Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Café Boneski was de voorganger van Café Loos aan het Hofplein

boneskivoorloos

Café Boneski aan het Hofplein, halverwege de 19e eeuw

LINK

Nu niet meer voor te stellen natuurlijk, aan het Hofplein, maar wist je dat er op het Hofplein ook ooit kermis werd gehouden en ook een veemarkt was ???

Citaat uit o.m. ons Hofplein verhaal en Slagveld verhaal :

afficheopeninghofplein

Bij de aanleg van de eerste elektrische treinverbinding van Nederland, de Hofplein lijn, werd Café Boneski afgebroken en vervangen door Café Loos, waarin ook de ingang was verstopt naar het station, maar dat heb je al gelezen in ons Hofplein verhaal...

hofpleinloos

Café Loos aan het Hofplein, zoo rond 1920

LINK

hofplein1935

Café Loos aan het Hofplein, zoo rond 1935

LINK

In 1946 werd er dit verteld over Boneski, je krijgt er bijna honger en dorst van....

Ik kan deze naam bij gebrek aan gegevens niet laten volgen door de jaartallen van geboorte en overlijden, maar ik meen, dat hij nauwkeurig genoeg in zijn tijd geplaatst wordt, wanneer ik, dank zij de vriendelijke hulp van het Gemeente Archief, heb gevonden, dat Fritz Boneski voor het eerst als "koffijhuishouder" voorkomt in het adresboek van 1880 en hij dus eigenaar of mede-eigenaar werd van het koffijhuis J. J. T. Boneski, Hofplein 14.

De Boneski's moeten in weerwil van hun Poolse naam Nederlanders geweest zijn, want zij waren kiezers voor de Tweede Kamer.

Deze Frits Boneski nu was vijftig jaar geleden de exploitant van een der populairste cafés van Rotterdam gevestigd in een soort verbouwd boven- en benedenhuis op het Hofplein, waar Rotterdammers uit alle kringen kwamen en dat zegt wat in een tijd met sterke kastegeest, toen "de patroon" met een wandelstok mocht lopen, terwijl deze stut en staf de bediende slechts op Zondag werd toegestaan en toen men het de middenstander euvel duidde, als hij in de schouwburg een stallesplaats nam.

Boneski ontving Rotterdam in een lokaal met witgekalkte muren, zand op de grond en een ameublement van tuintafels en -stoelen, 's Zomers stonden de tafeltjes op een gedeelte van het Hofplein onder de bomen. Het is nu echter niet om een stadsbeschrijving te doen maar om mensen en wat de mens Boneski betreft kan ik dan niet meer dan een persoonsbeschrijving geven, gebaseerd op zeer vage herinneringen uit mijn kindertijd, want met een ba-neus als ik liet hij zich niet in.
Hij droeg een grijze snor, zo stijf in de pommade gezet, dat je er gerust iets aan had kunnen ophangen... .en een grijs baardje, een gouden lorgnet, een grijs jacquette-costuum en de eigenaardige hoed, uit die dagen, die het midden hield tussen een hoge en een bolhoed. Een tekening van mijn herinneringen levert dit op:

boneskitek

Hij stond in het buffet en keurde de plateaux voor ze naar de kas gingen, waar 't fijne grijze mevrouwtje Boneski, schuw en stil, vriendelijk en verlegen, de administratie voerde. Zij zonk in 't niet, wanneer die grote man langs haar stapte en handenwrijvend en buigend zijn beleefdheid als een toegift-artikel bij zijn consumptie ging serveren.

Voor 40 cent soupeerde je met een Russische boterham van een kwartje, een glas bier van 10 cent en 5 cent fooi, die 't ouwe kellnertje met grijs krulhaar en een voorschoot met vierkante vouwplooien tot op de grond, graag aanvaardde.
Maar daar nam Boneski niet zozeer notitie van.

Als je boven de dfl 1,- per avond verteerde, kwam je in aanmerking voor een minzaam praatje en een buiging tegen mevrouw. Zelfs ging hij wel eens even aan een tafeltje zitten om zijn inzichten inzake de dingen van die dagen mede te delen, zoals de Boerenoorlog in Zuid-Afrika of het bezoek van Li-Oen-Tsang, de ouwe chinees met een echte haarstaart.

Aan meubilair, licht en schoonheid van interieur verdeed Boneski zijn geld niet, maar zijn bierglazen en zijn rhumgrocs, zijn biefstukken, zijn vuistdikke gebakken schollen, zijn zwezerik en zijn moten zalm waren zo groot en zo vet, dat het smakeloze servies niet opviel.

Zijn bedrijfskosten zullen niet groot geweest zijn. Zijn omzetten, vooral op warme zomeravonden en in kermistijd waren enorm en daarom was Boneski wat nu "goed en goedkoop" heet.

De meeste Rotterdamse café-exploitanten kenden het "hallefie". Na het gebruik van één hele consumptie, kon je verder "hallefies" bestellen. Zo'n halve was bij Boneski een 7/8, hetgeen er op neerkwam, dat hij voor bier en borreltjes, zijnde de artikelen, die het meest voor halvering in aanmerking kwamen, prijzen berekende, die maar weinig boven het proeflokaaltarief lagen.

Er werden in die tijd bijna uitsluitend "bittertjes" gedronken. De jenever werd gekruid met elixers, rode en groene Pommerans, Gentiaan, Catz, Lithauer, Angostoura, afgekort tot "Angst" en een "kleurloze Angst" was een glas jenever met enkele droppels Angostoera. Anderen prefereerden een "straffe Catz".

De glazen waren groter dan tegenwoordig en niet voorzien van een geëtste cirkel, die de fles een halt toeriepen.

Ik denk niet dat Boneski Rabelais gelezen heeft maar er school toch iets van een Gargantua in hem. Het was alles kolossaal, zwaar, vet, overvloedig en lekker. Bloeddrukken konden er in die tijd nog niet gemeten worden en aan lichaamslijnen hadden mannen en vrouwen maling.

De dames cultiveerden veeleer wat de Fransen "Ie galbe" noemen, de welving.

Je zag de grijze jacquette en de glimlach zich in het lokaal verheffen en dan ging Boneski rijzig, een paar tafeltjes verder, een geheimzinnige missie volbrengen.
De Rotterdammer voelde zich een Lebemann, wanneer hij betrokken werd in de intieme kring van Boneski. Menigeen kreeg het gevoel een belangrijk burger te zijn, wanneer Boneski hem de onderscheidende mededeling aan het oor fluisterde, dat er vanavond nog kalfsniertjes kwamen.

Dit is alles wat ik me van Boneski herinner. Toch een figuur, die een rol speelde in het leven van de Rotterdammers in het begin van deze eeuw. Om één uur kwam een agent het sluitingsuur aankondigen: "Hoogste tijd heren.... afrekenen!", klokte bedaard een biertje naar binnen en ging heen met het gevoel zijn plicht goed te hebben gedaan.

Als de laatste gasten weggetreuzeld waren, zette meneer Boneski zijn gekke hoed op en ging een straatje om.

Op onze site hebben we ook een kompleet menu van de Diergaarde staan trouwens...: LINK






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

11 April 2003