Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Straatnamen en buurten van Rotterdam






Historisch Nieuwsblad - 3 nummers voor EUR 9.00


Adverteren bij Daisycon              Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon             Adverteren bij Daisycon

Adverteren bij Daisycon            

Adverteren bij Daisycon

Denksport Kruiswoord Varia - Kruiswoord Varia; de leukste variaties op de eeuwenoude kruiswoord hersenkraker.



AANBEVOLEN

Op zoek naar boeken over Rotterdam?

Klik dan op deze link

Zoek je iets anders dan Rotterdam?

Kan ook:





















Op zoek naar de betekenis van een straatnaam of buurt in Rotterdam?

Hans heeft er een aantal opgezocht......

Vanzelfsprekend kun je gebruik maken van het zoekcommando CTRL-F (werkt alleen voor deze pagina) of zoeken via onze search engine, hiermee vind je alles op onze site:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Aelbrechtskolk en klik op ENTER




Op zoek naar de betekenis van een straatnaam of buurt in Rotterdam?






ROTTERDAMSE STRAATNAMEN EN BUURTEN.





Abraham van Stolkweg.
De Houthandel van Stolk bevond zich twee eeuwen aan de Rotterdamse Schie. Wegens stadsuitbreiding werd het bedrijf in 1927 gedwongen te verhuizen naar de Delfhavense Schie. De weg langs het nieuwe bedrijf heeft sinds 1928 de Abraham van Stolkweg.




Achterhaven
Voor het graven van de Achterhaven in Delfshaven werd in 1451 toestemming gegeven. Tot het samengaan van Rotterdam en Delfshaven (1886) sprak men van Nieuwenhaven. In 1963 kreeg de Achterhaven een verbinding met de Coolhaven, waardoor de Achterhavenbrug noodzakelijk werd.




Achterklooster.
De straatnaam Achterklooster is duidelijk: het was de straat achter een klooster, namelijk van de dominicanen aan de Hoogstraat, gesticht in 1444, in 1563 door de Brand van Rotterdam vernield en daarna gedeeltelijk herbouwd. Het klooster verdween na de Hervorming.




Adamshofstraat.
Kralingen telde in vroeger tijden veel buitenplaatsen. Aan de laan naar de buitenplaats Adamshof werden vanaf 1864 woningen gebouwd. In 1900 kreeg een deel van de laan naar de Adamshof de naam Adamshofstraat; vanaf 1921 heet ook het andere gedeelte zo.




Aelbrechtskolk.
Delfshaven dank zijn bestaan aan hertog Aelbrecht van Beieren, die Delft met het handvest van 8 september 1389 toestemming gaf een eigen verbinding naar de Maas te graven: de Delfshavense Schie. Naar hem zijn de Aelbrechtskade en de Aelbrechtskolk genoemd. De Aelbrechtskade heette voor het samengaan van Delfshaven met Rotterdam de Oostschiekade, de Aelbrechtskolk kortweg Kolk. De restaurantie van de "krens",de kransmuur rond de Aelbrechtskolk, kwam in 2001 gereed.




Adriaan Volkerhuis/weg.
Tegen de verwachting in staat het Adriaan Volkerhuis niet aan de Adriaan Volkerlaan; het huis staat op de rechter en de laan loopt op de linker Maasoever. Adriaan Volker (1883-1939) was directeur van de baggermaatschappij N.V. Adriaan Volker's Maatschappij en eigenaar van het poldertje Zomerland in IJsselmonde. De weg langs die wijk werd in 1957 naar Adriaan Volker genoemd. Het kantoor van de maatschappij (architect Maaskant, 1973) staat aan de Maasboulevard.




Afrikaanderplein.
Het Afrikaanderplein kreeg zijn naam in 1900 en vormt het hart van de Afrikaanderwijk. Het plein heeft een indrukwekkende geschiedenis. Tussen 1908 en 1917 speelde Feyenoord hier; tijdens de Eerste Wereldoorlog werden er voedingsgewassen geteeld; tijdens de Tweede Wereldoorlog waren er loopgraven gegraven; de eerste HBS op Rotterdam-Zuid stond aan het plein, op zomeravonden waren er concerten in de muziektent, in de verkiezingstijd waren er massabijeenkomsten, stakende havenarbeiders kwamen er bij elkaar, kermissen en circussen vonden er standplaats. Nadat de markt door dijkverhoging en metroaanleg in februari 1964 van de Maashaven was verdreven, vond deze een plaats op het Afrikaanderplein.




Adrianalaan.
Een lange laan in de wijk Schiebroek begon zijn bestaan als pad over het land van Johannes Ruis (1864-1925). Hij noemde de Adrianalaan naar zijn vrouw Adriana van Beek (1868-1941) De gemeente Schiebroek nam straat en naam in 1924 over.




Aert van Nesstraat.
Veel straten in de Wijk Cool zijn genoemd naar zeehelden. De Aert van Nesstraat, een zijstraat van de Coolsingel, werd in 1873 genoemd naar luitenant-admiraal Aert van Nes (1666-1692). Tussen 1886 en 1940 stond de Groote Schouwburg aan deze straat.




Afrikaanderwijk.
De Afrikaanderwijk is een oude wijk waar veel immigranten wonen. De wijk werd gebouwd in het begin van de 20ste eeuw, toen velen naar Rotterdam trokken om werk te zoeken in de haven. Na enige renovaties werd vanaf begin jaren negentig begonnen veel oude woningen te vervangen. Sympathie met de strijd van de Boeren in Zuid-Afrika tegen de Engelsen (1899-1902) was aanleiding de straten naar personen en plaatsen uit Zuid-Afrika te noemen.




Agniesebuurt.
Tussen Schiekade, Bergweg, Noordsingel en Heer Bokelweg ligt de Agniesebuurt, een naam ontleend aan de centraal gelegen Agniesestraat, die is genoemd naar de dochter van Dieric Bokel. Het is de kleinste wijk van de deelgemeente Noord met ongeveer 3.500 inwoners.




Alberta Wellingpad.
Door de stadsvernieuwing in Crooswijk veranderde het stratenpatroon gedeeltelijk. In 1986 werd een pad genoemd naar Alberta Welling-Rizaar (1858-1934); die op 10 juli 1934, midden in de crisisjaren, tijdens de huurstaking in de Isaäc Hubertstraat door een verdwaalde politiekogel werd gedood.




Alexanderpolder.
De polder ten oosten van Kralingen heet Alexanderpolder naar Prins Willem Alexander Hendrik Frederik (1851-1884); de jongste zoon van koning Willem III. In 1953 werden plannen gemaakt een groot deel van de polder te bestemmen voor woningbouw. De toenmalige bewoners achtten dat onmogelijk. Zij omschreven het gebeid als "dik water", waarop onmogelijk gebouwd kon worden. Omdat Rotterdam ruimte nodig had voor zijn groeiende bevolking, ging het plannen maken door. In 1957 waren de ontwerpen klaar en in 1961 begon stedenbouwkundige Lotte Stam-Beese aan de uitwerking voor de wijk Het Lage Land. Tussen 1990 en 2000 verrezen in de Alexanderpolder nieuwe wijken: 's-Gravenland en Prinsenland. Hier werd wel, in tegenstelling tot de eerste plannen, rekening gehouden met het landschap.
De polder ontstond door het leegmalen van de plassen, die tussen 1500 en 1750 door turfwinning waren ontstaan. Na 1750 werd begonnen met landwinning, eerst met behulp van watermolens, later met stoomgemalen. Zo ontstonden polders als Schiebroek en 110 Morgen (1772) en Zestienhoven (1786). In 1865 begon men met het droogleggen van het overgebleven plassencomplex, dat zo diep was, dat zich hier nu het diepste punt van Nederland bevindt (zes meter beneden NAP). De Noordplas, de huidige Kralingse Plas, werd daarbij gespaard. Onteigening van bedrijven aan de Korte - en Langekade zou te veel kosten. Op 26 oktober 1866 legde prins Alexander de eerste steen voor het bovengemaal bij Kralingseveer, dat net als de nieuwe polder zijn naam kreeg. Het gemaal deed dienst tot 1971; in 1975 werd het industriële monument gesloopt.
Na tien jaar was de 2.668 hectare grote Alexanderpolder drooggelegd. Hij werd grotendeels bestemd voor veeteelt, omdat aan veeteeltproducten in het nabijgelegen Rotterdam het meeste behoefte bestond.
In 1990 werd een aantal straten in de nieuwe wijk Prinsenlaan ten zuiden van de Jaques Dutilhweg vernoemd naar de eerste bewoners van de Alexanderpolder.




De Van Alkemadestraat.
De Van Alkemadestraat (1949) is genoemd naar Cornelis van Alkemade (1654-1737). Hij was eerste commies op het kantoor van Convooien en Licenten te Rotterdam en schrijver van geschiedkundige werken, onder andere over Rotterdam. Deze zijn grotendeels in handschrift aanwezig in het Gemeentearchief. De pentekeningen in het manuscript zijn van zijn hand. Een ander werk handelt over de Jonker Fransenoorlog (1724) Van Alkemade werd geboren in Noordwijk en stierf in Rotterdam.




Almondestraat.
De Almondestraat (1888) in de Agniesebuurt is genoemd naar het geslacht Van Almonde dat nabij de stad grond bezat. De straatnaam speelde een rol in een programma van de Berini's.




Antwerpse Hoofd.
De oostelijke punt van het Noordereiland heet Antwerpse Hoofd. Van hier onderhield rederij Braakman & Co een dagelijkse dient voor passagiers en vracht op Antwerpen. Tegenwoordig wonen hier veel oud-binnenschippers.




Arthur Parisiusstraat.
De Arthus Parisiusstraat in de jazzbuurt in Zevenkamp werd in 1988 genoemd naar de Surinaamse tenorsaxofonist Arthur Parisius (1911-1963). Zijn artiestennaam was Kid Dynamite. Oorspronkelijk heette de straat Kid Dynamitestraat, maar na bezwaren van de bewoners werd de naam gewijzigd.




