Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Erasmus en Dè biografie over Erasmus uit Rotterdam

Erasmus en Dè biografie over Erasmus uit Rotterdam wordt op deze pagina ingedeeld volgens de volgende links:






Erasmus inleiding

Desiderius Erasmus.

1509; 500 jaar geleden schreef hij zijn boek "De lof der zotheid".

Desiderius Erasmus die leefde van 1466 tot 1536, was als denker gezaghebbend en wereldberoemd in zijn dagen. Hij stond in contact met de vorsten van zijn tijd en riep op tot eendracht en vrede. Op kerkelijk en religieus gebied zette hij zich in voor gematigdheid en verdraagzaamheid. Als humanist pleitte hij voor een hernieuwde studie van de Griekse en Romeinse auteurs en een betere kennis van de klassieke talen. Als pedagoog bekommerde hij zich om het onderwijs en de opvoeding van kinderen. Deze winter werd een interessante tentoonstelling over hem gehouden in het museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Hierbij werd ook een aardig gidsje uitgegeven, waaruit het e.e.a is ontleend.

De thema's die Erasmus na aan het hart lagen zijn: geleerdheid en opvoeding, oorlog en vrede en kerk en geloof. Dit zijn onderwerpen waarover Erasmus fundamentele bijdrage heeft gepubliceerd en waarmee hij een stempel heeft gedrukt op de geestelijke en maatschappelijke ontwikkelingen van zijn tijd en vaak ook nog lang daarna.



Terug naar de top





Erasmus leven

Erasmus werd op de vroege ochtend van 27 oktober 1466 in Rotterdam geboren in de buurt van de Laurenskerk. Hoewel dit door de inwoners van Gouda wordt ontkent (die claimen zijn geboorte in Gouda) doet Erasmus toch een aantal malen zelf zijn geschriften ondertekenen met: Erasmus van Rotterdam. Er is echter geen vermelding in de doopregisters bewaard gebleven. Zijn geboortehuis in Rotterdam wordt gepositioneerd in de Wijde Kerkstraat. Het huis was al kort na zijn dood een toeristische attractie geworden. In de gevel werd een zandstenen beeldje geplaatst, wat nu bewaard wordt in het Historisch Museum Rotterdam.

Met de locatie van het geboortehuis is geen rekening gehouden bij de wederopbouw na het bombardement van de stad. Als gevolg daarvan ligt deze plek nu tussen de Laurenskerk en de achterkant van de winkels aan de Hoogstraat. Voor een deel is deze bebouwd met een opslagplaats en voor een deel is deze parkeerplaats geworden.

Maar goed hij was van een lastige komaf, want als kind van een priester was hij eigenlijk een onwettig kind. Op zeer jonge leeftijd vertrekt hij naar Gouda om daar op school te gaan. Hij zal Rotterdam nooit meer terug zien. Na Gouda volgt hij nog onderwijs in Utrecht, Deventer en Den Bosch.

In 1487 doet hij intrede in het klooster Stein bij Gouda. Een jaar later legt hij de kloostergelofte af en wordt hij augustijner koorheer. In Stein verdiept hij zich al in de klassieke letterkunde en het Italiaanse humanisme. In 1492 ontvangt hij de priesterwijding in Utrecht en het volgende jaar wordt hij secretaris van Hendrik van Bergen, de bisschop van Kamerijk.

En dan is 1495 beginnen zijn reizen en studies aan buitenlandse instituten. Hij krijgt toestemming voor een studie in Parijs. Daar ter plaatse voorziet hij in zijn levensbehoeften door privélessen te geven. Vier jaar later maakt hij zijn eerste reis naar Engeland. Er zullen nog 6 reizen volgen. In Engeland maakt hij kennis met Thomas More en onder invloed van John Colet gaat Erasmus zich toeleggen op de studie van de Bijbel en de kerkvaders. In 1502 vestigt hij zich in de beroemde universiteitsstad Leuven.

In 1503 beginnen zijn publicaties. Het "Handboek van de christenstrijder", waarin hij zijn visie op kerk en geloof uiteenzet, in 1508 gevolgd door de publicatie van de "Adagia" (Spreekwoorden). In 1513 komt zijn pamflet "Julius exclusus" uit. In dit werk, geschreven na de dood van paus Julius II uit hij felle kritiek op deze oorlogszuchtige paus. Overigens is Erasmus altijd blijven ontkennen dat hij dit werk geschreven heeft.

Hij is nog lang niet uitgereisd en uitgestudeerd. In 1506 onderneemt hij een reis naar Italië waar hij verblijft in Turijn. Hier promoveert hij in de theologie. Verder verblijft hij in de belangrijke steden Bologna, Venetië en Rome. Dan op de terugreis, in 1509, bedenkt hij de "Lof der zotheid". Het boek wordt twee jaar later gedrukt.

In 1514 treffen we hem voor de eerste keer in Bazel aan. Hij ontmoet daar Johannes Froben die zijn belangrijkste uitgever wordt. Twee jaar later reist hij weer terug naar Leuven en verblijft dan zo'n 5 jaar in de Zuidelijke Nederlanden. In die tijd wordt hij raadsheer van keizer Karel V en Erasmus schrijft voor de keizer "De opvoeding van de christenvorst". Verder publiceert hij in deze tijd een aantal van zijn belangrijkste werken: een geannoteerde vertaling van het Nieuwe Testament in het Latijn en de editie van de "Opera omnia" van de kerkvader Hieronymus. In deze tijd (1517) krijgt hij dispensatie van paus Leo X, zodat hij zijn ordekleed niet meer hoeft te dragen, niet meer gebonden is aan het klooster en financieel onafhankelijk wordt. Dit is ook het jaar dat het eerste portret van Erasmus verschijnt. Het mocht toen. Hij was toen de 50 al gepasseerd. Maar beroemd als hij was, was er veel vraag naar zijn portret. Afgezien van vorsten, was hij de best geportretteerde persoon van zijn tijd. Erasmus drukte zelf ook een stempel op zijn beeldvorming. Hij liet zich portretteren op een manier die hem beviel. Aanvankelijk koos hij voor het imago van de hardwerkende geleerde, schrijvend of nadenkend in zijn studeerkamer en gekleed in een herkenbaar tenue, met een donkere mantel, een hoge pelskraag en een zwarte baret. Later was deze context niet meer nodig. Hij kon zich toen zelfbewust laten uitbeelden zonder veel attributen. Een boek karakteriseert hem soms als een geleerde, maar in andere gevallen rest alleen nog de zwarte baret. Maar zoals gezegd Erasmus was in deze tijd wereldberoemd en geschilderde portretten bleven zeer exclusief. Vandaar dat er een penning met zijn afbeelding werd vervaardigd. Hiervan konden er vele vervaardigd worden. Erasmus gebruikte ze als geschenk voor bewonderaars en begunstigers.

