Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

1903 : Johannes Engelfriet als Huzaar (...) en wat dat 100 jaar later bij zijn kleinzoon veroorzaakt .......

In dit verhaal een aantal gruwelijke foto's....

Een schoolvoorbeeld weer hoe de raderen van Webmaster Aad kunnen gaan draaien, een voorbeeldje staat bijvoorbeeld al in het verhaal over de stamboom-van-de-Engelfrieten-met-foto's :

Aad heeft een vreemde afwijking : zijn hobby is geschiedenis en daar gaat hij vaak heel ver mee, vooral als webmaster van deze en zijn eigen site.
Zijn site over Nederlands-Indië bijvoorbeeld is uniek op het internet, waar hij zichzelf arcengel noemt.

Klein voorbeeldje van mijn raderen : onze overgrootvader is geboren in 1859, oh ja, de Amerikaanse burgeroorlog, de Krim oorlog, diskussie over de afschaffing van de slavernij in 1863 in Suriname, de Bonische expedities in Nederlands-Indië, aanleg van de spoorlijn naar Eindhoven, Pruisen bijna in oorlog met Oostenrijk, start aanleg Suez kanaal en dat gaat dan zoo maar door, allemaal uit het hoofd, moet ik me daarvoor niet eens laten behandelen.....voor de zekerheid ben ik vast wel vrijwillig 90% gaan werken.

Marieke vroeg of we geen trouwfoto hadden van onze Opa en Oma Engelfriet voor onze Engelfriet stamboom, ze vond die van haar en onze grootouders Boogaard zoo leuk staan bovenaan de Boogaard stamboom. Maar helaas.......

Teleurgesteld vertel je dit verhaal aan je vrouw en die zegt dan, maar ik wel een foto van Opa Engelfriet als soldaat, in de verzilverde sigarendoos van Opa Engelfriet. Afijn, jullie snappen het al, prachtige foto's en Aad's gedichtje uit 1955, wist absoluut niet meer waar dat was gebleven.

Nou hebben we al een pagina met oude Engelfriet familie foto's en ook een met handtekeningen, maar deze foto's zijn heel bijzonder :

aafbervoets1897

1897

Aafje Bervoets, 15 jaar

johanneshuzaar1903

1903

Johannes Engelfriet, 20 jaar

de gegevens hebben we uit onze Engelfriet stamboom gehaald:

Johannes Engelfriet (17-2-1883 - 01-02-1970) x Aafje Bervoets (14-12-1882 - 11-07-1956)




Natuurlijk draaien we ook even de Engelfriet foto's even om en ontdekken dan het volgende :

aafbervoets1897back

De foto van Aafje is gemaakt door de bekende Rotterdamse fotograaf P.W. Roemer aan de Stationsweg 42

johanneshuzaar1903back

De foto van Johannes is gemaakt door Fotografie Strauss in de Passage aan de Coolsingel (link)

kleurpassage

De Rotterdamse Passage(link)

helaas geen foto van Strauss kunnen vinden

Strauss had blijkbaar ook vestigingen in Wenen, Mariahelferstr. 81 en Kohlmarkt 5 en in Leipzig, Windmühlenstr. 8-12 en in Plauen, Albertplatz 12 enne je gelooft het niet, Aad is in al deze 3 steden geweest en herkent meteen de straatnamen die hij hier heeft bijgezet voor Google....

Het Cliché werd voor "verdere bestellingen" door Strauss bewaard en zij waren vooral ingericht voor "Vergrootingen in alle Formaten". Je kon er dagelijks terecht voor opnamen, ook op Zondag tot 7 uur 's avonds, maar dat zullen Johannes en Aafje nooit hebben gedaan, op zondag.....

En toen begonnen Aad's historische gennen op te spelen.............en heeft hij het een en ander van zijn eigen site gekopieerd

Van zijn eigen Nederlands-Indië site herinnerde hij zich meteen deze foto :

"Van één ijdeltuit kon ik het echter niet laten om die hier op te nemen" :

geldorp

de vervaarlijk uitziende Huzaar Luitenant Geldorp, een bekende naam.....

1897, 1903, dat was midden in de Atjeh oorlog en vlak na de verovering van Bali en Lombok...........

