergweg naar de Walenburgerweg

Op zoek naar de rest, maak dan gebruik van onze Search Engine

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Schie en klik op ENTER

Op diverse plaatsen op onze site kun je bijvoorbeeld dit vinden

privilege7juni1340

Het Privilege van de Stad Rotterdam, AD 7 Juni 1340

Uit dit verhaal bijvoorbeeld dit:

1340



Ook een citaat uit ons Geschiedenis van Delfshaven verhaal: Uit onze verhalen over het Stokvischverlaat halen we nog deze kaart met toelichting:

schielandkaart

In de Romeinse tijd liep Schielands Hoge Zeedijk over, zeg, de huidige Kleiweg en Kootschekade.
Later fungeerde de huidige Walenburgerweg en Bergweg als Schielands Hoge Zeedijk, maar in de 19e eeuw werd gesproken over de West-Blommerdijkscheweg (Walenburgerweg) en de Oost-Blommerdijkscheweg (Bergweg). De Blommerdijkscheweg vormde een geheel met de Beukelsdijk, de vroegere Bokelsdijk.
Uiteindelijk volgde Schielands Hoge Zeedijk de Honingerdijk, Oostzeedijk, Hoogstraat, Korte Hoogstraat, Schiedamschedijk, Vasteland en Westzeedijk.

Waar precies de dam in de Rotte werd aangebracht ??

Meest waarschijnlijk op de plaats van het vroegere Moriaansplein:

boerenvismarktrichtingbrugklaar

moriaansplein2

Uiterst links op de bovenste foto zien we nog net een hoek van de St. Laurenskerk, als we onder het viadukt naar rechtsonder zouden lopen, dan lopen we over het Moriaansplein waar ooit C & A was gevestigd (meteen links op de hoek direkt voor het viadukt op de onderste foto) en Dagblad De Rotterdammer.

derotterdammermoriaansplein1903

Dagblad de Rotterdammer op het Moriaansplein in 1903

LINK

LINK

Kortom, de dam in de Rotte werd aangelegd op de kruising van de Hoogstraat en het spoorviadukt en het spoorviadukt is weer aangelegd op de gedempte loop van de Binnenrotte, zoals te zien op deze foto's uit dit verhaal:

boerenvismarktrichtingbrug

1865

vanaf de Boerenvismarkt in de richting van de Lombardbrug en de Blauwe Molen

het water is natuurlijk de Binnenrotte

oh wat mooi, maar nu niet meer voor te stellen

want let eens op dat huis links met die dakkapel,
dat heeft in de loop der jaren een heel ander uitzicht gekregen...

boerenvismarktrichtingbrugstart

1870

Vijf jaar later t.o.v. de vorige foto

de Binnenrotte wordt gedempt t.b.v. het Spoorviadukt

LINK

En ja die Rotte, ze stroomde ooit ook via de Botersloot en de Slikvaart en de Leuve (via de Kolk ten noorden van de Delfsche Poort) naar de Maas, de hoofdstroom was echter de Binnenrotte, zoals zoo mooi te zien is op deze kaart:

rotterdam1340

We gaan terug naar het begin van de 16e eeuw, naar de konflikten tussen Delft en Rotterdam over de Schie.

graafwillem4

Graaf Willem IV

Voor het Schielandshuis werd in 1990 een standbeeld geplaatst van Graaf Willem IV, de man die op 7 juni 1340 aan Rotterdam stadsrechten verleende.

Een van de privileges die de stad Rotterdam van Graaf Willem IV kreeg, was dus het bevel aan de Heemraad van Schieland dat zij de goede lieden van Rotterdam zullen doen hebben een open vaart en weg van Rotterdam tot in de Schie

Wat volgens dit verhaal zoo wordt omschreven:


Naast Schiedam hield dus ook Delft angstvallig de concurrentie van Rotterdam via de Schie in de gaten.

