Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Een anekdote over iets uit Rotterdam, geschreven in 1941 :

De hondenmarkt en sijsjesmarkt van Rotterdam

Prachtige OCR verhalen uit een van onze boeken, Aad vindt het heerlijk om ze te lezen, hopelijk jullie ook ....enne let niet op kleine OCR foutjes

duivenvrouwtje

Het duivenvrouwtje

LINK

Wat de hondenmarkt betreft, daar heerschte altijd een levendiger discussie tusschen handelaars en candidaat-koopers dan op andere afdeelingen van de markt. Je hoorde er de meest krachtige betoogen, om te bewijzen, dat een hond van een jaar of negen nog geen twee jaar oud was, en ze gaven je er altijd duizend maal liever je geld terug, dan dat ze je, wat het doopceel van een hond aangaat, ook maar in 't minst zouden misleiden. Je had er anders heel wat voorgoed bedorven exemplaren onder - onder die gewezen waakhonden, trekhonden en door mishandeling valsch gemaakte dieren. "Meneer, ik weet, hoe die bestaat!" was een steevaste hondenkoopmansuitdrukking, als je het soms waagde twijfel te opperen aan de goede kwaliteiten van een aangeprezen hond.

Het volgende overkwam eens een kennis van me, die nogal veel markthonden kocht. Hij had met een hondenkoopman geconditionneerd, dat hij een hond, die hem wel aanstond, maar aan welks "karakter" hij twijfelde, een paar dagen op zicht zou houden. Thuisgekomen had hij den nieuwen huisgenoot zoo lang aan een tafelpoot vastgelegd. Het scheen echter wel, of het dier dol geworden was, want, nauwelijks had m'n kennis die onschuldige handeling verricht, of het viervoetige monster liet een oorverdoovend geblaf hooren en nam alle allures aan van een tijger. In een minimum van tijd was het beest losgebroken, doch de tegenwoordigheid van geest en de vlugheid van z'n nieuwen proef-eigenaar stelden dezen in staat, nog juist bijtijds de kamerdeur achter zich dicht te slaan en aldus aan een wissen ondergang te ontkomen.

De man, die vurig verlangde z'n kamer weer te betreden, om te zien, wat er van z'n gordijnen, z'n tafelkleed en z'n buffetlooper terecht was gekomen, meende in de gegeven omstandigheden niet beter te kunnen doen, dan den hondenkoopman er bij te halen, die toch in alle geval van dien hond wist "hoe die bestond". Maar nauwelijks had de, anders voor geen kleintje vervaarde, koopman voorzichtig den neus om een hoekje van de deur gestoken, of hij deinsde ontzet achteruit: zoo'n duivel van een beest had hij van z'n leven nog niet gezien! Hoe ze dien hond tenslotte dood of levend eruit gekregen hebben, heb ik nooit mogen vernemen.

De hondenmarkt werd - wat niet-ingewijden misschien niet zullen vermoed hebben - bezocht door menschen, die van verre gekomen waren: boeren uit Brabant bijvoorbeeld, en zelfs kwam er iemand een tijd lang met een autotje uit Antwerpen, met een collectie kleine hondjes.
De voornamere handel werd echter voor een belangrijk deel, in plaats van op de markt, in nabijgelegen cafés gedreven, waar de meer handelbare vlervoeters soms aan biljartpooten lagen vastgebonden. Het was niet onaardig, daar het typisch "vaktaaltje" aan te hooren, dat tusschen kooper en verkooper gebruikt werd. Iemand, die een "spotkoopje" gehaald had, kreeg van de wederpartij, die den hond, "om zoo te zeggen, cadeau had gegeven", te hooren: ,'t Is dat ik om cente verlegen zit en 'm beslist van de hand mot doen, maar as jij 't nog effies kan uitzinge, nou dan krijg je de volle mep!" (den vollen prijs ervoor, als je hem weer verkoopt).

Een geweldige drukte heerschte op de afdeeling pluimvee en konijnen van dezelfde markt tegen Kerstmis en Nieuwjaar. Zoowel levende als geslachte dieren werden dan in grooten getale verhandeld.

De afdeeling zangvogels: kanaries, sijsjes, vinken, en, jaren geleden, ook merels en leeuweriken, genoot altijd een druk bezoek. Indertijd had je vlak bij de vogelenmarkt een café, waar een uit Duitschland afkomstig seizoenreizigerhandelaar goudvinken verkocht. De kooitjes met de prachtvogels stonden in vele rijen boven elkaar tegen één der cafémuren opgesteld.

Ook de antiek-markt was bij vele menschen zeer in tel. Je had er 'n mannetje uit Dordrecht met alleraardigst goed.

tommarktkoopman2

Tom Engelfriet ooit...

'n mannetje uit Dordrecht


LINK

Verscheidene antiquairs kwamen geregeld bij 'm neuzen. Als hij iets te koop had, dat iets heel bijzonders was, of er althans voor moest doorgaan, dan diende hij het heel geheimzinnig aan met de woorden: "opgebaggerd goed!"

In de buurt van de Binnenrotte vooral had je vrij veel opslagplaatsen, die tevens winkels waren, van allerlei tweedehandsgoederen. Menschen, die op de markt niet konden slagen, of daar niet makkelijk konden koopen, kwamen vaak in zulke winkels terecht. Wat waarde als antiek had, werd meestal gauw als zoodanig herkend. Maar er waren wel eens "gehaaide" antiquairs, die voor een koopje iets op den kop tikten, waarvan de verkooper de waarde niet kende.

Alles bij elkaar genomen, was de markt een terrein, waar welsprekendheid van allerlei aard en in allerlei graden beoefend werd, waar tooneel-spelers, schrijvers, sprekers, ja, kanselredenaars zelfs, gaarne gingen luisteren naar de volksredevoeringen, die daar werden afgestoken. Waar een drukte en een volte heerschten, van belang, zoodat de menschen er soms schuifelend achter elkaar moesten voortsjokken. En waar je het leven in velerlei schakeeringen en ook karakters kon observeeren; de virtuositeit van knappe verkoopers kon bewonderen, zoowel als het meesterschap van sommigen, de beste kansen te ontdekken en te grijpen. Je leerde er de zorgen kennen, die woelden in de koppen van menschen in hun stalletJes en van tobbers met likdoorns en rheumatiek, maar ook met armoe, die stak en schrijnde...



Wist je dat Tom op onze site een verhaal heeft met Rotterdamse marktuitdrukkingen ?





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

31 Juli 2002