Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Straatnamen en buurten van Rotterdam






Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Adverteren bij Daisycon              Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon

Adverteren bij Daisycon            

Adverteren bij Daisycon

Denksport Kruiswoord Varia - Kruiswoord Varia; de leukste variaties op de eeuwenoude kruiswoord hersenkraker.



AANBEVOLEN

Op zoek naar boeken over Rotterdam?

Klik dan op deze link

Zoek je iets anders dan Rotterdam?

Kan ook:





















Op zoek naar de betekenis van een straatnaam of buurt in Rotterdam?

Hans heeft er een aantal opgezocht......

Vanzelfsprekend kun je gebruik maken van het zoekcommando CTRL-F (werkt alleen voor deze pagina) of zoeken via onze search engine, hiermee vind je alles op onze site:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Aelbrechtskolk en klik op ENTER




Op zoek naar de betekenis van een straatnaam of buurt in Rotterdam?






ROTTERDAMSE STRAATNAMEN EN BUURTEN.





Nachtegaalplein
In de wijk Carnisse is een groot aantal straten vernoemd naar vogels. Het Nachtegaalplein, met het hoofdgebouw van de openbare scholengemeenschap Nieuw Zuid, neemt een centrale rol in de wijk in.




Nassaukade
De margarinefabriek van Vanden Berg (1891) en de brouwerij d 'Oranjeboom (1885-1990) vestigden zich beide aan open water aan de Nassaukade (1880), aan de zuidkant van de Koningshaven. Aan de andere kant van de Oranjeboomstraat bevond zich een politiebureau (1879-1976).




Nat King Colesingel
In Zevenkamp zijn veel straten genoemd naar jazzmusici. De Nat King Colesingel (1983) is genoemd naar de Amerikaanse pianist en zanger Nat King Cole (1919-1965), die eigenlijk Nathaniel Adams Coles heette. Door het achtervoegsel -singel lijkt de straatnaam een grap.




Nauwe Kerkstraat
Van de Hoogstraat naar de Grote Kerk loopt de Nauwe Kerkstraat. In het oude stadscentrum liep de straat in het verlengde van de Oppert. De kortste weg van de ene naar de andere straat liep dus dwars door de kerk.




Nesselande
Ten oosten van de wijk Zevenkamp wordt op geannexeerd grondgebied van de gemeente Zevenhuizen tussen 2000 en 2008 de voorlopige laatste grote uitbreidingswijk van Rotterdam gebouwd: Nesselande. De naam is afgeleid van de Nessepolder onder Zevenhuizen. Op 29 augustus 2001 kregen de eerste bewoners de sleutel van hun vrijstaande woning. In deze Vinex-wijk worden ongeveer 5.000 voornamelijk luxe woningen gerealiseerd in drie buurten: Badplaats, Tuinstad en Waterbuurt. De merendeels laagbouwwoningen komen in een groene omgeving, gekoppeld aan de recreatieve mogelijkheden van de Zevenhuizerplas. Een deel van de woningen wordt zelfs als waterwoningen uitgevoerd. De wijk wordt aan het metronet gekoppeld.




Nieuwe Binnenweg
Behalve langste winkelstraat van Rotterdam (met veel platenwinkels) is de Nieuwe Binnenweg een belangrijk uitgaansgebied. Vanaf 1852 bestonden plannen de Binnenweg tussen Rotterdam en Delfshaven te verbeteren. Deze liep vanaf de Josephstraat de polder in.
In 1876 werd begonnen zuidelijk van de bestaande weg, toen nog op Delfshavens grondgebied, een nieuwe verkeersweg aan te leggen. Het deel van de oude weg tussen Westersingel en Josephstraat kreeg ook de naam Nieuwe Binnenweg.




Nieuw Terbregge
Verscholen achter een geluidswerend dijklichaam is op een langgerekte strook tussen de A20 en de Rotte vanaf 1999 de wijk Nieuw Terbregge gebouwd. Behalve 860 woningen als voorbeeldproject van duurzaam bouwen bevinden zich hier ook de velden van amateurclub Sparta.




Nieuwe Werk
Tussen Willemsplein en Het Park ligt de wijk het Nieuwe Werk. Het eerste Nieuwe Werk, een stadsuitbreiding naar het westen, werd aangelegd tussen 1699 en 1702, het Tweede Nieuwe Werk omstreeks 1850. De wijk wordt ook aangeduid als het Scheepvaartkwartier.




Nieuwe Westen
In de jaren negentig van de 19de eeuw werd een begin gemaakt met de bouw van de wijk het Nieuwe Westen, die zich uitstrekt van de Heemraadssingel tot de Aelbrechtskade langs de Delfshavense Schie. De Mathenesserlaan is de centrale route.




Nieuwehaven
Ten noorden van het Haringvliet loopt een straat met de naam Nieuwehaven, omstreeks 1981 aangelegd, ongeveer ter plaatse van de in de jaren zestig gedempte Nieuwehaven. Deze ontstond tegen het einde van de 16de eeuw door een stadsvest te vergraven.




Nieuwemarkt
Tussen de Botersloot en de Pannekoekstraat ligt, voor het voormalige bibliotheekgebouw (uit 1923), de Nieuwemarkt, met het monument De Maagd van Holland in het midden. Het plein werd halverwege de 17de eeuw aangelegd. Het deed tot 1853 dienst als veemarkt.




Noordblaak
Op 30 juni 1942 werd de naam Noordblaak ingetrokken. Door het dempen van het water van de Blaak werden de straatnamen Noordblaak en Zuidblaak overbodig; het geheel werd Blaak genoemd De Noordblaak was een voorname winkelstraat, maar ook de VVV, het reisbureau van Lindeman en de Twentsche Bank waren er gevestigd. De kade lag vol goederen voor de beurtschippers. Een aantal bekende architecten had hier gebouwd: A.Otten en D.B.Longemann, P.G.Buskens (de speelgoedwinkel van Meijer en Blessing), B.Hooykaas, W.Molenbroek en W.KLromhout. Veel winkeliers verhuisden in 1953, via het noodwinkelcomplex aan de Jongkindstraat/Mathenesserlaan, naar de Lijnbaan.




