Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Joris Boddaert, Rotterdamse Cafés, deel 1

omslagjoris

Rotterdamse Cafés

Joris Boddaert

Joris Boddaert en de Rotterdamse Cafés, daar is natuurlijk heel veel over te vertellen. Vooral over de Rotterdamse Cafés van vroeger....want voor WOII had Rotterdam zelfs meer cafés dan Amsterdam. Het aantal Rotterdamse Cafés bedroeg destijds niet minder dan 1.300, kom daar nu maar eens om!

Joris Boddaert heeft de moed gehad om een boek samen te stellen over de Rotterdamse Cafés, vooral die van vroeger en we kunnen Joris Boddaert daar heel dankbaar voor zijn, wat een werk en wat een geduld en dan volgt er waarschijnlijk nog een deel II
(LINK) over de Rotterdamse Cafés.....

Joris Boddaert geven we graag de gelegenheid om op onze site zijn boek toe te lichten, maar eerst natuurlijk wat gegevens over het boek Rotterdamse Cafés:



Over een miniem aantal Rotterdamse Cafés kun je natuurlijk ook iets terugvinden op onze site:


Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Loos en klik op ENTER

Maar we geven nu maar snel het woord aan Joris Boddaert, want anders is Aad weer niet te stuiten:

omslagjoris

Rotterdamse Cafés

Joris Boddaert

Van Joris ontvingen we wat leuke hoofdstukken uit zijn schitterende boek over Rotterdamse Cafés, een paar fragmenten enne natuurlijk zetten we er hier geen plaatjes bij, daarvoor zul je toch echt het boek moeten hebben:

INLEIDING

In de stamkroeg neergezeten willen we de dood vergeten door de dobbelstenen te keren, tot we hevig transpireren. En men komt hier en men zit hier, heeft met spelen, wijn en witbier spoedig heel veel geld verloren, dus wie horen wil, die hore. Glaasje drinken, kaartje leggen, indiscrete dingen zeggen. De een vergokt er al zijn kleren om halfnaakt naar huis te keren, de ander komt zich hier verrijken, voor hoe lang zal spoedig blijken. Elk uit op eigen voordeel, niemand denkt aan 't laatste oordeel. De eerste dronk moet op de waard zijn, de tweede op wie slap van aard zijn. Derde dronk op de schlemielen die aan 't lot ten offer vielen. Vierde op de brave christen die zich evengoed laat kisten of naar 't brede pad laat voeren. Vijfde dronk op alle hoeren. Zesde: wie de boel verdraaien. Zeven: de nonnen die graag naaien. Acht: al wie de zee bevaren. Negen: de gescheiden paren. Tien: de zwervers en daklozen met hun nachtasiel van dozen. Elf: de vrome paus van Rome, moge het hem wel bekomen.

De literaire en/of muzikale leek zal de tekst van dit vrolijke, stevige drinklied niet meteen kunnen traceren. De inhoud van de tekst is echter zo grappig, zo puntig, de woorden hebben zo veel met het centrale onderwerp van dit caféboek te maken, dat ik u nog eventjes in het ongewisse laat. Laten wij het drinklied vervolgen:

Drink maar held, en drink maar wezel, drink maar wijze, drink maar ezel, drink dan mannen, drink dan vrouwen, drink dan valsaard, drink getrouwe, drink maar treu-zelaar en vluggerd, drink maar vlotterik en stuggerd, drink dan dikke, drink dan magere, hogere drink maar met de lagere. Drink dan arme, drink dan zieke, drink mevrouw de excentrieke, drink dan puber, drink dan vutter, drink dan reus en lilliputter. Hier drinkt vader, hier drinkt moeder, kloos-terzuster, minderbroeder. Drinken wijzen, drinken zotten, drinken neven, nichten, potten. Vijftig piek is gauw verslonden waar we allen opgewonden drinken, drinken zonder mate, depressief of uitgelaten. Als ons iemand wil misprijzen en een betere weg wil wijzen. Dat zo iemand de sigaar is als de dag des oordeels daar is! Io! Io!, Io!