Avenue Concordia.
Er was een tijd (1884-1897) waarin Kralingen twee Avenues bezat, maar sinds de Avenue Prins Alexander in 1897 Voorschoterlaan werd, is de Avenue Concordia de enige Avenue in Rotterdam. In 1894 werden Kralingen en Rotterdam samengevoegd en kennelijk was twee Avenues de Rotterdamse bestuurders te frivool. De Avenue Concordia werd in 1883 aangelegd door Bouwmaatschappij Concordia en daaraan ontleent de straat zijn deftige naam, die overeenstemde met de monumentale gebouwen en de aard van de bewoners, onder wie Koos Speenhof, Ruud Lubbers (het ouderlijk huis op nr. 90) en architect J.J.P.Oud (nr. 28a). Eén van de oudste gebouwen is, op de hoek met de Annastraat, de voormalige Gereformeerde Kerk (1890), het huidige onderkomen van de Evangelische Broederschap. Op de hoek met de Polananstraat zit de Kralingsche Apotheek (voorheen Van Senus); het interieur van het pand uit 1892 is nog volledig intact. Tramlijn 22 heeft er lang en lijn 17 kort (twee jaar) zijn eindpunt gehad. Bij het 10-jarig bestaan in 1983 verscheen van Avenuebewoner Kees Plaisier een bundel met twintig gedichten over de Avenue Concordia. Hij spreekt van "een laan/ met een eigen gezicht", maar uit ook kritiek: "een kroeg is er niet/dat moet ik/ toegeven/maar dan nog/ welke weg is volmaakt"en "te weinig geboomte/ voor een laan/ van allure". Banketbakker Carlier zit al ruim een eeuw in de Avenue, eerst op nr. 97, nu op nr. 57. Kralingse Jill Knöps-Bausch schreef in haar herinneringen (Kind van Kralingen): "Vooral de marsepeinetalage met Sinterklaas konden wij uren voor blijven hangen en dan maar ellenlange verlanglijsten opstellen van marsepeinen beesten en fruit".
De Avenue Concordia heeft de tijd niet geheel ongeschonden doorstaan. Duitse bommen vernietigden 41 woningen. Ook de aanleg van de oost-westlijn van de metro eiste zijn tol.




Baan.
De Baan is genoemd naar een lijnbaan (touwslagerij), die daar in 1620 tussen de Schiedamsedijk en Schiedamsesingel werd gesticht. Na 1940 werd de naam synoniem voor de G.G.D., tot de hoofdingang in de jaren zeventig werd verplaatst naar de Schiedamsedijk.




Bagijnenstraat.
In 1397 werd de naam Bagijnenstraat voor het eerst vermeld. De naam verwijst naar het in 1379 gestichte Bagijnhof, waarvan de poort zich in de Bagijnenstraat bevond. De straat werd in mei 1940 verwoest. De huidige Bagijnenstraat dateert uit 1953.




Bananenstraat.
Op Katendrecht werd de Bananenstraat (1929) genoemd naar de West-Indische Bananen Import Compagnie, die aan de Maashaven was gevestigd. Bananenboten meerden aanvankelijk af in de Rijnhaven, na de oorlog in de Maashaven, waar de jeugd dook naar overboord gegooide bananen.




Banierstraat.
De Banierstraat is in 1902 genoemd naar de banier van Gherijt van Herlaer, heer van Ammersoye, wat de Herlaerstraat en het Ammersooieseplein opleverde. In de Banierstraat was drukkerij De Banier van de gereformeerde dominee Kersten (oprichter van de SGP) gevestigd.




Barakkenbrug.
De Barakkenbrug is een brug over de Boezem, die in 1932 zijn naam kreeg. Hij leidde naar de barakken waar mensen met besmettelijke ziekten werden verpleegd. De barakken werden gebouwd in 1929 en in de jaren zestig ontruimd en gesloopt.




Basaltstraat.
De Basaltstraat op Katendrecht kreeg zijn naam in 1908. Hij werd genoemd naar het destijds nabijgelegen terrein van de inmiddels verdwenen Basalt Stone Company. Basalt werd veel gebruikt bij kadeaanleg.




Bas Jungeriusstraat.
De Bas Jungeriusstraat (1900) is genoemd naar Bastiaan Jungerius (1821-1898), dijkgraaf van de polder Charlois. Het huis van zijn familie stond daar in de buurt. De oud-international en oud-Feyenoorder Puck van Heel heeft op nr. 51 jarenlang een café gehad.




Beijerlandselaan.
Oorspronkelijk vormde de Strijensestraat het verbindingsstuk tussen Hilledijk en Groene Hilledijk. Omdat deze straat te smal was voor de stoomtram van de RTM, van de Rosestraat naar "de eilanden", werd het spoor achterom geleid. Zo ontstond de Beijerlandselaan (1902). De naam verwijst naar Oud-Beijerland, één van de bestemmingen in de Hoeksche Waard. Op de Beijerlandselaan (kortweg "de Laan") was de halte Hillesluis. In 1956 werd de lijn opgeheven. Er was nog meer railvervoer. In 1929 reed lijn 9 er een paar manden, tussen 1929 en 1931 lijn 19 en tussen 1934 en 1936 ging lijn 13 over de Beijerlandselaan. Lijn 3 hield het langer uit. Vanaf 1 mei 1929 tot 1 september 1967 onderhield deze lijn via de Beijerlandselaan de verbinding tussen de Groenezoom en de rechter Maasoever.
De Beijerlandselaan was ooit één van de drukste winkelstraten van Rotterdam-Zuid, met veel mooie en grote winkels. In 1929 werd bioscoop Colosseum geopend, met een zaal van 1.034 zitplaatsen. Vanwege het zalentekort na het bombardement verzorgde het Rotterdanms Philharmonisch Orkest er onder leiding van Eduard Flipse tot 1954 concerten. In 1942 werd een bioscooporgel geïnstalleerd, dat na de sloop van het theater in 1977 is herbouwd in wijkcentrum de Larenkamp in Zuidwijk. In 1955 beleefde de film Ciske de Rat naar het boek van Piet Bakker er de galapremière. Er werd veel geflanneerd, wat in de volksmond "een laantje pikken"heette. Het opheffen van de tramlijnen (RTM en RET) kwam de Beijerlandselaan ten goede. Om het winkelen te veraangenamen en de concurrentie met het nieuwe, overdekte winkelcentrum Zuidplein aan te gaan, werden in 1978 luifels geplaatst. De aanleg van tramlijn 20 aan het eind van de 20ste eeuw bezorgde de Beijerlandselaan een terugslag. Veel middenstanders legden het loodje tijdens de aanleg. Samen met de Groene Hilledijk vormt de Beijerlandselaan nu Boulevard-Zuid.




Bellevoysstraat.
Naar de in 1621 in Rotterdam geboren schilder Jacob Bellevoys werd in 1897 de Bellevoysstraat genoemd. Zijn ouders kwamen uit de Zuidelijke Nederlanden. Hij legde zich hoofdzakelijk toe op riviergezichten, schepen op de rede en schipbreuken. Bellevoys overleed in 1676.




Bentincklaan.
In de wijk Blijdorp is de Bentincklaan (1932) genoemd naar Willem Bentinck (1704-1774), heer van Rhoon en Pendrecht. Aan de Bentincklaan liggen de Nenijtobaan, het atletiekcomplex van Rotterdam Atletiek en de Wolfert van Borselenschool. De Bentincklaan voert naar Diergaarde Blijdorp.




Bergpolder.
De naam Bergpolder is afgeleid van Hillegersberg, waartoe deze door Gordelweg, Noorderhavenkade, Bergweg en Bergsingel ingesloten polder oorspronkelijk behoorde. In 1903 werden de Blijdorpsepolder en Bergpolder geannexeerd, waarna vanaf 1931 woningbouw in een stedenbouwkundig plan van W.G.Witteveen werd gerealiseerd.




Bergsingel.
Net als de Bergselaan (1906), de Bergstraat (1866) en de Bergweg (1897) is de Bergsingel in 1910 genoemd naar het dorp Hillegersberg. De Bergsingel vormt het verlengde van de zuidelijker gelegen Noordsingel, die halverwege de 19e eeuw werd gegraven.




Bergselaan.
De voornaamste verbinding binnen het Liskwartier (tussen Gordelweg en Bergweg) is de breed aangelegde Bergselaan. Vijftig jaar (1917- 1967) reeds tramlijn 11 door de laan (met het eindpunt Lisplein). Later verzorgde bus 39 de verbindingen met de rest van Rotterdam.




Bergweg.
In 1897 kreeg de Bergweg officieel zijn naam, maar de naam kwam al in 1387 voor als verbinding van Rotterdam met de enige berg in de omgeving: Hillegersberg. Hij is een onderdeel van de 12de- eeuwse zeedijk, de Blommerdijkseweg, die in het westen aansloot op de Beukelsdijk en in het oosten op de Oudedijk. Aan de bebouwing is hier en daar nog te zien, dat de Bergweg een voormalige buitenweg is.




Berkelselaan.
Een groot aantal straten in het Liskwartier is genoemd naar plaatsen of polders in de hoogheemraadschappen Delfland en Schieland. De Berkelselaan (1910) is genoemd naar het ene deel van de gemeente Berkel en Rodenrijs, de Rodenrijselaan (1906) naar het andere.




Beukelsdijk/weg.
Een belangrijke verkeersader in het westen wordt gevormd door de Beukelsdijk en Beukelsweg. In de eerste decennia van de 20ste eeuw was nog sprake van een landelijk gebied met veel boerderijen. Stadsuitbreiding veranderde het aanzicht rond deze 12de-eeuwse dijk radicaal.




