(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Het is de facto natuurlijk onjuist om Deshima in de baai van Nagasaki, een kolonie te noemen, Deshima was officieel een handelsfactorij waarvan de soevereiniteit volledig werd gekontroleerd door Japan, maar Deshima was van 1600 tot 1854 wel de enigste plaats in Japan waar alleen Nederlanders mochten verblijven.
In Japan is de geschiedenis rondom Deshima nog heel levend, in Nagasaki is een heel Nederlands dorp nagebouwd. Ook moet je in Japan nog steeds Nederlands leren als je iets wilt weten over de geschiedenis van Japan en de hofreizen, want de Nederlanders waren altijd gewend om alles op te schrijven en redelijk goed te bewaren in allerlei archieven.... ook vanuit Deshima zijn dus heel veel verslagen via Batavia in de Nederlandse Archieven beland, waar ze nu door Japanners worden geraadpleegd.
Op onze site hebben we het al wel eens over Deshima gehad, maar een verhaal puur en alleen over Deshima dat ontbrak nog en daar gaan we in dit verhaal wat aan doen.
Citaat uit het verhaalIn de Napoleontische tijd verloor Nederland al zijn kolonien aan de Britten, behalve..... Elmina (LINK) en Deshima in Japan.
Het schip De Liefde, een van de schepen van de uit Rotterdam vertrokken vloot van Mahu en De Cordes, belandde in Japan, het begin van Deshima
1810
Deshima in de baai van Nagasaki
van 1641 tot 1853 mochten alleen Nederlanders hier verblijven
1810
links Deshima in de baai van Nagasaki
rechts van Deshima de Nederlandse fregatten Arinus Marinus en Ida Aleyda uit Rotterdam ?
De factorij Deshima was sinds 1636 het enigste (kunstmatige) schiereiland op Japan waar Europeanen mochten komen en dan alleen de Nederlanders van de VOC. Dit Hollandse monopolie heeft geduurd tot 1853, toen kwam de Amerikaanse Admiraal Perry die 'met geweld' de Japanners dwong hun land te openen voor handel met het Westen. De Britten deden hetzelfde in China, maar daar waren grote opium belangen meegemoeid, inderdaad de Opium oorlogen .(LINK)
Commodore Matthew C. Perry
Uit het verhaal
Van Jan van Riebeeck en Kaap de Goede Hoop tot Paul Kruger, de Boerenoorlog en uiteindelijk Rotterdam
dit citaat:
Jan van Riebeeck krijgt in 1651 als opperkoopman van de VOC de opdracht aan de Kaap de Goede Hoop een verversingsstation in te richten. Onmiddellijk na aankomst op 6 april 1652 pakt Jan van Riebeeck dit voortvarend aan. Als onderchirurgijn in 1637 naar Java vertrokken, bekleedt Jan van Riebeeck diverse secretariaatsfuncties, op het laatst ook bij de Compagnie in Batavia. Vervolgens wordt Jan van Riebeeck ondercommissaris in Deshima en in 1644 waarnemend directeur van de handelspost in Tonkin.
1647
Handtekeningen van resp. de volgende Nederlanders op Deshima:
Wilhelm Versagen
Frederik Coyet
Antonio van Brouckhorst
Jan van Riebeeck
Wilhelm Bijlvelt
Jan de Groot
Johannes Boucheljon
Willem Thijmonsz
Dirck Meulenaar
En uit dit verhaal deze aanvullende prent met Frederik Coyet:
Vlakbij de Chih-Kan Tower,
daar waar ooit het Nederlandse Fort Provintia heeft gelegen,
staat nog steeds dit standbeeld:
De overgave van Gouverneur Frederik Coyet aan Coxinga
het werd de buigende Frederik Coyet niet in dank afgenomen
Na een jarenlang proces
werd Frederik Coyet voor eeuwig verbannen naar de Banda eilanden
na 7 jaar, op voorspraak van Stadhouder Willem III kwam Frederik Coyet weer terug naar Nederland
In 1575 verscheen prompt het boek
't Verwaarloosde Formosa
met als auteur, hoogstwaarschijnlijk Frederik Coyet
Rond 1660 werd het volgende over Deshima verteld:
Zo wonderlijk als het christelijk geloof vroeger opgang deed in Japan, zo beklagenswaardig is het naderhand weer uit het land verdreven. De beroemde jezuïet Franciscus Xaverius, aangemoedigd door Johannes Ferdinandus en Cosmus Turensis, stapte als eerste christen op 15 augustus 1549 in Japan aan land om er te prediken. Hij bracht veel Japanners tot bekering waarna een groot aantal jezuïeten over het gehele land uitzwermde, zodat al spoedig een ontzaglijke menigte Japanners het heidendom vaarwel zegde om tot het geloof van de roomse kerk over te gaan.