Deze verhelderende tekst dateert uit de 13e eeuw en is een onderdeel van Gezangen uit Beenediktbeuren, dankzij Johannes A. Schmeller sedert 1847 bij ons bekend als de Carmina Burana. De tekst van dit scabreuze drinklied kwam pas écht tot leven toen de componist Carl Orf in 1935 de tekstcollectie van Schmeller in handen kreeg en twee jaar later zijn befaamde muziekstuk Carmina Burana in première bracht.

Bovenstaande tekst, In taberna quando sumus oftewel In de stamkroeg neergezeten, uit het Latijn in 1995 fraai vertaald door Willem Wilmink, geeft zo'n beetje de totale inhoud weer van het ware, oprechte kroegleven.
In wezen is er in acht eeuwen niet zo verschrikkelijk veel veranderd. Ik bedoel, de typische, zo gevarieerde en ondefinieerbare kroegsfeer is absoluut tijdloos en het is voornamelijk de sfeer eromheen die mij heeft aangezet om een serieus boekwerk te creëren over het oprechte Rotterdamse cafégebeuren.

Onthoudt u dit goed! Ik ben géén caféganger, ik ben géén drinker, en na twintig minuten in een kroeg te hebben vertoefd, begin ik mij alras knap te vervelen, en na 35 of 40 minuten, kijk ik naarstig op mijn horloge, en in gedachten en meestal óók fysiek ben ik dan allang op zoek naar een andere bestemming. Edoch, het café is zo'n essentieel onderdeel geworden van ons dagelijkse sociale leven dat de opdracht schrijf de Rotterdamse horecageschiedenis eens neer altijd door mijn hoofd is blijven spelen.

1900 tot 1980

Als stadschroniqueur gedurende de periode 1982-1998 was de kroeg zo vaak een niet-onbelangrijk onderdeel van mijn onderwerpen dat ik in 1993 besloot om het ultieme Rotterdamse caféboek te schrijven.
Waarom het dan 12 jaar heeft geduurd voordat dit caféboek eindelijk is verschenen leest u in mijn slotwoord achterin dit boek.

Niet aan beginnen luidde het nuchtere commentaar van mijn vriend Rob Feringa (1939-1996), werkzaam in het Gemeentearchief aan de Robert Fruinstraat. Mijn boeken 'Café Melief-Bender, Oude Binnenweg' en 'Restaurant Old Dutch' waren best wel succesvol ontvangen en toen ik voorjaar 1993 mijn plan aan Rob ontvouwde, zei hij de onsterfelijke woorden:

Op iedere hoek een kroeg! Joris, op de vele honderden vooroorlogse foto's van de Rotterdamse binnenstad ontdek je ongeveer op één van de vier foto's wel een afbeelding van een café. Het is onbegonnen werk om die allemaal te beschrijven…

Toen ik de lijst van 'Koffiehuizen' in het Rotterdams Adresboek eens nader bekeek, moest ik Rob grif gelijk gegeven. Een secure telling geeft een totaal van 1013 cafés in 1934/35, ga er maar eens aan staan. Trouwens, álle vooroorlogse kroegbazen zijn thans overleden en met hun uitgebreide klantenkring is het niet veel beter gesteld.
In eerste instantie wilde ik mijn boek in 1950 laten beginnen; dat zou mijn onderzoekwerk véél makkelijker maken, maar op een niet-onbelangrijke dag in oktober 2004 nam ik als schrijver/uitgever het besluit om de moeilijke weg te kiezen. Ik besloot om het qua getal zo makkelijke jaar 1900 als start aan te houden, en na heel veel onverwachte ontdekkingen, nam ik mij in januari 2005 voor om het boek in 1980 te laten eindigen. De laatste kwarteeuw zal uitgebreid in deel II Rotterdamse Cafés worden beschreven, met daarin uiteraard ook nog flarden jaren '60 en '70.