Beursplein (1).
Waar tegenwoordig bij de Willem de Kooning Academie het verkeer over de Blaak raast, bevond zich tot 1940 het Beursplein. De naam was ontleend aan het Beursgebouw, dat zich daar, in diverse gedaanten, bevond sinds 1635. Het Beursplein ontstond in 1872, toen de situatie ter plaatse door de aanleg van het spoorviaduct sterk veranderde. In 1926 werd de naam ook gegeven aan een deel van de Zuidblaak. De platanen, die voor de kunstacademie aan de Blaak staan, groeiden oorspronkelijk op het Beursplein. De naam werd in 1942 opgeheven. Het Beursplein werd aangedaan door een groot aantal tram- en buslijnen.




Beursplein (2).
In het Basisplan was ten zuiden van de nieuwe beurs aan de Coolsingel ruimte om een plein aan te leggen, waardoor een ruime verbinding tussen Hoogstraat en Coolsingel ontstond. Van dit Beursplein werd door de Beurstraverse ("Koopgoot") ongeveer de helft afgesnoept.




Beverstraat.
In de crisisjaren van de jaren dertig kwamen in veel arbeiderswijken huurstakingen voor. Een aantal straten heeft daardoor tot na de oorlog een slechte naam gehad. Naast de Tweebosstraat (Afrikaanderbuurt) en de Oleanderstraat (Bloemhof) overkwam dat de Beverstraat in Hillesluis.




Beverwaard.
Tussen de oude dorpen IJsselmonde en Bolnes werd in het begin van de jaren tachtig de Beverwaard gebouwd. Conform de ideeën uit die tijd werd voornamelijk laagbouw in kruip-door-sluip-door straatjes gerealiseerd. Centraal ligt een winkelgebied rond een grachtje (de Oude Watering), waardoor de Beverwaard veel lijkt op het in dezelfde tijd ontwikkelde Almere-Haven in Flevoland. De wijk werd aanvankelijk geplaagd door leegstand, wat tijdelijk met succes werd bestreden door huurverlagingen.




Bierens de Haanweg.
De Bierens de Haanweg in Lombardijen ligt in een buurt waar de straten naar filosofen zijn vernoemd. "Het Haantje" was het café waar voetbaltrainer Ernst Happel bijna dagelijks klaverjaste.




Bierstraat.
De Bierstraat ligt op dezelfde plaats als de vooroorlogse Bierstraat (nabij de Bierhaven) uit het begin van de 17de eeuw. In de Bierstraat was in de 18de eeuw een beroemde concertzaal gevestigd in de woning van burgemeester Cornets de Groot.




Binnenhof.
De Calandlijn van de metro heeft in het oosten drie eindpunten. De lijn begint bij het Marconiplein en eindigt in Capelle a/d IJssel (station De Terp met het gelijknamig winkelcentrum) of in Zevenkamp (station De Tochten) of in Ommoord bij station Binnenhof. Het in 1983 opgeleverde station ligt naast het gelijknamige winkelcentrum.




Binnenwegplein.
Door het opheffen van de rijstraat tussen Karel Doormanstraat en Coolsingel kreeg dit gedeelte van de (Oude) Binnenweg de naam Binnenwegplein (1971). Met de patatkraam van Bram Ladage, de pizzatent, de grote winkels, evangelisten, straatartiesten en bankjes ontstond een echt binnenstadsplein.




Blaak.
In het hedendaagse Rotterdam is de Blaak een brede verkeersweg met een groenstrook in het midden, maar tot de Tweede Wereldoorlog was de Blaak een brede haven midden in de stad. De Keizersbrug vormde de verbinding tussen Posthoornstraat en de Keizerstraat. De straten ten noorden en ten zuiden van het water heetten Noordblaak en Zuidblaak. Die twee namen verdwenen, maar door de naoorlogse doorbraak in de richting van de Rochussenstraat ontstond een nieuwe : Westblaak. Ook het water verdween. In de oorlog werd de Blaak gedempt met het puin van de gebombardeerde stad. Het betekende de uitvoering van vooroorlogse plannen. Al eerder, in 1867, was een deel van de Blaak gedempt voor de bouw van een postkantoor (1874 - 1928). Zuid- en Noordblaak waren voorname straten.
In de plannen voor de naoorlogse stad stonden ook de ideeën over de Blaak op papier: "aan de noordzijde een breed trottoir, (…) als voorgrond voor de daar te vestigen winkels.
Aan de overzijde ligt een reeks bankgebouwen, aansluitend aan het gespaard gebleven pand van de firma Mees & Zoonen". De banken zij er gekomen, de winkels niet. De drie bankgebouwen hebben al weer een nieuwe bestemming. De winkelbedrijven hadden zich in een complex noodwinkels bij de Mathenesserlaan-Jongkindstraat gevestigd. Aan de Blaak kwamen helemaal geen winkels. Bij de Blaak lag oorspronkelijk de rand van de stad; het was één van de stadsvesten waarlangs de stadsmuur liep. Tijdens de uitbreiding van Rotterdam met de Waterstad (aan het einde van de 16de eeuw) werd de Blaak uitgegraven tot een haven. Aan de zuidzijde vestigden zich scheepswerven.
De betekenis van het woord Blaak is niet helemaal zeker. Volgens de geleerden zijn er twee mogelijkheden. Het kan zijn afgeleid van het Zuid-Nederlandse woord "blak", dat stil, rustig water betekent. Een andere mogelijke betekenis is "land dat even boven het water uitkomt".




Blaakse Bos.
Het tussen 1977 en 1984 gerealiseerde Blaakse Bos bevat 74 kubuswoningen, winkeltjes en drie grote kubussen op een voetgangersbrug boven de Blaak. Het was één van de pogingen de ongezellige binnenstad te verlevendigen en de nadruk op zakelijke kantoorgebouwen en verkeer te verleggen naar woningbouw en recreatie. De Amsterdamse architect Piet Bom (1934-1999) had al eerder met bijzondere woningbouw als de Kasbah in Hengelo en het Speelhuis in Helmond geëxperimenteerd.




Blijdorp.
In de jaren dertig van de 20ste eeuw werd in de Blijdorpse polder de woonwijk Blijdorp (een verbastering van Bridorp) gebouwd. De Blijdorpse polder werd in de 13de eeuw ingedijkt. Hier stond het eerste Nederlandse stoomgemaal (1787-1797) van Steven Hoogendijk.




Blikken Buurt.
In 1893 werd de spoorlijn naar Hoek van Holland geopend. Omdat er onvoldoende woningen waren voor het spoorwegpersoneel, werden achttien noodwoningen gebouwd, sommige met daken van gegalvaniseerd plaatijzer. Zo ontstond de bijnaam Blikken Buurt, die in 1925 werd afgebroken.




Bloemhof.
In 1911 werd tussen Putselaan, Hillevliet, Lange Hillevliet en Dordtselaan een nieuwe wijk gebouwd waarvan de straten bloemennamen kregen. Het centrale plein kreeg dezelfde naam als de wijk: Bloemhof. De betondorpen Kossel I en II maken onderdeel uit van Bloemhof.




Bloklandstraat.
In de geschiedenis van Feyenoord speelt de Bloklandstraat in het Oude Noorden een grote rol. De straat werd in 1896 genoemd naar een voormalige polder, maar kreeg bekendheid, doordat Coen Moulijn (38 interlands) en Wim Jansen (65 interland) hier opgroeiden.




Bonaventurastraat.
Naar de polder Nieuw-Bonaventura in 's-Gravendeel is in 1929 de Bonaventurastraat in de deelgemeente Charlois genoemd. Uit deze zijstraat van de Bas Jungeriusstraat bereikten de twee voetballende vriendjes Mario Been en Henk Duut hun hoogste ideaal: spelen in Feyenoord I.




Boompjes.
De snelweg langs de Maas tussen Leuvehaven en de Verlengde Willemsbrug draagt een unieke straatnaam. Omstreeks 1600 werd in Rotterdam gewerkt aan de ontwikkeling van de Waterstad, het buitendijkse deel van Rotterdam. In 1613 werden tussen Maas en Scheepsmakershaven de eerste werven gesticht. In 1614 werd het eerste huis er gebouwd. In 1615 werd een dubbele rij lindebomen geplant, waaraan de straat zijn naam ontleend. Hier stonden de synagoge, het Oost-Indisch huis, er stonden hotels. Ferdinand de Lesseps (van het Suezkanaal) woonde er en Bordewijk werkte er. Het prachtige rivierfront ging in de oorlog verloren, maar de boompjes zijn terug.




Boogjes.
De Boogjes is een straat in Tuindorp Vreewijk, die zijn naam ontleend aan de gelijknamige straat in Dordrecht. Lorna te George uit de roman Karakter van F.Bordewijk woonde hier.




Boomgaardsstraat.
In de wijk Cool liepen aanvankelijk veel lanen. De Boomgaarsdlaan was er één. Toen de lanen werden bebouwd, werden de namen gewijzigd: de Boomgaardslaan werd in 1883 de Boomgaardsstraat. Tussen 1823 en 1866 bevond zich aan de Boomgaadrslaan een Hortus Botanicus.




Bospolder.
De wijk Bospolder werd rond de Eerste Wereldoorlog aangelegd naar een geometrisch plan van G.J.de Jongh. De driehoekige woonwijk wordt omsloten door de Schiedamseweg, de Hudsonstraat en de Spanjaardstraat, die de overgang vormt met historisch Delfshaven.
Halverwege de jaren negentig was de wijk ernstig verpauperd. Rond de Spanjaardstraat werd een begin gemaakt met nieuwbouw en renovatie, waarna de omgeving van de Hudsonstraat volgde.
Bospolder behoort tot de laatste oude wijken, die door de stadsvernieuwing werden bereikt. Daardoor kon men profiteren van eerder ervaringen en werd met de nieuwbouw van duurdere (koop-)woningen getracht de wijk nieuwe economische impulsen te geven.