Diverse koningen namen de christelijke godsdienst aan en, wat nog nooit eerder was gebeurd, een Japans gezantschap begaf zich op weg naar de paus van Rome. Deze zond, net als de Koning van Spanje, afgevaardigden met brieven en kostbare geschenken naar Japan die daar luisterrijk onthaald werden.
Maar nadat het door de jezuïeten beraamde plan om geheel Japan aan Portugal uit te leveren was uitgelekt, viel het aanvankelijke succes opeens in duigen. De Portugezen hadden reeds verscheidene koningen en duizenden Japanners, die tot het roomse christendom waren bekeerd, op hun hand gekregen. Deze hadden gemakkelijk de keizer en zijn aanhangers kunnen doden, maar nu hun plan was uitgelekt en overal bekend werd, moesten zij zo snel mogelijk Japan verlaten, terwijl de inheemse christenen op een wrede manier van kant gemaakt werden. Verschrikkelijk waren de vervolgingen en moordpartijen: oud en jong, rijk en arm werden met hun gehele familie gevangen, onthoofd, verbrand, doorstoken, doorgezaagd, neergesabeld, geroosterd, gebraden, verstikt en aan kruisen genageld of aan de voeten opgehangen. Kinderen werden voor de ogen van hun ouders in volle lengte doormidden gesabeld of in kokend water geworpen. Alle mogelijke wreedheden werden begaan: zuigelingen, noch kleine kinderen werden gespaard en families waarin zich maar één christen bevond, werden volledig uitgeroeid.
Dit moorden vond voornamelijk plaats in de jaren tussen 1613 en 1626 en duurde net zo lang tot er zich geen buitenlandse of inheemse christenen meer in Japan bevonden. Verdachte personen werden met gloeiende ijzers op het hoofd en andere plekken gepijnigd totdat ze bekenden, waarna niet alleen de gehele familie, maar ook de drie naaste buren met vrouwen en kinderen werden uitgeroeid. Veel christenen vervielen door deze wreedheden weer in het ellendige Japanse heidendom, in weerwil van de ongelooflijke standvastigheid die bij vele duizenden tot het eind toe werd bespeurd. Afvalligen van het christendom moesten een vloekschrift ondertekenen voordat hun vergiffenis werd geschonken.
Zo werd in Japan tenslotte het christendom weer helemaal uitgebannen. Portugezen en papen werd, op straffe van de dood, ten eeuwigen dage de toegang tot het land ontzegd.
Alleen Nederlanders en geen andere christelijke natie werd de handel met Japan toegestaan, maar wel met allerlei beperkingen. De leer van het evangelie mocht in Japan onder geen voorwaarde meer worden verkondigd en verspreid.
Aanvankelijk werd Hirado, maar later Nagasaki door de Japanse keizer aangewezen als handelsplaats voor de Nederlanders. Onze schepen komen op de rede in de baai van deze stad voor het eilandje Deshima ten anker. Op Deshima, rondom zeer fraai vanuit het water opgehoogd, staat de Hollandse loge te pronken met rijke pakhuizen en deftige woningen voor de opperhoofden en lagere dienaren van de Compagnie. Hier worden de kostbare goederen en handelswaren uit Nederlandse schepen aan land gebracht om deze bij gelegenheid aan de Japanners te verkopen.