Onbekende foto's

Tachtig jaar kroeggebeuren is toch een prachtige uitgangsbasis voor een boek? Nu is het wel zo, dat het bestaan van duizend kroegen in 1934/35 constant door mijn hoofd spookte. Ik moest mijzelf absoluut beperkingen opleggen. Ik besloot daarom om mij tot het Centrum te beperken en ook met zo veel mogelijk beeldmateriaal op de proppen te komen. Een foto zegt vaak meer dan drie pagina's tekst. Het prettige van mijn klus was dat ik mij in de gemeenschappelijke rol van schrijver/ uitgever totaal vrij voelde in het kiezen van materiaal.
En nu komt er een aardig aspect om de hoek kijken: het fotomateriaal dat ik in handen had en kreeg, werd dikwijls zonder restrictie waardig bevonden voor mijn boek, met dien verstande dat onbekende foto's vanzelfsprekend de voorkeur kregen.

Het boek geeft niet alleen een aantal aardige topografische ontdekkingen, er worden tevens de nodige 'bijverschijnselen' behandeld, want sfeer is een niet te veronachtzamen bestanddeel van de kroeg.

De vooroorlogse periode is dus het belangrijkste onderdeel van het boek geworden, en ik noemde al die duizend kroegen in de jaren 30. Ik besloot om de volledige lijst uit 1934/35 van 'Koffiehuizen' (onder deze noemer staan alle 1013 etablissementen vermeld, thans heeft het woord 'koffiehuis' een totaal andere betekenis, maar dit terzijde) in het boek op te nemen.

Ik ben ervan overtuigd dat vele oudere Rotterdammers van 65 jaar en ouder met enige weemoed bepaalde cafénamen c.q. -eigenaars zullen herkennen.

Een stimulans om het vooroorlogse kroeggebeuren te beschrijven was een gift van Cees Zevenbergen, voormalig adjunct-directeur van het Rotterdams Gemeente Archief. Hij schonk mij in 1996 een prachtige collectie foto's, afkomstig uit het archief.

Verdwenen cafes In het boek leest u dus voornamelijk over verdwenen kroegen, en dat lijkt saai. Toch zijn al die verdwenen cafés hoe dan ook belangrijk geweest, dat is verder niet uit te leggen. Het kroegleven nú komt voort uit het verleden en ik vond dat diverse kroegen uit het verleden beschreven MOESTEN worden. Dit boek bevat een aantal uitgebreide lijsten uit verschillende telefoon- en zakengidsen met steeds een tijds-bestek van een aantal jaren ertussen; dat heb ik bewust gedaan, want zoals ik al schreef: álle kroegen beschrijven was een onmogelijke opgave.

Aansluitend op onze eigen inleiding over Boneski en Loos via o.m. deze link

Café Boneski was de voorganger van Café Loos aan het Hofplein

Wie was C.N.A. Loos? Cornelis Nicolaas Abraham (roepnaam Nelis) werd 5 november 1863 geboren. Hij raakte al jong vertrouwd met het caféleven, want op zijn veertiende begon hij te werken in het café van zijn vader aan de Hoogstraat. In 1882 trouwde Nelis met Diana Vis en een jaar later had hij al zijn eigen café aan de Kaasmarkt.

In 1894 kocht Loos uit een faillissement het bekende café Hollandia aan de Linker Rottekade. Het echtpaar Loos werkte hard (Diana bereidde de diners en soupers) en het café liep als een trein. In 1900 opende Nelis café Transvalia aan de Bergweg (het latere Victoria filmtheater en daarna Correct). De naam Transvalia werd gekozen als een soort van eerbetoon aan de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. Nederlanders leefden rond 1900 sterk mee met de hun 'stamverwante' Boeren. De geëngageerde Loos liet op de muren van het café acht tegeltableaus aanbrengen, met daarop de voorstellingen van de gevoerde veldslagen.

