Een e-mail sturen naar Aad? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

nicht over

Zoo begon het Sint Franciscus Gasthuis van Rotterdam

Op onze site hebben we nog een verhaal over het SFG : LINK

Lees als introduktie op dit verhaal ook het verhaal van nicht : Het ontstaan van de confessionele ziekenhuizen van Rotterdam

inmensenwelbehagen

In mensen Welbehagen

Het gebrandschilderde raam, aangeboden door de medische staf tijdens de viering van het vijftigjarig bestaan van het Sint Franciscus Gasthuis op 26 mei 1942. Het raam werd aangebracht boven de deur in de vestibule die toegang verschafte tot de achterbouw. Bij de verbouwing in de jaren zestig werd het raam verplaatst naar de achterbouw en bij de verhuizing naar de Kleiweg in 1975 raakte het zoek. In 1992 werd het terugbezorgd bij het Gasthuis, waar het een plaats kreeg in de hal bij de hoofdingang.

Het Sint Franciscus Gasthuis begon in mei 1892 op de bovenetages van een destilleerderij aan de Oppert als initiatief van de Derde Orde der Franciscanen en met hulp van de Congregatie der zusters Augustinessen te Delft, die de ziekenverpleging voor haar rekening zou nemen.

sfg1

1892

Oppert 129

St. Franciscus Gasthuis

Nadat in 1840, bij het aantreden van Koning Willem II, een nieuw perspectief was geboden aan de congregaties die vooral in het zuiden tot wasdom en bloei waren gekomen, zagen vele pastoors van boven de grote rivieren hun kans schoon om met behulp van deze religieuze organisaties de sociale en sociaal-medische nood binnen hun parochie te lenigen. In de jaren zestig begon het tijdvak van de oprichting van particuliere instellingen op het terrein avn de sociale en sociaal-medische zorg.

In mei 1863 werd een aanvang gemaakt met de verpleging van arme rooms-katholieke ongeneeslijke zieke vrouwen in de voorloper van het latere Sint-Antoniusgesticht (1866). Meer dan eens is geprobeerd dit uit te bouwen tot een rooms-katholiek gasthuis. Met name kwam dit aan de orde, nadat sinds 1871 ook niet-katholieken werden opgenomen (met uitzondering van oud-katholieken of 'Janseniste Juffrouwen', daar 'hare Godsdienst steeds moeyelijkheden zoude voortbrengen'.

anthoniusoud

St Anthoniusgesticht

Motor achter de oprichting van het Sint Franciscus Gasthuis was H. Kusters, pater Franciscaan. Directe aanleiding vormde het besluit van het gemeentebestuur tot sluiting van het Gasthuis voor Syphilitische Vrouwen aan de Hoogstraat.

gasthuis1760hoogstraat

Het Rotterdamse Gasthuis in 1760

LINK

De publieke vrouwen die daar gedwongen werden verpleegd op grond van de bevindingen bij de verplichte periodieke keuring, werden overgeplaatst naar het Gemeenteziekenhuis aan de Coolsingel. Dit leidde tot onrust. Op de bezoekdagen kwamen waardinnen uit de bordelen de patiënten uit hun huis afkomstig bezoeken. Zowel patiënten als bezoekers trachtten relaties aan te knopen met andere patiënten, meest dienstmeisjes.

Een tweede argument vormde de problemen met de pastorale zorg voor de parochianen die in het Coolsingelziekenhuis werden verpleegd. Behalve problemen met de medische staf ontstonden wrijvingen tussen de geestelijke verzorgers vanuit de Nederlandse Hervormde Kerk en de Roomse Kerk; beiden probeerden 'zieltjes te winnen'.
En verder was de tijd er rijp voor. Alom in den lande, zo ook in Rotterdam, werden in die tijd confessionele ziekenhuizen opgericht.

Nadat in december 1891 bekend was geworden dat de rooms-katholieken een gasthuis zouden openen, maakten ook de hervormden hun plannen openbaar. In februari 1892 werd het Diaconessenhuis geopend en in juli 1892 Bethesda. Dat kan toch moeilijk toeval zijn geweest. Rivaliteit tussen de verschillende godsdienstige denominaties is een belangrijke stimulans geweest voor de ontwikkeling van de intramurale ziekenzorg in Nederland.