Noorderhavenkade
De Noorderhavenkade ontleent zijn naam aan de Noorderhaven. Deze werd in 1932, op de grens van Blijdorp en Bergpolder, als centrum voor de beurtscheepvaart gegraven tussen de Rotterdamse Schie en het Noorderkanaal. De haven werd in 1940 weer gedempt.




Noordereiland
Vanuit het noorden lijkt de 19de-eeuwse bebouwing van het Noordereiland, met zijn fraaie behuizingen aan de Maaskade, in het niet te zinken bij de hoogbouw op de Kop van Zuid.
Door zijn ligging midden in de rivier neemt het Noordereiland in Rotterdam een aparte positie in: ogenschijnlijk hoort het niet bij de linker of de rechter Maasoever.
Toch hoort het Noordereiland bij Zuid, omdat het daar ooit deel van uitmaakte. In 1871 werd begonnen met het graven van de Noorderhaven, waardoor het Noordereiland ontstond. Bij het bezoek van koning Willem III in 1874 werd de Noorderhaven omgedoopt in Koningshaven. Het Noordereiland bleef gewoon Noordereiland heten. Door een overeenkomst in 1873 tussen Rotterdam en de Rotterdamsche Handelsvereeniging (RHV) van Lodewijk Pincoffs kreeg de RHV het Noordereiland in eigendom.
De gemeente zou bruggen aanleggen, Stieltjes, de architect van de RHV, ontwierp het stratenplan voor het eiland. Na het faillissement van de RHV bracht G.J.de Jongh, directeur van Gemeentewerken, een aantal wijzigingen aan. Vanaf 1882 werden de straten aangelegd. De westelijke punt van het eiland was van de overeenkomst tussen Rotterdam en RHV uitgesloten, omdat dat in erfpacht was uitgegeven aan de Rotterdamsche Sleephellingsociëteit, die daar sinds 1840 was gevestigd. Nadat het contract in 1895 was afgelopen, werd de kade doorgetrokken en de grond als bouwgrond verkocht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het westelijk gedeelte getroffen door verdwaalde projectielen van de oorlogsbodem Jan van Galen, waarbij meer dan 600 woningen verloren gingen. Ook voor de aanleg van de spoortunnel werden omstreeks 1965 veel huizen gesloopt. Het eiland is 1.225 meter lang, 225 meter breed en 24 hectare groot. Voor de Tweede Wereldoorlog telde het eiland ongeveer 7.000, omstreeks 1970 ongeveer 5.000 en aan het begin van de 21ste eeuw ongeveer 3.000 inwoners. Veel oud-binnenschippers wonen, sinds ze aan de wal zijn, op het Noordereiland.




Noordmolenstraat.
In 1878 werd de Blommersdijksemolen of Noordmolen, de watermolen van de polder Oost-Blommersdijk, vervangen door een stoomgemaal. De molen werd in 1894 afgebroken. In 1888 kreeg de Noordmolenstraat zijn naam.




Noordmolenwerf
De naam Noordmolenwerf gaat terug op een 15de-eeuwse Molenwerf. Voor de oorlog liep de Noordmolenwerf van de Lombardstraat naar de Goudsesingel. In 1952 werd een nieuwe Noordmolenwerf (nabij de Delftsevaart) aangelegd. Op nr. 1 is de ingang van de Doopsgezinde kerk.




Noordplein
Door het bombardement van 1940 werd de grote centrummarkt van de Goudsesingel verdreven. Een nieuwe plek werd gevonden op het Noordplein in het Oude Noorden.
Tot 1943 werd er markt gehouden; daarna was er geen handel meer. In de eerste naoorlogse jaren kwam de handel langzaam op gang. De warenmarkt begon om 8 uur, daarvoor was er groentemarkt. In 1958 ging de warenmarkt terug naar het centrum (Binnenrotte).
In 1884 werd de naam Noordplein gegeven aan het plein dat tussen Noordmolenstraat en Erasmusstraat grensde aan de Rotte. Na 1902 kreeg ook het gedempte gedeelte van de Noordsingel de naam Noordplein.




Noordzeeboulevard
De meest westelijke straat op Rotterdams grondgebied is de Noordzeeboulevard. De naam werd in 1989 gegeven aan de weg die over de Maasvlakte langs de Noordzee om de slufter met vervuild havenslib loopt. Langs de weg bevindt zich een strand, dat zich leent voor dagrecreatie. De Maasvlakte is vooral populair omdat de badgast vrijwel nooit in de file hoeft te staan. Het gebrek aan voorzieningen wordt daarom voor lief genomen.




\ Noordsingel
Omstreeks 1862 werd het waterproject van Rose voltooid. Het noordelijke deel kreeg de naam Noordsingel. In 1872 was de cellulaire gevangenis het eerste gebouw langs de singel, in 1900 gevolgd door de rechtbank. Na het vertrek van de rechtbank (1996) naar de Kop van Zuid trok de Raad voor de Kinderbescherming in het monumentale gebouw. In 1891 werd het gedeelte van de singel tussen de Hofdijk en de Rotte gedempt.




Obreenstraat
Van 1863 tot 1883 was Frederik Daniel Otto Obreen (1840-1896) adjunct-archivaris van Rotterdam. Hij was één van de samenstellers van de Rotterdamsche Historiebladen. Naar hem werd in 1931 in de Provenierswijk (met veel straten genoemd naar historici) de Obreenstraat genoemd.




Ochterveltstraat
Naar portretschilder Jacob Ochtervelt (1635-1700) werd in 1896 de Ochterveltstraat (Oude Westen) genoemd. Jan Romein en Annie Romein-Verschoor, historici van naam, gingen er in 1920 wonen. In haar memoires beschrijft mevrouw Romein de woning: "twee kamers en een keukentje in een koude-aardappelbuurt, wat donker, wat uitgewoond, wat vochtig"met een "verveloze houten veranda aan de achterkant die over een verwaarloosd tuintje uitzicht had op het toen nog open Land van Hoboken".