Bij aankomst van onze schepen op de rede lossen deze drie schoten met het geschut waarna direct Japanse barken, voorzien van soldaten en wachtslieden, langszij komen. Namen, leeftijden en functies van de Nederlanders worden genoteerd en mee aan land genomen. Vóór vertrek van het schip wordt de bemanning opnieuw onderzocht en moeten deze gegevens nauwkeurig overeenstemmen. Klopt het niet dan raakt alles in rep en roer en wacht diegene die ontbreekt al gauw de dood.
Dan worden de vlaggen gestreken en de schuit en de sloep door de Japanners aan land gebracht, totdat de schepen weer vertrekken. De volgende dag komen de ambtenaren aan boord die zich op een groot Perzisch tapijt, door ons voor dat doel meegebracht, neerzetten op het tussendek of waar ze maar willen. Daar onderzoeken ze de lading die meegebracht is en laten ze pakken, zakken en kisten van de Compagnie openmaken. Hiervoor gebruiken ze Japanse koelies of dienaren die door ons worden betaald. Scheepsopperhoofden mogen wel naar deze werkzaamheden kijken maar geen commando's geven.
Nadat alle lading is opgenomen, wordt dit aan de keizer doorgegeven. Psalmboeken en boeken met afbeeldingen van kruisen, beelden of heiligen, ook paapse kerksieraden, kruisen, paternosters en Hollands geld, zijn door ons van tevoren in een vat gestopt en dit wordt direct op de gebruikelijke manier aan de Japanners overhandigd. Die brengen het vat aan de wal en bergen het zodanig op dat niemand van ons weet waar het ligt. Pas bij vertrek wordt het weer vrijgegeven.
Lont, buskruit, musketten, pistolen, geweren, pieken, sabels en alles wat iemand kan verwonden, worden eveneens door de Japanners van de schepen gehaald, terwijl het zwaar geschut grondig wordt geïnspecteerd. Het voor- en achterschip wordt voortdurend door een Japanse bark bewaakt en Japanse verstekelingen op onze schepen worden gedood. De opzieners hebben opdracht van de keizer dat wanneer er door onze mensen iets onbehoorlijks wordt gedaan, de schepen direct door het leger moeten worden bezet.
De lading wordt door koelies met Japanse vaartuigen aan land gebracht, waarna de luiken worden gesloten en met een keizerlijk zegel verzekerd. Zou iemand dit verbreken, dan kan hij zonder pardon alle hoop op leven laten varen. Is er aan boord wat nodig, bijvoorbeeld drinkwater of brandhout, dan moet men een sein geven en aan de Japanse stadhouder van Nagasaki kenbaar maken wat men nodig heeft, waarna hij zorg zal dragen dat het aan boord wordt gebracht.
Inmiddels naderen de vastgestelde weinige, maar beroemde verkoopdagen die meestal in oktober plaats vinden. Van heinde en verre komen de kooplieden naar Nagasaki en het kleine eilandje Deshima. Monsters van de koopwaren worden ordelijk aan de kooplieden getoond, de verkoop gebeurt snel en bedreven. Japanse opzieners kijken toe en worden ondertussen door het Hollandse opperhoofd kostelijk onthaald. Deshima staat dan vol met kramen en tenten, en pronkt op royale wijze met voortreffelijke Japanse koopwaar. Deze bestaat uit kamfer, kamferhout, thee, gember, rokken, zilver, koper, porselein, zilverwerk en vooral uit allerhande gelakte kisten, kasten en nog duizend andere mooie dingen. Die worden aan de onzen aangeboden en verkocht, en dan als lading aan boord genomen, waarna de Nederlanders opdracht krijgen om te vertrekken.
Hoe hard het ook waait en ook met tegenwind, men moet onmiddellijk naar zee vertrekken. Zijn de schippers of matrozen wat traag, dan worden door de Japanners de ankertouwen gekapt en worden de schepen weggeduwd.
