Terug naar  Hans' homepage
Een e-mail sturen naar Hans? Zijn e-mail adres is hans@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Mijn bankleven in een notendop, deel 5

Mijn bankleven in een notendop verteld, maar het duurde wel bijna 36 jaar bij






hansmaasstad

Hans Engelfriet achter zijn, toevallig, net opgeruimd bureau,
want dit verhaal over zijn bankleven in een notendop zit er weer op




Klik hier om terug te gaan naar deel 4





Zoals gezegd, na een paar maanden voelde ik toch wel, dat ik dit werk wel had gezien. Op een gegeven moment stapte ik naar mijn chef en vertelde hem of het niet goed was, dat ik wat anders binnen de bank ging doen. Deze man gaf dit door aan de afdeling personeelszaken en al vrij spoedig moest ik mij daar melden.

In die periode was dat allemaal geen probleem. Er was werk voldoende en nog steeds stroomden nieuwelingen binnen. Op de afdeling personeelszaken werd mij verteld, dat in januari 1961 een functie vrij kwam bij de kasafdeling op de begane grond. Mij werd de functie van kasassistent aangeboden. Dit werk werd nu door één persoon verricht, maar het was zo druk, dat uitbreiding van personeel daar beslist noodzakelijk was. Er werd ook nog bij verteld, dat het daar heel hard werken was. Nu, ik vond het prima en aldus werd besloten en per 2 januari 1961 ging ik naar beneden naar de afdeling kas.

Nou dat was inderdaad wel wat anders, dan op de afdeling boekhouding. Wat een hectiek was dat en vaak drommen cliënten netjes wachtend voor de loketten met tralies. Er waren vier kasloges, waarvan er één speciaal voor vreemd geld was en één voor de grote afstortingen. De andere kasloges deden hoofdzakelijk alle andere uitbetalingen. Ik had het al snel door, dat er een behoorlijke omzet aan geld was. Dat begon al 's morgens vroeg met het legen van de nachtkluis. Hierin hadden de cliënten hun dagopbrengst gestort in cassettes. Dit gebeurde altijd op tijden, dat de bank gesloten was. Het kantoor ging altijd om 09.00 uur 's morgens open, dus het was zaak dit alles vóór die tijd af te handelen. Maar voor dit alles moest er eerst worden"gekelderd", zoals dat heette. Met een echt wagentje moest je samen met iemand anders alle grote trommels uit de kluizen halen. Dit gebeurde meestal iets nà 08.30 uur in de hoop, dat dan de liften niet meer door anderen gebruikt zouden worden, want er waren toch zeker wel drie van dergelijke transporten noodzakelijk. Al die trommels waren van dubbele sloten voorzien. Elke kassier had de sleutels van zijn eigen trommels en de hoofdkassier had alle sleutels voor de andere sloten.

Het voornaamste werk als kasassistent bestond uit het vervaardigen van nota's voor stortingen en uitbetalingen. De cliënt tekende een geschreven kwitantie en hiervoor moesten nota's voor worden gemaakt. Zo ook, maar dan omgekeerd voor stortingen. Wij waren dus met twee man voor vier loketten, dus een hele klus.

In die tijd ging er ook heel wat klein geld om. In banktermen werd dat "specie" genoemd. Al dat geld werd in zakken gehaald bij de Nederlandsche Bank en moest verwerkt worden in rolletjes.

Nu was hiervoor ook wel iemand aangetrokken, maar die kon dit alles alleen niet altijd aan. De vraag van vooral het winkelbedrijf c.q. de grote warenhuizen naar klein geld was enorm. Alles ging immers toen nog contant. Voor het rollen van klein geld was er al een machine, maar spoedig werd een 2e machine aangeschaft en vaak heb ik dus ook geld gerold. Je kunt je het nu niet meer voorstellen, maar in die tijd kwamen er veel lopers van bedrijven met enorme trommels en tassen "gewoon" op de fiets of brommer enorme hoeveelheden geld afstorten. Van geldtransporten met speciale wagens had toen ook nog niemand gehoord.

Maar ook omgekeerd was er een grote geldstroom. Veel bedrijven betaalden in die tijd hun personeel nog contant uit, net als de bank dus. Dus zo tegen het einde van elke maand vonden er forse kasopnames plaats. Ook dat ging gewoon mee in tassen of trommels.

Ook moesten de bijkantoren voorzien worden van contant geld. Hiervoor was een speciale chauffeur in dienst, die vaak met loodgieters tassen helemaal gevuld met geld en vele zakken specie, zeer regelmatig de bijkantoren bezocht. Ook enkele zeer grote cliënten werden door hem voorzien van geld.

Zoals gezegd, gebeurde deze geldtransporten zonder enige vorm van beveiliging. De grote loodgieters tassen werden voorzien van twee sloten. Van één van de sloten kreeg de chauffeur de sleutel mee en op de bijkantoren en bij de cliënten had men de sleutel van het andere slot.

Het is in die periode ook wel eens voorgekomen, dat ik naar de Nederlandsche Bank moest aan de Boompjes om zoals dat heette één ton duizendjes te halen.

bijbankgebouw

De Bijbank van de Nederlandsche / Nederlandse Bank aan de Boompjes

geopend in 1907

LINK

bijbankhoek

De Bijbank van de Nederlandsche / Nederlandse Bank aan de Boompjes

geopend in 1907

rechts op de hoek Kantoorboekhandel M.Wyt & Zonen

rechts de ingang van de Reederijstraat

bijbankhoofdtrap

De hal voor het publiek

links onder het raam de eerste steen gemetseld door Maria Veder

wat een prachtige opgang, wat een grandeur

bijbankgevel

De gevel van de Bijbank van de Nederlandsche / Nederlandse Bank aan de Boompjes

bijbankkoepel

De middenkoepel bovenaan de trap



Op 14 mei 1940 werd ook dit pand verwoest

certifikaatbijbank

Het van de Nederlandsche Bank aan de Boompjes opgehaalde geld, was dan meestal bestemd voor het toenmalige kantoor aan de Westersingel, waar vele grote bouwbedrijven cliënt waren en waar dus ook heel veel contant geld om ging.

Wij hadden ook een bijkantoor aan de Goudserijweg, tegenover de daar jaren lang gehouden veemarkt. Ook daar ging alles contant.

urinoirveemarkt

Ik weet nog goed, dat ik in de winter van 1961/1962 op de fiets naar dat kantoor moest om geld te brengen. De grote tas achter op de fiets met de bekende sloten. Het was die dag erg koud en het ijzelde ook nog, dus toch maar wat voorzichtiger rijden. Maar helaas….op een gegeven moment ging ik toch onderuit. Gelukkig had ik niets ernstigs, alleen…..er zat een gat in mijn broek. Nu, eerst maar even het geld afgeven en toen maar weer voorzichtig terug naar de Blaak. Aldaar ging ik naar de hoofdkassier en meldde, dat ik een gat in mijn broek had, omdat ik gevallen was tengevolge van de ijzel. Nu, de hoofdkassier was helemaal niet onder de indruk. "Dan moet je maar uitkijken" was zijn antwoord en daar kon ik het mee doen.





Klik hier om verder te gaan naar deel 6







Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

24 Juni 2005