Ogierssingel
Langs de wijk Smeetsland loopt de Ogierssingel, die in 1941 zijn naam kreeg. Daarvoor was de weg een onderdeel van de Bredeweg. De singel is genoemd naar Ogier van Cralingen, tegen het einde van de 13de eeuw ambachtsheer van Oost-IJsselmonde.




Oldegaarde
Veel van de straatnamen in Zuidwijk zijn afgeleid van topografische namen. De Oldegaarde loopt aan de noordkant van de wijken Zuidwijk en Pendrecht als afscheiding met het Zuiderpark. De naam vindt zijn oorsprong in de havezate Oldengaerde in Dwingeloo (Drenthe).




Oldenbarneveltstraat, Van
In 1968 werd het gedeelte van de Van Oldenbarneveltstraat tussen Coolsingel en Karel Doormanstraat omgedoopt in Van Oldenbarneveltstraat, omdat het verkeersvrij was gemaakt. De Van Oldenbarneveltstraat werd in 1873 aangelegd als verbinding door de wijk Cool tussen Coolsingel en Mauritsweg.




Olympiaweg
Op 26 maart 1937, één dag voor de opening van het Stadion Feijenoord, gaf B&W aan de weg tussen het stadion en de spoorbaan de naam Olympiaweg, naar de Griekse stad waar in de Oudheid de Olympische Spelen werden gegeven.




Ommoord
Vanaf 1962 tekende stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese aan de wijk Ommoord, waar vanaf eind jaren zestig meer dan tienduizend woningen zijn gebouw. Het centrum van de wijk bestaat uit hoogbouw van acht, veertien en twintig lagen temidden van het groen, met langs de metrolijn ook wijkvoorzieningen en een winkelcentrum. Daaromheen liggen laagbouwbuurten. De wijk dankt zijn naam aan de Ommoordse Polder; Ommoord is "een weg die om het moer (moeras) loopt".




Onderlangs
Het Kralings villawijkje tussen Ringvaart en Kralingseweg ligt op een voormalige vuilnisbelt. De twee straten kregen toepasselijke namen. Over de heuvel loopt het Bovenover, erlangs het Onderlangs; 't Holletje verbindt ze.




Oosteinde
Voor de annexatie van Kralingen door Rotterdam in 1895 liep de grens tussen beide gemeenten ongeveer ter plaatse van het Oosteinde. De straat loopt van de Oostzeedijk tot de Vredenoordkade.




Oosterflank
Ten oosten van het Lage Land ligt de aan het eind van de jaren zeventig gebouwde wijk Oosterflank. Behalve ruim 5.000 woningen in een gevarieerd stratenplan zijn er centrumvoorzieningen te vinden: de winkelcentra Oosterhof en Alexandrium, kantoren, scholen en NS-station Alexander.




Oosterkade
In 1976 kreeg de kade langs de Nieuwe Maas tussen de Willemsbrug en de ingang van het Boerengat de naam Oosterkade, waarmee een oude naam terugkeerde. Tussen 1856 en 1858 werd achter de huizen van het Haringvliet de Oosterkade aangelegd. Het was de bedoeling dat hier de spoorlijn uit Utrecht (de Rhijnspoorweg) zou eindigen. Uiteindelijk werd het Maasstation een stuk oostelijker aangelegd. Over de vooroorlogse Oosterkade werd de Maasboulevard aangelegd.




Oostervantstraat
Het Recreatiecentrum Oostervant staat op de plaats van het Tehuis voor Ouden van Dagen (1906-1973) In de Oostervantstraat was ook een politiebureau (1938-1987). De straat werd genoemd naar Graaf Willem III van Holland (1304-1337), die Willem van Oostervant (1287-1337) heette.




Oostmolenwerf
Tussen Oostplein en Maasboulevard loopt de Oostmolenwerf. De Nieuwe Oostbrug, over de verbinding tussen Haringvliet en Boerengat, maakt deel uit van de straat. De Oostmolenwerf is genoemd naar de 16de-eeuwse molen De Roode Leeuw, waarvan het restant in 1940 werd verwoest.




Oostplein
Op de grens van Rotterdam-Centrum en Kralingen ligt, ter plaatse van de voormalige Oostpoort, het Oostpelin. De naam werd voor het eerst gebruikt voor het gedempte gedeelte van de Oostvest en luidde ook wel Oostvestplein. In 1902 werd de naam gegeven aan het plein dat ontstond door demping van de kolk (uit 1576) bij de Oostpoort. Onder het plein ligt metrostation Oostplein. Op het plein stond tot 1954 korenmolen De Noord.




Oostzeedijk
De Maasboulevard heeft sinds 1960 de functie van de Oostzeedijk als waterkering overgenomen. Het Kralingse deel van Schielands Hoge Zeedijk werd halverwege de 13de eeuw aangelegd. Bij het Oostplein bevindt zich een uitgaansgebied. Onderlangs de Oostzeedijk loopt de Oostzeedijk Beneden.




Oppert
De straatnaam Oppert werd in 1942 opnieuw vastgesteld voor een straat die westelijker ligt dan de vooroorlogse Oppert, die halverwege de Laurenskerk uitkwam. Deze straat was één van de oudste van Rotterdam. De naam Oppert is een verbastering van Nieuwpoort, wat nieuwe stad betekent. Het was de nieuwe wijk, die omstreeks 1330 haaks op de Hoogstraat werd gebouwd. De naam Nieuwpoort ging over op de voornaamste straat in de wijk.




Opzoomerstraat
De in Rotterdam geboren jurist, wijsgeer en letterkundige Cornelis Willem Opzoomer (1821-1892) studeerde in Leiden en was hoogleraar wijsbegeerte in Utrecht (1846-1889). Hij vertaalde Sophocles en Shakespeare. De Opzoomerstraat in Roterdam-West (een zijstraat van de Hooidrift) is naar hem genoemd (1908). Hij overleed in Oosterbeek.




Oranjeboomstraat
Omdat brouwerij d 'Oranjeboom naar Feijenoord verhuisde, werd de straat langs het nieuwe complex de Oranjeboomstraat (1884) genoemd. Tot de opening van de Erasmuslijn van de metro op 10 februari 1968 reden alle trams van Rotterdam-Zuid naar het centrum via de Oranjeboomstraat.




