Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Deshima in de baai van Nagasaki, ooit de kleinste "kolonie" van Nederland (2)

Klik HIER voor het vorige deel

Deshima in de baai van Nagasaki, ooit de kleinste "kolonie" van Nederland (1)


I.p.v. Katholieke Portugezen en Spanjaarden kwamen er Protestantse Nederlanders

De eerste Westerlingen in Japan waren, zoals je kunt lezen in ons 1e verhaal, de Portugezen, gevolgd door de Spanjaarden. Erna kwamen de Nederlanders gevolgd door de Britten. Alleen de Nederlanders mochten uiteindelijk blijven.

De Portugezen brachten niet alleen vuurwapens en buitenlandse handel, maar ook - evenals later de Spanjaarden - het katholicisme. De protestantse Hollan­ders en Britten kwamen alleen voor de handel naar Japan en waren niet van plan om daar het evangelie te verkondigen. Eigenaardig is het echter wel dat zich in Japan een situatie ontwikkelde waarin plaatselijke heren van adel tot het chris­tendom overgingen, niet zozeer omdat zij werkelijk tot de christelijke leer waren bekeerd, als wel omdat zij buitenlandse handel naar hun gewesten wilden trek­ken.

Al in 1549, slechts enkele jaren na de ontdekking van Japan door de Portugezen, landde de bekende missionaris Francisco Xavier in Kagoshima, Zuid- Kyushu, en hij introduceerde het christendom in Japan. Na enige tijd in Kyushu vertoefd te hebben, besloot Xavier naar Kyoto te reizen, de zetel van de keizer. Hij vond Kyoto in staat van verval en verwoesting na meer dan honderd jaar van burger­oorlogen en hij vernam daar, wellicht tot zijn verbazing, dat de keizer in afzonde­ring leefde en daarbij ook nog zogoed als geen macht had. Francisco Xavier, ook bekend als Sint Franciscus Xaverius, vestigde zich ten slotte in Yamaguchi, nabij het zuidelijke puntje van Honshu dat toentertijd min of meer het intellectuele en financiële centrum van Japan was. In Zuid-Japan was hij zeer succesvol en bekeerde er duizenden Japanners uit alle lagen van de bevolking. Sint-Franciscus Xaverius werkte twee jaar in Japan, en nadat hij het land verlaten had, zond hij andere missionarissen.

Tien jaar later, in 1559, waren geheel Kuyshu en delen van Honshu, onder de christelijke invloed geraakt. De omstandigheden in Japan waren ideaal voor de verspreiding van het katholicisme. Op de eerste plaats waren de in Japan missio­nerende jezuïeten bekwame en welonderlegde mensen. Zij waren niet alleen thuis in de leer van de kerk, maar wisten ook zeker mee te praten op wetenschappelijk niveau, in het bijzonder op medisch gebied. Het was dan ook geen wonder dat de jezuïeten in Japan in aanzien stonden, want het typeert de Japanners dat zij geleerde mensen hoogschatten. De priesters verkondigden niet alleen het evangelie, maar hielden zich ook met de uitoefening van de geneeskunde bezig.Bovendien richtten zij scholen op, en tehuizen voor armen en wezen. Na de vele jaren van burgeroorlog was er aan dit werk dringend behoefte.

In dezelfde tijd was het boeddhisme in verval geraakt. De katholieke wijsheid en weldadigheid staken wel zeer gunstig af bij het doen en laten van strijdlustige boeddhisten die hun gebeden vergeten hadden en uit eigen­belang de wapens opnamen.