Op een dag kwam Delft erachter dat Rotterdam tussen de Bildersheul (daar waar later dus de Heulbrug van de Bergweg naar de Walenburgerweg heeft gelegen) en Overschie de Schie aan het verbeteren was, er werd een kompleet nieuw gedeelte gegraven inklusief een jaagpad ernaast. Om dit te doen had Rotterdam op 2 plaatsen in de Schie een dam aangelegd.

Delft stuurde een delegatie naar Rotterdam met de vraag waar Rotterdam het lef vandaan haalde om met 200 - 300 arbeiders in de buurt van Overschie aan de Schie te werken met het doel deze te verbeteren.....
Rotterdam had als antwoord dat Rotterdam hiertoe het recht had op basis van het stadsprivilege van 1340 van Graaf Willem IV. Helaas was het niet mogelijk om de delegatie van Delft dit dokument te tonen, want de secretaris van Rotterdam, die het dokument bewaarde, was tijdelijk afwezig.

Delft wantrouwde dit antwoord en eiste dat de werkzaamheden onmiddellijk gestaakt zouden worden, waarop Rotterdam, laten we maar zeggen, negatief reageerde.

En toen deed Delft iets waarover dit verhaal gaat:

Delft liet zonder vorm van proces de beide tijdelijke dammen in de Schie die Rotterdam bij Overschie had aangebracht, doorsteken. Vaak wordt gedacht dat Rotterdam de Schie naar Delfshaven had geblokkeerd, niet waar dus, Rotterdam had vlak voor Overschie de eigen Schie tijdelijk geblokkeerd.

Het doorsteken van de werkdammen had natuurlijk tot gevolg dat het water het polderland instroomde en de werkzaamheden door Rotterdam moesten worden gestopt. De 200 - 300 arbeiders konden weer naar huis.

Het liep uit op een proces voor de Hoge Raad van Mechelen dat uiteindelijk door Rotterdam werd gewonnen, Delft moest Rotterdam de geleden schade vergoeden. Ter herinnering: Rotterdam had ooit ook een konflikt met Schiedam over de Schie gewonnen, deze twee konflikten worden vaak door elkaar gehaald.....:
Om de situatie voor de Hoge Raad van Mechelen te verduidelijken liet Delft de nu beroemde 3 Schieën kaart maken:

3schieenprent

1512

Delft laat deze, nu beroemde, 3 Schieën kaart maken
als dokument gebruikt voor het proces voor de Hoge Raad van Mechelen

Uit ons verhaal over o.m. Bossu halen we deze kaart van Delfshaven, waar ook duidelijk nog de toren sluizen zijn te ontdekken.


Ook zullen we nog eens wat aparte verhalen gaan maken over alles wat op de 3 Schieën kaart te zien is, zoals de galg van Rotterdam: rechtsonder Rotterdam het Proveniershuis en daar weer onder, een beetje naar rechts, de galg van Rotterdam (LINK):


schavotrdam

Het Schavot van Rotterdam

In de jaren dertig van de vorige eeuw werd in een Rotterdams schoolboekje het volgende geschreven over de 3 Schieën, kinderen uit Rotterdam e.o. behoorden dit toen blijkbaar te weten.
Uit dit schoolboekje komt dus ook deze kaart die we al eerder hebben laten zien, waarop echter heel merkwaardig 1 Schie ontbreekt....

schielandkaart

Voor Rotterdamse kinderen, die hun jeugd doorbrengen in de oude binnenstad of in het Noordelijk of Oostelijk deel, is er maar één Schie: de Rotterdamse Schie, die regel­recht op de Delftsche Poort afstroomt.

De kinderen uit Delfshaven en de uitgestrekte wijk van Rotterdam, die nog verder naar het Westen ligt, bedoelen met de Schie altijd de Delfshavense, die in het hart van het oude havenstadje zijn water door een sluis op de Voorhaven loost.

