Terug naar  Aline's homepage
Een emieltje sturen naar Aline? Haar emiel adres is aline@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De geschiedenis van Prinsenland

Aline woont daar al jaren en of Aad daar iets over kon vertellen, gelukkig had Aline al wat vooronderzoek gedaan :

De Romeinen brachten, zegt men, de beschaving in de moerassige gebieden van Nederland destijds, en maakten daarmee een einde aan het prehistorische tijdperk. Ondanks hun technisch inzicht hadden ook zij geen afdoend antwoord op het steeds weer wassende water. Zij verlieten onze streek weer zo'n 300 jaar na Chr, wat sporen van hun invloed achterlatend.

Een voorbeeld hiervan is de 's-Gravenweg.

Deze door de Romeinen aangelegde heerbaan was ook toen al een directe verbindingsweg tussen dat wat pas in een veel later stadium Rotterdam zou worden, en Gouda.
Daarnaast hebben de Romeinen ook gebruik gemaakt van het water. Voor het vervoer van vrachten werden bijvoorbeeld schepen met een zeer platte bodem gebruikt. De schouw, een platbodem die met een kloet (vaarboom) wordt voortgeduwd en die hier nog lange tijd is gebruikt voor het afvoeren van de tuinbouwprodukten, heeft zoveel overeenkomsten met de Romeinse vrachtschepen dat men hier een zekere invloed in vermoedt.

Na het vertrek van de Romeinen verviel de streek weer in zijn oude hoedanigheid, hier en daar een nederzetting met als belangrijkste vorm van bestaan de jacht en de visserij.
Bovendien was het gebied ook minder goed bewoonbaar geworden door de stijging van het zeewater en daardoor de stijging van het grondwater in de moerassen. De vorming van veen ging feitelijk continu door.

In de 8e eeuw trad een verandering op in de waterhuishouding van o.m. dit gebied.
Door het verzanden van de Rijn veranderde de loop van de rivieren. (link). Oude rivieren verdwenen en nieuwe ontstonden, biivoorbeeld de Lek, de Hollandse IJssel, de Merwede en de Waal.

De zogenaamde lage landen, die eerst werden gekenmerkt door grillige waterstromen, werden langzaam maar zeker een landschap met een door de natuur strakker geregeld rivierenstelsel.

Ook het gebied dat later Prinsenland zou worden, was via deze waterwegen beter bereikbaar en waarschijnlijk hebben zich vanaf die tijd ook hier steeds meer mensen gevestigd. AI gauw ging men zich het land eigen maken. De oeverwallen langs de rivier waren geschikt voor bewoning en de landen daarachter werden ontgonnen voor de landbouw. Overbodige begroeiing werd verwijderd en het terrein werd geëgaliseerd. Water dat hierdoor uit het sponsachtige veen kwam, werd door systematisch gegraven greppels afgevoerd.

Ongeveer een eeuw later, toen Karel de Grote keizer werd van het Frankische rijk, werd het leenstelsel ingevoerd.
Edelen kregen als beloning voor hun trouw en bewezen diensten een stuk land te leen, wat zij al gauw als eigendom gingen beschouwen. Het latere Prinsenland werd op die manier als heerlijkheid in het begin van de dertiende eeuw uitgeleend aan de familie van Cralingen. Het werd daarmee de Heerlijkheid Cralingen, een gebied waar de heer van Cralingen het recht had een zekere regeermacht uit te oefenen.

De heer Ogier van Cralingen is de oudst bekende ambachtsheer. De ambachtsheerlijkheid werd tot 1668 als zelfstandig ambacht bestuurd.

Na het geslacht Cralingen ging de ambachtsheerlijkheid aan het eind van de veertiende eeuw over op de familie Van de Lecke. Deze familie was door huwelijk verbonden met de familie van Cralingen. Vervolgens kwam Cralingen door vererving in handen van verschillende families.

In 1657 kwam de heerlijkheid tenslotte toe aan de nog minderjarige Johan Willem du Faget. In 1668 verkocht diens voogd het gebied echter voor 88.000 karolus guldens aan de stad Rotterdam. De verkoop betekende het einde van de zelfstandigheid van het ambacht Cralingen.

