Toen ik een wat groter meisje was, zo 14 of 15 jaar, deden wij met Koninginnedag natuurlijk weer andere dingen. We gingen dan 's middags met een hele club jongens en meisjes naar de Coolsingel lopen. Daar begon om 2 uur namelijk het zingen van
Oranjeversjes. Er was een dirigente, mevrouw Grimberg-Huyzer, nu die had het in haar vingers hoor! Ik zie haar nog staan, onderaan de trappen van het Beursgebouw, want wij stonden dus allemaal òp die trappen. Zij op een verhoginkje met lessenaar,
voor haar de muziek en in haar hand een stokje, natuurlijk.
Sommige dingen veranderden niet. Dit is mevrouw Grimberg-Huyzer, die het zingen op Koninginnedag leidt. Andere dingen veranderen wel. De opname dateert uit de jaren 1950, toen Juliana onze Koningin was. Op het balcon van het Stadhuis staat
de Burgemeester naast de Koningin. Jawel, hij heeft een liedboek in de hand en zingt uit volle borst mee.
Er stonden honderden jongens en meisjes, en onderwijl allemaal kletsen en lol trappen natuurlijk. Maar zij klapte in haar handen en tikte met haar stokje op de lessenaar en dan was er ineens stilte. Natuurlijk begonnen we met het Wilhelmus, de eerste
twee verzen en je kende die allemaal. Er was ook een orkest bij, prachtig hoor. Maar als mevrouw Grimberg in het zingen een foutje hoorde, nu, dan tikte ze streng met de stok op de lessenaar en zei: "Overnieuw! en beter op de muziek letten!" Ze
had een flink luide stem en wat deed je dan je best, want het moest wel mooi, voor Koninginnedag.
Er waren heel wat versjes die we zongen:
Het land waar ik geboren ben,
Waarop mijn wieg eens stond,
Ik de eerste voeten heb gezet,
Dat is mijn Vaderland
En daarna natuurlijk "Oranje boven, leve de Koningin", dit werd na elk versje gezongen. Ik zal nog wat verzen noemen, de ouderen kennen ze vast nog wel:
't Is plicht dat iedere jongen,
voor zijn geliefde Vaderland,
Zijn beste krachten wijdt,
etc etc
Voor meisjes waren niet zo veel versjes, maar elk meisje zong gewoon mee, want meisjes dienen toch zeker ook hun beste krachten aan 't Vaderland te wijden? Wat we heel graag zongen, vanwege de sinaasappelen:
Heb je wel gehoord van de zilv'ren vloot,
De zilv'ren vloot uit Spanje,
Die hadden de Spaanse matten aan boord,
En appeltjes van Oranje.
Piet Hein, Piet Hein,
Piet Hein, zijn naam is klein,
Zijn daden benne groot,
Hij heeft gewonnen de Zilvervloot.
En dan werd die laatste regel herhaald met een juichende uithaal die je zo lang mogelijk probeerde te rekken.