En dit schreef iemand in een brief aan huis over het verblijf in Hirado:Hier in Hirado wonen nogal wat Hollanders die in 1600 schipbreuk hebben geleden. Ze waren uitgevaren met de Liefde en hebben hier als handelaars goede posities verworven.
De lieden die zich niet kunnen aanpassen worden niet in de Japanse samenleving getolereerd en leven vrijwel in een constante staat van dronkenschap. Soms steken ze elkaar overhoop en dat ruimt dan weer mooi op.
De vrouwen zijn schuw en broos en wit als porselein. Wij mogen geen vrouwen aanspreken, behalve hoeren die er overigens magnifiek uitzien en zich niet aan elke stinkende zeeman geven, wat mij wel aanstaat.
Ons kantoor valt onder de koning van Nagasaki. Wij Hollanders zijn zeer geliefd bij de koning zowel als de keizer, dankzij onze nette manieren en de geschenken die wij hen van tijd tot tijd brengen, maar het feit dat zij minachting hebben voor de Portugezen die ons voor zeerovers uitmaken zal er ook wel iets mee te maken hebben.
De keizer heeft zijn machtige paleis in Kyoto, een maand zeilen en vijf dagen te paard van hier. Ze zijn zeer leergierig, landkaarten, meetinstrumenten en geïllustreerde boeken vallen erg in de smaak. De Japanners staan niet op goede voet met de Chinezen en wij profiteren daarvan door bij de Chinezen zijde te kopen en die in Japan aan te bieden.
De rijstwijn wordt hier warm gedronken zodat je ongemerkt beneveld raakt. De Japanners roeien staande, ze zijn klein van stuk maar bijzonder taai en moedig. Hun eerzucht slaat alles; als bijvoorbeeld een shogun (een soort ridder) een nederlaag lijdt stort hij zich eigenhandig in zijn eigen zwaard. Die zwaarden zijn zo scherp dat je er de haartjes van je armen mee kunt afsnijden. Ik heb gehoord dat je ze niet tot vijand moet hebben en dat je ze niet moet beledigen of bedonderen want dan kennen ze geen pardon en zijn ze wreed en meedogenloos.
Dit land heeft zoveel behoeften, van medicijnen en roggevellen tot stoffen en ijzer, dat er altijd goed te verdienen valt mits men de gebruiken van het volk respecteert.
De Japanners haalden hun technologische achterstand zoo snel in, dat zij in 1905 al een grote Russische Vloot konden verslaan, de Japans-Russische Oorlog, een omslagpunt in de Aziatische koloniale wereld : voor het eerst werden blanken verslagen. De zoon van de sultan van Atjeh werd prompt door de Nederlanders verbannen naar Java, hij werd er van verdacht Japanse sympathieen te hebben.
1764 - 1837
Hendrik Doeff
Van 1799 - 1819 Opperhoofd van de Nederlandse factorij Deshima
Een zekere Hendrik Doeff arriveerde in 1799 als VOC bewindhebber op Deshima en kwam pas in 1819 in Nederland terug, die had heel wat gemist. Een echte pechvogel dus, al had hij vier Japanse minnaressen gehad en nogal wat Japanse gedichten samengesteld. Met een van de vrouwen huwde hij voordat hij naar Europa, via Nederlands-Indie, afreisde. In de Indische Oceaan verging zijn schip, waarbij zijn vrouw omkwam. Ook al zijn bezittingen, w.o. zijn dichtbundels en zijn zelf samengesteld Japans / Nederlands woordenboek, gingen verloren.
In Nederland werd hij door de hem onbekende Koning Willem I geridderd en er werd een portret van hem geschilderd, op staatskosten, een grote eer. Hij heeft wel tevergeefs geprobeerd zijn achterstallig salaris alsnog uitbetaald te krijgen en dat was te veel van het goede. Later, in 1831, dook hij weer op als deelnemer aan het Eere Comite Ter Eere van Luitenant-ter-Zee J.C.J. van Speijk, die van "En dan liever de lucht in", gaan we het ook eens over hebben, klik maar even HIER.