Bospolderplein.
Centraal in de wijk Bospolder ligt het trapeziumvormige Bospolderplein, tot 1989 gedomineerd door een monumentaal schoolgebouw. Vroeger stond hier ook een muziekpaviljoen. In 1994 werd niet het dure prijsvraagontwerp van twee Spaanse architecten maar een "gewoon" speelplein gerealiseerd.




Boshoek.
Het korte straatje bij de Schiedamsevest achter de Waalse Kerk heeft een lange geschiedenis. Het ontleend zijn naam aan Mathijs Bos, die in 1718 eigenaar werd van drie erven en aan het bolwerk dat met een hoek in de Schiedamsesingel uitstak.




Bosland.
In het Bosland, een zijstraat van de Oostzeedijk naar het Boerengat, staat een kazerne van het district Oost van de brandweer. De naam had oorspronkelijk betrekking op een eilandje, dat in 1716 eigendom werd van Cornelis Bosch (vandaar de naam).




Boszoom.
Ten oosten van het Kralingse Bos loopt de Boszoom. Deze weg is aangelegd op een gedeelte van het voormalige tracé van de Ceintuurbaan, die Maasstation, een kopstation waar de treinen uit de richting Utrecht aankwamen en Centraal Station met elkaar verbond.




Botersloot.
In het moderne Rotterdam bestaan straatnamen die al heel oud zijn. De Botersloot is er één van. De naam komt in 1433 voor het eerst in de bronnen voor en dankt zijn naam aan de zuivelboeren die hun waren via de Rotte naar de stad brachten. Het water werd in 1866 gedempt. Aan de Botersloot stonden het hoofdkantoor van de Spaarbank Rotterdam, de PTT en (tot mei 194) een synagoge.




Botlek.
Na de oorlog bleken in de stad geen mogelijkheden voor havenaanleg meer te bestaan, waarna uitbreiding in westelijke richting werd gezocht. Overwogen werd het dorp Pernis te slopen, maar in verband met de heersende woningnood werd hier van afgezien. De naam werd ontleend aan de Botlek, een water in dit poldergebied tussen de Nieuwe en de Brielse Maas. De aanleg betekende onder meer het einde van het boerenbedrijf op het eiland Rozenburg. Het dorp Blankenburg bij Rozenburg en het gehucht Nieuwesluis bij Heenvliet verdwenen geheel.
Eind 1955 was de aanleg van het gebied voltooid. Rotterdam had er 1.250 hectare haven- en industriegebied bij. In de Botlek vestigden zich voornamelijk chemische en petrochemische bedrijven. Het landschap wordt bepaald door opslagtanks en raffinaderijen, schijnbaar met elkaar verbonden door een wirwar van pijpleidingen. Van groot belang voor het gebied was de 3de Petroleumhaven bij Pernis. Het Amerikaanse olieconcern Esso koos in 1959 voor deze haven als plaats van vestiging. Caltex, een andere oliemaatschappij, volgde spoedig. Eerder al had scheepsbouwer Cornelis Verolme zijn oog laten vallen op de Botlek als locatie voor uitbreiding van zijn bedrijf. Op 27 juni 1956 sloeg mevrouw J.M.van Walsum-Quispel, de echtgenote van de burgermeester, de eerste paal voor de nieuwe werf. Precies een jaar later werd de werf door Mr.J.Klaasesz, de Commissaris van de Koningin, geopend.
Die dag werd ook de kiel gelegd voor de Perzische tanker Mohamed Reza Sjah. Verolme, de "koning van de stapelloop", kon op 22 mei 1959, in tegenwoordigheid van Koninging Juliana, prins Bernhard en de sjah van Perzië de tanker van zijn scheepswerf Verolme Botlek van stapel zien lopen. In het Botlekgebied worden ertsen, zwavel, fosfaten, graan en grondstoffen voor veevoeder op- en overgeslagen.




Brabantse Dorp.
Als gevolg van het bombardement op 14 mei 1940 raakten veel Rotterdammers dakloos. In en om Rotterdam werden nooddorpen gebouwd om de getroffenen onderdak te bieden. In de buurt van het Zuidplein verrees het Brabantse Dorp, dat zo werd genoemd, omdat de straten namen droegen van steden en dorpen in de provincie Noord-Brabant. In de jaren 1965/66 is het dorp in gedeelten afgebroken. Op de plaats verrees het winkelcentrum Zuidplein.




Brede Hilledijk.
Gedeeltelijk op Katendrecht en gedeeltelijk in de Afrikaanderwijk ligt de Brede Hilledijk, die oorspronkelijk de Hillepolder beschermde. Het deel in de Afrikaanderwijk werd in 1964, als gevolg van de watersnood van februari 1953, enige meters opgehoogd en daarmee op deltahoogte gebracht.




Bredestraat.
In het naoorlogse centrum is de Bredestraat één van de straatnamen uit het oude Rotterdam die in 1949 opnieuw aan een straat is gegeven. De naam is een verkorting van Brede Prinsenstraat. In deze straat groeide romanfiguur Pietje Bell op.




Bree.
De brede weg langs Tuindorp Vreewijk heet Bree (1921), een naam die is ontleend aan de gelijknamige straat in Middelburg. Aan deze weg in de richting van het Stadion Feyenoord en de A16 is cabaretier Gerard Cox geboren en getogen.




Brekelsveld.
In een sigarenzaak aan het Brekelsveld 3 werden in de nacht van 8 op 9 februari 1963 de weduwe Van der Hoff en haar zoontje Marcel met een zwaar voorwerp vermoord. De dader, op zoek naar geld, werd nooit gearresteerd.




Brielselaan.
De stoomtram van de RTM reed over de Brielselaan naar Den Briel, naar welke plaats de laan in 1900 werd genoemd. De schrijver Cornelis Bastiaan Vaandrager woonde aan de Brielselaan; zijn prozadebuut Leve Joop Massaker speelt er zich gedeeltelijk af.




Brink.
In Tuindorp Vreewijk vormt de Brink het centrale plein. Op het plein, dat wordt gedomineerd door zes majestueuze kastanjebomen, staan twee monumenten. Het bevrijdingsmonument dateert uit 1950, het andere werd in 1966 geplaatst bij het 50-jarig bestaan van de wijk.




Buizenpark.
Het Buizenpark (1985) op Katendrecht ligt op de plek van het voormalige opslagterrein voor buizen van de Drinkwaterleiding. Er staat een monument voor Edo Fimmen van de Internationale Transportarbeiders Bond.




Bult van De Jongh.
De verhoging langs de Parkkade heet in de volksmond "Bult van De Jongh". Hij werd op initiatief van Gerrit Jan de Jongh, directeur van Gemeentewerken, in 1894 opgeworpen met de grond die vrijkwam bij het graven van de 2de Katendrechtsehaven.




Bulgersteyn.
In 1942 werd de Boymansstraat de "Boymanshof" in de volksmond tussen Coolsingel en Korte Hoogstraat omgedoopt. De naam verwijst naar het middeleeuwse kasteeltje Bulgersteyn, dat werd gebouwd voor het geslacht Visser. Het lag, omgeven door een slotgracht, in het zuidoosten van de stad. Na 1358, toen Rotterdam zijn vesten groef, kwam Bulgersteyn binnen de stad te liggen. Op de kaart van Potter uit 1571 is het al verdwenen. Na het bombardement van mei 1940 ontstond de gelegenheid tot bodemonderzoek. In 1941 werden de fundamenten gevonden. Ze lagen niet ver van de Coolsingel in het verlengde van de Hoogstraat.




Burgemeester Hoffmannplein.
Op het centrale plein van het Noordereiland, het Burgemeester Hoffmannplein, speelde Sparta in 1888 zijn eerste wedstrijden. In 1884 werd op het plein een monument onthuld ter ere van dr.Stieltjes; de Wilhelminafontein werd onthuld tijdens de kroningsfeesten van 1898.




Burgemeester s'Jacobplein.
Metrostation Dijkzigt bevindt zich onder het Burgemeester s'Jacobplein. Aan dit plein langs de Rochussenstraat stonden tot 1979 het Maritiem Museum en het Instituut voor Scheepvaart en Scheepsbouw, maar die moesten wijken voor de aanleg van de oost-westlijn van de metro.




Calandplein.
In 1901 werd begonnen met de gedeeltelijke demping van de Coolvest, waardoor van de Binnenweg tot de Van Oldenbarneveltstraat een groot plein ontstond. Op 21 december 1907 werd op het plein voor de Passage een monument onthuld voor Pieter Caland op initiatief van oud-burgemeester F.B.s'Jacob. Het bij zijn afscheid in 1906 door de bevolking aangeboden bedrag werd er voor bestemd. Het plein werd in de volksmond het Calandplein genoemd.




Carnisse.
De deelgemeente Charlois is samengesteld uit diverse wijken. De wijk Carnisse ligt tussen Dorpsweg, Pleinweg en Zuiderpark. De naam is ontleend aan een reeds lang verdwenen dorp in de Riederwaard.




Ceintuurbaan.
Een straat (1928) in Hillegersberg-zuid en een bedrijventerrein (1990) heten beide Ceintuurbaan. Zij zijn genoemd naar het voormalige spoortracé dat (als een ceintuur) rond de stad Maasstation en CS verbond.




Charloisse Hoofd.
Tussen de voormalige Dokhaven en de Maashaven ligt het Charloisse Hoofd. Hier bevindt zich het zuidelijke ventilatiegebouw van de Maastunnel en de toegang (via roltrappen) tot de fiets- en voetgangerstunnel.




Charlois.
Als eerste stap op weg naar binnengemeentelijke decentralisatie werden door de gemeenteraad op 1 januari 1973 de deelgemeentes Hoek van Holland, Hoogvliet en Charlois ingesteld. De deelgemeente Charlois draagt dezelfde naam als de voormalige gemeente, die in 1895 (gelijktijdig met Kralingen) werd opgeheven en bij Rotterdam werd gevoegd. Charlois heeft zijn naam te danken aan Karel de Stoute, graaf van Charlois, die als hertog van Bourgondië ook heer was van de Riederwaard. In 1460 gaf hij het land uit om te bedijken en stelde als voorwaarde, dat het land voortaan Charlois zou heten. Kort voor 1467 werd de kerk gewijd.