Intussen is in Europa de reformatie van Luther steeds meer en steeds verder doorgedrongen. In Leuven verwacht men van hem dat hij duidelijk stelling neemt tegen Luther. Erasmus doet dat dan nog niet en verhuist naar Bazel vanwege het vrije geestelijke klimaat daar. Hier publiceert hij eerst zijn "Colloquia" (Gesprekken) en dan, in 1524, voor het eerst een geschrift tegen Luther "Over de vrije wil".

Vanaf 1525 gaat het hard achteruit met de gezondheid van Erasmus. Veel last heeft hij van niersteenaanvallen. In Basel zet de reformatie intussen door en als daar de rooms katholieke eredienst wordt verboden, dan verlaat Erasmus deze stad en vestigt zich in het katholieke Freiburg im Breisgau. Maar in 1535 keert hij terug naar Bazel waar hij het volgende jaar op 11 juli te middernacht overlijdt. Hij wordt daar ook begraven en in de Münster ofwel de domkerk van Bazel is een monument ter zijner gedachtenis nog terug te vinden.

Zijn geestelijke nalatenschap is wel in Rotterdam beschikbaar en wel in de collectie Erasmiana in de Gemeente bibliotheek, die bestaat uit meer dan 5.000 boeken en brieven door en over Erasmus geschreven.

Terug naar de top





Erasmus standbeeld

In 1622 wordt er in Rotterdam een imposant beeld voor hem geplaatst; het bronzen standbeeld van Hendrick de Keyser, dat tegenwoordig voor de Laurenskerk staat. Nooit eerder was een dergelijk beeld voor een "gewone" burger opgericht.

Eerder, in 1549 was er een houten versie geplaatst in de Wijde Kerksteeg ten behoeve van de intocht van Prins Philips. In 1557 werd dit vervangen door een blauw arduinstenen beeld dat echter in 1572 kapot geschoten en in de gracht geworpen werd door het Spaanse leger onder leiding van de Graaf van Bossu. Eenmaal weer boven water heeft het beeld tot 1621 gestaan.

Het beeld van Hendrick de Keyser heeft het bombardement van Rotterdam in 1940 ongeschonden doorstaan. Het is toen door de gemeentelijke Dienst Kunstbescherming van z'n sokkel gehaald en onopvallend naar Museum Boijmans Van Beuningen gebracht. Daar werd het op de binnenplaats onder betonplaten en zandzakken verborgen. Na vele omzwervingen door de stad heeft het nu een plaats gekregen op het plein voor de Grote- of Sint-Laurenskerk.

In Brooklyn staat op het terrein ven de Erasmus High School een levensgrote kopie van dit beeld.



Terug naar de top





Erasmus, geleerdheid en opvoeding

Vandaag de dag is een humanist iemand voor wie niet God, maar de mens de hoogste maatstaf is. Vroeger werd er een beoefenaar van de klassieke letteren, de humaniora, mee bedoeld. Net als alle andere humanisten van zijn tijd was Erasmus een christen, voor wie de letterenstudie zelfs primair in dienst stond van het geloof.

Dankzij twee belangrijke religieuze uitgaven werd Erasmus in 1516 de onbetwiste leider van humanistische geleerdheid: een vertaling van het Nieuwe Testament in het Latijn en een kritische editie van de verzamelde werken van de kerkvader Hieronymus, die Erasmus als toonbeeld van de geleerdheid bewonderde.

Terug naar de top





Erasmus en de bijbel vertaling

Wat betreft de vertaling van het Nieuwe Testament in het Latijn, zag Erasmus dat als een vervanging van de Vulgaat die hij niet goed vertaald vond. Om dit te kunnen doen beschikte hij over 6 Griekse handschriften die hij samenvoegde. Later heeft de Leidse drukkersfamilie Elsevier de Griekse tekst van Erasmus gebruikt, die intussen de bijnaam van de Textus receptus had gekregen. Erasmus legde met zijn Griekse uitgave van het Nieuwe Testament de grondslag van de hervorming van Luther en dat werd hem ook door de Katholieke kerk verweten.

Terug naar de top





Erasmus en Hieronymus

Wat betreft Hieronymus, Erasmus hechte er waarde aan dat de kerkvader op de juiste wijze werd uitgebeeld door schilders. Tot die tijd werd Hieronymus altijd uitgebeeld met een kardinaalshoed (die hij nooit gedragen kan hebben) en met een leeuw (hieraan lag een legende ten grondslag dat Hieronymus een leeuw getemd zou hebben door een doorn uit zijn poot te trekken). Erasmus verafschuwde de vele legendes rondom de kerkvader. Rond 1520-1521 zorgden Albrecht Dürer en Quinten Massys voor een vernieuwing van de Hieronymus-iconografie, waar Erasmus direct of indirect de hand in moet hebben gehad. Juist in deze tijd stond Dürer in contact met Erasmus. Samen aten zij een keer ten huize van Pieter Gillis. Met twee Hieronymus bewonderaars aan tafel moet het gesprek op een gegeven moment op de iconografie van de kerkvader zijn gekomen. Dit is niet het enige voorbeeld van Erasmus' invloed op de verbeelding van geleerdheid in de vroege 16e eeuw. De wijze waarop hij zichzelf liet uitbeelden, was van grote betekenis voor het geleerden portret.

