Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII

Plattegrond van de Groote of St. Laurenskerk te Rotterdam, na de restauratie

Grafmonument Witte de With

Op een van zijn speurtochten in antiquariaten ergens buiten Rotterdam, liep Aad op tegen een verzameling Mededelingen n.a.v. de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII, kompleet met een 33-toeren orgelconcert grammofoonplaatje.
Deze bundel mededelingen, geschreven in de jaren '50 en '60 is natuurlijk zeer uniek, zoo uniek dat we er voor onze site wat uit gaan laten zien.

Gecommitteerden tot de zaken der Ned. Hervormde Gemeente te Rotterdam
hebben de eer U het navolgende te berichten

laurensbookmark

Kerstmis 1967

Aan hen die bijdragen voor de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam

Twintigste Mededeling over het verloop van de werkzaamheden

Plattegrond van de Groote of St. Laurenskerk te Rotterdam, na de restauratie

Grafmonument Witte de With

laurensplattegrond

Op deze schitterende plattegrond van de St. Laurenskerk van Rotterdam, kunnen we ook de grafmonumenten van Witte de With, (gaan we het in dit verhaal ook over hebben), Cortenaer en Van Brakel ontdekken, ook daar komen we een keer op terug. Net als op het Koorhek en wie weet, ook het orgel.....

Maar je wilt toch alvast iets meer weten van Witte de With, doen we er toch vast dit citaat bij uit ons
Diemer en zijn krant De Rotterdammer verhaal:

Voegen we er ook maar meteen nog deze grafschriften aan toe, uit ons rijmpjes verhaal :

matelief

Cornelis Matelieff de Jonge

Nu we toch bezig zijn, doen we ook nog dit erbij over Cornelis Matelieff de Jonge, uit zijn verhaal:

Later vonden we in de Twaalfde Mededeling (Kerstmis 1958) dit nog over het Grafmonument van Witte de With in de St. Laurenskerk van Rotterdam:

grafmonumentwdew

Het geheel herstelde Praalgraf van Witte Corneliszoon de With
St. Laurenskerk Rotterdam

Op 8 November 1958 is in de Grote Kerk de driehonderdste verjaring herdacht van de sterfdag van Witte Corneliszoon de With, vice-admiraal van Holland en West Friesland, die in 1658 op die datum sneuvelde in de zeeslag in de Sont. Deze plechtige herdenking, geïnstigeerd door het Historisch Genootschap "Roterodamum", kon plaats vinden bij het weder herstelde grafmonument van de vlootvoogd.

Dit grafmonument werd destijds op 's lands kosten uitgevoerd naar een ontwerp van Jacob Lois. Het beeldhouwwerk werd verzorgd door Pieter Rijcx.

Jacob Lois was de zoon van Adriaan Lois, blauwverver te dezer stede en Susanna Cornelisd. De geboortedatum is evenwel niet bekend. De familie stond ongetwijfeld in aanzien.

In de analen komt Lois voor als luitenant der burgerij (1652-1654), als kapitein der burgerij (1654-1663), als regent van het weeshuis (1653-1654) en ten slotte als schepen (1664-1665).
Op 31 Augustus 1649 huwde hij te Rotterdam met Eva van Minnebeek. Er waren zeven kinderen, waarvan enkele klaarblijkelijk vroeg gestorven zijn.

Jacob Lois bouwde in 1662 het Gemeenlandshuis van Schieland, thans Historisch Museum, wat hem een blijvende vermaardheid als bouwmeester geschonken heeft.

Citaat uit dit verhaal:

Voorts schreef Jacob Lois een kroniek 1270-1671, welke eerst veel later (1746) te Delft op naam van zijn broeder Samuel is uitgegeven.

Jacob Lois werd op 5 September 1676 in de Grote Kerk begraven.

Pieter Rijcx, die bekend staat als de beeldhouwer van het grafmonument van Witte de With, werd omstreeks 1630 in Brugge geboren. Na volbrachte leertijd liet hij zich in 1658 als Mr. Beelthouwer inschrijven bij het St. Lucasgilde te Delft, waar hij als stadssteenhouwer bij de werkzaamheden aan het Stadhuis betrokken was en ook aan andere bouwwerken be­langrijk werk uitvoerde.

In 1660 huwde hij te Amsterdam met Aeltje de Lange en kort daarna, 1663, vestigde hij zich te Rotterdam, waar hij in 1665 het huis van zijn collega Matthijs Constant kocht aan de Wijnhaven zuidzijde, naast het pand Noordzee, welk laatste recht over de kleine Wijnbrug gelegen was.