En in Schiedam weten de meeste kinderen niet beter, of hun Schie is de enige.

Zodra al die Rotterdamse en Schiedamse kinderen op school aardrijkskunde leren, komen zij echter te weten, dat er drie Schieën zijn of liever, dat er één Schie is met drie monden. Heel in het klein doet die Zuidhollandsche Schie hen later misschien wel eens denken aan de Rhöne bij Marseille of aan de beroemde Nijl met zijn vele monden. Dat zoo'n bescheiden riviertje, waarop spoelingschuiten en logge vrachtbooten traag worden voortgeboomd en melk- en groen­teschuiten naar de Rotterdamse markten puffen, nog zoo­veel lijkt op de grote rivieren van de wereldkaart!

Als je het kaartje van de Schie met zijn drie monden be­kijkt, zie je, dat het heel eenvoudig is: Overschie is het uitgangspunt en aan het eind van de drie monden liggen de drie plaatsen, waarnaar die Schiemonden heetten: Schiedam, Delfshaven en Rotterdam.

Maar omstreeks het jaar 1000 - wij nemen nu maar aan, dat de beroemde Oude Dijk ongeveer op die tijd werd aan­ gelegd - was er nog geen Schiedam, geen Delfshaven en geen Rotterdam.
Alleen Overschie, dát was er. Het was immers omstreeks 990 al een dorpje met een kerk. Schie heette het, net als het riviertje, waaraan het lag. Het lag aan het uiteinde van de Schie, op de plaats, waar de Schie de Maas bereikte. Wij hebben al gezien, dat de Maas toen nog een breede zeearm was. Wij kunnen dus zelfs zeggen, dat Overschie toen nog aan de zee lag.

Op het kaartje van de drie Schieën moet je je nu eerst de toestand van 1000-1250 voorstellen. De Oude Dijk is dan het eind van het land. Dat aan de mond van de Schie een nederzetting is.ontstaan, valt wel te begrijpen. Ook de Schie was afgedamd. Was dit niet gebeurd, dan had het vloed­water zijn weg toch wel over het land gevonden. In die Schie-dam is spoedig een sluis gemaakt, geen schutsluis, die schepen doorlaat, maar een gat, dat open- en dicht­gemaakt kon worden om water in of uit te laten.

Zoo kun je licht begrijpen, dat die Schie-dam een hinder­nis was voor de scheepvaart. En scheepvaart was er toen toch al. Langs de duinrand liep een bewoonde strook vruchtbare grond. De Schie was een stuk van de waterweg dwars door die streek. Aan de Schie-dam gekomen, konden de schepen niet verder. Er konden nu twee dingen gedaan worden: of de schepen werden over de dam héén getrokken of de waren werden overgeladen in schepen, die aan de an­dere kant lagen.
Maar wat er ook gebeurde, er moesten aan die Schie-dam wel mensen komen wonen om de over­toom (d.i. het overtrekken van de schepen) te bedienen en de goederen over te laden. Zoo is uit het polderjongens­gehuchtje, dat Overschie eerst geweest zal zijn, een handels­havendorp gegroeid, een overlaadhaven zouden wij thans kunnen zeggen. Heel in het klein is Overschie dan wat tegenwoordig Rotterdam is. Dat zou je niet achter dat lan­delijke Overschie gezocht hebben!

Ten Zuiden van die Oude Dijk was dus nog alles water. Maar denk niet, dat het allemaal diep water was. Steeds verder ten Zuiden van de dijk strekte zich een uitgestrektheid van slikgronden uit, gorzen of opwassen genoemd. En de vloed legde daar telkens weer nieuwe sliklagen op. Zoo is tegen de dijk langzamerhand een aanmerkelijk groot stuk grond aangeslibd. En je kunt begrijpen, dat er ten slotte iemand op het idee kwam een dijk aan te leggen veel zui­delijker dan de Oude Dijk.