In 1672 werd de ruïne van het Slot Honingen gesloopt.

honingenslot1

1568

Slot Honingen

honingen1574

Slot Honingen werd in 1574 verwoest nadat
Graaf Willem van der Marck, beter bekend als (Heer van) Lumey, de admiraal van de Geuzen,
er gevangen had gezeten

Lumey was de man achter de moord op de later zoo genoemde Gorkumse Martelaren
ook was hij verantwoordelijk voor de plundering van de St. Laurenskerk

de reputatie van Lumey was op een gegeven moment zoo slecht dat hij door Leidse schutters gevangen werd gezet op Slot Honingen
Rotterdamse schutters haalden hem er weer, helemaal berooid, uit
de vroedschap van Rotterdam betaalde Lumey 50 pond per week om weer wat op krachten te komen

om te vermijden dat Lumey daar ooit weer gevangen zou worden gezet
werd slot Honingen gedeeltelijk verwoest.....

slothoningen1645

1645

Slot Honingen in 1645

LINK

In 1574 was slot Honingen een "seer rijck ende heerleyck gebouw, gelegen een vierendeel mijl oostwaerts buiten de stadt Rotterdam tussen het dorp Cralingen en de Mase"

Toen het ambacht nog zelfstandig was hieven de besturende families belasting op de opbrengsten van het land, het water en de jacht. Voor de landbouw betekende dit dat de boeren een tiende van hun vee of hun akkerbouwprodukten moesten afstaan. De plek waar deze afdracht plaatsvond, een zogenaamde hoveling, is nu nog herkenbaar in het landschap. Het zijn de uitstulpingen in de sloot die vaak bij een bruggetje zichtbaar zijn.

dorpkralingenaline

Dit's bloejend Kralingen, eertijds slechts zeer gering
Nu digt en schoon bebouwd in heel zijn' ommekring :
Dan, 't wordt door zijnen bloei met zijnen val bedrijgt,
Daar 't door de veenderij, voor Landen water krijgt

De gewone lieden van het ambacht Cralingen woonden verspreid over het land en in het dorp Kralingen. Bekend is dat het dorp sinds de 16e eeuw aan de Veenweg lag. De Veenweg liep vanaf de huidige begraafplaats Oud Kralingen tot aan de noordoost hoek van de Kralingse Plas, toen nog Noordplas genoemd. Het vermoeden bestaat dat het dorp echter aan de Nesserdijk is ontstaan, bij de St Elbrechtskapel bij Kralingeroord.

De dorpelingen hielden zich bezig met turfsteken. Op de begraafplaats Oud Kralingen staat nog een boom waar de striemen van de aanlegtouwen van de destijds in de veenplas dobberende turfschepen staan ingesleten.
In korte tijd werd de heerlijkheid Cralingen onderdeel van het veenplassengebied ten noord-oosten van Rotterdam. Het dorp lag niet meer temidden van landerijen maar was omgeven door water.

Met het oprukkende water verloren de bewoners hun bron van inkomsten. Vanaf het begin van de achttiende eeuw trok men daarom weg uit het dorp. De meeste bewoners verhuisden naar de Viersprong (de kruising tussen de 's Gravenweg, de Oudedijk, De Korte Kade en de Hoflaan). Daar richtten zij een nieuwe Kralingse gemeenschap op.

Door deze verplaatsing staat Kralingen ook wel bekend als een wandelend dorp, wandelend van de Veenweg naar de Viersprong. Maar, als de overlevering juist is, is het dorp ook al van de Nesserdijk naar de Veenweg 'gewandeld'.......
Nadat ook voor de kerk het water te hoog gestegen was, verhuisde zij als laatste naar de Viersprong. Op de hoek van de Hoflaan / Oudedijk stond zij weer temidden van haar vroegere gemeenteleden. Slechts de begraafplaats Oud Kralingen, die na het vertrek van de dorpelingen en de kerk is aangelegd, houdt de herinnering aan het oude dorp Kralingen nog 'levend'.