Oude Binnenweg
In 1977 kreeg de Binnenweg tussen Westersingel en Karel Doormanstraat het voorvoegsel Oude. De officiële naam werd eender aan die in het spraakgebruik en het verschil tussen Oude en Nieuwe Binnenweg werd duidelijker. Het deel Coolsingel-Karel Doormanstraat heet sinds 1971 Binnenwegplein. In de gezellige winkelstraat zijn veel cafés. De Binnenweg bestond al in 1454 als weg binnendoor naar de plaatsjes Schoonderloo en Delfshaven. Buitenom ging men over de Westzeedijk.




Oude Noorden
De stadswijk die wordt begrensd door de Rotte, de Noordsingel, de Bergweg en het Noorderkanaal staat bekend als Het Oude Noorden. Deze begrenzing is niet helemaal onomstreden want sommigen rekenen ook de Agniesebuurt tot de wijk. Het Oude Noorden is de laatste tientallen jaren van de 20ste eeuw ingrijpend veranderd door de stadsvernieuwing. Net als in andere wijken werden hele straten vervangen door nieuwbouw en werden binnen de wijk pleinen aangelegd, waardoor licht en lucht konden doordringen maar ook speelgelegenheid ontstond. De grootste wens van de bewoners, een wijkpark op de plaats van het Huis van Bewaring (uit 1870) aan de Noordsingel, is nog niet in vervulling gegaan. Het vertrek van autochtone bewoners naar elders en de komst van migranten heeft eveneens voor grote veranderingen gezorgd.
Het Oude Noorden was in de 13de eeuw een drassig gebied dat Blommartsdike werd genoemd. Door de aanleg van de Rotterdamse Schie werd het ambacht Blommartsdike in tweeën gedeeld. Het oostelijke deel kreeg na aanleg van de Bergweg de naam Oost Blommartsdike. Het ambacht is lang onbebouwd geweest. Een uitzondering vormden een herberg, een leprooshuis en molens. In de 18e eeuw vestigden zich kleine industrieën als azijnmakerijen en brouwerijen in het gebied en lieten kooplieden buitenplaatsen bouwen.
Bij deze bedrijven en buitenplaatsen ontstonden zogenoemde lanen waarop buitenverblijven werden gebouwd en in een later stadium volkswoningen,. Doordat er geen verharde wegen of sanitaire voorzieningen werden aangelegd, liet de hygiëne veel te wensen over. Een oplossing werd gevonden in het Waterproject van Rose, dat vanaf 1862 werd uitgevoerd. De Westersingel, de Spoorsingel, de Noordsingel, de Crooswijksesingel en de Boezemsingel maken er deel van uit.
Vanaf 1870 werd in het Oude Noorden een begin gemaakt met planmatige woningbouw, waarvan de uitvoering en exploitatie voornamelijk in handen waren van particuliere exploitanten. Belangrijke straten zijn Zwaanshals, Zaagmolenstraat en Noordmolenstraat/Zwart Janstraat.




Oude Westen
Tussen de Westersingel, de Nieuwe Binnenweg, de 's-Gravendijkwal en het Weena ligt de wijk het Oude Westen. Deze eind 19de eeuw aangelegde wijk was een belangrijke proeftuin voor de stadsvernieuwing in de jaren zeventig. Omstreeks 1970 werd de Aktiegroep Het Oude Westen opgericht, die protesteerde tegen kaalslag en uitbreiding van de "city" westwaarts en tegen de slechte woonomstandigheden in de verwaarloosde woningen, veelal in handen van huisjesmelkers. Vanaf 1977 is de wijk ingrijpend van uiterlijk veranderd door een groot aantal nieuwbouwprojecten en renovaties, door de aanleg van pleinen en dwarsverbindingen en de bouw van scholen en medische en sociale voorzieningen.




Oudedijk
In Kralingen is de Oudedijk een belangrijke verkeers- en winkelstraat. Oorspronkelijk was de Oudedijk onderdeel van de in de 12de eeuw aangelegde zeedijk. In het oosten sluit hij aan op de 's-Gravenweg. In het verleden verbond de Oudedijk Kralingen met Rotterdam.




Oudehaven
Nabij het Witte Huis is rond de Oudehaven sinds 1984 een uitgaansgebied met terrassen, cafés en restaurants ontstaan. De oostzijde wordt gekenmerkt door moderne architectuur. De haven heeft een eigen scheepswerfje, de Koningspoort, voor historische schepen. De Oudehaven is de oudste haven (ca. 1350) van Rotterdam.
Eeuwenlang vormde de haven voor de binnenscheepvaart de toegang tot de stad. De Oudehaven in Delfshaven werd na annexatie door Rotterdam (1886) Voorhaven genoemd.




Overblaak
De straat die, als onderdeel van het paalwoningencomplex, over de Blaak heenloopt, kreeg in 1981 de (logische) naam Overblaak. Aan beide zijden is de straat te bereiken via een goed verborgen hellingbaan of door het beklimmen van hoge, stenen trappen.




Overschie
Dominant in de deelgemeente Overschie is het Kleinpolderplein, een groot verkeersplein met fly-overs waar de rijkswegen A13 en A20 samenkomen. De vele auto's die Overschie passeren, zorgen voor veel overlast. Daarom werd in het voorjaar van 2002 op het gedeelte van de A13 dat door Overschie voert een snelheidsbeperking ingesteld van tachtig kilometer. Bij Overschie ligt ook de Luchthaven Rotterdam, wat andere geluidsoverlast meebrengt. Reeds in vroeger tijden fungeerde Overschie als knooppunt van verkeer en vervoer. Overschie, zeker al 1.050 jaar oud, heette aanvankelijk simpelweg Schie, naar de rivier die er langs stroomde. Pas na het ontstaan van Nieuwerschie (later Schiedam), ging Schie Ouderschie heten. In 1340 kreeg Rotterdam toestemming een kanaal te graven tussen Rotterdam en Ouderschie: de Rotterdamse Schie. Delft mocht in 1389 een kanaal (Delfshavense Schie) naar de Nieuwe Maas graven en daar een haven stichten (Delfshaven). Vervoer langs de Schieën verliep meestal met trekschuiten en daarom zijn er jaagpaden aangelegd. Voor het onderhoud van deze paden moest tol worden betaald bij het stadstolhuis van Delft, net voorbij het Oude Veerhuis bij de Lage Brug.