Charloisse Kerksingel.
In de vorm van een halve maan loopt de Charloisse Kerksingel rond de Oude Kerk. In 1880 werd de singel gedempt. Iedere Charloisser mocht zijn vuil in de gracht storten: "oude matrassen, koolasch, allerlei afval, oud keukengerei dienden tot vulling".




Charloisse Lagedijk.
De Charloisse polder wordt gedeeltelijk begrensd door de Charloisse Lagedijk. De landelijke weg sloot in het oosten aan op de Smeetlandsedijk en in het westen op de Schulpweg. Door stadsuitbreiding (Zuidwijk) en wegenaanleg zijn grote gedeelten van de dijk verdwenen.




Churchillplein.
Door de sloop van de (oude) Bijenkorf ontstond op de kruising van Coolsingel en Blaak een plein. Ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag in 1960 zegde B&W aan K.P.van der Mandele toe dit plein zijn naam te geven. Na het overlijden van de Britse staatsman Sir Winston Churchill in 1965 stelde de oud-voorzitter van de Kamer van Koophandel voor het plein niet naar hem maar naar Churchill te noemen.




Claes de Vrieselaan.
Een belangrijke straat in de wijk Middelland is de Claes de Vrieselaan. De brede laan werd in 1894 genoemd naar Claes de Vriese, die omstreeks 1270 van graaf Floris V vergunning kreeg tot het bedijken van Schoonderloo. Omstreeks 1280 kreeg Jan van "Scoenreloo", een zoon van Claes de Vriese, toestemming een stuk land tussen Schoonderloo en Beukelsdijk, het zogenoemde Middelland te bedijken. De straat had nogal wat "jugendstil"-panden, die tijdens de standsvernieuwing zijn verdwenen. Op de kruising met de Schermlaan bevindt zich sinds 1994 een kunstwerk van Silvia B., een kale mannenkop, waarvan de ogen net boven het plaveisel uitsteken.




Clemensstraat.
De Oude Kerk van Charlois werd in 1512 gewijd aan Sint Clemens. Hij stierf omstreeks het jaar 100 onder keizer Trajanus voor het geloof. De Clemensstraat is naar hem vernoemd.




Colosseumweg.
Over het verdwenen rangeerterrein langs de West-Varkenoordseweg werd de Colosseumweg aangelegd om het doorgaande verkeer buiten de wijken Hillesluis en Tuindorp Vreewijk te leiden. In 1988 werd deze weg genoemd naar het in 1977 gesloten bioscooptheater Colosseum aan de Beijerlandselaan.




Cool.
In 1596 kocht Rotterdam de ambachtsheerlijkheid Cool, Blommersdijk en Beukelsdijk, dat ten westen van de stad lag. De naam Cool werd omstreeks 1280 voor het eerst genoemd. In 1809 werd het ambacht Beukelsdijk, Oost en West-Blommersdijk, genaamd Cool, tot zelfstandige gemeente verheven. In 1811 werd Cool geannexeerd. Aan de voorzijde van het stadhuis aan de Coolsingel prijkt het wapen van Cool temidden van de wapens van de andere geannexeerde gemeenten.




Coolsingel.
De belangrijkste straat in Rotterdam is de Coolsingel. Rotterdam en het ambacht Cool werden gescheiden door de stadsvest: de Coolvest. De weg aan de westkant van de vest heette Coolsingel. Op initiatief van burgemeester Zimmerman besliste de gemeenteraad in 1909 dat aan de oostzijde het nieuwe stadhuis, postkantoor en beurs moesten komen. Na de demping van de vest tussen 1913 en 1922 kreeg de zo ontstane rijweg de naam Coolsingel.




Cornelis Trompstraat.
De eerste kleedkamer van Sparta was in 1888 gevestigd op nr. 4 in de Cornelis Trompstraat op het Noordereiland. De straat werd in 1880 genoemd naar de in Rotterdam geboren vlootvoogd Cornelis Tromp (1629-1691), zoon van vlootvoogd Maarten Harpertzoon Tromp.




Crooswijk.
Het begin van de woonwijk Crooswijk ligt in 1864, toen J.A.Kerkhoven vergunning kreeg twintig huisjes te bouwen. Het was het begin van de latere Rubroekstraat. Tot de eerste bewoners behoorden ambtenaren, politieagenten en onderwijzers, maar ze waren allemaal immigranten. Zes jaar later stonden er al 200 panden. Rotterdam trok een stroom, vooral minder geschoolde immigranten, aan om havens te graven en schepen te laden en lossen. Crooswijk breidde zich gestaag uit. In 1865 werd de Van Reynstraat gebouwd. In 1866 de Frederikstraat, in 1874 de Isaäc Hubertstraat en in 1881 de Boezemstraat. In de buurt zelf kwam veel werkgelegenheid. De vernisstokerij van Molijn was in 1835 de eerste in dit gebied. Later volgenden de veemarkt (1867), de Heinekenbrouwerij (1873), de snoepfabriek van Cornelis Jamin (1878) en het abattoir (1883). De wijk bleef doorgroeien. De woningen schoten uit de grond, wat de kwaliteit niet ten goede kwam.
De buurt verpauperde snel en Crooswijk werd het toneel van acties. In juli 1934 braken, tijdens de economische crisis, door de hele stad huurstakingen uit, maar in Crooswijk waren de daaropvolgende onlusten heviger dan elders. Daar moest het leger de politie te hulp schieten, warbij de wijk van de buitenwereld werd afgesloten.
Sanering begon mondjesmaat in de jaren zestig, maar pas in de jaren zeventig, na jaren van actievoeren, ging de standsvernieuwing echt van start. Het resultaat is opzienbarend en de wijk is nauwelijks meer te herkennen. Alle bedrijvigheid was al uit de buurt verdwenen. De veemarkt was gesloten, het slachthuis, Jamin en Heineken waren afgebroken, maar ook de meeste huizen zijn vervangen en het stratenpatroon is veranderd. Ook de bevolkingssamenstelling wijzigde drastisch, al bestond de bevolking nog steeds uit immigranten, maar nu niet uit de landelijke gebieden van Nederland, maar vooral uit landen rond de Middellandse Zee.




Cruquiusweg.
De Cruquiusweg werd in 1916 in Hoek van Holland aangelegd. De landmeter Nicolaas Samuel Cruquius (1678-1754) maakte in 1731 als eerste plannen voor het doorgraven van de Hoek van Holland.




Damloperplein.
Het Damloperplein is het centrale plein in het Witte Dorp, dat voor 1991 de naam Damloperstraat droeg. Alle straten in het wijkje dragen namen van scheepstypen. Een damloper was een koopvaarder met veel zeil, maar kon eventueel ook worden geroeid.




Delfshaven.
Tegenwoordig is Delfshaven een Rotterdamse deelgemeente, maar vóór 1886 was Delfshaven zelfstandig. Doordat het historisch centrum van Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog verloren ging, wordt Delfshaven gekoesterd als de laatste historische enclave. Het oude deel is niet groot. Het ligt rond een paar intieme havens met kades: Aelbrechtskolk, Voorhaven en Achterhaven. Oud-Delfshaven is sinds 1972 beschermd stadsgezicht. Daaromheen ligt het deels gerenoveerde, deels herbouwde Delfshaven.
De nederzetting ontstond in het begin van de 15e eeuw, als voorstadje van Delft, rond het sluisje in de Delfshavense Schie. De ontwikkeling werd door Delft geremd omdat de moederstad niet overvleugeld wilde worden.
Welvaart ontleende Delfshaven aan de visserij en aan activiteiten van de Kamer Delft van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), die een werf en een zeemagazijn liet bouwen. Later vestigden zich er branderijen voor het stoken van jenever en brandewijn. In 1795 telde Delfshaven 32 branderijen en vijf moutmolens. Er stonden ooit 14 molens. Zowel aan de Schans als de Noordschans staat nog een molenstomp. De molen De Distilleerketel tussen Voor-en Achterhaven werd herbouwd.
Delfshaven is de geboorteplaats van admiraal Piet Heyn van de West-Indische Compagnie. De "Overwinnaar van de Zilvervloot" werd in 1577 in de Kerkstraat (of Kerkhofsteeg) geboren. De straat draagt sinds 1870 zijn naam. Delfshaven onderhoudt ook banden met Amerika. De Pilgrimfathers vertrokken in 1620 met de Speedwell vanuit Delfshaven om in Amerika een nieuw bestaan op te bouwen. Vooraf hielden ze een dienst op de kade voor de Oude Kerk of Pelgrimvaderskerk.
Delfshaven verklaarde zich in 1795 zelfstandig. Delft weigerde aanvankelijk, maar moest toezien dat zijn havenplaats in 1811 zelfs stadsrechten ontving. Het nieuwe stadje, in verval geraakt, vroeg Rotterdam in 1841 om annexatie, maar daar zag men toen geen aanleiding toe. Pas ruim veertig jaar later stemde de grote buurman toe. Gebiedsuitbreiding kwam toen (voor woningbouw en havenaanleg) goed van pas.




Delftseplein.
Ten oosten van het Centraal Station ligt het Delftseplein (1956). Het ligt op de plek waar zich tot de bouw van het Centraal Station de hoofdingang van het station Delftse Poort bevond.




Delftsestraat.
De Delftsestraat (1883) kreeg zijn naam, omdat het van het station Delftse Poort naar de weg naar Delft liep (de huidige Schiekade). De naoorlogse Delftsestraat loopt zuidelijker dan de vooroorlogse. In de Delftsestraat begon Radio Rijnmond in 1983 met uitzenden.