In het huis aan de Wijnhaven werden tussen 1665 en 1672 drie kinderen geboren, die de doop ontvingen in de R.K. Kerk aan de Slijkvaart en allen jong stierven. Rijcx zelf stierf in 1674 en werd op 19 Maart in de Waalse kerk begraven. Zijn weduwe Aleida de Lange vertrok weder naar haar geboortestad Amsterdam, waar zij op 4 Januari 1681 in de Oude Kerk haar laatste rustplaats vond.

Reeds voor zijn komst naar Rotterdam schijnt Rijcx hier een zekere bekendheid als bekwaam vakman genoten te hebben, want al spoedig is hij in zijn nieuwe woonplaats daadwerkeIijk aan de slag. In 1668 komt hij voor als hoofdman van het St. Lucasgilde en eveneens in 1672.

Zijn eerste belangrijke werk hier was, naar wordt aangenomen, de opdracht die hij ontving van de Regenten van het Gereformeerd Burger Weeshuis als gevolg van hun besluit in 1663 om ter meerdere luister van de nieuwe westervleugel van het huis, naar gebruik van hun tijd, hun wapens en die hunner echtgenoten te doen aanbrengen.

Citaat uit ons Weeshuis van Rotterdam verhaal:

De geslaagde uitvoering van deze opdracht heeft stellig tot gevolg gehad dat aan Rijcx een jaar later de verzorging van het beeldhouwwerk ter verfraaiing van het toen onder Lois in aanbouw zijnde Gemeenlandshuis van Schieland werd toevertrouwd.

In 1668 werd hem de eervolle opdracht voor de vervaardiging van het Grafmonument van de Luitenant-admiraal Witte Corneliszoon de With naar het van Lois afkomstige ontwerp.

Het werk van Rijcx aan dit monument, gevat in een strakke architectonische opbouw, bestaande uit een sokkel en een door tegen pilasters geplaatste, halfzuilen gedragen hoofdgestel, vertoont in het midden ter weerszijden van een donker medaillon met latijnse inscriptie, de forse figuren van de zeegod Neptunus (links) en de krijgsgod Mars (rechts) met hun attributen, waarnaast, buiten de pilasters, aan iedere kant een rijke schikking van vlaggen, wapens en ander toebehoren.
Op de vlakke kroonlijst van het hoofdgestel zijn tussen een drietal wapen­schilden twee allegorische figuren opgesteld. Links de Zeevaart, getooid met een scheepjes- ­of stevenkroon en rechts de Faam met bazuinen. De scheiding tussen zeevaart en krijgs­macht is op linker- en rechterheIft van het monument streng doorgevoerd.

Op de vooruitspringende sokkel rust in liggende houding het corpus van de zeeheld in statieharnas met aan de voeten diens helm met open vizier. Onder tegen de sokkel bevindt zich op een door putti opgehouden draperie een minutieuze afbeelding van de beroemde zeeslag.

Het beeldhouwwerk is uitgevoerd in wit marmer, evenzo de triglyphen in het fries van het hoofdgestel alsmede de kapitelen en basementen van de halfzuilen. Deze laatste daarentegen zijn, evenals de metopen tussen de genoemde triglyphen vervaardigd van een rode, geaderde marmersoort. Al het overige natuursteenwerk. lijsten, consoles enz. is van zwart gepolijst marmer.

Het monument werd in 1669 in de kerk opgesteld.

Voor de stichting ervan werd door de Staten van Holland en West-Friesland een bedrag ter beschikking van de weduwe van de Vlootvoogd gesteld. Tegelijkertijd geschiedde hetzelfde ten gunste van de erfgenamen van de Vice-Admiraal Pieter FIoriszoon, die met Witte de With in de zeeslag in de Sont gesneuveld is.

De resolutiën van de Heren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt, dd. Dinsdag den. 27 September 1659 vermelden te dezer zake:

Daarenboven werden volgens aantekeningen in het familiearchief Van d'Heeren ter Admi­raliteit tot Rotterdam tot de tombe dfl. 1000 gulden d'Erffgename toegeleijt; Van de kerck­meesters d'ijsere traille.

Behalve het besproken monument bevonden zich bovendien nog in de Grote Kerk het grafmonument van de vice-admiraal Kortenaer en dat van de schout-bij-nacht Van Brakel.
Het eerste was geplaatst in de grote kapel aan de Noordzijde van de kerk, het tweede, kleiner van omvang, in de meest Oostelijke kapel aan de Zuidzijde van de kerk d.i. bij de kooromgang.

Tot slot vonden we ook nog informatie waarin o.m. in Rotterdam de diverse in de St. Laurenskerk begraven zeehelden hebben gewoond:

Cortenaer, geboren in Groningen, ontving in het voorjaar van 1659 van de Deense koning de orde van de Olifant en een jaargeld. Volgens de overlevering had Cortenaer dit jaargeld slechts gekregen, nadat Cortenaer op een vraag van de koning waarom hij zolang naar het ordeteken stond te kijken, had geantwoord dat hij zich afvroeg hoe dit grote dier gevoed moest worden! In mei 1659 werd hij tot vice-admiraal bevorderd.