1598
De Vloot van Mahu en Cordes voor Rotterdam bestaande uit
De Hoop, het Admiraalsschip
De Liefde
Het Geloof
De Trouw
De Blijde Boodschap
De Hoop en de Liefde vervolgden hun zware tocht. In het laatst van Februari 1600 werden ze door een hevige storm uit elkaar geslagen. De Hoop moet in die storm met man en muis vergaan zijn; men heeft nooit meer iets van dat schip gehoord. Juist een maand later bereikte de Liefde Kyushu, een van de Japanse eilanden.
1600
De Liefde bereikt Japan
Het was hoog tijd, want van de vier en twintig man, die nog in leven waren, konden er nog maar zes op hun benen staan. De ontvangst van de zijde der Japanners was goed. Wel strooiden de op het eiland vertoevende Portugezen rond, dat die vreemdelingen niets meer of minder dan zeerovers waren, maar de Japanners waren niet bang voor dat hoopje uitgemergelde zeelieden, van wie er kort na aankomst drie stierven en niet lang daarna nog zes.
De overigen werden niet gevangen gehouden, maar konden gaan en staan, waar ze wilden. Zij kregen een som geld, waardoor zij met handeldrijven hun brood konden verdienen. Maar hun schip waren ze kwijt. Dat werd in Japanse dienst gesteld, doch op de eerste reis, die het onder Japanse vlag deed, verging het in een. storm.
Spoedig waren de overlevende Hollanders in de gelegenheid om de Japanse regering een grote dienst te bewijzen. De Shogun was in die dagen de machtige Ieyasu Tokugawa. Ieyasu Tokugawa had echter machtige tegenstanders. Teneinde hun macht te breken, leverde Ieyasu Tokugawa in October 1600 een beslissende veldslag. Dat Ieyasu Tokugawa toen een schitterende overwinning behaalde, was voor een groot deel te danken aan de achttien kanonnen van de Liefde, die van boord waren gehaald en door Hollandse kanonniers bediend, onder de vijand grote verwoestingen aanrichtten.
Tot de overlevenden van de Liefde behoorde de stuurman William Adams, een Engelsman van geboorte, maar die reeds lang in Nederlandse dienst had gevaren. Deze Adams nu wist het vertrouwen van de Japanse regering te winnen. Hij was uitstekend op de hoogte van scheepsbouw en geschut en maakte zich verdienstelijk door de Japanners voor te lichten.
In 1603 zijn twee van de in Japan vertoevende schepelingen, te weten de vroegere gezagvoerder van de Liefde, Quaeckernaeck, en een zekere Melchior van Santvoort in een jonk van Japan naar Patani (op de kust van Malakka), waar de Nederlanders een handelskantoor hadden, gevaren. Zij hadden brieven van de Japanse regering bij zich met een uitnodiging aan de Nederlanders om in Japan handel te komen drijven. Eerst enige jaren later kon aan deze uitnodiging gevolg gegeven worden. En zo is de komst van de Liefde in Japan aanleiding geweest tot de belangrijke handel, die de VOC zo lang op Japan gedreven heeft.
In 1600 kwam dus het Nederlandse schip De Liefde, behorende tot de vloot van Mahu en De Cordes, ontredderd in Japan aan.
Bekend is dat vijf jaar later twee opvarenden van De Liefde naar Patani, de Nederlandse nederzetting op de kust van Malakka, voeren om een uitnodiging van de Japanse regering over te brengen om in Japan handel te komen drijven.
Het heeft nog tot 1608 geduurd vóór aan deze uitnodiging gevolg kon worden gegeven. In dat jaar werd te Hirado het eerste Nederlandse VOC handelskantoor gevestigd, het begin van de VOC handel op Japan.
De Portugezen waren echter de eerste Europeanen met wie de Japanners in aanraking kwamen. De Portugezen werden in Japan goed ontvangen en dreven er een uitvoerige handel. De verhouding werd minder goed, toen de Portugezen zich ook gingen toeleggen op de verspreiding van het Katholieke geloof, vooral door paters van de Orde der Jezuïeten. Binnen enkele tientallen jaren hadden de Jezuïeten ongeveer 10% van de bevolking bekeerd.