Delftweg.
De oude weg van Overschie naar Delft langs de Schie heet de Delftweg. De begraafplaats Hofwijk werd in 1938 langs de weg aangelegd als vervanging voor de oude in het Overschiese centrum. Aan de Delftweg ligt het landgoed De Tempel.




Delistraat.
Het hart van de zeemanswijk en rosse buurt op Katendrecht werd gevormd door het Deliplein. Hier waren huis aan huis cafés, bars en restaurants gevestigd. Her eerste Chinese restaurant op Katendrecht (Chong Kok Low) was hier te vinden, maar ook het Griekse restaurant Akropolis. De naam Deliplein bestaat slechts in de volksmond en is afgeleid van de er langs lopende Delistraat. Door de stadsvernieuwing veranderde het karakter van de straat.




Dempostraat.
De Dempostraat in de wijk Schiemond werd genoemd naar de Dempo van de Rotterdamse Lloyd, die in 1931 in de vaart werd gebracht. In 1941 ging de Dempo varen als troepentransportschip. In 1944 werd het schip voor de kust van Noord-Afrika getorpedeerd.




Diergaardesingel.
In het westelijke deel van het centrum van Rotterdam, tussen Weena en West-Kruiskade, loopt de Diergaardesingel, maar er is geen diergaarde of water te bekennen. De diergaarde verhuisde naar Blijdorp en de singel, oorspronkelijk onderdeel van Rose's Waterproject, werd gedempt.




Doklaan.
De naam Doklaan werd in 1900 gegeven vanwege de nabijheid van de Dokhaven. De Doklaan was aanvankelijk een laan met bomen; de omgeving in dit deel van Charlois veranderde aanzienlijk toen de zuidelijke ingang van de Maastunnel er werd aangelegd.




Doodkistensteeg.
Doodkistensteeg was de lugubere naam van een steeg van de Hoogstraat naar de Kipstraat, waarvan de herkomst nog niet is achterhaald. Na de oorlog keerden steeg en naam niet terug.




Doorbraak, De
Om de bereikbaarheid van de Coolsingel vanuit de Jonker Fransstraat vlotter te laten verlopen, werd in 1913 tot een belangrijke doorbraak besloten. Een nieuwe verkeersweg door de stad van oost naar west was noodzakelijk. J.A.C.Tillema, de latere hoofddirecteur van Gemeentewerken, omschreef de ingreep als een "symptoom voor de aftakeling van Rotterdam". De naam van de nieuwe verbindingsstraat werd Meent, maar in de volksmond was nog lang sprake van de "de Doorbraak".




Dordtselaan.
De grens tussen de deelgemeente Charlois en Feijenoord wordt gevormd door de Dordtselaan (1900). Deze eens aanzienlijke laan met portiekwoningen en winkels verloederde aan het eind van de 20ste eeuw, een verschijnsel dat wel vaker in grensgebieden wordt waargenomen.




Dordtsestraatweg.
De postroute van het veer Rotterdam-Katendrecht naar het veer Zwijndrecht-Dordrecht werd tijdens het bewind van Napoleon bestraat. Het Rotterdamse gedeelte heet Dordtsestraatweg, elders is er sprake van Rijksstraatweg, Langeweg en Rotterdamseweg. De weg is in de loop der tijd versnipperd geraakt. De aanleg van de Maashaven in 1905 sneed de verbinding met het veer af. Het Katendrechtse deel heet sindsdien Tolhuisstraat. In 1960 kreeg het gedeelte door Lombardijen de namen Spinozaweg en Pascalweg. De directe verbinding met de Rijksstraatweg in Rijsoord ging door wegenaanleg verloren. Van 1918 tot 1937 speelde voetbalclub Feyenoord op een terrein op de hoek Kromme Zandweg/Dordtsestraatweg.




Dorpsweg.
De huidige Dorpsweg is slechts een gedeelte van de oorspronkelijke Dorpsweg, die tegenwoordig aansluit op de Groene Kruisweg en onderdeel uitmaakt van de weg naar Voorne-Putten. Voorheen kwam de Dorpsweg ter hoogte van de Begraafplaats Oud Charlois uit op de Charloisse Lagedijk, maar door de aanleg van Pendrecht en de metro verdween een deel. Van de oude weg resteren nog gedeeltes. Tussen Charloisse Lagedijk en metrobaan loopt de Dorpshof, tussen metrobaan en Hansweerstraat de Dorpslaan en door het Zuiderpark de (voor het snelverkeer afgesloten) Pendrechtseweg. Het dorp in de naam Dorpsweg is Katendrecht, omdat hij in de richting van Katendrecht liep.




Dreef.
Het stratenpatroon in Tuindorp Vreewijk wordt gekenmerkt door twee assenkruizen: Langegeer-Groenezoom en Dreef-Lede. De met linden omzoomde Dreef loopt in de noord-zuid-richting en was decennialang het toneel voor een pantoffelparade. De ingang van buurthuis De Brink is op Dreef 71.




Driemorgenstraat.
Naar een stuk land van drie morgen (oude landmaat) groot is de Driemorgenstraat (1900) genoemd. Deze straat in Charlois is één van de kortste van Rotterdam (17,5 meter). Hij zou langer worden, maar de aanleg van de Wolphaertsbocht belemmerde hem in zijn ontwikkeling.




Drievriendenstraat.
Drie vrienden, onder wie Adrianus van den Boom (1830-1893), destijds" inspecteur van het bouwen", zijn de naamgevers van de Drievriendenstraat in het Oude Westen (1865). De namen van de anderen zijn onbekend.




Droogdokweg.
In 1989 kreeg de nieuwe weg langs de wijk Heijplaat de naam Droogdokweg, ontleend aan de Rotterdamse Droogdok Maatschappij, die zich hier in 1906 vestigde. Door de aanleg van deze weg hoeft het zware vrachtverkeer niet meer door de woonwijk.




Duitschestraat.
Direct na de oorlog, op 7 juni 1945, werd de Duitschestraat (1936) gewijzigd in Zweedsestraat. De bewoners verkozen Canadesestraat, naar de bevrijders, maar de buurt (Oud-Mathenesse) kent alleen Europese landennamen.




Ebenhaëzerstraat.
In de Charloisse Ebenhaëzerstraat (1900) genoemd naar een stuk land van die naam, opende in 1969 de eerste Nederlandse abortuskliniek. Eben Haëzer betekent: "tot hiertoe heeft ons de Heer geholpen".




Eendrachtsstraat/Eendrachtsweg.
Omstreeks 1600 werden ten westen van de Coolsingel (het "lanengebied", de huidige wijk Cool) lanen aangelegd. De herkomst van de naam van de Eendrachtslaan is onbekend; mogelijk is hij genoemd naar een vroegere herberg of blekerij. In de 19de eeuw werden de lanen bebouwd en veranderde het karakter van de wijk; de lanen werden straten. In 1871 werd de naam gewijzigd in Eendrachtsstraat. In 1862 werd langs de Westersingel, onderdeel van het Waterproject van stadsarchitect Rose, de Eendrachtsweg aangelegd, genoemd naar de achtergelegen Eendrachtslaan. De weg werd bebouwd met een aaneengesloten rij herenhuizen, waardoor de Eendrachtsweg een voornaam karakter kreeg.




Eendrachtsplein.
Door de demping van een gedeelte van de Westersingel (tussen Binnenweg en Westblaak) ontstond in 1961 het Eendrachtsplein. Onder het plein ligt een metrostation van de Calandlijn. Aan het plein staan een politiebureau en woningen van de architect Van Ameyden van Duym.




Enk.
Veel straatnamen in Tuindorp Vreewijk dragen een landelijk karakter. Dat geldt ook voor de Enk, dat "bouwland aan de rand van het dorp"betekent. Ook de Enk loopt langs de wijk. Er bevinden zich een sporthal, tennisbanen, korfbalvelden, scholen en schooltuinen.




Erasmuspad.
Het Erasmuspad is een wandelroute die via de Erasmusbrug (vandaar de naam) loopt van Rotterdam CS naar metrostation Rhoon. Het pad is 23 kilometer lang en gemarkeerd met deel-rood-gele stickers.




Ericaplein.
Tussen de Putsebocht en de Dordtselaan in de wijk Bloemhof ligt het Ericaplein (1924). Het plein werd aanvankelijk omzoomd door een aantal lagere scholen. In de jaren vijftig bleek het Ericaplein een uitstekende broedplaats van eerste-elftalspelers van Feyenoord te zijn.




Essenburgsingel
Langs de Beukelsdijk in Rotterdam-West stonden ooit boerderijen, die door stadsuitbreiding moesten verdwijnen. De evenwijdig aan de Beukelsdijk lopende Essenburgsingel (1912) werd naar een boerderij genoemd die ter plaatse van de huidige Statensingel stond. Aan de singel speelde voetbalclub RFC. Vlakbij ligt ook de Essenburgstraat.




Essenlaan.
De Essenlaan verbindt (samen met de Essenweg) de 's-Gravenweg met de Honingerdijk. De weg loopt over het voormalige grondgebied van het Slot Honingen. Aan de Essenlaan staat een dubbel woonhuis van architect Van Tijen uit 1937. Gemeentearchivaris Hazewinkel woonde er.