Terug naar de top





Erasmus, de pedagoog

Erasmus was niet blind voor de wereld buiten de studeerkamer. Als pedagoog heeft hij zich ingezet voor de verbetering van het onderwijs. Het ging hem niet alleen om kennisoverdracht, maar ook om het aanleren van goede manieren. Kinderen hadden, om fatsoenlijke burgers te kunnen worden, een adequate opvoeding nodig, zowel in de schoolbanken als thuis aan tafel. Het uit het hoofd leren van klassieke spreuken en wijsheden was heel gebruikelijk op de Latijnse school. Erasmus omschreef in zijn "Ratione studii" hoe je het onthouden kon vergemakkelijken door je te omringen met spreukenkaartjes. Bekende spreuken van Erasmus zijn: "De Heer geeft alles, maar heeft er niet minder om" en "Wie is rijk? Hij die niets begeert. Wie is arm? De gierigaard."

Erasmus was in zijn opvoedingsgeschriften uiterst gedetailleerd. Het peuteren in de neus wordt door hem met klem afgekeurd. Verder waren in de 16e eeuw dwang en bestraffing gebruikelijke lesmethoden. Erasmus verafschuwde een dergelijke vorm van onderwijs. Zeker wanneer vroeg gestart werd met onderwijs geven, diende het kind geen hekel te krijgen aan leren. Erasmus pleitte er dan ook voor om lesstof te kiezen de aansluit op de belangstelling van het kind en deze spelenderwijs aan te bieden. Afbeeldingen konden volgens Erasmus een belangrijke rol spelen in het onderwijs. Kinderen zullen, zo schrijft hij, : verhaaltjes en fabels met meer plezier lezen en beter onthouden als ze de hoofdpunten ervan in prentjes te zien krijgen en als de inhoud van een verhaal in een afbeelding wordt getoond." Ook de namen en kernmerken van bomen, planten en dieren kunnen op deze wijze beter worden aangeleerd, "zeker als het gaat om dieren die ze zelden zullen zien, zoals een neushoorn, een antilope, een pelikaan, een Indische ezel of een olifant."

Terug naar de top





Erasmus tafelmanieren

In 1530 verscheen van Erasmus' hand: "Civilitate morum puerillium libellus", een leerboek voor leerlingen van Latijnse scholen met als doel jonge lezers goede manieren aan te leren. De Nederlandse titel luidt dan ook: "Goede manierlijke zeden, hoe de jongere gaen, staen, eten, drincken, spreken, swijghen, ter tafelen dienen ende spijse ontghinnen sullen". Het was een gewild boek, in 1536 was de Latijnse editie al 30 keer herdrukt. In het vierde hoofdstuk geeft Erasmus nauwkeurige instructies voor welgemanierd gedrag tijdens de maaltijd, waarbij het tafelgerei een instrumentele rol kreeg toebedeeld.

In de 16e eeuw kwam de massieve eettafel in gebruik. Deze werd gedekt met een wit linnen tafellaken. De gasten kregen een servet dat over de linkerschouder of over de linker voorarm werd gelegd. Om het tafellaken schoon te houden adviseert Erasmus: "Botjes en soortgelijke resten gooi je niet onder de tafel: zo maak je de vloer vies. Je strooit ze evenmin op het tafelkleed en legt ze niet terug op de schotel, maar je plaatst ze op de rand van je bord of deponeert ze in een kom die sommigen klaarzetten om zulke resten te verzamelen".

Voor de aanvang van de maaltijd goot een bediende met de lampetkan water over de handen van de gasten en ving dit met het wasbekken weer op. Erasmus, die persoonlijke hygiëne vooropstelde, schreef over het belang van schone handen. Volgens hem was het fatsoenlijk om de handen tijdens het eten niet onder de tafel of op het bord te houden en mochten jongens aan tafel niet op hun ellebogen leunen.

Het hoofdgerecht werd op grote tinnen of aardewerken schotels opgediend. Ze werden vaak op een komfoor met vuurkooltjes geplaatst. Sauzen bij de gerechten diende men op in kleine "saucieren". Volgens Erasmus was het ongepast als een jongen als eerste een gerecht van de schotel nam en hij mocht het zeker niet met de vingers doen.

Het tinnen of houten teljoor (eetplankje) had een ronde of rechthoekige vorm. Met het mes werd een gerecht uit de schotel geprikt en overgebracht op het teljoor. Bij Erasmus wordt het regelmatig genoemd. "Vlees moet je eerste op je bord in kleine stukjes snijden. Dan kauw je het eventjes met een hapje brood erbij voor je het doorslikt. Dat komt niet alleen je gedrag ten goede, maar ook je gezondheid.

Volgens Erasmus was het niet netjes om met drie vingers in het zoutvat wat zout te pakken. "Het zout dat je nodig hebt neem je op je mespunt. Als het zoutvat ver weg staat, steek dan je bord uit en vraag een beetje".

"Een feest beginnen met de beker te heffen is iets voor een dronkaard: die drinkt uit gewoonte, niet van de dorst", schreef Erasmus. Overmatig drankgebruik aan tafel was niet beschaafd en ook niet goed voor de gezondheid. Zo bestond er zelfs drinkgerei met vermanende opschriften als "drink met mate, het zal u baten".