Met de goedlopende zaak aan het Hofplein kreeg Loos de smaak pas goed te pakken en in 1913 richtte hij de NV Maatschappij tot Exploitatie van Hotels, Restaurants en Koffiehuizen op. Hij koopt nog diverse cafés in de stad en belegt zijn geld in aandelen en onroerend goed. In 1922 begint hij met de aanleg van een nieuw, grootschalig recreatieproject langs de Bergse Achterplas, het Plaswijckpark.
Het park wordt een begrip voor veel Rotterdammers, en het is natuurlijk fantastisch dat in dit natuur-park tot op de dag van vandaag jong en oud van de noodzakelijke rust kunnen genieten.

Dienstlift

Een van de vele kleindochters van C.N.A. Loos (Nelis en Diana kregen negen kinderen!) is Josephine Loos, in 1921 geboren en woonachtig in Gorssel. Zij heeft dierbare herinneringen aan haar grootvader.
Zo kan zij zich nog goed de etenslift aan het Hofplein herinneren, die was zo ruim dat zij zich er in kon verstoppen om zich (grote lol) naar boven te laten hijsen. Haar vader was C.N.A. Loos jr. (roepnaam Cor) en zij woonden aan de Raampoortstraat in de zijkant van het restaurantgebouw.


De levensloop van al die Loosjes is wel een boeiend verhaal en een familielid, Jos van Rees Vellinga uit Ureterp (Fr.), is bezig het een en ander op papier te zetten. Het is wel leuk om te melden dat een flink aantal kleinkinderen een wetenschappelijke studie heeft afgerond, en het gaat de meeste nazaten goed af.

Henk Loos:



En dan tot slot, een zeer goed gedokumenteerd hoofdstuk over het beroemde café De Fles:

Er is geen Rotterdams café dat eind jaren 50 begin jaren 60 voor zo veel tumult heeft gezorgd als café De Fles, gevestigd aan de 's-Gravendijkwal 138.

Eigenaar van De Fles was Willem Langstraat (geb.1932), die later furore zou maken met café Melief-Bender. Langstraat opende De Fles in juli 1957, en over die beginperiode is weinig bekend. Langstraat kocht een bestaand café, namelijk de Claridge Bar, die dateerde van 1941. Voor de oorlog werd er in de lokaliteit aan de 's-Gravendijkwal ook al alcohol verkocht, want toen was de wijn- en bierhandelaar W.P.A. Hentzen er gevestigd.

De inrichting van De Fles was zeer eenvoudig, met visnetten aan het plafond en langs de muur. Verder simpel houten meubilair en een degelijke bar. De kleine (52 vierkante meter) ruimte was sober verlicht, maar brandende kaarsen gaven de nodige sfeer, en het donkere lagere gedeelte achterin de kroeg, bereikbaar via een trapje, zou bij de toenmalige jeugd al gauw de grote trekpleister worden.

Gangmakers van het eerste uur waren uiteraard Langstraat 'himself', zijn niet onknappe vrouw Anna Vingerhoets (dochter van de fameuze uitbater Tom Vingerhoets) en eeuwig kompaan Theo van der Vaart. Het hoe en waarom is altijd moeilijk te verklaren, maar De Fles was in een mum van tijd 'the place to be'.

Nu is het grappige dat kroegen soms een tijdje enorm goed lopen en dan weer een periode van verval meemaken, maar dat kan van De Fles niet gezegd worden. De trek van, met name jeugdig publiek, naar dit jazz-café werd ieder jaar groter en men kan stellen dat 1961 en een groot gedeelte van 1962 het absolute hoogtepunt was van De Fles, die precies vijf en een half jaar heeft bestaan.