Op 26 mei 1892 werd het Sint Franciscus Gasthuis officieel geopend. Over het hoofddoel van de nieuwe instelling werd in de statuten vastgelegd dat men niet alleen 'de kostelooze verpleging van Roomsch-Katholieke behoeftige en minvermogende zieken door Eerwaarde Roomsch-Katholieke Geestelijke Zusters in een daartoe bestemd gebouw of daartoe in te richten gebouwen' op het oog had, maar ook de hulpverlening 'door genoemde Eerwaarde Zusters … aan zieke geloofsgenooten in hunne woningen'.

Het Sint Franciscus Gasthuis zou ziekenhuis zijn én instelling voor wijkverpleging. In het desbetreffende artikel werd verder nog bepaald dat 'bij aanvrage tot verpleging … de Leden der Derde Orde van den Heiligen Franciscus' een voorkeursbehandeling zouden krijgen. Indien 'de krachten der instelling' dit toelieten, was men gaarne bereid ook andersdenkenden door thuisverpleging te helpen.
Dit artikel leidde tot allerhande misvattingen over de aard van de nieuwe inrichting, zoals de dwaling dat het Gasthuis alleen voor leden van de Derde Orde was bestemd. Het liep de eerste weken dan ook niet storm. Ruim een maand na de opname van de eerste patiënt liet Pastoor Kusters weten zelfs 'zeer teleurgesteld' te zijn over de respons van de rooms-katholieke gemeenschap op zijn initiatief.
Deze reactie was voorbarig. Al in augustus 1893 werd uitvoerig gediscussieerd over mogelijkheden tot uitbreiding van het Gasthuis, omdat het bestuur bij herhaling een patiënt had moeten afwijzen. Sindsdien bleef de ruimtekwestie een permanent en gewichtig thema in de bestuurskamer van het Sint Franciscus Gasthuis.

Op onze site hebben we nog een verhaal over het SFG : LINK




We ontvingen de volgende vraag van Martin de Hertog waarop nicht een antwoord had :

In het kader van mijn promotieonderzoek heb ik de volgende vraag.
Het St Franciscus Gasthuis is destijds waarschijnlijk gefuseerd met de Rijksopleiding voor Verloskundigen (waarschijnlijk ergens begin negentiger jaren) In welk jaar heeft deze fusie plaatsgehad. Onder fusie versta ik de juridische fusie.

Na de verhuizing naar de Kleiweg zette de eerder genoemde daling in, tot 728 bevallingen in 1980 en 584 in 1985. De verdrievoudiging die in het daaropvolgende lustrum werd gerealiseerd (1990: 1.915) was een direct gevolg van de integratie van het Rijksopleidingscentrum voor Vroedvrouwen in het Sint Franciscus Gasthuis.
Is integratie hetzelfde als juridische fusie? We hebben het dan over de periode 1985-1990.

Voer voor promovendi !




Edwin Bontjé heeft op Wikipedia ook een verhaal samengesteld over het St. Franciscus Gasthuis van Rotterdam:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Sint_Franciscus_Gasthuis

Waarop Ger van Dam reageert met:

Op de site van Engelfriet biedt Edwin Bontjé een en ander over confessionele ziekenhuizen. Naast het R.K. Sint Franciscus Gasthuis en het Sint Antoniusgesticht noemt hij het protestante Diaconessenziekenhuis. Hij had ook kunnen schrijven over het Clara ziekenhuis. Er was het niet-confessionele Coolsingelziekenhuis.

Het onderwerp relativeert het tegenwoordig zo gangbare begrip "secularisering". Het Latijn woord "saeculum" wordt daarin vertaald als "wereld". En dat is dan de samenleving buiten de kerken, de christelijke geloofsgroepen. De kerkgebouwen, vaak met scholen en bijgebouwen, stonden wel midden in die wereld. Rond 1900 ziet men een grootschalige inspanning van katholieken en protestanten op sociaal en medisch gebied, ondermeer weeshuizen en bejaardentehuizen. En niet te vergeten de wijkverpleging. Voor het basis- en secundair onderwijs zou men ook al snel eigen instellingen stichten.