De eetlepel werd in de tijd van Erasmus vaak door de disgenoten gedeeld. Hij beschrijft het gebruik van de lepel uitvoerig: "Als het voedsel wat je aangeboden wordt te vloeibaar is, proef je van de lepel, je veegt hem af met een servet en geeft hem terug". Erasmus raadde de gewoonte af om met het mes als een tandenstoker te gebruiken. Hij gaf de voorkeur aan tandenstokers van mastiekhout, vogelveertjes of het scherpe beentje van een kippen- of hanenpoot.

Terug naar de top





Erasmus en zijn relatie met Zwingli

De Zwitserse humanistische geleerde Ulrich Zwingli behoorde tot de belangrijkste hervormers van de 16e eeuw. Hij was een groot bewonderaar van Erasmus, met wie hij na een ontmoeting in 1516 contact bleef houden. Na zijn breuk met Rome en het doorvoeren van de Reformatie in Zürich verslechterde hun relatie.

Terug naar de top





Erasmus waardering

Dat Erasmus als wetenschapper in zijn tijd gewaardeerd werd, blijkt ook uit de vele kostbare geschenken die hij kreeg en waarvan er nog veel bewaard zijn. Zo bijvoorbeeld een bestekdoos die hij in 1533 kreeg van de Poolse abt Erasmus Ciolek, gevuld met een mes en vork van verguld zilver. Van de drukker Johannes Froben kreeg hij een vergulde zilveren wijnbeker. Daarnaast werden nog zo'n 29 bekers van edelmetaal geschonken door vrienden, bewonderaars en mecenassen. Ook bezat hij vele fraaie zandlopers. Behalve tijdmeters waren het objecten die moesten herinneren aan de vergankelijkheid van het bestaan.

Terug naar de top





Erasmus oorlog en vrede

Oorlogen waren in de tijd van Erasmus aan de orde van de dag. De belangrijkste conflicten werden uitgevochten in Italië, waar Frankrijk en de Habsburgers onverenigbare aanspraken hadden. In steeds wisselende coalities stonden de partijen tegenover elkaar. Decennia lang volgden de veldslagen en belegeringen elkaar op.

In deze woelige tijd, die naast oorlogen ook boerenopstanden en vormen van religieus geweld kende, riep Erasmus op tot vrede. In brieven en geschriften richtte hij zich tot de Europese vorsten om hen te wijzen op de nutteloosheid van de oorlog. Het was dan ook geheel tegen de smaak van Erasmus in als vorsten als militair heerser werden uitgebeeld.

Wat Erasmus mateloos ergerde, was dat men de oorlog een schijn van vroomheid probeerde te geven. Zo werden wapens in de 16e eeuw soms voorzien van christelijke symbolen of vernoemd naar apostelen.

Ook had hij oog voor de maatschappelijke ontwrichtingen die vaak in de huisgezinnen ontstonden. Soldaten ontvingen hun soldij vaak niet op tijd, maar maakten er zelf ook regelmatig een potje van waardoor hun huisgezinnen vaak zonder geld zaten. Zo omschreef Erasmus "drank, dametjes en dobbeltjes" als boosdoeners.

Erasmus schreef dan ook een "Handboekje voor de christensoldaat", dat het leven als een permanente oorlogsvoering beschrijft. Als christensoldaat moet de mens de strijd aangaan met de verlokkingen van de buitenwereld en de krachten van de duivel. Gebed en kennis zijn daarbij zijn voornaamste wapens.

Tegelijkertijd vond hij dat het christendom zich moest weren tegen de expansiedrift van de Ottomaanse sultan. De "Turkendreiging", die een climax vond in het beleg van Wenen in 1529, bracht hem duidelijk uit zijn evenwicht. Oorlog, door Erasmus altijd zo verafschuwd, was nu het allerlaatste redmiddel.

Terug naar de top





Erasmus en Karel V

In 1515 was Karel V meerderjarig verklaard en kon hij de regering over de Nederlanden op zich nemen. In 1516 werd hij koning van Spanje. In datzelfde jaar schreef Erasmus "De opvoeding van de christenvorst", waarin hij Karel op zijn verantwoordelijkheden wijst. Persoonlijke veroveringsdrang of wraaklust kunnen gevolgen hebben voor de hele samenleving. Voor je het weet is de oorlog niet meer te stoppen.

Vanaf 1516 geeft Erasmus Karel V als raadsheer adviezen op velerlei vlak. Ook op de manier waarop hij zich aan de wereld presenteert krijgt de aandacht. Volgens Erasmus moest hij zich laten portretteren "in de kleren en de houding die perfect passen bij een wijze, ernstige vorst".

Erasmus hekelde het soort adel "dat men afleest aan familieportretten, de stambomen van zijn voorouders of hun rijkdom".



Terug naar de top





Erasmus en Paus Julius II

In woord en geschrift verzet Erasmus zich tegen paus Julius II. Vanwege zijn oorlogszucht en veroveringsdrang werd deze paus wel vergeleken met een andere Julius (Ceasar). Julius voerde vele oorlogen om de Pauselijke staat te versterken. Dat hij zich meer als wereldlijk leider gedroeg dan als geestelijke was voor Erasmus onaanvaardbaar.



Terug naar de top





Erasmus kerk en geloof

In het begin van de 16e eeuw ontpopte Erasmus zich als de grote criticus van de Rooms Katholieke Kerk. Hij bestreed misstanden en misbruiken, veroordeelde de machtswellust van de pausen en bespotte de domheid van de monniken. Erasmus had al in de "Lof der zotheid" de spot gedreven met de aflaathandel. In 1517 werd deze praktijk de directe aanleiding voor de 95 stellingen van Luther, die de Reformatie inluidden.

Erasmus pleitte voor hervormingen, maar dan wel binnen de kerk zelf, die in zijn ogen moest terugkeren naar haar oorspronkelijke eenvoud en zuiverheid. Toen Maarten Luther, Ulrich Zwingli en andere Reformatoren zich gingen afscheiden van de moederkerk, vonden zij in hem dan ook geen medestander. Omdat Erasmus zich evenmin in alles aan Rome wilde conformeren, raakte hij steeds verder geïsoleerd.