Overschie is lange tijd een betrekkelijk klein dorpje gebleven. Omstreeks 1815 telde het 2.128 inwoners die 407 huizen bewoonden. Pas na 1900 begon het dorpje te groeien door de komst van enkele bedrijfjes en doordat in Overschie forenzen gingen wonen, die zich met de paardenomnibus naar Rotterdam begaven. De eerste uitbreiding van Overschie was de Schiewijk. In 1941 werd Overschie geannexeerd dor Rotterdam. Na de oorlog werden in de wijk op grote schaal flats gebouwd om de grote woningnood te lenigen. Er werden bij de bouw nieuwe technieken (als montagebouw) toegepast. Veel woningen moesten al voor de 21ste eeuw worden gerenoveerd of gesloopt. In 1953 bezocht de Britse koningin Elizabeth tijdens een staatsbezoek een Overschiese nieuwbouwwoning.




P.C.Hooftplein
In de wijk Spangen zijn bijna alle straatnamen genoemd naar Nederlandse, niet-Rotterdamse, schrijvers/dichters. Het centraal gelegen P.C.Hooftplein werd in 1918 genoemd naar de Amsterdamse dichter en historieschrijver P.C.Hooft (1581-1647). Het Spiekmanmonument (1922) stond aanvankelijk op het P.C.Hooftplein.




Paap Dirckstraat
Op het terrein van het gesloopte Sint-Franciscus Gasthuis werd in 1978 de Paap Dirckstraat aangelegd, genoemd naar de oude bekende, in 1306 vermelde, pastoor van Rotterdam. De twee andere straten daar zijn genoemd naar de oudst bekende schoolmeester en schout.




Paetsstraat
In de Paetstraat, in de wijk Blijdorp, woonde auteur Bob den Uyl (1930-1992). De straat is genoemd naar Adriaen Paets (1631-1686), vroedschap van Rotterdam en gezant in Spanje en Engeland.




Pannekoekstraat
Ongeveer op dezelfde plaats als de vooroorlogse Pannekoekstraat werd de naoorlogse Pannekoekstraat (1942) aangelegd. De naam komt voor het eerst voor in 1426/27. Het is onbekend waarom de straat zo heet. De Pannekoekstraat loopt van de Meent naar de Hoogstraat.




Parallelweg
Tussen Hilledijk en Hillekopplein loopt een kort straatje met de naam Parallelweg, dat vóór de aanleg van de Kop van Zuid veel langer was. De weg liep evenwijdig aan de Spoorweghaven en het goederenspoor. Veel Rotterdammers spraken van de Perèllelweg.




Parkkade
De kade langs de Nieuwe Maas bij Het Park kreeg in 1890 de naam Parkkade. Er bevindt zich een monument met de tekst: Herdenking van strijd en verzet 1940-1945. Aan de westkant is de toegang tot de voetgangers- en fietstunnel van de Maastunnel.




Parklaan
Eén van de chicste lanen van Rotterdam is de Parklaan met zijn grote villa's en herenhuizen. De voormalige woonhuizen van rijke Rotterdammers zijn bijna alle in gebruik als kantoor. In het gazon staat een monumentje voor de Rotterdamse schrijver Willem Schürmann. De laan was oorspronkelijk de zuidelijke dijk van de Muizenpolder. Aan de Parklaan staat het Belasting- en Douanemuseum. De breed aangelegde laan loopt van het Westplein naar het Park.




Park Rozenburg
In 1892 kocht de gemeente Kralingen het 18de eeuwse landgoed Rozenburg, een buitenplaats van zeven hectaren, van de familie Madry om ongewenste bebouwing langs de Oudedijk tegen te gaan. Rozenburg is daarna gebruikt als uitspanning: Jardin Rozenburg. Park Rozenburg, langs de Karlingse Plaslaan, maakte onderdeel uit van het landgoed. Omstreeks 1916 werd het gebied rond het park bebouwd. In 1945 was Park Rozenburg in gebruik als een bivak voor Canadese militairen.




Passage
In 1995 kreeg de overdekte winkelstraat tussen Beursplein en Bulgersteyn de naam Passage, waarmee een oude naam in het nieuwe stadscentrum terugkeerde. De naam was in 1952 officieel ingetrokken. In 1940 ging het opmerkelijke gebouw tussen Coolsingel en Korte Hoogstraat met een groot deel van de binnenstad verloren. In 1879 bouwde architect J.C.van Wijk de overdekte winkelgalerij met de naam Passage. De winkelstraat lag gelijk met de Korte Hoogstraat. Aan de Coolsingelzijde kon de Passage via trappen worden bereikt. De Passage was in 1882 het eerste gebouw in Rotterdam dat elektrisch werd verlicht. De stroom werd door accu's geleverd.




Pastoriedijk
Een deel van de dijk om het dorp Pernis heet Pastoriedijk (de rest heet Ring). De dijk is genoemd naar de in 1882 gebouwde pastorie van de Hervormde kerk. In 1934 (bij de annexatie) ging de Breestraat ook Pastoriedijk heten.




Paul Krugerstraat
Naar Stephanus Johannes Paulus Kruger (1825-1904), president van de Zuid-Afrikaanse Republiek tijdens de Boerenoorlog werd de Paul Krugerstraat (Afrikaanderwijk, 1900) genoemd. De straat loopt ter plaatse van de verdwenen Korteweg. Op nr. 73b was het eerste kleedlokaal van Feyenoord (1908).




Peerdestrontstraat
In de Isaäc Hubertstraat in Crooswijk bevonden zich sinds 1879 de stallen van de paardentran van de RTM. In 1895 werden ze uitgebreid. Vanwege de ontlasting heette de straat Peerdenstrontstraat.




Pelgrimstraat
Langs de wijk Schiemond loopt, in het verlengde van de Vierhavenstraat, de Pelgrimstraat (1982). De straat is genoemd naar de Pilgrim Fathers, die in 1620 vanuit Delfshaven naar Amerika vertrokken.




