(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Via deze link kun je al kennis maken met de Delftsche Poort en de Hofpoort, via deze link laten we prachtige, unieke prenten zien van de andere Rotterdamse Stadspoorten.
Laten we beginnen met een citaat uit het verhaal
Unieke prenten van de Stadspoorten van Rotterdam
dat begint in 1340 :En dan duikt toch ook nog informatie op over de Openingstijden van de Stadspoorten van Rotterdam :
Op de kaart zien we de dam in de Rotte. Als we de Rotte volgen naar het noorden, zien we net boven de bocht naar rechts een kasteel liggen, helemaal omgeven door een vierkant water. Het kasteel had de naam Het Hof van Weena.
Als je nog beter zou kijken, zul je zien dat Het Hof van Weena aan een zijtak van de Rotte ligt, die zijtak heette de Leuve en daar komt de naam Leuvehaven vandaan.
vermoedelijk een fantasie tekening van het Hof van Weena,
zoals het eruit zou hebben gezien rond 1400
In 1358 ontving Rotterdam toestemming om tot ommuring over te gaan, ervoor was de stad, net als alle andere steden meestal slechts omgeven door aarden wallen voorzien van houten punten.
De stad ontwikkelde zich vanuit de Hoogstraat oftewel de Middendam, die je zoo mooi kunt zien op de bovenstaande kaart.
Naast de Landstad kreeg Rotterdam ook een Waterstad die natuurlijk ook verdedigd moest worden. Op de volgende kaart "uit" ca 1600 zien we de Rotterdamse Waterstad in zijn vorm die minstens twee eeuwen niet zou wijzigen :
Op deze kaart herkennen we weer de Middendam oftewel de Hoogstraat net onder de St. Laurenskerk. Rechts van de St. Laurenskerk stroomt naar het Noorden de Rotte. Als je deze kaart vergelijkt met die uit 1340, dan ontdek je dat het buitendijkse gebied van de Maas, zoals die stroomde in 1340, volledig is ingenomen door de Waterstad. De oorspronkelijke loop van de Maas was dus vlak langs de Hoogstraat, ook in 1600 niet meer voor te stellen.
Links van het bootje de ingang van de Leuvehaven, de rechter haven ingang was de ingang tot de Oude Haven. Tussen beide haven ingangen werd een imponeer boulevard (ja, dat was echt de reden) aangelegd die ook fungeerde als wandelpromenade, het kreeg de mooie naam De Boompjes, want aan de oever waren allemaal bomen geplant ter verfraaiing van het Waterfront.
Op de onderstaande kaart van het Middeleeuwse Rotterdam, dus nog zonder de Waterstad uitbreidingen, kun je de oudste ommuring van Rotterdam ontdekken.
Rechtsonder de ingang van de (Oude) Haven met op de kade de waarschijnlijk eerste Hoofdpoort van Rotterdam, want de vijand kwam immers meestal over het water, het land was nog op veel plaatsen verraderlijk, te moerassig. Rechts van de St. Laurenskerk, als je die hebt kunnen vinden ten noorden van de Hoogstraat, stroomt de Rotte, langs de Hofpoort, uit in de reeds toen al aanwezige stadsvest. Links van de Hofpoort de eerste St. Jorispoort, maar beter bekend onder de naam Delftsche Poort. Rechts van de Hofpoort zien we de Oostelijke Stadsmuur versterkt en bewaakt door torens.
Op de volgende kaart uit 1815 kunnen we uiteindelijk 10 Stadspoorten ontdekken, sommige poorten waren in 1815 al een aantal keren herbouwd.