Terug naar de top





Erasmus kerk en de beelden

Erasmus onvrede met de kerk van zijn tijd was gebaseerd op wat hij de "filosofie van Christus" noemde, een geloofshouding waarin nederigheid en liefde de kern vormen. Heel zijn streven was gericht op een verinnerlijking van de geloofsbeleving. Uiteraard had dit ook gevolgen voor de uiterlijke tekens van het geloof, voor de beeldcultuur waarin het geloof zichtbaar vorm kreeg. Erasmus laakte de overdreven verering van heiligenbeelden. Tegelijkertijd verafschuwde hij de beeldenstorm, die vanwege de Reformatie omstreeks 1525 in verschillende Duitse en Zwitserse steden woedde. Beelden konden volgens hem als "tekens of steuntjes van vroomheid" een positieve rol vervullen. Niet de beelden zelf, maar de overdreven verering ervan zou aangepakt moeten worden.

In de late middeleeuwen groeide een fascinatie voor het uiterlijk van Christus. Kunstenaars probeerden zijn gezicht te reconstrueren op basis van beschrijvingen in de brief van Christus' vermeende tijdgenoot Lentulus. Erasmus bezag deze praktijk kritisch. "Waarom vereren we het beeld van het gelaat van Christus, weergegeven in hout of steen of afgebeeld in kleuren, maar niet het beeld van Zijn Geest dat door de kunstvaardigheid van de Heilige Geest is uitgedrukt in het evangelie?"

Terug naar de top





Erasmus en religieuze kunst

Wanneer het om religieuze kunst ging, had Erasmus een sterke voorkeur voor onderwerpen uit het leven van Christus en de apostelen. Dergelijke voorstellingen achtte hij het meest geschikt voor zowel thuis als in de kerk. Zelf kon hij vanaf 1520 beschikken over één van de mooiste prentreeksen op dit terrein, de "Gegraveerde Passie" van Albrecht Dürer. Tijdens een ontmoeting in Brussel kreeg hij een exemplaar van de kunstenaar cadeau.

Erasmus sprak waarschijnlijk uit eigen ervaring toen hij in 1533 stelde dat zelfs een geleerde soms meer in een schilderij ziet dan in een tekst en er sterker door wordt bewogen. Hij illustreert dit met de voorstelling van de kruisiging. Als we Christus aan het kruis zien hangen, worden we heviger geraakt dan wanneer we er alleen maar over lezen.

Erasmus ergerde zich aan onjuiste verbeeldingen van Bijbelse verhalen. Volgens hem kleedden schilders de scènes regelmatig aan met hun fantasie. "Terwijl de Heere met Maria in gesprek is, verzinnen ze dat de jonge Johannes heimelijk in een hoekje staat te kletsen met Martha".

Ook gingen veel kunstenaars volgens hem te ver met de schilderijen een erotische sfeer te geven. "De onderwerpen zijn genomen uit de Heilige Schrift, maar hoeveel slechtigheid mengen de kunstenaars daarbij als het gaat om het schilderen van vrouwen?" Erasmus had geen algehele afkeer van het naakt. Voor de religieuze kunst vond hij het minder gepast, maar tegen "functioneel" naakt binnen klassieke voorstellingen had hij geen bezwaar.

Meer nog dan geschilderde kruisigingen hoorden kruisbeelden tot de alledaagse werkelijkheid van Erasmus en zijn tijdgenoten. Ze waren er in allerlei soorten en maten. De aanwezigheid van kruisbeelden was zo vanzelfsprekend, dat Erasmus in zijn etiquetteboek de regel geeft dat je "telkens wanneer je in de stad of ergens buiten een kruisbeeld ziet" de pet af moet nemen.

De heldin Judith uit de apocriefe Bijbel was voor Erasmus een rolmodel voor weduwen, vanwege haar vroomheid en kuisheid. Alleen toen zij de vijandelijke legerleider Holofernes wilde uitschakelen, stak zij zich in verleidelijke kledij, om hem dronken te voeren en te onthoofden. In zijn boek "Over de christelijke weduwe" p0leit Erasmus voor schilderijen met Judith: "Laat weduwen altijd de afbeelding van Judith voor zich houden, aan de wanden van hun kamers, natuurlijk, maar ook geprent in hun geest".

Terug naar de top





Erasmus en Maria verering

Erasmus had veel kritiek op de Mariaverering van zijn tijd. Gelovigen leken te vergeten dat Christus ook direct aanbeden kon worden, zonder de tussenkomst van zijn moeder. Het geld dat opging aan de versiering van Mariabeelden met goud, zijde, zilver en edelstenen, kon beter worden besteed aan goede doelen.

Hij bleef geloof hebben in de religieuze kunst en gaf behalve kritiek ook aanwijzingen voor verbetering, bijvoorbeeld hoe Maria op gepaste wijze zou kunnen worden voorgesteld: "Laat kuisheid, bescheidenheid en ingetogenheid weerspiegelen in haar gezicht, in de houding van haar lichaam en zelfs in haar kleding".

Terug naar de top





Erasmus en ware vroomheid

Voor Erasmus waren alle vormen van uiterlijke geloofsbeleving, zoals bedevaarten, processies, heiligen- en reliekenverering, niet de zaken waar het werkelijk om draaide. Ware vroomheid is immers innerlijk. Hij hechte er dan ook aan dat het Woord Gods gepredikt werd, hij noemde dit het "geestelijke brood". Ook volgens Erasmus kon de weg naar het licht alleen via Christus lopen.