Sint Franciscus en Sinte Clara, beide uit het Italiaanse Assisi, gaven hun naam aan twee ziekenhuizen. Nu rijdt er nog een tram met de naam van de alom bekende heilige Franciscus door Rotterdam. De katholieke kerk beschikte intern over tal van congregaties en orden, waarvan de zusters, broeders en paters gemakkelijk inzetbaar waren. Gemakkelijk, omdat zij door hun oversten te plaatsen waren. Zonder partner en kinderen kon dat zelfs van de ene dag op de andere. Bontjé noemt de landelijke overste van de Franciscanen: Antonius Kusters OFM. Zeker zo belangrijk is de inzet van de Derde Orde. Die naam vraagt uitleg. De paters en broeders Franciscanen vormen de Eerste Orde, de slotzusters Clarissen vormen de Tweede Orde. Maar vele leken waren aangesloten bij het derde segment de Derde Orde. Terzijde: verwarrend is wel, dat er ook nog eens religieuze zusters ook tot die Derde Orde behoorden. Een voorbeeld waren de Zusters Franciscanessen van Bennebroek die de scholen aan de Aert van Nesstraat bedienden.

De invloed van de leken van de Derde Orde was groot. Vanuit de geschiedenis waren katholieken min of meer gedwongen geweest zich in handels- en bedrijfsleven te ontplooien, uitgesloten als zij waren uit bestuur en militaire rangen. Als de liefdadigheid te pas kwam had men een goede en soms gegoede achterban.

Het Diaconessenziekenhuis zou later het Van Damziekenhuis gaan heten. Interessant is het fenomeen van deze protestantse diaconessen. Ook daar kende en kent men het religieuze leven (denk aan het tegenwoordige Franse Taizé), een "kloosterleven" dat bepaald geen "wereldse" arbeid uitsluit. Diaconaat is een functie die vooral in de katholieke kring bekend is. Tot voor enkele jaren was het een ambtswijding die voorafging aan de priesterwijding. Nu zijn er ook zg. "permanente diakens": leken die vaak getrouwd zijn en een gezin hebben. Waar de preek in de katholieke kerk een belangrijke plaats heeft gekregen, kan menige man met voldoende scholing daar optreden. Dat het ambt volgens het beleid uit Rome, zeer trouw gevolgd door het Nederlandse episcopaat, alleen aan mannen is toevertrouwd, blijft voor vele katholieken een discutabel punt. In andere sectoren van de samenleving/ maatschappij zien wij vrouwen voortreffelijk optreden. Maar terug naar die protestantse vrouwen. Haar precieze positie in de kerken ken ik niet. Behoorden zijn tot de grote Hervormde Kerk, de Gereformeerde of welke andere denominatie ook? Ik herinner me wel een soort habijt met witte kapjes.

Tenslotte nog even over het Sint Antoniusgasthuis. Ik weet nog niet of het de franciscaan Antonius uit de dertiende eeuw betreft of de veel oudere Antonius de Kluizenier. Deze laatste heeft via de oude orde van de Antonieters, die zich aan verpleging wijdden, wellicht het patronaat over deze instelling gekregen.

Mijn eigen ervaringen met deze huizen passen hier niet. Langdurige opname en overlijden van een kind in "Franciscus", het overlijden van Vader in het Diaconessenziekenhuis, het tientallen jaren durende verblijf van een oom (slachtoffer van de Spaanse griep 1918), docentschap op "Lucia" zijn enkele aanknopingspunten. Na 14 mei 1940 liep ik met mijn vader langs de puinhopen van het Coolsingelziekenhuis. Dat hospitaal was in 1892 de aanleiding geweest van confessionele groepen om eigen ziekenhuizen te stichten. Zo wereldlijk of seculier waren zij wel - en dat vanaf de allereerste eeuwen. De verzuiling en de ontzuiling zijn sociologisch te verklaren. De inzet van zeer vele mensen uit die voorbije tijden blijven te waarderen.





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

6 Maart 2007