Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Alie vertelt over het oorlogsjaar 1944

Ik heb geschreven over het bombardement op Rotterdam op 10 mei 1940. Ook over de razzia's, die gehouden werden, zelfs in de kerk gebeurde dat. Nu wil ik nog wat vertellen!!

jongensmetgamellen

Rotterdamse jongens schrapen de gamellen van de gaarkeuken leeg

De oorlogsjaren waren vreselijk, er was niets meer te koop, de etalages waren leeg en er was een vreselijke honger. Er waren gaarkeukens en dan moest je al je bonnen inleveren en dan kon je daar één maaltijd per persoon komen halen en betalen!!
Maar dat heb ik nooit gedaan. Ik scharrelde maar hier en daar wat. Het lukte mij aardig hoor!!

Ik ben ook begonnen met ruilen. Je zult vragen: hoe ging dat?? Je had enkele winkels en daar mocht je een advertentie op het raam plakken voor 25 cent. Ik schreef bv:

Een bijna nieuw bedlaken, twee persoons, te ruilen voor peulvruchten.

Dat waren dan bruine bonen, groene erwten enz. en ons adres erbij en dat lukte soms aardig hoor. Mijn vader zei eens op een keer: "Kind ik heb twee paar schoenen en ik kan er maar één paar toch dragen, ruil die schoenen maar". Nu, dat moest lukken dacht ik en ik schreef een advertentie:

Aangeboden een zoo goed als nieuw paar zwarte hoge schoenen, maat 42,
het zijn Welfschoenen ( dat was met ingebouwde steunzolen)
en ons adres Pijnackerplein 7b.

En jawel hoor, ze kwamen erop af, maar wat ik er voor kon krijgen: een half pond erwten of bonen, dat vond ik te weinig hoor.

Maar toen kwam Nico Vink, dat was een aardappelenboer en woonde in de 1e Pijnackerstraat. Ik dacht, dat zit wel goed ( ja, ik kon goed zaken doen). En ja hoor, hij wilde die schoenen graag zien, ze waren voor zijn vader. Nu ik liet ze zien en hij vond ze prachtig en toen begon het onderhandelen.
Hij begon met 10 kilo aardappelen. Nu, mijn hersens gingen werken en ik dacht, als jij zo begint met 10 kilo aardappelen, dan weet ik het wel. Dus ik begon de schoenen erg aan te prijzen, er zaten ook nog bijna nieuwe veters in, zei ik. Nu zei Nico: "Ik heb ook nog wel wat peulvruchten". Na veel wikken en wegen werden wij het eens over het ruilen. En weet je wat het was geworden? 15 kilo aardappelen, 3 pond bruine bonen en 3 pond kapucijners!!! Ik kon wel zingen van blijdschap. Hij wou de schoenen vast meenemen, maar dat deed ik niet. Ik zei: "Ga uw spullen maar halen en dan steken wij gelijk over". En dat lukte!!! Wat waren wij allemaal gelukkig met die ruil. Ik ging ook wat brengen bij mijn schoonouders, dus ook daar een blij gezicht. Zo heb ik veel geruild en dat lukte aardig.

kinderenbrandstof

Ook kinderen zoeken naar brandstof

De winter 1944 - 1945 was bitter koud, het vroor vreselijk en er waren geen kolen, dus niet veel warmte in huis. Als je een plank had of een oude stoel, die hakte je kapot en dan brandde de kachel weer even en daar kookte je het eten op. Men ging 's avonds vroeg naar bed om warm te worden en je deed mantels en jassen op je bed en zo kreeg je wat warmte.

Buiten werden bomen omgehakt. Dat moest 's avonds in het donker gebeuren. Het is mijn broers ook wel eens gelukt en als de boom dan was omgehakt, dan moest de boom naar huis en ik droeg de zaag en bijl. Dan als de boom binnen was, gauw de deur dicht en zo lag de boom op de trap en allemaal waren wij blij en moe. Maar dan moest de boom nog in stukken gezaagd worden: een heel werk hoor en het mocht niet veel lawaai maken, want je verraders sliepen niet!!

Het was een vreselijke tijd. Veel mannen zaten in Duitsland en men hoorde niets meer van hen. Ook mijn man was in Duitsland en de vrouwen kregen geen geld (ik ook niet). Maar met elkaar ging het goed. Je zorgde allemaal voor je familie en er was een grote eensgezindheid, maar o, wat verlangden wij naar de bevrijding. Ik had een klein beetje koffie in een zakje bewaard voor als we bevrijd zouden zijn.

Deze winter van 1944 - 1945 is vreselijk geweest; het was een vreselijke koude winter, het vroor ontzettend hard, alles was stijf bevroren, de waterleidingen waren bevroren, alles was bevroren of was kapot. Veel mensen stierven van kou en honger. Lijkkisten waren er niet meer, de doden gingen zo het graf in.