In zijn "Enchiridion" uit 1503 verwerpt Erasmus de reliekenverering op zichzelf niet, maar hij zet er wel veel vraagtekens bij. Niet het fysieke bestaan van de heiligen, maar juist hun geestelijke nalatenschap zou gekoesterd moeten worden. In processies werd jaarlijks op Palmzondag de intocht van Christus in Jeruzalem uitgebeeld. Het gebruik van een "palmezel" daarbij ging in de ogen van Erasmus een stap te ver: "Ze sleuren een houten ezel voort aan een touw. Ze lijken zelf wel een ezel! Nu ja, je kunt dit alles nog wel toeschrijven aan menselijke grillen, maar om met deze praktijken de godsvrucht voor je op te eisen is onduldbaar".

De reus Christoffel had volgens de legende ooit het Christuskind een rivier overgedragen en was als patroon van reizigers gaan gelden. Wie een afbeelding van hem zag, kon er zeker van zijn die dag geen onvoorbereide dood te sterven. Erasmus vond dit geloof in de werking van beelden bespottelijk. "Hoeveel beter zou het niet zijn als degenen die zo bang zijn voor een onvoorziene dood de hemel zouden bidden om een goed leven".

Terwijl voor Erasmus de overgang van uiterlijke naar verinnerlijkte vroomheid binnen de katholieke kerk plaats zou moeten vinden, werd dat in werkelijkheid de keuze tussen twee verschillende kerkelijke richtingen.

Terug naar de top





Erasmus en de Lof der Zotheid

In alle geschriften van Erasmus zijn wel voorbeelden te vinden van menselijke onhebbelijkheden en kortzichtigheden. In de "Lof der Zotheid" zijn de dwaasheden van de mens uitputtend samengebracht. Vrijwel iedereen passeert de revue, van kooplieden, geleerden en juristen tot monniken, pelgrims en vorsten. Zonder een blad voor de mond te nemen, worden de vele misstanden in kerk en samenleving benoemd. Dat kon, omdat Erasmus ervoor koos de Zotheid zelf aan het woord te laten en hij zich dus in geval van kritiek achter haar kon verschuilen. In haar lofrede prijst zij de dwaasheid als hét sociale bindmiddel. Zonder dwaasheid zouden persoonlijke, sociale en maatschappelijke relaties ondraaglijk worden.

Erasmus laat de Zotheid verkondigen dat narren tot de gelukkigste van alle mensen behoren. Zij hebben lak aan gematigdheid en blinken juist uit door gulzigheid. Bovendien hadden zij een grote aantrekkingskracht op vrouwen.

Het thema ongelijke liefde komt op verschillende plaatsen voor in de "Lof der Zotheid". Ook al voordat Erasmus erover schreef werd het thema uitgebeeld, vooral in de prentkunst. Vooral huwelijken met een groot leeftijdsverschil keurde hij sterk af. Erasmus ergerde zich zeer aan dergelijke relaties. Hij koesterde het ideaal van huwelijkse harmonie, waardoor een zekere gelijkwaardigheid tussen de partners vereist was. Alleen op deze wijze zullen zij beiden gelukkig kunnen worden. Een relatie tussen een jonge man en een oude vrouw vond Erasmus nog verwerpelijker dan tussen die van een jonge vrouw en een oude man. Er konden immers geen kinderen uit voortkomen!

Ook gokverslaafden passeren de revue in de "Lof der Zotheid", want het is "altijd een dwaas en belachelijk gezicht om te zien hoe sommige mensen zo verslaafd zijn dat bij het eerste gekletter van de stenen hun hart onmiddellijk opspringt en overslaat." Belastingontvangers stonden dikwijls in een kwaad daglicht. Erasmus schaart hen in dezelfde onbetrouwbare categorie als venters, woekeraars, makelaars en pooiers.

In verschillende boeken benadrukt Erasmus hoe waardeloos materiële rijkdom is, zeker in het perspectief van de dood.

Terug naar de top





Het bovenstaande verhaal over Erasmus werd samengesteld door Piet Segers, directeur van Historizon:

Historizon is een reisorganisatie die historische excursies en korte reizen organiseert naar bestemmingen in Nederland en Europa. Zij doen dit op een persoonlijke en eigentijdse manier. Vooral de beleving van de geschiedenis staat bij Historizon voorop.

klik hier om direkt naar de Historizon website te gaan

Bij Historizon gaan we naar die geschiedenis op zoek. Niet door er alleen over te lezen maar ook door het te bezoeken. Door het ter plaatse nog eens te beleven.


Voor meer informatie over Historizon kun je terecht op

klik hier om direkt naar de Historizon website te gaan






Oorspronkelijk bestond dit verhaal op deze site over Erasmus en Rotterdam alleen uit het volgende:

Terug naar de top


photoerasmus1 Erasmus Roterodamus

Erasmus werd te Rotterdam geboren, woonde er slechts korten tijd, kwam er misschien in zijn jeugd een enkelen keer, maar toen Erasmus een beroemd man geworden was nooit meer. Toch noemde Erasmus zich steeds "Erasmus Roterodamus", Erasmus van Rotterdam. Is er een frappanter voorbeeld denkbaar van de trouw der Rotterdammers aan hun stad, van het heimwee, dat hen nimmer falend overvalt, wanneer ze ver van hun geboorteplaats verwijderd zijn? De groote wijsgeer, de zon van het Noorden, zooals zijn eeretitel luidde, achtte het niet onder zich, zijn naam te verbinden met de jonge, nog verre van aanzienlijke, doch langzaam om-hoogstrevende stad in de delta van de Rotte. Erasmus heeft, zooals een zijner levensbeschrijvers het uitdrukt, feitelijk voor Rotterdam niets anders gedaan dan er geboren te worden. Maar wie aan Erasmus denkt, herinnert zich Rotterdam en Rotterdam is, lang voordat het de groote wereldhaven werd, beroemd geworden door de schittering van zijn vernuft.

grootemarktkleur

Hier rees die groote zon en ging in Basel onder werd op het voetstuk van zijn standbeeld in gouden letters gegrift. Dit standbeeld was het eerste in ons land en het is nog steeds een der mooiste. Het heeft een geschiedenis achter zich. Het is niet hetzelfde als dat, hetwelk in 1549 werd opgericht, toen Philips de Tweede, de zoon van Karel den Vijfden, voor het eerst in de Nederlanden kwam en Rotterdam bezocht. Men begroette hem met een houten beeld van Erasmus, dat met een welkomstgedicht behangen was. Zoo ingenomen waren de Rotterdammers met het standbeeld, dat ze het in het centrum van hun stad neerzetten en in 1555 nadat het water van het Steiger gedeeltelijk overwulfd was, op de daardoor ontstane Groote Markt er een definitieve plaats voor aanwezen. Helaas bleek het hout niet tegen weer en wind bestand.