Deze toenemende invloed der Portugezen wekte wantrouwen bij de Japanse regering, die er redenen voor had om de oude godsdienst der Japanners, het Boeddhisme zijn macht te doen behouden.
De eerste jaren van de VOC nederzetting te Hirado waren niet gunstig. De VOC zond te weinig koopwaren naar Japan. Maar in de jaren erna ging het steeds beter. Ook de verhouding tussen de Nederlanders en de Japanners werd steeds gunstiger.
Anders was dit, waar het de Portugezen betrof. Tussen dezen en de Japanners werd de verhouding steeds slechter. De vervolging van de Katholieke priesters en van de Japanners die tot het Christendom bekeerd waren en weigerden hun nieuw geloof af te zweren, werd strenger. Veel geestelijken werden ter dood gebracht.
De Nederlanders in Japan, Protestants-Christelijk als ze waren, onthielden zich zorgvuldig van openbaar vertoon van hun godsdienst. Weldra kregen de Nederlanders handelsvrijheden, die geen ander volk in Japan bezat. In 1635 vernam de Japanse regering, dat Spanjaarden, Portugezen en Japanse Christenen samenspanden om in Japan een opstand te veroorzaken. Deze geruchten waren voor de Japanse regering voldoende om de in het land vertoevende Portugezen als enige verblijfplaats aan te wijzen het eilandje Deshima bij Nagasaki, waar zij bovendien onder strenge bewaking kwamen.
In 1639 werden alle Portugezen uit Japan verdreven.
Twee jaar later werd de Nederlanders meegedeeld, dat zij hun factorij te Hirado moesten verlaten en zich op het door de Portugezen verlaten eilandje Deshima moesten vestigen. De Japanse regering trof daarbij strenge maatregelen om er voor te waken, dat de Nederlanders zo weinig mogelijk met de Japanners in aanraking kwamen. Tijdens de VOC periode is deze toestand zo gebleven. Twee eeuwen lang zijn de Nederlanders de enige Europese natie geweest, waarmee de Japanners handelsbetrekkingen hebben onderhouden.
De laatste door de VOC benoemde bewindhebber te Deshima was Hendrik Doeff. De Nederlandse factorij te Deshima is nog blijven bestaan, toen de VOC allang was opgeheven. Toen in de Franse Tijd de Britten trachtten zich ook van Deshima meester te maken, heeft Doeff door zijn optreden bereikt, dat de Nederlandse vlag boven Deshima bleef wapperen.
Pas in 1859 is de Nederlandse factorij Deshima voorgoed opgeheven.
Nog even terug naar de overlevenden van De Liefde, in 1604 werden ze door een Japanse Jonk teruggebracht naar Java, aan boord o.m. Melchior van Santpoort, Koopman van de VOC en Jacob Quackernaeck, de Kapitein van De Liefde.
Quackernaeck heeft Nederland nooit meer teruggezien, want Quackernaeck sneuvelde in 1606 bij Malakka tijdens de zeeslag tegen de Portugezen o.l.v. de Rotterdammer Cornelis Matelieff de Jonge.
Op 2 Juli 1609 bereikten de eerste 2 VOC schepen via Kaap de Goede Hoop Hirado: De Griffioen met 19 kanonnen en de Roode Leeuw met Pijlen met 26 kanonnen. Admiraal van deze vloot was Jacob Groenewegen, aan Jacob Groenewegen werd (ook in 1609) door Shogun Ieyasu Tokugawa de beroemde exclusieve handelspas uitgereikt die uiteindelijk geldig bleek tot zeg 1859... Citaat uit het verhaalWe beginnen met een Keizerlijk Edict uit 1648:
De Japans-Russische oorlog (1905) was het begin van het einde van ook Nederlands-Indië
Laat voortaan en zolang de zon de wereld zal verlichten niemand proberen in Japan aan land te gaan, zelfs niet als afgezant, en laat dit bevel nooit worden overtreden, op straffe des doods.