Ook belangrijk was de zekere overeenkomst die bestond tussen het godsdienstig ceremonieel van het boeddhisme en het katholicisme, iets dat de Hollandse handelaren opviel en waarover zij herhaaldelijk hebben geschreven. Het zou heel anders geweest zijn indien de Hollandse kooplieden predikanten van de gereformeerde kerken in Batavia naar Japan hadden laten overkomen.

valentijnportret

Dominee François Valentijn (1656-1727) uit Dordrecht
predikant op Ambon

Hol­landse predikanten zouden dan wel bijbels en psalmboeken naar Japan gebracht hebben, maar niets dat ook maar in enige zin met het boeddhisme overeenkwam. Zoiets als een zondagse preek zou de Japanners wellicht voorgekomen zijn als een politieke of andere rede of toespraak.
De katholieke paters daarentegen brachten veel ritueel met zich mee dat wel wat weg had van het boeddhisme en het shintoïs­me. Zij waren gekleed in lange gewaden, zij hadden beelden en kaarsen. De Japanners hebben het katholicisme wel eens beschouwd als het 'nieuwe boeddhis­me der westerse landen'.

Na een aantal jaren waren er in het zuiden van Japan al ten minste tweehonderdduizend katholieken en priesters werden niet alleen als geestelijke maar ook als politieke leiders beschouwd. Buitenlandse han­del en bekeringsijver waren bij de Portugese en Spaanse kooplieden niet te scheiden en daarom hadden de priesters veel zeggenschap in de finan­ciële aangelegenheden van de katholieke provincies. Priesters begeleidden ook de veldheren tijdens militaire expedities, zoals ook het geval was bij de Spaanse veroveringen in Zuid- en Midden-Amerika in de 16de eeuw.

Het gedrag van de katholieke priesters in Japan is niet zo moeilijk te verklaren indien men in gedachten houdt dat de Kerk van Rome zich in die tijd niet alleen op geeste­lijk maar ook op wereldlijk terrein bewoog. De paus werd niet voor niets als 's werelds hoogste autoriteit beschouwd. Koningen en keizers werden door hem gekroond. Zij die het gezag van de kerk durfden betwisten, werden met excom­municatie bedreigd. Vanuit die mentaliteit werd de Japanse bekeerlingen soms aangeraden om de wetten van de niet-christelijke autoriteiten niet na te leven. Was de kerk immers niet een hogere autoriteit dan de heidense regering?

Daar kwam ook nog bij dat de paters verre van nederig waren. Zij waren geleerde mensen die met succes de katholieke leer verspreidden, maar het betonen van ootmoed, wat in de Japanse cultuur zo belangrijk is, liet bij hen wel eens te wensen over. Zo lieten zij zich in draagstoelen vervoeren, zoals ook de paus en kardinalen in Europa. Bovendien groetten de paters niet altijd de hoge Japanse dignitarissen die zij onderweg ontmoetten. In Japan, waar protocol en etiquette nog belangrijker zijn dan elders, zal het nege­ren van een dergelijke beleefdheidsformule zich vrijwel onmiddellijk tegen je keren.

En dus kwam na verloop van tijd een stad als Nagasaki geheel onder controle van de katholieke kerk te staan. De Shogun begon in te zien dat het chris­tendom een bedreiging vormde met betrekking tot de vereniging van Japan. In juli 1587 kondigde de Shogun de eerste tegen het katholicisme gerichte wetten af. Japan moest 'de weg der goden' vereren en men moest de kwade godsdienst van de buitenlandse barbaren opgeven. Christelijke priesters zouden twintig dagen de tijd krijgen Japan te verlaten. Portugese en Spaanse schepen konden nog wel komen om handel te drijven, mits zij geen priesters binnensmokkelden.
De Span­jaarden stoorden zich niet aan dit verbod, hetgeen uiteindelijk tot hun verbanning aanleiding gaf. De vervolging van christenen nam een aanvang, kerken werden afgebroken, bekeerlingen werden onder bedreiging gemaand het katholicisme af te zweren, priesters werden verbannen of zelfs gekruisigd. Duizenden Japanse christenen moeten omstreeks het jaar 1590 het leven hebben verloren.