Zoo groot was de bewondering en aanhankelijkheid der Rotterdammers voor Erasmus, dat ze een steenen beeld lieten vervaardigen. Dit is door de Spanjaarden onder Bossu tijdens hun schrikbewind deerlijk toegetakeld en daarna in het water geworpen. Later is door den burgemeester Hendrick de Keyser, die ook de spits van den Sint Laurenstoren ontwierp, het elken Rotterdammer vertrouwde, mooie bronzen beeld gemaakt, met het boek in de hand, waarvan Erasmus volgens het populaire gezegde een blad omslaat, wanneer hij de klok twaalf hoort slaan. De jeugdige Rotterdammers zijn pienter. Het duurt zelden lang, eer ze zich er rekenschap van geven, dat er geen kans is dat een standbeeld de klok hoort slaan.

photoerasmus3 De trouw aan zijn geboortestad is niet het eenige Rotterdamsche kenmerk, waardoor Erasmus zich onderscheidde. Zijn verdraagzaamheid is ook steeds het kenmerk der Rotterdammers geweest. Dermate groot was deze verdraagzaamheid, dat zelfs een felle beweging als de Hervorming hier betrekkelijk kalm verloo-pen is. Rotterdam heeft geen beeldenstorm gekend en de tegenstellingen na de Hervorming droegen hier een minder fel karakter dan elders.

Erasmus was een der voorloopers van de Hervorming. Hij stond evenwel een hervorming binnen de Katholieke Kerk voor en voelde zich op zijn sterfbed een zoon dier Kerk. Ondanks zijn scherpe crittek werd hij door Katholieke vorsten geëerd, zelfs door den Paus.

Erasmus Roterodamus heette eigenlijk Gerrit Gerritsz. Zijn vader was een Gouwenaar. Waar zijn moeder, Margaretha, geboren werd, is niet bekend. Misschien was ze een Rotterdamsche, want men zond haar, toen ze, ongehuwd, een kind verwachtte, naar haar familie in Rotterdam, waar ze haar intrek nam in het bekende huisje aan de wijde Kerksteeg, in de schaduw van de Sint Laurens. Gerard, de vader, had haar huwelijksbeloften gedaan, maar zijn familie verzette zich hardnekkig tegen de verbintenis en Gerard trok uit wanhoop naar Rome. Men berichtte hem ten onrechte Margaretha's dood en dit bracht hem er toe, voor priester te gaan studeeren. Zoodra hij echter de waarheid hoorde, kwam hij naar Rotterdam en ontfermde zich over moeder en kind. De kleine Gerard bleek buitengewoon begaafd te zijn en daarom werd hij naar school gezonden en wel te Gouda, waar zijn vader zich weder gevestigd had. Hij werd er voor den priesterstand opgeleid.

De reden, waarom Erasmus zich niet meer naar zijn geboortestad begaf, zal wel hierin gelegen zijn, dat Rotterdam toenmaals in het middelpunt der krijgsverrichtingen lag (Jonker-Fransenoorlog). Overigens bracht Erasmus zijn verdere leven voornamelijk in het buitenland door.

In het klooster Steyn bij Gouda, waar hij langen tijd vertoefde, vernam hij genoeg over de "Rotterdamsche oorlogen". Meermalen moeten de stroopende sol-datenbenden er langs getrokken zijn.

Erasmus hield Philips den Schoonen den titel vredevorst als ideaal voor. Ook Karel den Vijfden wees hi| op de heilzaamheid van een vreedzame regeering. Hij spoorde hem aan, te regeeren als dienaar en weldoener van zijn onderdanen. Erasmus verdedigde belasting naar draagkracht, invoerrechten uitsluitend op weeldeartikelen en bepleitte voor het eerst in de wereldgeschiedenis openlijk en magistraal het beginsel van internationale beslechting van geschillen.

photoerasmus2

Gerard Martens vult het verhaal nog aan met een verhaal over een naamgenoot :

Dirk Martens ( 1446-1534 )

erasmusvoorlaurensgerardInvoerder van de boekdrukkunst in de Zuidelijke Nederlanden en belangrijk promotor van het humanisme in het toenmalige Europa.

In 1473 stichtte Martens een atelier te Aalst, waar 3 werken werden gepubliceerd, de oudst gedateerde Zuidnederlandse drukken.

Van 1486 tot 1492 specialiseerde hij zich in een tweede Aalsterse atelier, in brevierdruk.

Van 1492 tot 1529 spreidde hij zijn activiteiten uit over ateliers te Antwerpen en te Leuven.

In 1529 trok Martens zich voorgoed terug uit de zaken en vond rust in het convent der paters Wilhelmieten.

Martens is belangrijk geweest voor de evolutie van het culturele leven als één van de wegarbeiders van het humanisme in de Nederlanden. Hij is het die, na voorafgaande experimenten gespreid over 25 jaar, de eerst volledig Griekse tekst drukte die in onze streken verscheen. Hij publiceerde o.a. ook het werk van zijn goede vriend Erasmus, de Utopia van Thomas More en de reisverslagen van Columbus.