Pendrecht
Het uitbreidingsplan voor de Linker Maasoever uit 1949 voorzag in drie nieuwe woonwijken: Zuidwijk, Pendrecht en Lombardijen, die van de rest van Rotterdam-Zuid werden gescheiden door een groenstrook, het Zuiderpark. Deze wijken voor ongeveer 20.000 inwoners werden ontworpen volgens de zogenoemde wijkgedachte. In dit Amerikaanse concept is sprake van duidelijk begrensde wijken. Door een eigen centrum met voorzieningen moest sociale verbrokkeling worden tegengegaan en zou een rijk gemeenschapsleven moeten ontstaan. Voor Pendrecht (in de deelgemeente Charlois) werkte stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese met een nieuwe verkavelingsvorm, de wooneenheid, die uit circa tachtig woningen bestond. Gegroepeerd rond een gemeenschappelijke groenruimte stonden twee blokken etagebouw en drie blokjes laagbouw voor zowel grote als kleine gezinnen, alleenstaanden en bejaarden. Acht à tien van deze wooneenheden vormden een buurt. De hele wijk bestond uit vier buurten rond het centrale Plein 1953 en de centrale verkeersroute: de Slinge. Elke buurt had een buurtwinkelcentrum voor de dagelijkse behoeften, een kleuterschool en een buurthuis; de lagere scholen en kerken waren tussen de buurten gesitueerd. In principe kon men van de wieg tot het graf in de wooneenheid blijven wonen. De praktijk was anders. De kinderen verlieten de ouderlijke woning en de wijk en veel oorspronkelijke bewoners bleven achter. Het resultaat was dat Pendrecht vergrijsde. De relatief kleine, goedkope woningen gingen een overloopgebied vormen voor bewoners uit de stadsvernieuwingswijken. Het beheer van het vele openbaar groen werd problematisch en buurtvoorzieningen verdwenen. De voor de jaren vijftig kenmerkende zakelijke, functionele stijl en industriële bouwsystemen geven de wijk een wat schraal aanzicht. In de toekomst zullen grote delen van Pendrecht worden gesloopt en vervangen door grotere en duurdere woningen voor een gevarieerder bevolkingssamenstelling.
De naam Pendrecht verwijst naar een gelijknamig dorp, dat in 1421 bij de Sint-Elizabethsvloed verloren ging. Later was sprake van de polders Oud- en Nieuw Pendrecht tussen Charlois en Pendrecht.




Persoonsdam
De Persoonsdam,- haven, -kade, -straat en -hal zijn genoemd naar stadsbouwmeester Claes Jeremiasz. Persoons. Deze metselaar was in 1660 aangesteld omdat hij de Laurenstoren had rechtgezet. Zoon Johannes was zijn assistent en werd in 1690 zijn opvolger. Beiden overleden in 1692.




Pernis
Ingeklemd tussen havens, autowegen en het industriecomplex van Shell ligt het dorp Pernis. Pernis was ooit een welvarend vissersplaatsje, waarvan de historie teruggaat tot de Middeleeuwen, toen het gebied tot de heerlijkheid Putten behoorde. In 1249 verstrekte de Heer van Voorne een erfleen voor een haven aan Jacobus de Pernesse. Van hem is waarschijnlijk de naam Pernis afgeleid. Een andere mogelijkheid is dat de naam is afgeleid van het riviertje de Bernisse.
In de 18de eeuw werd een begin gemaakt met de visvangst. Het ging om de zogenoemde kleine visserij: visserij met kleine schepen voor de kust en in de mondingen van de rivieren. In de 19de eeuw breidde de visserij zich uit. Een vloot van twintig Pernisser sloepen beviste de Noordzee en een deel van de Atlantische Oceaan. De vissers uit Pernis visten niet op haring, zoals vissers uit andere plaatsen, maar op kabeljauw, heilbot en schelvis. Beroemde houten zeilsloepen in Pernis hadden namen als Pollux, Castor, Rhea en Saturnus, namen die nu nog terugkomen in de straatnamen van Pernis. Op de Maas werd de zalmvisserij druk beoefend, tot die door de vervuiling van de rivieren onmogelijk werd. Ook de zeevisserij liep terug en in 1919 werden de laatste vissersboten verkocht.
De industrialisatie begon in 1907 met het opspuiten van de Vondelingenplaat. Omstreeks 1920 vestigde zich hier de Albatros superfosfaatfabriek en in 1929 werd begonnen met het graven van de Eerste Petroleumhaven. In verband met de ontwikkeling van de petrochemische industrie in het havengebied werd Pernis (gelijktijdig met Hoogvliet) op 1 mei 1934 door Rotterdam geannexeerd. Mede door zijn aparte positie heeft Pernis altijd een krachtige wijkraad gehad, die de belangen van het dorp goed kan verdedigen. Deze raad wordt sinds enkele jaren rechtstreeks door de bevolking gekozen. Aan de nieuwe Beneluxlijn is een metrostation gebouwd.




Piekstraat
Aan de Piekstraat (Feijenoord) bevinden zich Skateland Rotterdam en de fabriek van Hunter Douglas. De straat is genoemd naar de Koepel van Piek. Deze theekoepel werd in 1796 op het eiland Feijenoord gebouwd en later verhuurd aan de familie Piek.




Pierenpot
Aan de zuidzijde van de in 1965 geopende Van Brienenoordbrug ligt het IJsselmondseplein. Vanwege de door en over elkaar lopende wegen kreeg het plein in de volksmond de bijnaam Pierenpot.




Pieter de Hoochweg
In 1906 werd de nieuwe weg tussen Westzeedijk en Heemraadssingel Pieter de Hoochweg genoemd naar schilder Pieter de Hooch (1630-1677). Er staat een aantal opvallende panden: het voormalige conservatorium (eerder Economische Hoogeschool), Humanitas (eerder SVZ) en drukkerij Wyt.




Pijnackerplein
In het dichtbevolkte, aan pleinen arme Oude Noorden werd in 1897 het Pijnackerplein aangelegd. Net als de 1ste, 2de en 3de Pijnackerstraat is het plein genoemd naar het dorp Pijnacker in Delfland. Op het plein staat de laatste muziektent van Rotterdam.