In het jaar 1600 gebeurde er ook iets dat aanvankelijk van weinig belang leek te zijn. In april dreef een vreemd schip naar de kust van Noord-Kyushu. Het bevond zich in zulk een treurige staat dat er geen twijfel over kon bestaan dat het een enorme afstand en veel stormen achter de rug had. Er waren slechts vierentwintig uitgeputte mannen aan boord. De plaatselijke bewoners stelden onmiddellijk een groot belang in dit vreemde vaartuig. Aan het schip was over het algemeen niet veel merkwaardigs te zien: zo waren er kanonnen aan boord die wel overeenkwa­men met die van de Portugezen en Spanjaarden, die in 1600 nog steeds de enige Europeanen waren die men ooit in Japan had ontmoet. Wat echter voor de plaat­selijke autoriteiten zo raadselachtig was, was het feit dat deze westerlingen noch Portugees, noch Spaans bleken te zijn. Hoewel er onder deze vierentwintig vreemdelingen wel mannen waren die de Portugese taal machtig waren, was hun moedertaal een taal die de Japanners nog nooit gehoord hadden.

Missionarissen hadden al gauw door dat het schip, de 'Liefde', Hollands was - het eerste Europese schip in Japan dat niet Portugees of Spaans was. Deze mannen waren dus protestants, ketters. Bovendien werd in de Nederlanden een verwoede oorlog tegen Spanje gevoerd. De missionarissen beschouwden de schip­breukelingen als zeerovers, afkomstig uit een land dat in opstand was tegen zijn wettige koning: de koning van Spanje. Als ze niet terechtgesteld konden worden, dan was toch zeker een lange gevangenisstraf niet onredelijk. Wat kon men in Japan van dergelijke zeerovers en opstandelingen verwachten?

Dus werd ook hier, in het verre Japan, de Tachtigjarige Oorlog uitgevochten, zij het met diplomatieke middelen. Maar ook hier zouden de Spanjaarden uiteinde­lijk het onderspit delven. De Shogun echter was geen vriend van missionarissen en beschouwde het katholicisme als een bedreiging van zijn regime en nu ook zelfs van de onafhankelijkheid van zijn land. Als gevolg hiervan ondervond de katholieke geestelijkheid dat haar beschuldigin­gen jegens de vreemdelingen meer in haar nadeel dan in haar voordeel gingen werken. De Shogun was zelfs van mening dat de vijanden van de katholieken hem wel van dienst konden zijn.

Sommigen van de Protestanten bleken heel kundige mannen te zijn. Eén van hen was William Adams, een Engelsman in Hollandse dienst, wat toentertijd wel meer voorkwam. Er waren ook andere overlevenden wier namen zijn overgele­verd: Jacob Kwakernaak (of Quackernaeck), de kapitein van de 'Liefde', Jan Joosten van Lodesteijn en Melchior van Santvoort. De Shogun was niet alleen geïnter­esseerd in hun kaarten en hun kennis van meetkunde en navigatie, maar ook in hun houding tegenover Rome en de Spanjaarden. De vreemdelingen verklaarden dat zij christenen waren, maar geen katholieken. Dit was waarschijnlijk de eerste keer dat men zich in Japan van het bestaan van niet-katholieke christenen bewust werd. Zij legden ook uit dat Holland tegen Spanje in oorlog was mede omdat de Hollanders protestan­ten waren en dat zij alleen voor handel naar Japan gekomen waren. De Shogun zag in dat hij nu met sommige Europeanen handel kon drijven zonder de Europese priesters op de koop toe te krijgen.

Door informatie te verstrekken zetten de Hollanders in Japan hun oorlog tegen Spanje voort, ditmaal niet met geweld , maar op diplomatieke wijze. Zij voedden het wantrouwen tegen de Kerk van Rome.
Tien jaar eerder, in 1590, waren vier jonge Japanners van adel teruggekeerd van een bezoek aan Europa en die hadden verteld van de pracht en praal van het Vaticaan. Zij deel­den ook mee dat de kerk inderdaad controle had over binnen- en buitenlandse zaken in katholieke naties. De Shogun was er toen van overtuigd dat de Hollanders de waarheid vertelden, hoezeer zij ook trachtten de feiten uit te buiten. In plaats van gevangenisstraf te krijgen, werden de Hollanders met gastvrijheid behandeld. Bovendien benoemde de Shogun William Adams en Jan Joosten van Lodesteijn als adviseurs voor de handel op het buitenland en de navigatie. Van Lodesteijn is nu nog in Japan bekend als 'Jan Josten'. Adams kreeg zelfs een landgoed. Hij trouwde een Japanse vrouw en het graf van deze vrouw is nu nog steeds een historisch monument.

