Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over de Rotterdamse stegen en wat zich daar afspeelde

In het boek De Rotterdamse stegen en wat zich daar afspeelde neemt Peter Troost ons mee naar het labyrint van sloppen, stegen en gangen rondom de Zandstraat, de Schiedamse Dijk en de Goudsesingel.

Peter Troost schetst het ontstaan van deze buurten in een ver verleden, maar laat ons ook kennismaken met het proletariaat, dat er tot het bombardement in 1940 alles aan deed om zich in hun trieste bestaan staande te houden.

Velen bonden de strijd tegen de armoede aan met alle wettige en onwettige middelen. Maar de meesten van hen probeerden op een fatsoenlijke en eerlijke manier een karig stuk droog brood te verdienen. Zieken en oude afgeleefde mensen moesten berusten in hun lot. Zij hadden geen andere keus. De doorzetters konden zich met hard werken en veel geluk omhoog werken en werden bekende en gewaardeerde zakenlieden.

Iedere Rotterdammer kent hun namen, maar omwille van de privacy noemt de schrijver deze niet. Het was een apart volkje, de bewoners van de krottenwijken. Mensen met een andere moraal en een andere taal. Optimistische mensen die tegen beter weten in een handeltje begonnen waar geen droog stuk brood mee te verdienen was. Mensen, die met het minste en geringste meevallertje een gat in de lucht sprongen van geluk.

Zij waren arm, maar wisten niet beter. Het was de rol die zij op deze planeet toebedeeld hadden gekregen.

De Rotterdamse Stegen, en wat zich daar afspeelde... Een boek dat de moeite waard is om gelezen te worden. Een boek dat ons leert dankbaar te zijn om in deze tijd te mogen leven.

troostboeken@hotmail.com

Peter Troost schrijft ook in zijn voorwoord:



Op onze site hebben we niet zo heel veel foto's van Rotterdamse stegen, nieuwsgierig welke we wel hebben en hieronder laten zien, maak dan gebruik van onze zoekmachine:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Zwanensteeg en klik op ENTER

De paar foto's komen van onze site, maar Peter heeft er nog veel en veel meer, de meesten zeer uniek trouwens! Laten we dus maar met een paar foto's die op onze site staan, beginnen:

zandstraat1910

De Zandstraat

zwanengangro

De Zwanengang

.......was de smalle Vrouwenhuisgang , beter te zien op de volgende foto :

oudevrouwenhuisstraatje

Op de foto kijken we in de richting van de Hoogstraat, dus links zijn de uit 1622 daterende huisjes voor Oude Vrouwkens. Een man is aan het werk gezet, hij moet de tuinbonen doppen !!!

boefjethoolenstraat1910

De Thoolenstraat in 1910

Het nog geen 3 meter brede straatje loopt van de Bredestraat naar de Goudsesingel. Gebouwd in 1826 door Johannes Thoolen. Aan de ene kant huizen met 1 vertrek, aan de andere kant huizen met 2 vertrekken. Van de 3 deuren rechts zijn de 2 buitenste voor de bovenwoningen.

boefjethoolenstraat18in1913

De Thoolenstraat in 1913

Het vertrek is 3,35 x 3,75 meter en dit voor een heel gezin.......

boefjeleeuwenlaan1910

De Leeuwen"laan" (......) in 1910

Verbindings"laan" tussen Rodezand en Coolvest. Aan het eind van de laan stond de korenmolen De Hoop op de Coolvest



Een paar willekeurige fragmenten uit het zeer goed gedokumenteerde en geillustreerde boek van Peter Troost over de Rotterdamse stegen?

Het zal de lezer opvallen, dat niet elke 'steeg' een echte steeg was. Bijvoorbeeld de Hoofdsteeg, een drukke winkelstraat met een bloeiende middenstand, een groot modern hotel-restaurant Coomans, het bekende kledingmagazijn Esders, een lunchroom en een grote verscheidenheid aan kleine gezellige winkeltjes.
Ook de Molensteeg, al was dat een smalle straat, werd door het winkelende publiek druk bezocht.
Maar er waren ook stegen waar de ratten vrij spel hadden. Stegen met uitstuitend vervallen pakhuisjes en onbewoonbaar verklaarde woningen. Stegen waarover liever niet geschreven wordt, maar die niet minder interessant waren omdat zij nu eenmaal bij dat oude Rotterdam hoorden.
Voor de Rotterdammer van deze tijd is het goed om te weten, hoe hun grootouders leefden. Zij mogen zich gelukkig prijzen, dat zij in de tegenwoordige tijd, met alle gevaren van dien, mogen leven.
Het zal de lezer ook opvallen, dat sommige stegen vaak van naam veranderden. Dat was vooral het geval wanneer een steeg een nieuwe eigenaar kreeg.
Vaak werden de verschillende namen ook nog door elkaar gebruikt, wat het samenstellen van een stegenboek er niet gemakkelijker op maakte.