Plein 1953
In de wijk Pendrecht zijn de straten genoemd naar gemeenten, die door de watersnoodramp in februari 1953 zijn getroffen. Het centrale plein in de wijk (bij de Slinge) heet Plein 1953. De naam werd in 1957 gegeven. Omdat het plein niet meer aan de verwachting voldeed, volgde aan het eind van de 20ste eeuw renovatie en herstructurering. In oktober 2000 vond de feestelijke heropening van het plein plaats.




Plein 1940
In 1953 werd op een plein aan de noordzijde van de Leuvehaven het beeld De Verwoeste Stad van Ossip Zadkine geplaatst, dat herinnert aan het bombardement van 1940 op Rotterdam. In mei 1958 kreeg het plein de naam Plein 1940.




Pleinweg
Als verbinding tussen twee pleinen, Zuidplein (1938) en Maastunnelplein (1941), lijkt de Pleinweg een logische naam. De Pleinweg kreeg zijn naam echter al in 1928. In de uitbreidingsplannen voor Rotterdam-Zuid (1921,1926) was toen ter hoogte van het toenmalige Zuidplein, wel een centraal plein geprojecteerd. De Pleinweg heeft na de voltooiing van de Maastunnel (tot de bouw van de Van Brienenoordbrug) deel uitgemaakt van de belangrijkste route naar het zuiden.




Pompenburg
Van Hofplein naar de Rotte loopt het brede Pompenburg over de spoorlijn. De naam werd in 1949 gegeven. De weg loopt waar voor de oorlog de Pompenburgsingel liep. Pompenburg komt voor het eerst voor in 1589 als naam van een buurtje.




Posthoornstraat
Tussen Blaak en Wijnhaven loopt de Posthoornstraat, voor de oorlog de Posthoornsteeg geheten. Deze werd genoemd naar de in de steeg gevestigde brouwerij De Posthoorn, vanaf 1636 de nieuwe naam van brouwerij d'Oranjeboom. De steeg werd in 1611 aangelegd.




Pretorialaan
In de Afrikaanderwijk werd in 1900 de brede Pretorialaan genoemd naar Pretoria, hoofdstad van de Zuid-Afrikaanse Republiek. Toen Maas- en Rijnhaven nog drukke transitohavens waren, liep er een havenspoor door de laan, waar de Afrikaandermarkt sinds 1964 een uitlopen heeft.




Prins Hendrikkade
De kade op het Noordereiland aan de zijde van de Koningshaven werd in 1880 Prins Hendrikkade genoemd, naar prins Hendrik, de broer van koning Willem III. Op 21 mei 1874 had hij met familieleden een bezoek gebracht aan het eiland.




Prinsenlaan
In de Prins Alexanderpolder is de Prinsenlaan (1961) één van de belangrijkste straten. Rotterdam kende al eerder een Prinsenlaan. Van 1906 tot 1916 speelde Sparta aan de Prinsenlaan (Crooswijk), maar moest dit terrein wegens stratenaanleg en woningbouw verlaten. In 1908 en 1909 speelde het Nederlands Elftal hier drie interlands. De laan was genoemd naar Ewout Prins (1662-1709) en was vermoedelijk een gedeelte van de Oudedijk. In 1926 werd de naam ingetrokken.




Prinsenland
Sinds 1988 is het zuidelijk deel van de Alexanderpolder rond de 's-Gravenweg een wijk met 5.000 woningen gebouwd. In Prinsenland is de structuur van het oude tuinbouwgebied tussen Kralingsweg en 's-Gravenweg gehandhaafd. Door de combinatie van laagbouw met veel groen is een tuinstadachtige sfeer gecreëerd. De wijk bestaat uit vier deelgebieden: de 's-Gravenwegbuurt, een voortzetting van de lanen van Kralingen met vrije sectorwoningen, de Ringvaartplasbuurt met sociale woningbouw aan de langgerekte Ringvaartplas en de Dosiobuurt en de Prinsenparkbuurt die aansluiten op het Lage Land. Tussen Prinsenlaan en Lage Land ligt het Prinsenlandse Park, waarin de begraafplaats Oud Kralingen is opgenomen.




Prinses Julianalaan
Kort nadat mr. Ivo Opstelten in 1999 burgemeester werd van Rotterdam betrok hij een woning in de Prinses Julianalaan (Kralingen). In de laan woonde ook de dichter Theo Verhaar (1954-1999). Tijdens de oorlogsjaren (1942-1945) was de laan omgedoopt in Vredehoflaan.




Professor Poelslaan
In 1931 werd de Professor Poelslaan (Oud-Mathenesse) langs de Rijksseruminrichting genoemd naar de stichter, de veearts Jan Poels (1851-1927). Het hoofdgebouw werd drastisch verbouwd tot seniorenwoningen; de rest van het complex werd gesloopt en vormt sinds 1993 een groengebied, het Serumpark.




Provenierssingel
Van de 15de eeuw tot 1898 stond aan de Schiekade het Proveniershuis, dat eerder Leprooshuis was. Proveniers (kostkopers) betaalden voor hun onderhoud. Het Proveniershuis stond ongeveer waar de Provenierssingel op de Schiekade uitkomt. Er zijn ook een Proveniersstraat en Proveniersplein.




Puntegaalstraat
Evenwijdig aan de Parksluizen loopt de Puntegaalstraat, genoemd naar een boerderij Puntegale, die daar vroeger heeft gestaan. De westzijde van de straat wordt ingenomen door het voormalige belastingkantoor. Dit gebouw was de aanleiding tot de bijnaam Pluk-me-kaalstraat voor de Puntegaalstraat.




Putsebocht/-laan/-plein/-straat
Charlois was oorspronkelijk een deel van het land Putten over die Maze. Putten hoorde, voor het eigendom werd van de hertog van Bourgondië, aan de heren van Gaesbeek. Vier straatnamen (Putsebocht,Putselaan,Putseplein en Putsestraat) herinneren aan dit verleden.
Over de Putselaan rijdt slechts tramlijn 2, maar de laan was voorheen veel drukker met een havenspoorlijn en tram van de RTM. Aan het Putseplein bevond zich een kraamkliniek.