En dus:
1810
Deshima in de baai van Nagasaki
van 1641 tot 1853 mochten alleen Nederlanders hier verblijven
en voor de rest van de wereld sloot Japan zich af. Een keer per jaar moest de Nederlandse bewindhebber van Deshima een bezoek gaan brengen aan de Shogun, uiteraard werden daar verslagen van gemaakt voor de Heeren XVII van de VOC, nu van onschatbare historische waarde natuurlijk, de verhalen op zich en de prenten die erbij horen zijn schitterend, van harte aanbevolen.
Een voorbeeld?
In 1818 bracht Jan Cock Blomhoff (1799 - 1853), hoofd van de Nederlandse Handelspost op Deshima, een bezoek aan de Shogun:
Op den 20 februari 1818 zijn zij,op den middag om 12 uren uit Kokura gereisd naar Dairi, gelegen aan eene rivier, alwaar zij arriveerden om half twee 's middags. De herbergen waarin het dag- en nachtverblijf gehouden wordt, waren overal vrijwel net en voor derzelver ingang hangt het Hollandsche driekleurige schanskleed.
De koks waren altoos vooruit gezonden, zoodat wanneer het Opperhoofd (Blomhoff) met het gezantschap ergens arriveerde, zij de tafel in gereedheid vonden en veelal dadelijk gingen aanzitten.
Bij iedere herberg komt de hospes een kwart mijl de stoet tegemoet, wat weer het ook mag zijn, om het Opperhoofd te salueren.
Dat compliment bestaat met zijne handen en hoofd op de grond te brengen en wordt telkens herhaald bij de intrede in het huis, alwaar het Opperhoofd ontvangen wordt door de beide leden van het gezantschap, de scriba en de doctor, door een onderbanjoos, een ondertolk en twee banjoossen (politiebeamten).
Zoodra het Opperhoofd is binnen getreden, wordt hem door den hospes op een toonbord gepresenteerd, banquet, visch, of iets anders dat het land aldaar oplevert. Vervolgens komt de opperbanjoos bij het Opperhoofd om over de verdere reis met ZijnEd. te spreken. De heeren blijven meestal op een glaasje punch wat vertoeven.
Alle eerbewijzen die aan de Japansche grooten toekomen op hunne reis naar den Keizer, worden ook aan het Opperhoofd bewezen. Om die reden worden er eenige stadsbedienden, naar de gewoonte gewapend en uitgedoscht, vooruit gezonden om de menigte op weg toe te roepen en te waarschuwen om neder te zitten gedurende het passeren dezer optogt.
Alle inwoners bleven, zoo lang de stoet hunne huizen voorbij was, gebukt staan in de portalen en deuren. Sommigen, als een bewijs van diepen eerbied, raakten met hunne handen aan de aarde.
De reizigers op weg moesten zich begeven aan de eene of andere kant om ruimte te maken. En zoo de weg te smal was, in de naastgelegen velden. Die op weg bleven staan, mogten niet van den eenen naar den anderen kant overlopen, of werden dadelijk aangepakt, gestompt en geslagen. Niettegenstaande de groote toevloed van nieuwsgierigen heerschte in alle plaatsen op dat moment eene diepe stilte.
1802
Nieuwsgierige Japanners begluren de Nederlanders
in hun herberg in Edo
aldus een Japanse tekenaar
In 1853 verschenen er in de Baai van Edo (de latere hoofdstad Tokio, tot die tijd was Kyoto de hoofdstad) vier zwarte USA oorlogsschepen o.l.v. Commodore Matthew C. Perry. Perry had nadrukkelijk de instruktie geen geweld te gebruiken, hij moest alleen een brief afgeven van de USA President Franklin Pierce.
1853
Commodore Matthew C. Perry
met zijn dreigende zwarte schepen in de baai van Edo
Geeist werd dat Japan zich open zou stellen voor de handel.
