Dit verhaal hoort bij ons verhaal over het Witte Huis
Johannes Hendrikus Stelwagen
1856 - 1918
Stelwagen was de aannemer van het Witte Huis.
De aanbesteding van Het Witte Huis was vastgesteld op maandag 21 juni 1897. Onder de aannemers was echter enige onrust ontstaan. Wat hun zorgen baarde was dat zij niet wisten welke personen het initiatief hadden genomen voor het opzienbarende project, en dus, indien dat nodig zou zijn, welke personen aansprakelijk konden worden gesteld. In het bestek van de architect was daar met geen woord over gerept.
De aannemers waren bovendien niet tevreden met de arbitragebepaling in de Algemene Voorschriften van het bestek. Zeker gezien de enorme hoogte van het kantoorpand, een noviteit voor iedere aannemer - met de bijbehorende risico's, moest dat behoorlijk worden geregeld.
Het bestuur van de afdeling Rotterdam van de Nederlandsche Aannemersbond stuurde daarom tien dagen voor de aanbesteding een brief naar Molenbroek :
WelEdele Heer
Naar aanleiding van het door U op 21 dezer aan te besteden werk, het bouwen van het zoogenaamde Witte Huis aan de Gelderschekade alhier, nemen wij de vrijheid UEd beleefd te verzoeken aan de Algemeene Voorschriften van het bestek, nog de volgende bepaling te willen toevoegen :
In afwijking van par 475 der A V van W, H en N., vastgesteld 12 september 1882, zal in elk geval van verschil, arbitrage worden toegepast, waarbij een arbiter te benoemen door de Directie, een door den aannemer en een door partijen.
Verder wenschen wij UEd te verzoeken, dat door UEd worde bekend gemaakt de naam van den principaal, ten wiens behoeve deze besteding plaats heeft en, ingeval de besteding mocht uitgaan van eene Maatschappij, welke heeren zich dan, namens die Maatschappij, tot persoonlijke borgen verbinden.
Eerstgenoemde bepaling wordt in den laatsten tijd in de meeste bestekken opgenomen of daaraan toegevoegd.
Wij vertrouwen dan ook dat bij U geene bezwaren zullen bestaan, om de billijkheid van ons verzoek te erkennen.
Beleefd verzoekende voor de besteding uw geëerd antwoord te mogen ontvangen,
Hoogachtend,
Namens het Bestuur der afdeeling Rotterdam van den Nederl. Aannemersbond.
G Keij, Voorzitter
J. H. Stelwagen, Secretaris
Architect Molenbroek reageerde niet direct, maar de ochtend voor de aanbesteding kwam bij het bestuur de volgende reactie binnen :
Mijne Heeren !
Ingevolge uw ontvangen schrijven dd. 11 Juni l.l. deel ik U hierbij mede, dat ik mij met den inhoud van uw schrijven in principe kan vereenigen en ik na de aanbesteding van de contracten hiervan goede nota zal nemen.
Het gebouw genaamd Het Witte Huis gaat uit van de Naamlooze Vennootschap Het Witte Huis, terwijl zich de directie, zijnde de heeren G.H. en H.M. van der Schuijt, zich persoonlijk aansprakelijk stellen.
Hoogachtend,
W. Molenbroek, Architect.
Het antwoord zal naar tevredenheid van het bestuur van de Aannemersbond zijn geweest, want zowel voorzitter Keij als secretaris Stelwagen leverden 's middags een envelop bij Molenbroek in.
Wie zou er uit de bus rollen, was de vraag die de tien aanwezige Rotterdamse aannemers ongetwijfeld gesteld zullen hebben, toen de architect begon met het openen van de enveloppen. Nadat de namen en de bedragen een voor een waren opgelezen, was duidelijk dat aan aannemer J.H. Stelwagen de eer toeviel het pand te mogen bouwen.
Tussen het hoogste bedrag en het laagste bedrag bleek ruim 24.000 gulden te zitten.
De volledige uitslag luidde:
- A.G. Sondermeijer f 152.183.-
- Th.L. Kamers f 149.906,-
- C.A. Zanini f 145.779.-
- C.Smit f 145.000,-
- G. Keij f 142.600,-
- A. Henkemans sr. f 138.500.-
- J.J.Gort f 131.300.-
- M. van der Spek f 130.460,-
- W. van Leeuwen jr. f 128.990.-
- J.H. Stelwagen f 127.900.-
Het project viel echter veel duurder uit dan verwacht. Door de slappe grond moest er veel meer en dieper geheid worden dan voorzien. Men dacht aan 600 heipalen van 16 meter lengte.
Tijdens de voorbereidende sloopwerkzaamheden zakte een huis in eigendom van de opdrachtgever (Van der Schuijts) in elkaar. Ook een aangrenzend pand dreigde in te storten. En hoe werd dit opgelost, men kocht het op instorten staande huis, waardoor het Witte Huis aanzienlijk kon worden uitgebreid.