Provenierswijk
Ten noorden van het Centraal Station ligt de Provenierswijk, genoemd naar de Provenierssingel. Omdat de Spoorsingel centraal door de wijk loopt, zou de naam Spoorwijk logischer zijn geweest.




Raampoortstraat
In 1591 werden de lakenramen verplaatst naar een terrein buiten de Hofpoort, het voormalige Hof van Weena, dat via een poort was te bereiken. In 1656 kwam daar al een Raampoortlaan voor. Deze naam werd in 1896 gewijzigd in Raampoortstraat.




Ramlehweg
Tussen de Oudedijk en de Libanonweg (Kralingen) werd in 1938 de Ramlehweg aangelegd. De weg loopt ter plaatse van het voormalige buitenhuis Ramleh, dat inde tweede helft van de jaren dertig werd gesloopt. Ramleh is een plaats in Israël.




Randweg
In 1923 werd de singel in het verlengde van de Hillevliet Randweg genoemd omdat hij aan de rand loopt van het complex betonwoningen bij de Walravenstraat (Stulemeijer!!). Er hebben altijd veel (para) medici hun praktijk uitgeoefend. Pim Fortuyn woonde er.




Rechthuislaan
Van noord naar zuid loopt de Rechthuislaan door de wijk Katendrecht. De naam herinnert aan het rechthuis van het oude Katendrecht, waar schout en schepenen (en later het gemeentebestuur) zitting hielden. In de laan was een katholiek kerkje gevestigd (1921-2002).




Reynstraat, Van
In 1832 verscheen van de Rotterdamse historicus Gijsbert van Reyn (1793-1866) het eerste deel van zijn gezaghebbende Geschiedkundige Beschrijving der stad Rotterdam. In 1869 verscheen het (onvoltooide) tweede deel. In 1890 werd in Crooswijk de Van Reynstraat naar hem genoemd.




Rijstuin
Een straat tussen de Gemeentebibliotheek en de Mariniersweg kreeg in 1981 de oude naam Rijstuin. De naam kwam al in de 15de eeuw voor en herinnert aan de mandenmaker, die hier hun bedrijf uitoefenden en hun opslagplaats van rijshout hadden.




Rivierstraat
Tussen de Calandstraat en de Westerkade (in het Tweede Nieuwe Werk) loopt sinds 1856 de Rivierstraat. De straat ontleent zijn naam aan de rivier waarop hij uitkomt. De oude pakhuizen aan beide zijden van deze straat zijn omgebouwd tot studentenhuisvesting.




Robert Owenstraat
In 1923 werd in opdracht van woningbouwvereniging Aller Belang in Hillegersberg bij de Kleiweg de Robert Owenstraat aangelegd, waaraan 24 arbeiderswoningen kwamen te staan. Architectenbureau Cramer ontwierp de woningen volgens de ideeën van de Britse sociale-hervormer Robert Owen (1771-1858).




Rochussenstraat
Naar schilder Charles Rochussen (1814-1894) werd in 1900 de Rochussenstraat genoemd. De straat loopt in het verlengde van de Westblaak tot aan de Lage Erfbrug en vormt zo een belangrijke oost-westverbinding, die is bedoeld om de Nieuwe Binnenweg te ontlasten.




Rodenrijselaan
In het Liskwartier loopt tussen Bergweg en Bergselaan de Rodenrijselaan. De voorname laan is in 1906, evenals de Rodenrijsestraat (1910), genoemd naar het gehucht Rodenrijs. Ook andere straten in deze wijk dragen namen van dorpen ten noorden van Rotterdam.




Rodezand
In het verlengde van de Korte Hoogstraat in noordelijke richting loopt het Rodezand achterlangs beursgebouw en postkantoor. De straat kreeg zijn naam in 1942, maar de geschiedenis is veel ouder. De naam herinnert mogelijk aan een rode zandplaat die vroeger in de Maas lag. De ambachtsheerlijkheid Roodezand werd in 1358 bij het grondgebied van Rotterdam gevoegd, dat toen werd omvest. Het slot Bulgersteyn lag binnen het gebied van de heerlijkheid.




Rondoplein
In 1914 werd in Tuindorp Heijplaat het Rondoplein genoemd naar het vrachtschip dat datzelfde jaar bij de Rotterdamsche Droogdok Maatschappij was gebouwd. Aan het Rondoplein staat het muziekpaviljoen Prinses Beatrix.




Rosestraat
In de wijk Feijenoord loopt de Rosestraat (1892). De straat was tot halverwege de jaren zeventig alleen aan de oostzijde bebouwd. Aan de westzijde bevonden zich haventerreinen. Tot de jaren twintig stond om deze terreinen een stenen muur, in de volksmond de Chinese Muur genoemd. Na de sloop van de oude bebouwing en het bouwen van nieuwe woningen (waaronder de Peperklip uit 1982) aan de westzijde is de situatie precies omgekeerd. Van 1898 tot 1965 reden door de Rosestraat de (stoom)trams van de RTM naar de Zuid-Hollandse eilanden. De straat is genoemd naar Willem Nicolaas Rose (1801-1877), directeur van Gemeentewerken.




Rotterdamse Rijweg
Van de oude straatweg van Overschie naar Rotterdam is de Rotterdamse Rijweg een restant. Overige delen van de weg, die voor een groot deel langs de Rotterdamse Schie liep, verdwenen door huizenbouw en wegenaanleg. Aan de weg staan veel villa's.




Rubroek
Omsloten door de Rotte, Crooswijksesingel, Boezemsingel, Boezem en de Goudsesingel bevindt zich de wijk Rubroek. De naam is ontleend aan het voormalige ambacht Rubroek, dat al omstreeks 1283 werd vermeld. De betekenis van Rubroek luidt: woest, nog niet ontgonnen moerasland.




Op onze site hebben we nog een verhaal over de straatnamen van Rotterdam, maar dan als overzicht uit 1910

Over de herkomst van straatnamen in Rotterdam (1910)






    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER







Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 Oktober 2009