Op de hoek van de Leeuwenlaan en de Nieuwsteeg stond later het bruine café van Nol de Jong. Het was een proeflokaal met biljart. Jan Duizendhaar was er vaste klant. Hij had natuurlijk niet één haar op zijn hoofd, vandaar die naam. Volgens Nols zoon had zijn vader een van de bekendste en geliefdste cafés van de Polder. Vooral op zaterdag- en zondagsavonden was het er stampvol. Dan speelde Jan van der Steen daar, de 'kampioen harmonicaspeler' van Rotterdam.
Nols vrouw bakte dan een lekker visje.
Op een handwagen haalden de jongens een mand vol schelvis op de Vismarkt. Een biertje of een borreltje kostte toen vijf centen. Er werd in dat proeflokaal van Nol wat afgelachen…!

Een van de stamgasten van zo'n logement, een man zonder benen, zat dagelijks te bedelen voor de Dominicaanse kerk op de Hoogstraat. Het was een goede post, waar menig vrome kerkganger zijn geweten met een aalmoes kon sussen.
Toen hij op een zwak moment een passerende dame bij de kuiten greep, was het gedaan met de liefdadigheid en moest hij zijn drukbezochte plekje hals over kop verlaten.
Dikke Kobus, die vrijwel totaal verlamd was, werd elke morgen door zijn kamergenoten op een handwagen geladen. Hij bezocht vooral de buitenwijken.
's Avonds werd hij stomdronken opgehaald om laveloos het logement te worden binnengedragen.

Rond 1850 loosde het dienstmeisje nog de po van de patriciër in de Vest, waar de worstmaker juist zijn varkensdarmen stond te spoelen!

Lopen wij een stukje verder de Dijk op dan komen wij bij de Karrensteeg. Zij dankt haar naam aan het stadskarrenhuis, of de paardenstal, die was gelegen vlak bij de Binnenwegsebrug tegenover de Oude Binnenweg. Aan het eind van de Karrensteeg was het vermaarde restaurant van Jos Wolff gevestigd.
Halverwege de steeg was het café van George Hess. Deze kastelein had geen vergunning voor het schenken van sterke drank en het lot wilde, dat hij er zelf zo'n liefhebber van was.
Daarom ging hij een paar maal per dag naar de Zwanensteeg om bij de waterstoker twee cent heet water te halen, zogenaamd 'om zijn bierglazen' te spoelen.

Het begrip 'gevallen vrouwen' zei de kinderen van de Dijk niets. Zeker, er brak wel eens iemand bijna zijn nek over zo'n Rotterdamse straatkei. Maar waarom men deze vrouwen speciaal gevallen vrouwen noemde, kwamen zij pas veel later achter. Men sprak ook vaak over vrouwen met zwakke hieltjes en daar begrepen zij niets van.
Waarom deze aardige tantes iedere man, die zij 'toevallig' tegen het lijf liepen, uitnodigden om 'gezellig' met haar naar bed te gaan, begrepen die kinderen helemaal niet.
Naar bed! Terwijl het 's avonds juist zo gezellig op de Dijk werd…? Eén van de dames werd 'De Koningin van Suez' genoemd. Zij was een kenau en had het uiterlijk van een nijlpaard.

De Thoolenstraat dateerde van 1826, toen Johannes Thoolen vergunning kreeg om de voormalige Diaconie of Lidmaatschappenhuis van de Hervormde Gemeente in de Breedestraat af te breken om er een nieuwe straat te bouwen. Bovendien mocht hij aan deze straat zijn naam verbinden. Aan de oostzijde bouwde hij 19 en aan de westzijde 26 huisjes, verdeeld in boven- en benedenwoningen, ieder voorzien van een stookplaats. Zondagsmorgens werd er op straat met dobbelstenen kassie gegooid.
De steeg rook altijd naar uien. Met het pellen van uien verdienden de vrouwen hun brood

Tegenover het Weeshuis in de Goudsewagenstraat lag de Tegelbakkersgang. Het was een onopvallende gang, men liep er ongemerkt voorbij.
Toch zullen wij er even bij stil blijven staan. De gang was genoemd naar Joachim Fransz. Oudaen, die hier in de 17de eeuw een tegelbakkerij bezat. Joachim werd op 7 oktober 1628 geboren te Rijnsburg en overleed op 28 april 1692 te Rotterdam. In 1669 was hij hoofdman van het Sint Lucas Gilde. Hij was een verdienstelijke dichter en in 1665 verscheen van hem de 'Beschrijving der wijdgeroemde koopstad Rotterdam', samen met de gravure 'Rotterdam' van Jacob Quacq. Op 6 april werd een zijstraat van de Jonkerfransstraat naar Oudaen vernoemd. Deze straat werd in 1940 door het bombardement verwoest.
Na de oorlog werd de Oudaenstraat tussen de Dirk Smitstraat en de Crooswijksekade herbouwd.