boven iedere rode streep stond in 1815 nog een poort
we telden er tien
Laten we maar eens even een goede bril opzetten en al die 10 poorten gaan benoemen en dan beginnen we met de meest Noordelijke Delftsche Poort en gaan dan met de wijzers van de klok mee, rechtsom dus... en dan valt meteen op dat de Zuidelijke Waterpoorten wel erg dicht bij elkaar lagen
- Delfsche Poort
- Hofpoort
- Goudsche Poort
- Oostpoort
- Ooster Oude Hoofdpoort
- Wester Oude Hoofdpoort
- Ooster Nieuwe Hoofdpoort
- Wester Nieuwe Hoofdpoort
- Schiedamsche Poort
- Binnenwegsche Poort
1670
De Delftse Poort met links de Hofpoort
1704
De Hofpoort
Rotterdam had -behalve de vier rivierpoorten aan de monden van Oudehaven en Leuvehaven- zes poorten, die toegang gaven tot de hoofdverbindingen te land: de Oost- en Goudse poorten ontsloten de toegang tot de wegen naar Kralingen en Gouda. Het Hofpoortje tot de lakenramen van het voormalige Hof van Weena en de Rechter Rottekade, door de Delftse poort voerde de weg tot het Hollandse achterland via Overschie, terwijl de Binnenwegse en Schiedamse poorten bestemd waren voor het verkeer naar Delfshaven en Schiedam, binnendoor langs Binnenweg en Geldelooze Pad (sedert 1866 Schoonebergerweg) of over de Schielandse zeedijk (Westzeedijk).
Al die poorten werden 's avonds naar onze begrippen nogal vroeg gesloten, zodat niemand de stad meer kon binnenkomen, tenzij langs slinkse wegen.
Zo beklaagden de poortwachters van de Schiedamse en Binnenwegse poorten zich in 1773 bij burgemeesteren, dat Maria Gagesteyn, die het pontje over de Schiedamsesingel bediende, daarvan misbruik maakte, door na het luiden van de poortklok nog mensen in de stad te smokkelen.
Maria, die al eerder een berisping over een dergelijk strafbaar feit had moeten incasseren, werd ditmaal tot het betalen van een boete van dfl 25,- veroordeeld, een voor die tijd niet onaanzienlijk bedrag. Een uitzondering van het verbod werd alleen toegestaan voor dienaars van de justitie en gerechtsboden, die in de uitoefening van hun taak soms na sluitingstijd buiten de stad moesten wezen.
Die sluitingstijd werd in 1747, naar aanleiding van een klacht van de brandmeesters die buiten de stadspoorten woonden, opnieuw vastgesteld. Zij hadden nl., aangezien de sluiting om 9 uur gedurende de wintermaanden hun veel ongemak opleverde, van burgemeesteren gedaan weten te krijgen, dat de poorten weer -als vanouds- van 1 maart tot 31 oktober pas om halfelf en van 1 november tot ultimo februari om halftien dicht zouden gaan.
Deze maatregelen waren weinig in overeenstemming met het vrijheidsbeginsel, dat de Fransen hier na hun intocht in januari 1795 hadden geïntroduceerd. De Municipaliteit besloot dan ook in haar vergadering van 29 mei 1798. dat voortaan ieder te allen tijde vrij en ongehinderd door de poort de stad zou mogen binnenkomen of verlaten en dat de poortwachters als 'nuttelooze ambtenaren' uit hun post zouden worden ontzet.
Maar enkele maanden later, in augustus van dat jaar, kwam het stadsbestuur tot het inzicht, 'dat eene goede Politie ten reguarde der Stedelijke Poorten eenige schikkingen is vorderende, tegen welken de redenen, die voor het openhouden der Poorten zoude kunnen worden bijgebragt, niet kunnen opwegen', met het gevolg dat de maatregelen van 29 mei weer werden ingetrokken en dat van 6 augustus af de poorten op de vroeger vastgestelde uren weer 'op het klinket gesteld' en gesloten zouden worden, terwijl het vanouds verschuldigde poortgeld weer zou worden ingevorderd; alleen de Delftse poort mocht de hele nacht openblijven.