Het zou een lange reeks van bezoeken door hooggeplaatste Japanners aan Hollandse schepen gedurende meer dan twee eeuwen worden. De autoriteiten werden gewoonlijk heel beleefd door kapitein en officieren ontvangen. De Japanners waren meestal zeer onder de indruk van wat zij beschouwden als reusachtige schepen, want geduren­de de isolatie van hun land mochten er geen zeeschepen gebouwd worden. Zij keken met grote ogen naar de hoge masten en de vele kabels en zeilen. Grote indruk maakte ook de discipline van de manschappen en de snelheid waarmee zij de bevelen van de officieren uitvoerden. Ongetwijfeld was het een grote eer aan boord van een Hollands schip geweest te zijn, iets dat men zich levenslang herin­nerde. De goede herinnering werd vaak nog versterkt door de sterke dranken die hun waren aangeboden. Hoe karig de VOC ook kon zijn, de kapiteins hadden nu opdracht gekregen de Japanse dignitarissen royaal op eten en drinken te ontha­len.

Ieyasu ontving de Hollandse afgezanten hartelijk. De audiëntie vond reeds de dag na hun aankomst plaats. Dit was op zichzelf al een grote eer want het gebeurde vaak dat men dagen of zelfs weken moest wachten, of dat men helemaal niet aan het hof werd toegelaten. Zo moest een Portugees gezantschap uit Macao wachten tot na de ontvangst van de Hollanders,ofschoon de Portugezen eerder waren aan­gekomen. Op een dergelijk omslachtige wijze toonden de Japanners vaak hun behagen of mishagen, in dit geval misnoegen jegens de Portugezen.

Dit eerste in 1609 door de Shogun aan de Hollanders verleende gehoor, was uiterst belangrijk. De handelspas die bij deze gelegenheid door Ieyasu aan Jacob Groenewegen werd uitgereikt, zou van het allergrootste belang worden. Het was geen handelsovereenkomst in de feitelijke zin van het woord en de pas had ook niets te maken met de militair-territoriale belangen van de beide landen. Het was eenvoudigweg een document waarin voor de Hollandse schepen vrije toegang tot Japanse wateren en havens gegarandeerd werd. Ook stond erin vermeld dat men de Hollandse schepen in Japanse wateren indien nodig hulp diende te verlenen.

deshimahandelspas

24 Augustus 1609

Handelspas voor Jacob Groenewegen
uitgegeven door Shogun Ieyasu, links zijn handtekening


Het document werd bekrachtigd met het zegel van Ieyasu Tokugawa, de eerste Shogun die het nu eindelijk verenigde Japan in naam van de keizer regeerde. De betrekkingen tussen Nederland en Japan zijn later toch wel eens verre van rooskleurig geweest, maar Ieyasu's handelspas werd altijd geëerd. Het is wel eens gebeurd dat de Japanners verklaarden dat zij ook de Hollanders de deur zouden willen wijzen, wat toen niet gebeurde uit eerbied voor Ieyasu's document.

Ieyasu beantwoordde bij deze gelegenheid ook een brief van prins Maurits die de Hollandse afgezanten mee naar Japan hadden gebracht. De rang van stadhouder was natuurlijk moeilijk aan buitenlanders uit te leggen, zodat men prins Maurits in Japan maar als 'koning' voorstelde. In Ieyasu's antwoord weerspiegelde zich de typisch Japanse nederigheid tegenover buitenlanders.
In deze brief aan Maurits verklaarde Ieyasu zich te schamen dat Uwe Majesteit de moeite had genomen zijn onderdanen zo ver weg naar hem (Ieyasu) te zenden, die toch maar in zulk een klein en onbeduidend land woonde. . .