Op zoek naar een verhaal over het standbeeld van Erasmus, klik dan HIER




We kregen de volgende reaktie :

Als bewonderaar van Erasmus kwam ik eens kijken op deze site. Hier valt me iets vreemds op: Er staat dat het jaar 1459 ,13 jaar na Erasmus' dood viel. Aangezien hij pas geboren werd in 1469 (of, zoals tegenwoordig wordt aangenomen 1467) lijkt me dit onmogelijk. Hij stierf in 1536. Volgens het gedicht op de sokkel van het prachtige standbeeld ging deze grote zon in Basel onder.
groeten van Brigit Adamse




Tentoonstelling ‘Geheimen van de bibliotheek’

Van vrijdag 20 augustus t/m zondag 26 september 2004 is er in 23 vestigingen van Bibliotheek Rotterdam een tentoonstelling over de ‘Geheimen van de bibliotheek’. Aanleiding van deze tentoonstelling is het 400-jarig bestaan van Bibliotheek Rotterdam.

De bibliotheek heeft sinds 1604 een bijzondere collectie bewaard in haar magazijnen. Deze is doorgaans niet toegankelijk voor het publiek. Tijdens de tentoonstelling ‘Geheimen van de bibliotheek’ kan eenmalig een selectie uit de schatkamers worden bekeken. Een aantal opmerkelijke werken die getoond worden zijn onder meer de brieven van Erasmus, tekeningen van Napoleons veldtocht naar Egypte, handleidingen ‘Hoe bouw ik een zeppelin?’, oude boeken uit de gifkasten en kranten van de dag dat de Titanic zonk. Sommige exemplaren zijn te kwetsbaar om aan te raken. Deze zijn gedigitaliseerd en kunnen bekeken worden vanaf 20 augustus via http://www.bibliotheek.rotterdam.nl. Op deze site staan ook animaties van studenten van de Willem de Kooning academie. Zij hebben geheel op eigen wijze met tekenfilmpjes hun visie gegeven over de collectie-onderdelen die tentoongesteld worden. De verscheidenheid van de collectie geeft een beeld van de afgelopen 400 jaar. Veranderingen in de techniek, wetenschap, cultuur, mode en nog veel meer. Een volledig overzicht van de geëxposeerde ‘geheimen’ en de locaties is te vinden op http://www.bibliotheek.rotterdam.nl

Erasmus:

Een aantal opmerkelijke werken die getoond worden zijn onder meer de brieven van Erasmus. Sommige exemplaren zijn te kwetsbaar om aan te raken. Deze zijn gedigitaliseerd en kunnen bekeken worden vanaf 20 augustus via:

http://www.bibliotheek.rotterdam.nl

Op de site is de digitale versie van "De Lof der Zotheid' te vinden.

Verder een brief, geadresseerd aan Nicolaas Everaerts.

Uit de kluis zijn de volgende digitale afbeeldingen te bekijken:

Portret Erasmus uit 'Paraphrasis'.

Paraphrasis, dat is : Verklaringhe op het Nieuwe Testament.

Opdracht uit 'Paraphrasis'.

Afbeelding uit 'Opera Omnia' van Desiderii Erasmi Roterodami. Terentius - Commoediae.

Titelpagina van het boek 'Commoediae'.

Afdruk in rode lak van Erasmus' zegelring en lakstempel.

Gipsafdruk van (vermoedelijk) Erasmus schedel.

Met vriendelijke groet

Rita Niland

Medewerker Innovatie Digitale Bibliotheek

Bibliotheek Rotterdam






Op onze site besteden we ook uitvoerig aandacht aan dit schitterende boek:

Erasmus: leven en eten van Desiderius Erasmus Roterodamus

erasmusleveneten



Voor meer informatie over het boek Wittebrood in Rode Wijn:

Erasmus: leven en eten van Desiderius Erasmus Roterodamus




In 2009 werd Erasmus gekozen tot de Grootste Rotterdammer ooit:

Wijsgeer en humanist Desiderius Erasmus (1466-1536) heeft de verkiezing tot Grootste Rotterdammer gewonnen. Hij kreeg in drie weken tijd meer dan de helft van alle stemmen op een website van het Gemeentearchief Rotterdam. De verkiezing wordt dit jaar voor de derde en laatste keer gehouden. De biografieën van de zestig genomineerde Rotterdammers blijven zichtbaar op www.gemeentearchief.rotterdam.nl.

In 2007 en 2008 won de Crooswijkse bokser Bep van Klaveren de titel en was de tweede plaats voor Erasmus. Tot eind september 2009 stond Van Klaveren weer op grote voorsprong. Uiteindelijk werd hij toch tweede, met 16,7 % van de stemmen. Net als in 2008 en 2007 werd de politicus Pim Fortuyn derde, nu met 4,6 % van de stemmen. In het totaal is er ruim 3300 keer gestemd.

Verdraagzaamheid

Erasmus werd in Rotterdam geboren, maar verliet zijn geboortestad al vroeg. Hij was bij leven een beroemd humanist, theoloog en pedagoog en genoot zeer veel aanzien in de Latijns-christelijke wereld. Erasmus vond dat ieder individu vrij moet zijn om te kiezen en riep katholieken en protestanten op tot tolerantie voor elkaars denkbeelden. Zijn humanistische ideeën hadden onder meer grote invloed op de ideeën van Hugo de Groot en Willem van Oranje, en via hen op Nederland als land. Volgens Gré Ploeg, directeur van het Rotterdamse http://www.erasmushuisrotterdam.nl, stond Erasmus voor thema's die nog steeds actueel zijn: goed onderwijs en een goede opvoeding, beschaving en verdraagzaamheid.

Betekenis

De website www.grootsterotterdammer.nl werd in oktober 2006 opengesteld als 'virtueel gedenkteken' voor mensen die van grote betekenis waren voor de stad Rotterdam.





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

20 Oktober 2009