Mijn favoriete Atjeh verhaal gaat over Tjoet Nja Din , een Atjehse "prinses" :

Met een klein aantal overgebleven rakans trekken Tjoet Nja Din en Pang La'ot zes jaar door de oerwouden van Sumatra, opgejaagd door Van Heutsz' brigades. Onder 'al die ontberingen is Tjoet Nja Din snel vervallen. Reumatiek maakt haar invalide, dezelfde oogziekte als van haar vader Nanta Setia maakt haar blind'.

Op 16 oktober 1905 gaat Pang La'ot naar de Nederlanders en vraagt hen Tjoet Nja Din te 'redden'. Na '24 marsuren' lukt het Luitenant Van Vuuren om het bivak van Tjoet Nja Din te bereiken en nog wil 'Tjoet Nja Din zich verzetten, zij tracht zichzelf te krissen'.

Overgave Tjoet Nja Din

Overgave van Tjoet Nja Din, met naast haar Pang La'ot


Het gouvernement besluit haar te verbannen naar Soemedang in de Preanger op West-Java. Voor haar gedwongen vertrek brengen alle Atjehse oeléëbalangs en oelama's haar nog een bezoek om haar de eer te bewijzen die zij verdiend heeft.

Op Java herstelt Tjoet Nja Din, zij wordt zelfs door de Nederlanders geopereerd. Zij woont in een door het 'gouvernement betaald huis' en wordt door de Nederlandse resident behandeld als een 'vorstin met bedienden, passend bij haar hogen afkomst'.

Op 9 november 1908 overlijdt Tjoet Nja Din. Op 2 mei 1965 wordt zij uitgeroepen tot Nationale Heldin van de Onafhankelijkheid. Vanaf deze tijd wordt haar naam als Cut Nyak Dhien geschreven.

Vlakbij Banda Aceh (het oude Kota Radja) wordt een Cut Nyak Dhien museum opgericht :

Museum Cut Nyak Dhien is a historical object. The house is a replica of the heroine Cut Nyak Dhien, from the Aceh War. The house was burnt down by the colonial forces but a replica was built later, after Indonesia's independence. This house in Lam Pisang, about 6 kilometers from Banda Aceh, is now a museum.   (Link)

"Geen van de kerels, die aanvoerders waren in de lange heilige oorlog van Atjeh tegen Ons, heeft ons zo fel gehaat, zo ongenaakbaar bestreden als zij en weinigen hebben als zij geofferd aan macht en bezit. Nooit in haar verzet, is zij een stap geweken, nooit was zij weifelmoedig, nooit omkoopbaar.Door ons verbannen, is zij in ballingschap gestorven. Men zegt : verzoend. Maar dat kan niet geloofd worden. Waarom trouwens, zouden wij dat "verzoend-zijn" van haar verlangen ?! Als een pleister op de wonde van ons geweten? Ter meerdere glorie van onze zegepraal? Neen, laten wij haar eren als onze bitterste, onverzoenlijkste vijandin, die gebroken werd door onze overmacht"

Hoe het afloopt met bijvoorbeeld Panglima Polim en Sultan Muhamad Daud ?

Beiden geven zich over nadat de Nederlanders erin slagen om hun vrouwen in gijzeling te nemen :

"De echtgenoote van den Pretendent-Soeltan, Tengkoe Poetroeë" viel 26 November 1902 in onze handen.
Datzelfde jaar op den 25sten December werden de "Sultane favorite", Potjoet Tjot Moerong en zijn zoon Toeankoe Ibrahim gearresteerd.
Toen bood Sultan Mohamad Daoed op 5 Januari 1903 te Sigli zijn onderwerping aan.


In de onderhandelingen vroeg de Sultan de garantie dat hij niet zou worden verbannen. Van Heutsz sprak toen de historische woorden :

Ja, godverdomme, wat moet ik daarop nou antwoorden?


De echtgenoote van den Pretendent-Soeltan, Tengkoe Poetroeë" viel 26 November 1902 in onze handen.
Datzelfde jaar op den 25sten December werden de "Sultane favorite", Potjoet Tjot Moerong en zijn zoon Toeankoe Ibrahim gearresteerd.
Toen bood Toeankoe Mohamad Daoed op 5 Januari 1903 te Sigli zijn onderwerping aan.