Of eigenlijk was het niet één man, die op dat idee kwam. Het is bij verscheiden per­sonen opgekomen. Maar denken en doen is twee.

Omstreeks 1250 is het zoover gekomen.

Ook in deze groote onderneming zien we de leden van de Dirken-familie, de Hollandse graven, weer betrokken: graaf Willem II, de Rooms-Koning, die in 1256 sneuvelde tegen de Westfriezen, diens broer Floris de Voogd, diens zuster Aleid, die getrouwd was met graaf Jan van Hene­gouwen, en diens jonge zoon en opvolger, de bekende Flo­ris V.

willem2hoogwoud

1256

Graaf Willem II zakt door het ijs bij Hoogwoud
en wordt vervolgens vermoord door de aansnellende West-Friezen
zoon Floris V ontdekte pas jaren later waar vader Willem II was begraven

florisridder

De Ridderzaal gebouwd door Floris V
links de Hofkapel

Achter de Ridderzaal het kasteel van Die Haghe, gebouwd door Willem II

floris5valk

Alleen de Graaf mocht een valk meedragen
op het moment dat de valk van Floris V werd afgenomen,
wist Floris dat hij gevangen werd genomen
1296


de prenten komen uit dit verhaal: LINK

Ook andere hoogadellijke heeren zijn in het grote werk betrokken geweest, maar wat deze streken betreft, was niemand ijveriger in de weer dan vrouwe Aleid van Hene­gouwen.

Toen deze Hollandse gravendochter in 1257 weduwe geworden was, kwam zij voorgoed in haar geboortestreek terug, waar zij samen met haar broer Floris de voogdij over haar jonge neef Floris V aanvaardde. Uit de tijd der voog­dij van oom Floris en tante Aleid dagtekent een voornaam stuk van de nieuwe dijk. Vooral de tante was een voort­varende kloeke vrouw, die met grote belangstelling het werk gadesloeg en ondersteunde.

Die nieuwe dijk, waarvan sommige stukken al lang vóór het midden der dertiende eeuw ontstaan waren, moet om­streeks 1260 geheel voltooid zijn geweest. Deze dijk heet thans Schielands Hoge Zeedijk en beschermt nu al bijna 700 jaar heel het uitgestrekte lage land van Zuid-Holland tegen overstromingen.

Op de kaart kun je hem volgen van Nieuwerkerk aan den IJssel af. Daarvandaan houdt hij de IJssel en verderop de Maas, waar hij als schaardijk vlak langs de rivier ligt. Door Kralingen heen gaat hij als Honingerdijk en Oostzeedijk. In Rotterdam heet hij achtereenvolgens Hoogstraat, Korte Hoog­straat, Schiedamsche dijk, Vasteland en Westzeedijk. Door Delfshaven gaat hij als Westzeedijk, Havenstraat en Ma­thenesserdijk. Verderop heet hij Rotterdamsche dijk tot Schiedam.

Je ziet, wat een groot stuk er door de voltooiing van die nieuwe dijk aan het land werd toegevoegd. Dit nieuwe land werd doorsneden door tal van dwarsdijken. Deze waren de hoofdwegen van het land. Een er van was de Oude Dijk, die nu van zeedijk tot slaper was afgezakt. Dwars door het nieuwe land liepen de Bloemersdijk, (d.i. de tegenwoordige Bergweg en Walenburgerweg) en de Beukelsdijk.

Ook wordt het land doorsneden van weteringen en sloten. Op de kaart zie je alleen de voornaamste: in het Oosten de Rotte en in het Westen de drie Schieën.

Van West naar Oost is het rijtje: Schiedamse Schie, Delfshavense Schie en Rotterdamse Schie. Noemen we ze in volgorde van leeftijd, dan wordt het: 1. de Schiedam­se Schie, die dagteekent van omstreeks 1250; 2. de Rot­terdamse Schie, die men in 1340 begon te graven; 3. de Delfshavense Schie, waaraan in 1389 begonnen werd.