In 1660 kocht Cortenaer voor 11.500 gulden een huis aan de Nieuwe Haven te Rotterdam en wat later liet Cortenaer zich door de bekende Amsterdamse kunstenaar Bartholomeus van der Helst (1613-1670) schilderen.

Cortenaers collega's profiteerden op min of meer dezelfde manier. Jacob Cleydijck (gest. 1665) en Marinus de Clercq (gest. 1665) verhuisden ook naar de Nieuwe Haven in het begin van de jaren 1660. De Clercq kocht verder nog een stukje grond en een zomerhuisje buiten de stadspoort. Aan de Nieuwe Haven woonde ook Jan van Nes (1631-1680) en sinds 1672 eveneens Van Brakel. Aert van Nes kocht in 1668 voor 15.150 gulden een groot huis aan de nabijgelegen Spaanse Kade. Witte de With woonde aan het Haringvliet en bezat een tuinhuis en erf 'met beplantinge en bepootinge' buiten de stad nabij de weg naar Gouda.

Alle bovengenoemde Heren bezaten gouden en zilveren voorwerpen naast sieraden en schilderijen. Blijkens de kohieren van het familiegeld (een belasting op jaarinkomen) in Rotterdam werden drie vlagofficieren en twee kapiteins in de hoogste groep van meer dan vierduizend gulden ingedeeld, twee andere in een iets lagere groep. Tien kapiteins werden niet belast, omdat hun inkomen in 1673 beneden de grens van tweeduizend gulden was gebleven.

Naast een eigen statieportret werd vaak tegelijk een 'conterfeytsel' van de echtgenote gemaakt, soms ook van de kinderen. De broers Aert en Jan van Nes werden diverse keren in de jaren 1660 geschilderd met pendanten van hun vrouwen erbij. Van der Helst maakte zo in 1668 zwierige portretten van Aert van Nes en zijn vrouwen zo ook van vice-admiraal Johan de Liefde (1619-1673). Een commandostaf behoort in de rechterhand en een zeetafereel op de achtergrond. Bij alle admiraliteiten was dat zo.
Ook de Friese luitenant-admiraal Tjerk Hiddes de Vries werd samen met zijn vrouw en dochter als pendanten geschilderd, evenals diverse Zeeuwse collega's.

Al deze portretten hingen bij de eigenaars thuis of bij familie, maar het was de schilder Abraham Westervelt (1620/1-1692) in Rotterdam die er in de jaren 1653-1673 werk van maakte om kleine schilderijen van deze grote portretten (van 100-140 bij 90-125 cm) te vervaardigen. Het werd een serie bekende zeehelden, afgebeeld in olieverf op panelen van ca 40 x 32 cm. Deze werden gekocht door collega's van de eigen of een andere admiraliteit en door rijke burgers. Inderdaad blijkt uit beschrijvingen van de nagelaten boedels van De Ruyter, Cornelis Tromp en Van Brakel dat in hun huizen diverse portretten van collega's aan de muur hingen.

Zeeofficieren deden volop mee aan de mode van hun tijd om hun interieurs ook verder met schilderijen en tekeningen te verfraaien. Door nieuwe schildertechnieken, stijlen en genres was de productie van kunst in de Republiek enorm gestegen en was de prijs ervoor evenredig gedaald. Allerhande voorstellingen waren te koop. In het huis van Witte de With hingen in totaal 44 schilderijen en tekeningen. Van Brakel bezat 77 schilderijen en 3 tekeningen, waaronder werk van diverse naderhand beroemd geworden meesters. Menig 'wintertje' en 'zeetje' behoorden daartoe.
Aert van Nes legde in zijn testament uit 1686 vast dat een schilderij door Simon de Vlieger (1600- 1653) van een gevecht van zijn vader tegen de Duinkerkers en een penschilderij van Willem van de Velde de Oude van de slag in de Sont van 1658 in familiebezit moesten blijven.

Tot de pronkstukken van Witte de With behoorden negen kaarten in houten lijsten 'getrocken met een pen' van de hand van de cartograaf Hessel Gerritsz (1581-1632) betreffende De Withs reis over de 'aertkloot' in 1622-1626. Witte de With had overigens ook een ruim boekenbezit......

laurenskerkzilver001

laurenskerkzilver002

laurenskerkilver003






Klik hier voor de overige verhalen op onze site over de St. Laurenskerk van Rotterdam





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

28 April 2006