Waarom De Fles zo'n groot succes werd, is moeilijk te verklaren. Je kunt het gooien op de ongebreidelde charme en energie van het echtpaar Langstraat en het vakmanschap van Theo van der Vaart, maar dat is maar een deel van het verhaal.

In 1960 begon een nieuw decennium. De vlakke, zeg maar, voorzichtige en brave (opbouw)jaren vijftig waren achter de rug en de 'botsende jeugd', twintigers die vlak voor of aan het begin van de oorlog waren geboren, wilden eindelijk actie. Men kan spreken van een pre-provogeneratie.

Nu was er anno 1960 op horecagebied ook weinig spannends in Rotterdam te beleven, en in De Fles, ja in De Fles daar kon de artistieke, beter opgeleide jeugd genieten van de muziek van jazzgiganten als Miles Davis en Gerry Mulligan.
In De Fles was het altijd rokerig, en de lichte dranklucht was niet onaangenaam. Er was weinig licht, de prijzen van de alcoholische versnaperingen waren zeer billijk, kortom in De Fles hing een sfeer die aanzienlijk afweek van het gangbare in cafés. Begrippen als 'truttig' of 'burgerlijk' waren in De Fles niet gangbaar, zeker als het we over de 'zeden' hebben.

Nu komen we op een essentieel punt terecht, in De Fles kon je namelijk slijpen, vozen, zoenen, voelen, vrijen, en voor deze essentiële 'natuurzaken' kon je haast in geen enkel ander café terecht. Nu moet gezegd worden dat je in De Fles ook weinig 'doorsnee-meisjes' aantrof. Doorgaans waren het 'stukken', heerlijk eigengereid, veelal intelligent, kortom, zeer bewust van een soort van 'pre-nouvelle vague', Hun voorbeeld was wellicht actrice Jean Seberg, die totaal vrij en ongebonden, lief-brutaal door Parijs banjert in de film A bout de souffle van Jean Luc Godard (1959).

Het is verder ook niet uit te leggen, in De Fles gebeurde het, en iedereen in het kleine, progressief-intellectuele kringetje was dat bekend.

Wie tot dat kringetje behoorde? Men neme het bijzonder leuk geschreven boekje 'Het Staartje van De Fles' ter hand, in november 1987 uitgegeven door Jan Robbemond te 's-Gravendeel. Achterin het boekje staat een lijst van ruim 400 namen, en echt, iedereen die op die lijst staat was een bezoeker van De Fles. De auteur van 'Het Staartje' is, hoe kan het anders, Frans Vogel, die in 1987 in Het Vrije Volk een serie artikelen wijdde aan het spraakmakende café, en die serie eenvoudig liet bundelen. Men leze Vogel!

Welke Rotterdammers allemaal De Fles frequenteerden? Ik kan moeilijk al die Fles-habitués noemen. Eén naam uit het boekje wil ik echter noemen, en wel die van mijn Hillegersbergse vriend Clen Sibbel. Die kwam als student Engels rond 1960 regelmatig in De Fles, o.a. met zijn vriend George Leenderts die Frans studeerde.

Clen Sibbel:



Ik laat verder geen ooggetuigen aan het woord in dit boek maar ik breng wél een paar documenten, die een paar punten belichten die absoluut iets toevoegen aan de roemruchte historie van De Fles.

Toen ik als journalist bij Het Vrije Volk werkte, werd mij in een folio het gerechtelijk dossier De Fles geschonken, ergens midden in de jaren 80, en het spreekt vanzelf dat ik NOOIT de naam prijsgeef van de schenker van dit vertrouwelijke justitiële dossier.

Justitie?

De onbevooroordeelde lezer gaat er nu eens recht voor zitten. Jawel, aan alle frivole zaken komt eens een einde, en volgens de algemeen geldende normen anno 1962 waren de omgangsvormen van de jeugdige klantenkring in Langstraats kroeg méér dan frivool.