Nu, na jaren spreekt men nog van "de hongerwinter". Mijn broer Maarten kwam elke morgen voor hij naar kantoor ging even aan om het oorlogsnieuws te vertellen. Hij had buren en die luisterden naar de Engelse zenden (stiekem hoor!!) en die kwamen hem het nieuws dan vertellen en mijn broer kwam het bij ons vertellen. En weet je wat mijn moeder voor hem altijd bewaarde? Een vierde gedeelte van haar boterham; er zat niets op of aan, alleen maar een stukje brood en ik bewaarde een kopje warm water, want thee was er ook niet meer, maar Maarten zat te smullen.

Nu ik dit schrijf denk ik nog wel eens: O, Maarten, wat had jij een moed om altijd naar je ouders te komen met wat oorlogsnieuws.Hij heeft mij na de oorlog wel eens verteld: "Ach zus, als er geen nieuws was dan verzon ik maar wat" Heerlijk toch hè?? Want onze ouders keken er naar uit en dan klonk het : "Zou Maarten nog komen met wat nieuws??"

Zo sukkelde wij allemaal door, het was vreselijk: honger, koude, geen licht en twee uur gas per dag, dan moest je zien, dat je alles klaar had staan, wat water warmen om te wassen en voor iets om eten te maken, alles in die twee uur. Soms ging het gas eerder uit en dan zette je wat je gekookt had in kranten gepakt in een bed en daar gingen weer alle dekens over, ook jassen en mantels gingen er overheen en zo bleef het warm en had je 's avonds nog een warm bed.
Mijn Hansje, toen één jaar oud, mocht 's avonds ook nog even in dat warme holletje liggen en dan zong ik een versje en dan lachte hij zo lief!!!

wonderkacheltje

Het wonderkacheltje, ook wel stookduveltje genoemd

Ik had een heel klein kacheltje op de kop getikt, het kostte nog f. 35,00. We noemden dat een stookduveltje. Stelt u voor: een blik, de grootte van een klein emmertje en binnen stond dan weer een klein blikje en daar deed ik dan een paar kleine papiertjes of stukjes hout in en dan aansteken en er bij blijven zitten, want anders ging het vuurtje uit. Een plank uit de kast werd klein gemaakt, ook oude boeken, die werden ook verscheurd voor het kacheltje om te branden, alles wat kon branden gebruikte ik.
Zelfs mijn vaders hoge hoed ging er aan. Ik zei toen:Pa je hoed brand lekker hoor en dan lachten we maar eens!! En dan was het weer: wanneer worden wij bevrijd!!!
Toen ging het gerucht, het was maart of april en toen kwamen er vliegtuigen en die gooiden voedsel naar beneden en dat was ergens in Terbregge. Mijn ouders zouden op Hans passen en ik zou gaan kijken of het er was. En dus lopen naar Terbregge en ik had een kussensloop meegenomen.

Toen ik daar kwam, stonden er al veel mensen en ik denk na één uur hoorden we vliegtuigen en ja hoor, er werd wat gegooid, er was politie en die gingen organiseren. Iedereen moest blijven staan en het zou eerlijk verdeeld worden en we gehoorzaamden ook nog hoor!!

terbregsbrood

De vliegtuigen boven Terbregge brengen Zweeds Wittebrood

Het was uit Zweden "wittebrood". Mijn leeftijdgenoten weten het allemaal nog dat "Zweedse wittebrood". Ik had tenslotte ook een heel brood en nu vlug naar huis lopen en toen ik thuis kwam kreeg iedereen een snee brood en wat was dat heerlijk, het was een gebakje die boterham met niks er op of aan.
Mijn moeder zei: "Dit is manna uit de hemel". Er kwamen nog meer vliegtuigen met brood, maar het werd goed verdeeld, iedereen kreeg zijn portie. Zo sukkelden we maar verder en altijd die gedachten hadden wij bij ons: "Wanneer komt de bevrijding!!! "

Dat was mijn oorlogsverhaal uit de jaren 1944 - 1945. Mijn volgend verhaal zal gaan over:

En toen kwam de bevrijding !!!




We kregen de volgende reakties:

Dat het Zweeds wittebrood uit de hemel kwam berust op een misverstand.
Per schip onder de vlag van het Rode Kruis is aan het eind van de hongerwinter meel en margarine aangevoerd in de Rotterdamse haven.
Hiervan is het zg. Zweedse wittebrood gebakken.

In de laatste 2 weken voor de duitse capitulatie vonden de zg "airdroppings" plaats op door de bezetter aangewezen terreinen, in Rotterdam o.a. bij Terbregge.
Hierbij werd een keur van levensmiddelen uitgeworpen, die langs de toenmalige levensmiddelendistriebutiekanalen in per woonwijk aangewezen winkels terecht kwamen.

Al deze levensmiddelen waren afkomstig uit geallieerde legervoorraden.

met vriendelijke groeten

J.J. van Houte





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

14 Augustus 2004