Perry kwam een jaar later weer terug met 10 schepen en wilde natuurlijk een antwoord, nu kwam hij wel met o.m. voorbeelden van Westerse produkten, zoals een miniatuur stoommachine, maar ook horloges en natuurlijk vuurwapens. De Japanners kwamen in verwarring, niet alleen over die produkten, maar ook over de demonstratie die Perry liet geven door een kanon van een USA oorlogsschip.
Commodore Matthew C. Perry wordt ontvangen in Japan
Japan ondertekende een verdrag waarbij zij o.m. beloofden gestrande Westerse zeelui niet te onthoofden en in geval van nood Westerse schepen toegang zouden verlenen tot een van hun havens.
In 1862 kreeg de vestiging van de Nederlandsche Handelsmaatschappij op Deshima het verzoek van de Japanse regering om te bemiddelen bij de bouw van een stoomschroefschip.
Het in Nederland gebouwde stoom oorlogsschip Kayo-Maru
met 26 kanonnen, in opdracht van de Keizerlijke Japanse Marine
De Kayo-Maru werd gebouwd op de scheepswerf van Gips & Zoonen in Dordrecht. Rond 1870 werden bij Gips & Zoonen nog twee schepen gebouwd, de Nits Sin en de Kiu Sin.
De Japanse Admiraal Heihatjiro Togo
de Japanse Nelson....
Het toen hypermoderne Japanse oorlogsschip Mikasa
27 Mei 1905
De Zeeslag van Tsushima
Heihatjiro Togo had Nelson uiteraard bestudeerd die bij Trafalgar zijn tegenstanders verraste door ze dwars op te wachten, de Russen waren de lange poot van de T, de Japanners de korte poot van de T. Vanuit deze Japanse positie kun je allemaal tegelijk vuren op de schepen die achter elkaar voeren en die op hun beurt dus over elkaar moesten schieten. Tot nu was gebruikelijk dat er zich twee lange T's vormden....
Niet meer dan 3 Russische schepen wisten te ontkomen, de andere 34 Russische schepen werden op zee vernietigd. De Japanners verloren niet meer dan 3 schepen...., voor het eerst was een Westerse Blanke vloot verslagen, met grote gevolgen niet alleen voor de Aziatische koloniale wereld, maar ook voor Rusland, het werd de kiem voor de Russische Revolutie, na grote, ook sociale onrust, moest de Tsaar in 1905 de eerste Volksvertegenwoordiging toestaan, de Doema, maar dat is een ander verhaal.
In Europa verschenen trouwens de volgende prenten, men was zich lam geschrokken....
Keizer Wilhelm II liet deze prent maken
de Aartsengel Michaël wijst de Europese Vrouwen op het Gele Gevaar
Een prent gemaakt direkt na WOI
De Britten houden de Duitsers nu in bedwang,
maar komen tot ontdekking dat Japan het Oosten van Azie bedreigd, bijv. China
Heihatjiro Togo stierf in 1934 en kreeg een Staatsbegrafenis, de eerste niet keizerlijke persoon en natuurlijk een standbeeld (het staat er nog steeds schijnt) in Cagosjima, de stad ooit door de Britten beschoten toen Heihatjiro Togo 15 jaar was...
Het huidige standbeeld voor de Japanse Admiraal Heihatjiro Togo
Klik HIER voor het volgende deel
Deshima in de baai van Nagasaki, ooit de kleinste "kolonie" van Nederland (2)
Op de Volksuniversiteit Geldrop start op woensdagavond 6 oktober 2010 een cursus van 10 avonden over de geschiedenis van de Nederlandse Koloniën. Ook wordt dan natuurlijk de geschiedenis van Deshima besproken!
Docent: Aad 'arcengel' Engelfriet, cultureel-historisch reisleider, stadsgids en geschiedenis docent. Webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, een erkend specialist op het gebied van de Nederlandse koloniale geschiedenis.
Voor meer info:
klik dan HIER
Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:
Voor meer vrijblijvende informatie
aad@engelfriet.netWilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:
klik dan HIER
Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|