Europoort
. Het Botlekgebied was nauwelijks gereed of Rotterdam bleek nog meer ruimte voor havenactiviteiten nodig te hebben. Vooral voor de grotere olietankers waren omvangrijkere havens nodig. Met de nieuwe plannen was haast geboden, want ook in Duitsland, bij de voormalige marinebasis Wilhelmshaven, bestonden plannen havens voor supertankers te graven. In Japan was al een tanker van bijna 85.000 ton van stapel gelopen; de Griekse reder Onasis had al opdracht gegeven tot het bouwen van een tanker van 100.000 ton. De eerste plannen gingen nog uit van de mogelijkheid uit te breiden op Voorne-Putten en een verbinding te leggen met het Haringvliet. Uiteindelijk werd het natuur- en recreatiegebied rond het Brielse Meer de zuidelijke grens van het industriegebied. Het tempo waarin het Europoortgebied werd aangelegd, overtrof alles. In 1957 werd het plan goedgekeurd en in november 1960 kon de eerste olietanker worden ontvangen.
Op 11 juni 1958 stelde minister-president W.Drees de eerste dragline in werking. De aanleg van Europoort ging ten koste van het natuurgebied De Beer, dat geheel verdween. Ook de dorpen Blankenburg en Nieuwesluis werden opgeofferd. Het dorp Rozenburg werd gespaard maar kwam vrijwel geïsoleerd te liggen. De werkzaamheden voor het vijftien kilometer lange Europoortgebied van 3.500 hectare werden in drie fasen uitgevoerd. Eerst werd het dichtst bij zee gelegen deel aangelegd. Daarna kwam de Vierde Petroleumhaven. Vervolgens was het oostelijke gedeelte met de verbinding naar zee, het Calandkanaal, aan de beurt. Tenslotte werd het middendeel aangelegd. Voor de binnenvaartverbinding van Europoort met het achterland werd het Hartelkanaal gegraven. Het karakter van het Europoortgebied wordt bepaald door de aanwezigheid van enorme tankparken en petrochemische fabrieken.
De naam Europoort heeft Rotterdam te danken aan G.van der Wal, destijds algemeen adviseur van Rotterdam. Het verhaal gaat dat hij de naam in bad bedacht en onmiddellijk telefonisch aan burgemeester Van Walsum overbracht.




Exercitieveld.
De Rotterdamse schutterij hield tot de opheffing in 1907 zijn oefeningen op het Crooswijkse Exercitieveld, dat in de volksmond de naam Schuttersveld kreeg. Meer straatnamen in deze buurt herinneren aan dit martiale verleden: Exercitiestraat, Rakstraat, Schuttersstraat, Schuttersweg en de Sporthal Schuttersveld.




Filterweg, Hoge en Lage.
Nadat het voormalige terrein van de Drinkwaterleiding in Kralingen voor woningbouw werd bestemd, kregen de straten op het terrein namen die verwezen naar de vroegere installaties. Naast de Hoge en de Lage Filterweg zijn dat bijvoorbeeld: Buitenbassinweg, Dienstkraanpad, Brandkraanpad en Snelfilterweg.




Frankendaal.
Veel straatnamen in Tuindorp Vreewijk ontlenen hun namen aan Nederlandse landsgoederen, zoals de Frankendaal aan het landgoed Frankendaal bij Amsterdam, dat weer is genoemd naar de Duitse plaats Frankenthal. Het witte scholencomplex uit 1927 van architect Van der Steur in de Frankendaal is een rijksmonument.




Frans Bekkerstraat.
Onder het plaveisel van de Frans Bekkerstraat (1900) liggen de fundamenten van een kasteel, dat omstreeks 1315 werd gebouwd en in 1374 bij een overstroming verwoest. Aan de westkant van de straat heeft architect W.van Tijen in 1932 woningen gebouwd. Dit voorbeeld van Nieuwe Zakelijkheid is bij een renovatie bedorven door het vervangen van de gevelplaten. De straat werd genoemd naar dijkgraaf en Charlois'gemeenteraadslid Frans Bekker (1826-1894).




Gaesbeekstraat.
Jacob van Gaesbeek verleende in 1410 concessie om Katendrecht te bedijken. Naar hem werd in 1900 in Charlois de Gaesbeekstraat genoemd. Een deel vormde voorheen samen met de Paul Krugerstraat de Korteweg. In de Gaesbeekstraat was bioscoop Harmonie gevestigd (1931-1973).




Gaffelstraat.
In de wijk Oude Westen vormt de Gaffelstraat (1892) een gaffel(tweetandige vork) met de Sint Mariastraat. Dat verklaart de naam. De Gaffeldwarsstraat heette voor 1892 de Jan Dijkmanstraat.




Galerij.
Langs de Doopsgezinde Kerk bij het Hofplein loopt de straat de Galerij. Ooit liep tussen de Hofpoort en de Delftse Poort een verdedigingsmuur, die in de 18de eeuw is afgebroken. De naam bleef bestaan . In 1952 werd hij opnieuw vastgesteld.




Gashouderstraat.
Vanwege de nabijheid van de gashouders van de gasfabriek in Kralingen kreeg de Gashouderstraat in 1895 zijn naam. En deel van het terrein van de gesloopte gasfabriek vormt sinds 1990 met het noordelijk deel van de Nieuwe Plantage het Gashouderpark.




Geldeloozepad.
Op de plaats van de Schonebergerweg in Rotterdam-West liep tot 1886 het Geldenloozepad naar het kerkhof van Schoonderloo. Al in 1610 kwam deze naam voor. Als verklaring geldt dat men naar het hiernamaals geen geld hoeft mee te nemen.




Gelderse Dorp.
In 1941 werd aan het Noorderkanaal een nooddorp gebouwd voor de slachtoffers van het bombardement. De straten waren genoemd naar Gelderse plaatsen. Tussen 1965 en 1967 is het dorp afgebroken.




Geldersekade.
Langs de Oude Haven met het Openlucht Binnenvaart Museum loopt, onderlangs Het Witte Huis, de Geldersekade. De naam komt al voor in het tweede kwart van de 17de eeuw en verwijst waarschijnlijk naar de voormalige scheepswerf De Geldersche Joffer van Gerrit Jansz. Gelderblom. Voor de aanleg van de Verlengde Willemsbrug was het druk op de Geldersekade, toen veel verkeer (ook trams) tussen binnenstad en Willemsbrug via de Geldersekade ging.




Gerard Scholtenstraat.
Bouwondernemers in de wijk Het (Oude) Noorden stelden omstreeks 1895 voor de vroegere Zwarteweg te noemen naar Gerard Scholten (1836-1894). Hij was adjunct-directeur van Gemeentewerken (1873-1882) en adviseur van verschillend bouwondernemingen. Het voormalige Heilige Geesthuis staat in de Gerard Scholtenstraat.




Gerdesiaweg.
In 1950 werd een nieuw aangelegde weg in Kralingen genoemd naar de voormalige buitenplaats Gerdesia. De Gerdesiaweg (van Boezemstraat naar Willem Ruyslaan) doorsnijdt het voormalige terrein van de gasfabriek Kralingen.




Gerrit Sterkmanplein.
Een voorman van de Aktiegroep het Oude Westen was Gerrit Sterkman (1901-1980). Hij zette zich in de jaren zeventig vol overtuiging in voor het behoud van de wijk. In 1981 werd een nieuw plein in de wijk naar hem genoemd.




Giessenplein.
De verkeerspleinen rond Rotterdam hebben alle een naam gekregen. In de Spaansepolder ligt in de A20 het Giessenplein naar een riviertje in de Alblasserwaard, net als de nabijgelegen Giessenbrug en Giessenweg. Het plein was ooit het gevaarlijkste van Nederland.




G.J.de Jonghweg.
In 1929 werd de G.J.de Jonghweg langs de Coolhaven genoemd naar een voormalige directeur van Gemeentewerken. In 1985 wees de gemeente een deel van deze weg aan als tippelzone, waar straatprostitutie werd gedoogd. Het besluit viel nadat Katendrecht als rosse buurt was weggevallen en de prostitutie zich over de stad had verspreid. Zo'n tweehonderd heroïenehoertjes, maar ook "gewone" prostituees trachtten hier een klant aan de haak te slaan. Ze konden bijkomen in Keetje Tippel, een "huiskamerproject" van stichting Bulldog. De prostituees verhuisden in 1993 naar de Keileweg. Aan de G.J.de Jonghweg staat het gebouw van de Kunstacademie en de voormalige HTS.




Gordelweg.
Als een gordel loopt het Noorderkanaal (dat Schie-Schiekanaal en Boezem verbindt) in het noorden om de stad. Het lag voor de hand de weg langs dit kanaal de Gordelweg (1932) te noemen. Burgemeester Ivo Opstelten is aan de Gordelweg geboren.




Goudse Rijweg.
De kerk van de Allerheiligste Verlosser aan de Goudse Rijweg verloor zijn spits bij een brand (1976), waarna de kerk werd verbouwd tot studentenhuisvesting. De Goudse Rijweg maakte ooit deel uit van de route naar Gouda via Oudedijk en 's-Gravenweg.




Goudseplein.
Het intieme Goudseplein sneuvelde tijdens de stadsvernieuwing. Een ander plein draagt sindsdien de oude naam. De route naar Gouda voerde via Goudsewagenstraat en Goudseweg naar het Goudseplein en van daar met een scherpe bocht naar rechts naar de Goudse Rijweg




Goudsesingel.
De Goudsesingel vormt een herinnering aan de door vesten omsloten, middeleeuwse stad. Het deel van het Hofplein tot het Oostplein heette oorspronkelijk Oostvest, maar heeft in de loop der tijd diverse namen gekend (Oostsingel, Gedempte Oostvest, Luthersevest). Pas nadat de hele vest in 1898 was gedempt, werd de nieuwe, brede weg Goudsesingel genoemd. Van 1904 tot 1940 werd op de Goudsesingel markt gehouden. Het was de grootste markt van Nederland.




Goudsewagenstraat.
Tussen de Hoogstraat en de Goudsesingel loopt de Goudsewagenstraat. Het is het gedeelte van de weg naar Gouda dat vanouds binnen de grenzen van de oude stadsdriehoek liep. Hier bevond zich (1598 tot 1940) de ingang tot het Gereformeerd Burgerweeshuis.