Dat was ook het geval toen het gerucht de ronde deed, dat er zich op de Dijk een spook ophield.
Het spook van de werkloosheid waarde door het land, evenals het spook van de duurte. Maar een écht spook? Nee, daar had niemand op gerekend!
Het jaar was nog maar een week oud toen de griezel met veel lawaai van zich liet horen. En wel midden op de Schiedamsedijk! De bewoners van het eerder genoemde dubbelpand 173 hadden hem duidelijk gehoord. Tegen het vallen van de duisternis hoorden zij een hevig gestommel op hun zolder.
Misschien was er iets los gewaaid of omgevallen, dachten de mensen in de buurt. Maar een nachtelijke inspectietocht leverde niets op. De volgende avond deed het verschijnsel zich weer voor.
Nu zelfs in heviger mate.
Het was of er zware karren heen-en-weer werden gereden en of er grote kerels over de krakende zolder marcheerden.
Opnieuw kroop een moedige bewoner op handen en voeten en met angst in zijn hart de muffe zoldertrap omhoog.
Maar opnieuw zonder enig resultaat. Het was een vreemde zaak, waaraan zo spoedig mogelijk een einde moest komen. Vooral ook, omdat de kinderen in de wijde omtrek geen oog meer dicht durfden te doen.
Intussen deden de meest sinistere verhalen met een ongelooflijke snelheid de ronde.
Van heinde en vérre stroomden grote groepen nieuwsgierigen naar de Dijk in de hoop een schim van het spook te kunnen opvangen.

'Kijk, een spook!', riep het winkelmeisje van bakker August Schenk vol afschuw. Iedereen keek verschrikt in de aangewezen richting en inderdaad, achter het linker zolderraam was er een witte schedel met vurige ogen zichtbaar. Angstig verschool opa zich achter de mensen die gefascineerd toezagen hoe het zolderraam met een ruk werd opengeworpen, om even later weer langzaam door een witte benige hand dicht getrokken te worden.

De volgende avond was er op de Dijk meer volk op de been dan ooit. Op de spookzolder was het nu alsof er sleperswagens heen-en-weer reden en of er over de wrakke zolder hele regimenten huzaren paradeerden. Vanaf de straat zag de aanzwellende menigte opnieuw het griezelige witte dodenmasker met de gloeiende ogen achter het dakraam.

Op een gegeven moment maakten zich een paar stevig gebouwde dijkbewoners uit de menigte los en boden zich aan om het geheim te gaan ontsluieren.
'Mensen!', riep de aanvoerder met bravoure, 'we zijn toch geen kleine kinderen meer. Wie gelooft er nu nog in spoken?' De menigte was het roerend met hem eens, maar bewonderde toch de moed van deze dappere vrijwilligers.
Onder spontaan applaus aanvaardde het koene viertal de avontuurlijke tocht naar het mysterie.
Een buurvrouw, die al eerder blijk had gegeven dat zij haar mannetje stond, sloot zich bij de expeditie aan.
Bij de zoldertrap gekomen werd de flinkste kerel naar voren geschoven. De anderen volgden hem op de voet. Men kon op een aardedonkere zolder nooit voorzichtig genoeg zijn.
Toen de eerste man zijn hoofd voorzichtig boven het zolderluik uitstak verstijfde hij van schrik. Over de stoffige vloer vloog een witte sluier op hem af. De man slaakte een kreet en vluchtte als een bezetene de zoldertrap af, alles wat hem in de weg stond met zich meesleurend. Er ontstond een helse paniek waarbij de vrouw totaal onder de voet werd gelopen. Toen de helden weer veilig op de hoekige keien van de Dijk waren beland, vertelden zij met knikkende knieën dat zij het spook met eigen ogen hadden gezien en dat zij op het nippertje het gevaar hadden kunnen ontwijken.

Op welke manier het verder afliep, daarvoor moet je natuurlijk het boek lezen van Peter Troost over de Stegen van Rotterdam oftewel de Rotterdamse Stegen..........


En zo zouden we nog uren door kunnen gaan natuurlijk.... WANT achterin het boek over de Rotterdamse Stegen staat een schitterend overzicht van, naar we mogen aannemen, alle door Peter Troost gevonden stegen en gangen van Rotterdam.

Aangezien wij een zeer intensief bezochte site zijn, dankzij o.m. goede relaties met Google, hopen we dat veel Googelaars d.m.v. deze lijst naar deze pagina kunnen lokken en dus zo weer naar het boek van Peter Troost.

Bij het overtypen doen we alleen de namen die we, uit het hoofd, nog zeker niet ergens hebben op onze site....

Uit het boek van Peter Troost over de Stegen van Rotterdam oftewel de Rotterdamse Stegen:



Dit zeer humoristische boek over de Rotterdamse stegen en wat zich daar afspeelde, is in eigen beheer uitgegeven door

© Peter Troost.


Het boek over de Rotterdamse stegen kan besteld worden, via email bij Peter Troost:

troostboeken@hotmail.com



VAN HARTE AANBEVOLEN


Bezoek a.u.b. ook de site van Peter Troost:

http://home.hccnet.nl/p.v.d.corput

Op onze site kun je ook meer over het boek Obers per uur vinden, ook geschreven door Peter Troost!

Obers per uur

En ook over dit boek van Peter Troost kun je iets vinden op onze site Bruggen in Oud Rotterdam, ook geschreven door Peter Troost:

Bruggen in Oud Rotterdam

Via deze LINK kun je ook informatie vinden over volgende boek van Peter Troost:

De Hoogstraat

Toen Rotterdam nog oud was






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

27 Oktober 2009