Vanaf 1740 is de stad Rotterdam een groot deel van de veenplassen in haar directe omgeving gaan droogleggen. Als laatste project waren pas in 1874 de kleine veenplassen beoosten Rotterdam drooggemalen. Hieronder viel ook het gebied van het latere Prinsenland.

benedengemaal

Het Benedengemaal aan de Ringvaart,
in aanbouw op 26 oktober 1868

BIj het droogmaalproces is gebruik gemaakt van vier vijzelstoomgemalen. Het bovengemaal stond aan de Schielandse Hoge Zeedijk in Kralingse Veer. De drie ondergemalen stonden verspreid langs de Ringvaartweg in Kralingen, in Capelle a/d IJssel en in Nieuwerkerk a/d IJssel.

Het gemaal in Kralingse Veer, het Prins Alexander gemaal, was het hoofdgemaal. Op 26 oktober 1866 legde prins Alexander, zoon van Koning Willem III, hier de eerste steen. Op 31 mei 1873 werd toestemming verleend om de drooggemalen polder de Prins Alexander Polder te noemen.

In 1874 en 1875 werden de drooggemalen gronden verkocht. De veiling van het voormalige ambacht Kralingen vond op 9 en 16 mei 1874 plaats, tesamen met een deel van de grond aan de Ringdijk te Capelle a/d IJssel.

Prinsenland werd al snel een welvarend tuinbouwgebied. Zo ver het oog reikte lagen de tuinderijen aan met name de 's Gravenweg, de Ringvaartweg en de Kralingseweg.
Tot circa 1930 werd de aanblik bepaald door platglaskassen, af en toe afgewisseld door een weiland met grazende koeien .Daarna kwamen langzaam maar zeker de hoge kassen. In eerste instantie aan de Kralingseweg met houten frames, en later aan de 's Gravenweg, met een betonnen raamwerk.

Naast het harde werken hadden de tuinders ook nog tijd voor een sportief verzetje. Men ging daarvoor bijvoorbeeld naar de wielerbaan en de schietbaan. Die lagen beiden aan het begin van de Kralingseweg, waar nu de sportvelden van 'Victoria' liggen.
Op de schietbaan hadden de tuinders een eigen schietvereniging De Loerende Kat. Overigens waren hier niet alleen de heren tuinders actief. Ook de dames wisten goed raak te schieten.

In die tijd rookte men graag een lemen pijpje uit Gouda. 's Winters, als de Ringvaart dicht lag, ging men op de schaats naar Gouda om daar de pijpen te halen. Kleine pijpjes gingen in de binnenzak, de grote werden op een plank gebonden en zo op de op de rug gedragen. De vraag was altijd, wie kon de meeste pijpen ongebroken naar huis brengen ? Ook in Rotterdam was dit een geliefd uitje, lees het verhaal van Alie maar eens over de IJspret.

Tijdens het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940, zijn ook enkele bommen in de kassen terecht gekomen. De volgende dag hebben de tuinders kunnen vaststellen hoe krachtig de explosies in de stad moeten zijn geweest. Tussen hun kassen vonden zij papieren van de bank van Mees, toen nog gevestigd aan de Blaak !

hoopvanmees


De Bank van Mees & Zoonen aan de Blaak

LINK

Veel getroffenen hebben na het bombardement een tijdelijk onderdak kunnen vinden bij de tuinders. Ook werden langs de Ringvaartweg en de Kralingseweg noodwoningen geplaatst. Dit waren houten huisjes die zelfs nu nog worden bewoond.

's Nachts moesten de tuinders wacht lopen om te voorkomen dat de Duitsers de koeien zouden stelen. Tegen het eind van de oorlog hebben de Duitsers dwars over de Kralingseweg een tankgracht gegraven. Deze was bedoeld om de Geallieerden na een evt invasie in hun opmars te hinderen. Voor de aanleg moesten enkele tuindershuizen worden gesloopt en het verenigingsgebouw dat op de hoek van de Ringvaartweg/Turfweg stond.

zaaitaanallewateren

Verenigingsgebouw Zaait aan alle wateren
Hoek Ringvaartweg / Kralingse Kerklaan

Het Verenigingsgebouw was Hervormd en had het opschrift 'Zaait aan alle wateren'. Later is het op de plek herbouwd. Het heet nu de Oosterkapel.