Zelfs nog in 1823 stelden B. en W. een verordening vast op de poorten aan de landzijde, hoewel die wat gematigder uitviel dan de vroegere bepalingen op dat stuk: zowel ingezetenen als vreemdelingen konden de stad tot 11 uur 's avonds zonder poortgeld te betalen binnenkomen of verlaten; de openingsuren waren al naar het jaargetijde gesteld op 4 of 5 uur 's ochtends, maar vreemdelingen en de bewoners van de stad of de buitenwijken mochten ook na sluitingstijd de stad nog binnenkomen of verlaten, althans door de Goudse, Delftse en Binnenwegse Poorten, als zij zich maar behoorlijk bij de wacht aanmelden.
Het dagelijks leven was zoo vertrouwd met de Stadspoorten dat Rotterdamse Schutters die deelnamen aan de 10-daagse veldtocht als volgt werden toegesproken:
Citaat uit dit verhaal
En toen kwam in 1830 de Belgische Opstand, een golf van vaderlandsliefde ging door de Nederlanden, zowel in de Noordelijk als de Zuidelijke... . Tal van schutters melden zich aan, ook uit Rotterdam. Een schutter was zoo enthousiast dat hij dwars door het windvaantje van de Ooster Oude Hoofdpoort schoot. Per boot vertrok men uit Rotterdam, vooraf gegaan door een bemoedigende speech van de Burgemeester die helaas niet mee kon, want had wat anders te doen, lees zelf maar :
De schutterij van Rotterdam per stoomboot op weg naar Antwerpen (1830)
De militairen die in 1831 naar België trokken, om de opstand aldaar te onderdrukken, werden enthousiast uitgeleide gedaan door de achterblijvers. De burgemeester van Rotterdam, mr. M. C. Bichon van Ysselmonde, hield een toespraak tot de 'moedige* stadsgenoten, die de eer van het vaderland moesten verdedigen.
"Nadat ter Beurze de manschappen bijeen gekomen waren en zij nu gereed stonden af te trekken om de stad hunner inwoning te verlaten, trad de Edel Achtbare Heer Burgemeester onzer Stad, Mr. M. C. Bichon van Ysselmonde (van wien insgelijks twee zonen onder de uittrekkende Schutters zich bevonden), in het midden van het rondom hem geschaarde korps, en deed aan hetzelve de navolgende hartelijke toespraak:
'Zoo is het uur dan daar, waarde en hooggeachte Stadgenooten ! het uur waarin gij deze muren verlaat, om, opvolgende de stem des Konings, de inspraak uwer Vaderlandsliefde, en hel gevoel van eer en pligt, vrijwillig de wapenen te voeren ter verdediging van dien heiligen bodem, waar onze wieg stond, waar wij hopen, dat eenmaal ons graf wezen zal. En zouden wij, die er trolsch op zijn aan het hoofd van zulk eene Burgerij te staan, dan op dezen plegtigen dag niet gaarne ons "vaarwel!" aan u uit-boezemen.
Ja gewis! waar gij gaat, brave Stadgenooten ! zullen onze hartelijke, onze welmeenende wenschen u vergezellen: Gods zegen ga met U! Verwerft, door krijgstucht, orde en gehoorzaamheid aan wel en regel, de algemeene achting! Handhaaft door moed, trouw en beleid, de eer en roem van Rotterdam! Zoo gij, ter verdediging onzer onafhankelijkheid, buiten onze vesten voor ons werkzaam zijt: wij, door andere pligten hier gebonden, zullen er, naar vermogen, voor de belangen, voor het welzijn uwer achtergelatenen zorgen: uwe belangen zijn de onze, want in uwe gelederen zijn onze vrienden, onze aanverwanten, ons bloed, onze kinderen.
Vaart dan wel! Gaat met kalme gelatenheid, met fieren moed, Eere zij Hollands trouwe en der standvastigheid van het Noorden aan eenmaal vrijwillig gezworen eeden!!!
Keert met roem in welzijn tot ons terug! Opene armen en warme harten wachten u, in gunstiger tijden, in betere toekomst, met blijde welkomstgroeten weder, en, bij gaan en keeren, zij de juichtoon van al wat edel en braaf denkt, van u, van ons, van ieder Hollandsch hart,"Leve, leve de Koning !!!!
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|