Gouvernestraat.
Van Nieuwe Binnenweg tot West Kruiskade in de wijk het Oude Westen loopt de Gouvernestraat (1862). De bouwer, Johannes Gouverne (1807-1865), zette hier de eerste huizen neer en gaf zijn naam aan de straat. In de Gouvernestraat bevinden zich het cultureel centrum Lantaren/Venster en het zalencomplex Odeon. Het eerste, gevestigd in het voormalige sociaal-culturele centrum Ons Huis, heeft een stedelijke functie, het tweede richt zich hoofdzakelijk op de wijk. De Gouvernestraat werd aangelegd voor de samenvoeging van Rotterdam en Delfshaven in 1886 een feit was. Het gebeurde tegen Rotterdams grondgebied aan om te profiteren van de voorzieningen van de grote stad.




Gouwstraat.
De Gouwstraat verbindt vanouds de Charloisse Kerksingel met de Katendrechtse Lagedijk. Al omstreeks 1684 was in het dorp Charlois sprake van een Gouwestraat. De naam hangt waarschijnlijk samen met de familie Gouwerjaen (of Goudraain), die daar land en huizen bezat.




Graaf Florisstraat.
De Schielandse Hoge Zeedijk, die Rotterdam tegen het water van de Maas beschermde, werd tegen het einde van de 13de eeuw aangelegd op initiatief van Floris V, graaf van Holland (1254-1296). In 1926 werd de Graaf Florisstraat in Middelland naar hem genoemd.




Gravenweg, 's-
De weg in de uitdrukking "zo oud als de weg naar Kralingen" is de 's-Gravenweg. Deze is onderdeel van een oude zeedijk, die al in 1383 onder die naam voorkomt. Het duidt er op dat de weg is aangelegd door één van de Hollandse graven. Hij sluit aan op de Oudedijk en loopt tot Nieuwerkerk aan den IJssel. Er is een theorie dat de 's-Gravenweg zelfs een Romeinse oorsprong heeft




Gravendijkwal, 's-
Een groot deel van het Maastunneltracé op de Rechter Maasoever loopt via de 's-Gravendijkwal. Door een verdiepte aanleg zijn de kruisingen met de Nieuwe Binnenweg en de Mathernesselaan ongelijk. Ongeveer ter plaatse van de huidige 's-Gravendijkwal liep een (later afgegraven) dijk, die al in 1358 werd vermeld als 's-Gravendijkwal en later als Dijkwal. Mogelijk bestaat er verband met graaf Floris V.
Langs de 's-Gravendijkwal staat het monument voor Nobelprijswinnaar en scheikundige dr. J.H.van 't Hoff (1852-1911), oud-leerling van de voormalige, (later) naar hem genoemde Eerste HBS met vijfjarige cursus achter het monument. Het doet dienst als ateliergebouw voor kunstenaars.




Grindweg.
Omdat deze weg in de richting van Hillegersberg liep, heette de huidige Grindweg vroeger Bergweg. In 1916 werd de weg genoemd naar de aard van het wegdek. Hendrik Chabot had er zijn atelier, waar hij De brand van Rotterdam schilderde.




Groene Hilledijk.
De Groene Hilledijk bestaat uit twee geheel verschillende gedeelten. Het noordelijk gedeelte, dat aansluit op de Beijerlandselaan, geeft aan twee zijden bebouwing en is een echte winkelstraat, met een grote verscheidenheid aan detailhandelaren. Het zuidelijk gedeelte langs (en door) Tuindorp Vreewijk sluit aan op de Dordtsestraatweg en via de Vinkenbaan op de Oldegaarde. Hier is de Groene Hilledijk slechts aan één zijde bebouwd. Tegenover de bebouwing bevindt zich de Valkeniersweide, met de Dr.Daniël den Hoedkliniek en het Zuiderziekenhuis. Bij de bouw van Tuindorp Vreewijk werd de dijk enige meters afgegraven, omdat de hol naar de dijk anders te steil was. Een tunneltje onder de Groene Hilledijk verbindt de Strevelsweg met de Bree. Voor de aanleg van de Ring om Rotterdam was dit een belangrijke schakel in de verbinding over de weg naar het zuiden. Op de kruising bij het tunneltje staat politiebureau Sandelingenplein (1936, met de ingang aan de Groene Hilledijk). De Groene Hilledijk vormt de scheiding tussen de wijken Bloemhof en Hillesluis, maar was van oudsher de scheiding tussen de Hillepolder en het Karnemelkseiland.
Tussen 1898 en 1965 reden over de Groene Hilledijk de trams van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM). De RTM onderhield aanvankelijk met een stoomtram, later met een motorwagen, via deze route de verbinding met plaatsen op de eilanden IJsselmonde en Hoeksche Waard. Het was een verademing toen de tram uit de drukke winkelstraat verdween. Daarna kon "de Dijk"als onderdeel van Boulevard Zuid uitgroeien tot een echte winkelstraat. Dit werd nog versterkt, nadat in 1978 brede luifels boven het trottoir werden aangebracht, waardoor het winkelende publiek ook bij regen droop liep. Eerder al, tussen 1921 en 1931 reed lijn 13 over de Groene Hilledijk. Het eindpunt was ter hoogte van het Slag. Ook lijn 3 reed tussen 1929 en 1936 over de Groene Hilledijk.




Groene Kruisweg
De Zuid-Hollandsche Vereeniging Het Groene Kruis had een belangrijk aandeel in de vaststelling van het tracé van de Groene Kruisweg. De naam werd in 1934 gegeven op initiatief van de afdeling Voorne en Putten van het Groene Kruis. Later nam de afdeling Poortugaal en Rhoon dit initiatief over. Lange tijd was de Groene Kruisweg de enige verbindingsweg van Voorne-Putten met Rotterdam. Deze rol is grotendeels overgenomen door de A15.




Groene Wetering.
Aan de Groene Wetering in Kralingen is speelgoedmuseum Toy Toy gevestigd. De naam is ontleend aan een waterloop, die voorheen vanaf de Vliet(laan) in oostelijke richting door de polder Kralingen stroomde. De straat liep langs de gelijknamige wetering, evenals de Weteringstraat.




Groenendaal.
Het Groenendaal vormt een onderdeel van de verbinding tussen het centrum en Kralingen en loopt op de plaats van de in 1911 gedempte Groenendaalsegracht. Eronder loopt de Calandlijn. De naam kwam al in 1550 voor als kade langs de Steigersgracht.




Groenenhagen.
In de wijk Groenenhagen (uit de jaren zestig van de 20ste eeuw) in de deelgemeente IJsselmonde eindigen alle straatnamen op -hagen. Veel van de namen zijn bestaande aardrijkskundige namen van buurschappen en landgoederen (bijvoorbeeld Wanninkhagen), andere zijn fantasienamen (zoals Spitsenhagen).




Groenezoom.
Eén van de hoofdstraten in Tuindorp Vreewijk is de Groenezoom (1917). Door bomen (linde, kastanje en kers) heeft de straat een groen karakter. Tot de aanleg van de metro (in 1968) reed lijn 3 door de straat, later bus 76.




Groeninx van Zoelenlaan.
Van IJsselmonde naar Ridderkerk loopt de Groeninx van Zoelenlaan, genoemd naar het geslacht Groeninx van Zoelen, die ambachtsheren van Ridderkerk waren. De eerste Groeninx kwam in 1572 vanuit Reimerswaal naar Rotterdam. In de 18de eeuw werd de naam Van Zoelen toegevoegd. Via de Van Zoelens kwam Huis ten Donck in Ridderkerk in de familie, waarvan een aantal leden van de 16de tot de 19de eeuw belangrijke functies in Rotterdam bekleedde.




Grondherendijk.
In het oude centrum van het voormalige dorp Charlois herinnert de Grondherendijk aan de oudste geschiedenis. De naam is een herinnering aan de grondeigenaren die in 1491 dit stuk land in erfpacht uitgaven. Voor 1895 luidde de naam Hoge Dijk.




Grote Visserijstraat.
Veel straatnamen in de wijk Bospolder-Tussendijken herinneren aan visserij en scheepvaart, vroeger een belangrijke bron van bestaan in Delfshaven. Met grote visserij wordt de haringvisserij bedoeld, vanwege het grote aantal schepen dat op de haringvangst ging. Kleine visserij is de walvisvangst.




Grotekerkplein.
Het plein voor en naast de Sint-Laurenskerk werd in 1952 Sint-Laurensplaats genoemd. In 1976 werd gekozen voor de oude naam: Grotekerkplein. De panden langs de Hoogstraat staan met hun achterkant naar kerk en plein, een stedenbouwkundig minder geslaagde oplossing. Het beeld van Erasmus staat sinds 1964 op het plein, waar op marktdagen (dinsdag en zaterdag) postzegelmarkt wordt gehouden. Oorspronkelijk was het plein deel van het rond de kerk gelegen kerkhof.




Grotemarkt.
De Grotemarkt is een straat achter de Hoogstraat, maar het bijbehorende plein wordt ingenomen door een parkeergarage en scholen. De naam is al oud. Halverwege de 16de eeuw werd een gedeelte van de Steigersgracht overdekt, waardoor een plein ontstond: de Grotemarkt. Het beeld van Erasmus stond oorspronkelijk op het plein, waardoor het plein soms ook Erasmusmarkt werd genoemd. Aan de Grotemarkt bevond zich de herberg van wereldreiziger Olivier van Noort.




Op onze site hebben we nog een verhaal over de straatnamen van Rotterdam, maar dan als overzicht uit 1910

Over de herkomst van straatnamen in Rotterdam (1910)






    Geinteresseerd in een historische rondleiding voor uw eigen groep(je) door Aad 'arcengel' Engelfriet, webmaster van deze grootste Nederlandstalige geschiedenis website, door o.m. een stad of streek in bijv. Nederland, België, Duitsland, Groot-Brittannië, Ierland en/of een historische lezing, publicatie, recensie:

    Voor meer vrijblijvende informatie

    aad@engelfriet.net

    Wilt U eerst meer weten over Aad Engelfriet:

    klik dan HIER







Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 Oktober 2009