De hoogtijdagen voor het tuindersgebied Prinsenland duurden tot begin zestiger jaren. In 1961 kregen de tuinders een verbod op verdere investeringen in de tuinbouw en al gauw werd het de bewoners van de 's Gravenweg, Kralingseweg, Kralingse Kerklaan en Turfweg duidelijk dat hun vrije uitzicht over de kassen en de weilanden zou verdwijnen. Zeker toen begin jaren '60 in de verte het Lage Land verrees.

De kassen moesten plaats maken voor woningen, veel nieuwe woningen, om in de stijgende vraag vanuit Rotterdam te kunnen voorzien. Welhaast van de ene op de andere dag kregen de tuinders te horen dat zij zelfs niet lang meer op hun grond zouden kunnen blijven wonen. Begin jaren 70 begon de gemeente met de feitelijke aankoop en onteigening. In de hoek Kralingse Kerklaan / 's Gravenweg kregen de bewoners reeds in 1984 te maken met nieuwbouw in hun achtertuin. Toen werd namelijk het Ogier van Cralingenpark gerealiseerd, een voorbode van de bouw van Prinsenland.

Daarnaast moest Prinsenland een andere opzet en een andere uitstraling krijgen dan de omliggende wijken Alexanderpolder, Ommoord, Zevenkamp en Oosterflank die in de jaren '60, '70 en '80 zijn gebouwd, zijn als op zichzelf staande gemeenschappen opgezet. ledere wijk heeft in het midden een winkelcentrum en wordt begrensd door een ringweg. Hierdoor zijn de wijken als het ware naar binnen, naar het hart gericht en hebben geen onderlinge binding.

BIj de invulling van Pnnsenland is men uitgegaan van vier buurten die tezamen één wijk vormen. ledere buurt, de Dosiobuurt, de Prinsenparkbuurt, de Ringvaartplasbuurt en het 's Gravenweggebied heeft haar eigen karakter dat met name wordt bepaald door de architektuur en de prijsklasse van de woningen.
De eerste drie buurten worden gekenmerkt door grotere, meer massale winingbouwprojekten. Op die manier zijn zij een vervolg op de wijk Alexanderpolder. Door het aanwezige groen en de nadruk op laagbouw vormen zij ook een overgang naar het 's Gravenweggebied. Deze buurt bestaat uit kleinere woningbouwprojecten met doorgaans duurdere vrije sector woningen, een uitloper van het huidige Kralingen.

Op 27 april 1988 is door staatssecretaris Heerma van Volkshuisvesting de eerste paal van Prinsenland geslagen, de eerste paal van de woontoren aan de Albertistraat in de Dosiobuurt, het startsein voor de hele wijk.

In de nieuwbouw is een deel van de geschiedenis onderdeel van het dagelijks leven geworden.
In de Ringvaartplasbuurt zijn namelijk personen vernoemd die betrokken zijn geweest bij het droogmakingsproces en bij de eerste ontginning van het nieuwe land. Het betreft zowel ingenieurs en commissieleden als arbeiders.

In de andere buurten zijn de straatnamen op basis van andere thema's geselecteerd.

In de Dosiobuurt zijn oud-politici uit de landelijke en internationale politiek vernoemd. In de Pnnsenparkbuurt zijn vrouwen vernoemd die een vooraanstaande plaats innamen in de Rotterdamse kunst- en cultuurwereld en in het maatschappelijk leven. In het 's Gravenweggebied blijft op de Veersche Heuvel de herinnering bewaard aan strijders voor de mensenrechten en tegen onderdrukking. In de kleinschaliger projecten langs de 's Gravenweg zijn personen vernoemd die actief zijn geweest in het politieke leven van de gemeente Kralingen toen zij nog zelfstandig was.

Tot slot nog deze fraaie munt ter ere van het laagste punt van Nederland:

munthetlaagstepuntvannederland






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 September 2004