Een soortgelijk gebeurtenis halen we uit dit verhaal




Op de site van de Stichting Erasmushuis Rotterdam vonden we deze aanvullende informatie over het schip De Liefde:

In de Laurenskerk van Rotterdam hangt een model van het in Rotterdam gebouwde schip De Liefde. Op 27 juni 1598 voer vanuit Rotterdam een vloot uit van vijf schepen om via Straat Magalhaes (de zeestraat tussen Patagonië en Vuurland), eerst Chili en Peru te bereiken, en vervolgens naar de Indische archipel te varen. Een van de schepen, oorspronkelijk Erasmus genaamd vanwege het houten Erasmus hekbeeld, was herdoopt tot de Liefde, om beter aan te sluiten bij de namen van de overige schepen: Geloof, Hoop, Trouw en Blijde Boodschap.

Begin april 1599 bereikte de vloot, na zware verliezen te hebben geleden, Straat Magalhaes. In september voeren de vijf schepen verder.

Voortdurende hinderlagen van de Spanjaarden kostten de Liefde haar bevelhebber en een groot deel van de bemanning.

Met William Adams (lees de roman of zie de film Shogun) als nieuwe kapitein slaagde het schip als enige erin verder te varen en in april 1600 bereikte de Liefde het eiland Kiusiu. Na twee jaar had het eerste schip onder Nederlandse vlag, met slechts 24 man aan boord die nauwelijks nog op hun benen konden staan, Japan bereikt.

Erasmus begeleidde zo de eerste tocht van een Nederlands schip over de Grote Oceaan. Het schip werd door de Japanse regering leeggehaald.

Drie eeuwen later bleek dat het hekbeeld in een tempel werd vereerd als Kateki-sama, Zendeling uit het westen, of als Oranda Ebisu, Hollandse Handelsgod.

Het originele hekbeeld staat in het Keizerlijk Museum te Tokio en een kopie ervan in het Maritiem Museum Rotterdam.

Het Maritiem Museum Prins Hendrik werd in 1874 opgericht. De basis van de collectie werd gelegd door Prins Hendrik in de negentiende eeuw; de collectie telt nu meer dan een half miljoen objecten, die een periode van ruim vijf eeuwen beslaan. Door de kwaliteit en gevarieerdheid van de collectie, behoort het museum tot de top van maritieme musea in de wereld.

Sinds 1986 is het museum gevestigd in het huidige pand, een ontwerp van architect Wim Quist, bekend om zijn geometrische doosvormen en zichtbare constructies. In 2000 werd de naam Maritiem Museum Rotterdam. Tot de collectie behoort de eerder genoemde replica van het hekbeeld van het schip De Liefde. Het oorspronkelijke beeld was ter gelegenheid van een tentoonstelling tijdelijk terug in zijn geboortestad in 1998. De kopie werd in 1962 door een Japanse delegatie uit Tokio en Kyoto aan de stad Rotterdam aangeboden.

Van de Stichting Erasmushuis Rotterdam kregen we ook nog de volgende informatie:

erasmusliefdesmallboegbeelderasmusliefdesmall

Hekbeeld en kopie van het hekbeeld van het schip De Liefde




Klik HIER voor het volgende deel

Deshima in de baai van Nagasaki, ooit de kleinste "kolonie" van Nederland (3)






    Op de Volksuniversiteit Geldrop start op woensdagavond 6 oktober 2010 een cursus van 10 avonden over de geschiedenis van de Nederlandse Koloniën. Ook wordt dan natuurlijk de geschiedenis van Deshima besproken!

    Docent: Aad 'arcengel' Engelfriet, cultureel-historisch reisleider, stadsgids en geschiedenis docent. Webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, een erkend specialist op het gebied van de Nederlandse koloniale geschiedenis.

    Voor meer info:

    klik dan HIER




    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER







Terug naar Aad's homepage, met links naar al zijn verhalen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

6 April 2010