Van die drie nederzettingen, aan elke mond ontstaan, is Schiedam dan ook de oudste en Delfshaven de jongste. Rot­terdam, dat niet veel jonger is dan Schiedam, maar véél later stadsrechten kreeg, is geen Schie-nederzetting. Rotterdam is - de naam zegt het al - als dorp aan de Rottemond ontstaan. Maar Schiedam en Delfshaven zijn als Schie ­nederzettingen begonnen.

En dan natuurlijk nog een gedeelte over de rechtszaak tussen Delft en Rotterdam:

Op 24 december 1512 doet het hoogste rechtscollege in de Nederlanden, de Grote Raad van Mechelen, uitspraak tussen de stadsbesturen van Delft en Rot­terdam. Deze procederen over de rechten, die zij beiden hebben op de kanalen, die voor elke stad de levensader zijn en waarlangs de handel van de Maas naar het hart van Holland stroomt. Voor Delft is dit de Delfshavense Schie, die de door deze stad aange­legde haven aan de Maas verbindt met de Schie bij Overschie, voor Rotterdam is het de verbinding met dit zelfde dorp: de Rotterdamse Vaart of Rotter­damse Schie.

De directe oorzaak van het proces is het volgende:

Rotterdam was bezig het deel van de Rotterdamse Schie dicht bij het dorp Overschie te vernieuwen en had hiertoe dammen gelegd in het water, zodat het werk in den droge kon worden uitgevoerd. Delft, concurrentie vrezende voor de handel via Delfshaven en de Delfshavense Schie, had lieden naar het werk gestuurd, die de dammen vernield hadden, zodat de bouwput ondergelopen was.

De processtukken, die zeer uitvoerig zijn en in het Oud Me­moriaal van Schepenen in het Gemeente Archief van Rotterdam 28 bladzijden beslaat, is vooral interessant voor de geschiedenis van de concurrentie tussen beide steden en hun scheepvaartkanalen.

De Rotterdammers geven eerst de geschiedenis van hun Schie: De stad ontvangt in 1340 van graaf Willem van Henegouwen een privilege om een open vaart vanuit de stad tot in de Schie te Overschie te graven en hierlangs een weg aan te leggen. De ver­goeding aan de eigenaren van de hiertoe benodigde landerijen zou bepaald worden door de hoogheem­raden van Schieland. Met veel kosten en moeite was het kanaal gereed­gekomen: eenen schonen vaert, die breet ende wijt geweest hadde ses roeden ende een halve off daer om­trent .

In 1399 was de zuidoostzijde van de vaart echter zo verland, dat men een nieuw kanaal gegraven had evenwijdig aan het oorspronkelijke, ten westen en noorden ervan, welk kanaal de nyewe vaert ge­noemd werd. Het land tussen de oude en de nieuwe vaart werd in erfpacht uitgegeven aan Claes Ockersz. en zijn nakomelingen, blijkens de oude brieven, ingaande 1399.

Op de lange duur was het kanaal aan de westzijde zo verland, ondiep en krom geworden, dat de scheepvaart belemmerd werd. Bovendien dreven soms stukken veen als eilanden de vaart in, die weer op hun plaats teruggesleept moesten worden en met palen en staken aan het land bevestigd.

Weer werd een nieuw kanaal gedolven, nu op de plaats van het eerste. Dit had enige moeilijkheden op­geleverd met de eigenaren van de landerijen, die ten zuiden en westen van de vaart gelegen waren en die hier een kade gemaakt hadden om het water van het kanaal en hun polder te scheiden. De hoogheemraden waren meermalen als arbiters opgetreden en ook was er in 1506 een proces geweest met heer Philips van Spaengen over een stuk rietland. Delft had van de situatie gebruik gemaakt om de moeilijkheden te ver­groten en om als kampioen voor de ingelanden op te treden.
Het slot was de doorsteking van de hierboven genoemde dammen. De hierdoor ontstane schade wordt door Rotterdam begroot op 2000 Rijnse gul­dens. De twee- tot driehonderd arbeiders, die het werk uitvoeren, kunnen niet verder.