Wat zich allemaal op die 52 vierkante meter aan de 's-Gravendijkwal afspeelde? Men leze het boekje van Frans Vogel en vooral dit justitiële dossier. Op bevel van burgemeester Van Walsum moest De Fles op 8 december 1962 voor vier weken sluiten, en later bleek die sluiting definitief.

Het besluit van de burgemeester wordt in duidelijke taal verwoord op één A4, en de inhoud mogen wij de lezer vanuit historisch perspectief geenszins onthouden. Juridisch gezien, slaan de besluiten van de burgemeester nergens op. Met name de frase in genoemde inrichting worden veelvuldig afspraken gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke bezoekers om elders ontucht te plegen is uiterst koddig, alsof dat bij de wet verboden zou zijn…

Een ander feit is eveneens dolkomisch: dat vanuit De Fles meermalen feestjes werden georganiseerd in particuliere woningen, die zich kenmerkten door een grote mate van drankmisbruik en seksuele uitspattingen.

Sinds wanneer is het in Nederland strafbaar om in een kroeg met elkaar af te spreken om thuis te gaan zuipen en van bil te gaan?

Nu wij het besluit van de burgemeester tóch aan een juridische analyse onderwerpen. Hoe zit het met diefstal en heling van bromfietsen teneinde De Fles te kunnen blijven bezoeken? Een belachelijk argument! Alleen op het punt van 'vechtpartijen' heeft de burgemeester een punt, maar wat ik later zoal heb gehoord, viel dat geknok in De Fles reuze mee.

Wat het laatste punt betreft, Langstraat nam ongetwijfeld meisjes mee naar huis, en ook dat is niet strafbaar.

Uiteraard ging Willem Langstraat in beroep en volgens een brief d.d. 18 april 1963 van het Provinciaal bestuur van Zuid-Holland aan het Rotterdamse college van B. en W. zou Langstraat zijn beroep 19-04-'63 in Den Haag mondeling toelichten. Edoch, Willem Langstraat trok zijn beroep in, en daarmee was definitief het doodvonnis van De Fles getekend.

Waarom Langstraat zijn beroep introk? Ik had het hem kunnen vragen, maar ja, Dubai is zo ver weg. Ik vermoed dat Langstraat het met De Fles wel voor gezien had; trouwens, met dancing De Wieck aan de Westblaak zou Langstraat kort daarop opnieuw furore maken.

Op de locatie aan de 's-Gravendijkwal opende een andere kroeg, onder de naam Miramar, weer de deuren, en hoe komisch, Langstraats ex-schoonvader Tom Vingerhoets (Willem en Anna waren inmiddels vanwege alle perikelen gescheiden) was de eigenaar.

De geschiedenis van de Miramar laat ik verder rusten. Op de roemruchte locatie aan de 's-Gravendijkwal is sedert 1989 coffeeshop Amigo gevestigd, een Marokkaanse shop die geen enkel spoor meer vertoont van 'vroeger', of het moet dat befaamde trapje zijn dat vroeger leidde naar het zwoele. Om de tijdspanne van meer dan veertig jaar aan te geven, de enorme wereld van verschil:
in Amigo wordt anno 2005 per dag méér hasj verkocht, dan er in De Fles in 1962 aan marihuana in een hele maand gerookt werd!

omslagjoris

Rotterdamse Cafés

Joris Boddaert

Het boek Rotterdamse Cafés is in eigen beheer uitgegeven door © Joris Boddaert.

Het boek kan besteld worden bij Uitgeverij:

Boddaert Producties

tel 010 - 476.90.60

ISBN 90-72888-10-3

Per email bestellen en/of reageren?

jorisboddaert@gmail.com





In 2009 publiceerde Joris Boddaert, deel 2 over de Rotterdamse Cafés.

Nieuwsgierig?

Klik dan op deze LINK

In 2011 publiceerde Joris Boddaert, deel 3 over de Rotterdamse Cafés.

Nieuwsgierig?

Klik dan op deze LINK





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

24 November 2011