Tijdens het heien dreigden de kademuren van de Wijnhaven te bezwijken, ook kon de naastgelegen Jan Kuitenbrug niet meer open en dicht. Gemeentewerken besloot de verbindingen tussen brugdelen en kademuur los te maken. Vreemd was dat niet de aannemer aansprakelijk werd gesteld voor de schade, maar de toekomstige eigenaars van het Witte Huis.
1912
Naast het Witte Huis nog een heel klein stukje Hotel Weimar
Rechts de Jan Kuitenbrug
Op 24 september 1860 werd door Willem III de Koningsbrug geopend
de verbinding tussen de Boompjes en het Haringvliet
de Koningsbrug over de Oude Haven, rechts de Jan Kuitenbrug
Na 1 jaar bouwen vond op 1 september 1898 de oplevering plaats door aannemer Stelwagen.
Johannes Hendrikus Stelwagen werd in 1856 in Rotterdam geboren. De familie van
zijn vader was enige jaren daarvoor vanuit Brabant naar de stad gekomen. Vader en
oom verdienden hun brood in de bouw, als timmerman en metselaar. Van hen leerde Johannes Hendrikus het vak.
Zijn oom, Hendrikus Stelwagen, richtte een aannemersbedrijf op. In 1892 zette J.H. Stelwagen dat bedrijf voort.
Srelwagen was voor die tijd al actief in de aannemerij. Het eerste grote werk dat op
zijn naam kon worden geschreven was de bouw van Tivoli aan de Coolsingel in 1890.
De aanleg van de Rijnhaven zorgde voor verhoogde bouwactiviteiten. De pakhuizen van Blaauwhoedenveem en Pakhuismeesteren werden door Stelwagens aannemersbedrijf tussen 1892 en 1895 gerealiseerd.
Ook buiten Rotterdam deed Stelwagen wel eens mee aan een aanbesteding, in 1895 verzorgde hij de bouw van de remonstrantse kerk in Den Haag.
Ook na realisatie van Het Witte Huis bleef J. H. Stelwagen voornamelijk actief op het terrein van utiliteitsbouw. Zo werd hem de bouw gegund van de N. V. Wissel- en Effectenbank aan de Noordblaak (1903) en de Bijbank der Nederlandsche Bank aan de Boompjes (1906).
Veel van Stelwagens bouwprojecten zijn uit het straatbeeld verdwenen. De Onze-Lieve-Vrouwekerk aan de Wijnhaven - door hem in 1901 gebouwd - overleefde het bombardement niet.
De eveneens door Stelwagen gebouwde parochiekerk van de H. H. Laurentius en Elisabeth aan de Mathenesserlaan daarentegen overleefde de oorlog wel. J. H. Stelwagen was parochiaan en werd via een onderhandse aanbesteding in 1906 met de eerste fase en in 1908 met de tweede fase van de bouw belast. Hoe de kerk er definitief uit zou komen te zien, heeft hij door zijn overlijden nooit meer kunnen aanschouwen. Met de laatste fase van de bouw van deze kerk - het voorfront met toren - kon door allerlei omstandigheden pas in 1920 worden begonnen.
Stelwagen beëindigde in 1912 zijn aannemersbedrijf. Zijn gezondheid was zodanig achteruitgegaan, dat werken niet langer verantwoord was. Het pand aan de Mathenesserlaan, waar hij sinds 1900 met vrouw en zes kinderen woonde, werd verkocht. De laatste jaren van zijn leven verbleef hij in de bosrijke omgeving van Renkum, Johannes Hendnkus Stelwagen overleed daar in 1918 op 61-jange leeftijd.
We kregen de volgende reakties:
Hartelijk dank voor het leuke verhaal inklusief de foto van Johannes Stelwagen. Mijn vader vertelde altijd, dat zijn oom Jan het Witte Huis in Rotterdam gemaakt had.
Jan Stelwagen was de man van tante Til (Anna Mathilda Dederika Bustin). Haar zuster Anna Helena Bernardina was getrouwd met Leonardus J.M. van Velzen, de opa van mijn vader dus. Maar hij was al overleden toen mijn vader nog geboren moest worden. Hij kende hem dus alleen van de verhalen en we hebben later nog een ode gevonden op het 70-jarig bestaan van de elektr.banketbakkerij Leo van Velzen van zijn hand, een leuk humoristisch verhaal op rijm. Kortom oud-oud oom Jan is voor mij ook een beetje gaan leven.
Ik ben overigens op de site terechtgekomen door het feit, dat Het Witte Huis op de 3e of 4e plek van de verkiezing van het mooiste gebouw uit Rotterdam stond. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid op.
José H.J. Hopman-van Velzen
Met genoegen het verhaal over het Witte Huis en het commentaar van José H.J. Hopman-van Velzen. Ook bij ons ging het verhaal dat een oom (de peetoom van mijn moeder Anna Mathilda Dederika Posters, haar moeder was de zus van AMD Bustin) het Witte Huis had gebouwd. Ook wij zijn er vreselijk trots op en vinden het eigenlijk een beetje van ons.....
Hans Festen