Hiertegenover stelt Delft het volgende:

De stad beschikt over een kanaal met haven aan de Maas te Delfshaven, waarover de stadsjurisdictie zich uitstrekt; tevens is de stad ambachtsvrouwe van Overschie, zodat Rotterdam de werken doet uit­voeren binnen Delfts rechtsgebied. Bovendien laat Rotterdam niet alleen een nieuw kanaal graven, maar maakt ook een heerweg vanaf Bildersheul tot aan het dorp; deze weg was bestemd voor de paarden, die de schepen door het kanaal slepen; hiertoe waren ook bomen langs de vaart gekapt. Verschillende poorters, onder anderen Jan de Heuter, lijden hierdoor schade.
Bovendien wordt het kanaal breder en dieper ge­maakt dan het ooit geweest was, want vroeger konden de grote schepen met graan alleen via Delfshaven varen.
De Rotterdamse Vaart was meer dan honderd jaar smal en bochtig geweest, zodat de bestaande toe­stand grondig gewijzigd wordt.

Om een lang verhaal kort te maken: Rotterdam ont­kent dat Delft te Overschie de hogere rechtspraak bezit, die aan de graaf toekomt. In het privilege van 1340 was reeds toestemming verleend tot het maken van de weg tussen Rotterdam en Overschie en inder­daad wordt Rotterdam in het gelijk gesteld.

Delft betaalt aan Rotterdam in totaal 799 lb. 13 sc. 9 d., het pond gerekend voor 40 grooten het stuk.

Het proces is typerend voor de concurrentie in deze tijd tussen de verschillende Hollandse steden onder­ling. Het geeft enkele bijzonderheden over de ge­schiedenis van beide kanalen, die wij echter ook, soms nog beter, uit andere bronnen kennen. Zo vangt de geschiedenis van het Rotterdamse kanaal reeds een veertigtal jaren vroeger aan dan hier wordt ge­meld.

Belangrijk is echter dat ten behoeve van dit proces door de stad Delft een kaart is vervaardigd, die nog bewaard is gebleven in het Algemeen Rijksarchief; daar hangt deze ingelijst op de kamer van de Alge­meen Rijksarchivaris.

3schieenprent

1512

Delft laat deze, nu beroemde, 3 Schieën kaart maken
als dokument gebruikt voor het proces voor de Hoge Raad van Mechelen

Waarschijnlijk is de kaart na 1512 opnieuw gebruikt door de regering van Delft bij latere processen over rechten en bezittingen in het afgebeelde gebied. In het archief van Delfshaven komen stukken voor be­treffende processen voor het Hof van Holland gevoerd in 1539, 1549, 1552, 1559, 1560, 1562 en 1571. Moge­lijk is na een van deze processen de kaart met andere processtukken achtergebleven in het archief van het Hof.

Het doel van de kaart was om tijdens het proces aan de rechters, die vaak ter plaatse niet bekend waren, de ligging van de in het proces genoemde objecten duidelijk te maken en ook aan diegenen, die wel ter plaatse bekend waren, voldoende herkenningspunten te geven; daartoe werden gebouwen en andere voor­werpen vaak 'natuurgetrouw' afgebeeld.

Hierdoor ontstaat niet zozeer een landkaart, maar eerder een schilderij; de afgebeelde gebouwengroepen doen sterk denken aan de topografische achtergronden van altaarstukken, zoals sedert de tweede helft van de vijftiende eeuw soms bepaalde steden, kastelen en stadsgedeelten werden afgebeeld.

En dus gaan we hier nog eens apart aandacht aanbesteden......maar wanneer ??





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 Januari 2005