sultaninstoel

Sultan Mohamad Daoed in Januari 1903, na zijn overgave


De Sultan werd na een aantal jaren, toch verbannen naar Batavia


Nu werden alle krachten geconcentreerd op het arresteeren van Polem.
Den 24sten Januari 1903 overviel de Onderluitenant Christoffel een schuilplaats van den grooten verzetsleider, waarbij boeken, brieven en preciosa in onze handen vielen. Polem ontkwam op het nippertje.
In den nacht van 21 op 22 Mei van hetzelfde jaar vielen Majoor Van der Maaten, Polem's moeder, een zijner vrouwen, Potjoet Boeleuën en eenige familieleden in onze handen.
In Juni d.a.v. wist kapitein Colijn de hand te leggen op Polem's eerste echtgenoote, Tengkoe Ra'ana.
Daarna werden hem nog eenige zware verliezen toegebrachte zoodat hij eindelijk den 6den September 1903 het hoofd in de schoot legde en zich, aan zijn reeds te voren geuit voornemen gevolg gevend, met 150 volgelingen te Lho* Seumawé kwam melden.

overgave polim aan colijn

Panglima Polim zit links van Colijn


Nog een foto voor het huis :

 Panglima_Polim

Surrender of Panglima Polim.

The second officer from the right is the future Prime Minister of the Netherlands, Colijn


(uit mijn foto's pagina)

Volgens velen kijkt Colijn net alsof hij dagelijks zich overgevende Panglima Polims ontvangt, het lijkt hem niets te doen....


de 'oude' Panglima Polim in 1938

de 'oude' Panglima Polim met de afgeknot-kegelvormige koepiah en het Nederlandse ridderkruis (1938)


'Klein van stuk als hij is, maakt hij geen imposanten indruk en in het beminnelijke oude heertje met zijn zeer zwakke oogen achter de dikke brilleglazen is weinig meer over dat aan den strijdbaren, vurigen aanvoerder van verzetslieden doet denken'



De zoon van de 'oude' Panglima Polim (zie bovenstaande foto), de 'jonge' Panglima Polim, gaf in februari 1942 het startsein voor een algehele opstand tegen de Nederlanders. In de nacht van 7 op 8 maart 1942 werden alle verbindingen vanuit Kota Radja vernield. Op 11 maart begon de vlucht van de Nederlanders uit Atjeh. In de daaropvolgende nacht vielen de Japanners binnen.

Na WOII zijn de Nederlanders niet meer teruggeweest in Atjeh en bestuurden de Atjehers 'zichzelf'. In deze 'sociale revolutie' periode werd bloedig afgerekend met alle oeléëbalangs die in de ogen van veel Atjehers te veel op de hand van de Nederlanders waren geweest. Hele families zijn in deze dagen uitgemoord. Aan de macht van de oeléëbalangs was definitief een einde gekomen.

Al in 1953 brak weer een opstand uit toen het centrale gezag in Jakarta Atjeh voegde bij de Deelstaat Noord-Sumatra, pas in 1959 werd de situatie weer wat genormaliseerd : Atjeh werd een 'apart' gebied met autonome rechten.

In 1976 proclameerde de achterkleinzoon van Chik Di Tiro, Teungku Hasan Di Tiro, de onafhankelijkheid van de islamitische staat Atjeh. Het ASNLF oftewel het Acheh Sumatra National Liberation Front - ASNLF, protesteert nog steeds van tijd tot tijd voor de Nederlandse ambassade. (zie de ASNLF link)

aceh-flag

ACEH MERDEKA


De tekst van de laatste oorlogsverklaring van Nederland anno Woensdag den 26sten Maart 1873, aan een onafhankelijk land (Atjeh) luidt :

Oorlogsmanifest.

  De Commissaris van het Gouvernement van Nederlandsch Indie voor Atjeh;
        Overwegende:
  dat op het Gouvernement van Nederlandsch Indie de verpligting rust, om de algemeene belangen van handel en scheepvaart in den Oost-Indischen Archipel tegen belemmeringen te beveiligen;
  dat die belangen door de onderlinge geschillen en vijandelijkheden der aan het Rijk van Atjeh onderhoorige staatjes, waarvan enkelen hij herhaling de bescherming van het Nederlandsch-Indisch Gouvernement hebben ingeroepen, bij voortduring zijn geschaad;
  dat de herhaalde vertoogen van de zijde van dat Gouvernement, om aan zoodanigen toestand een einde te maken en eene goed bevestigde verstandhouding van Atjeh tot hetzelve in het leven te roepen, steeds zijn afgestuit op den onwil en de volslagen onverschilligheid van de bestuurders van gemeld Rijk, en op hunne magteloosheid om in de onderhoorigheden van Atjeh de rust en orde naar eisch te handhaven;
 dat die pogingen onlangs zelfs zijn beantwoord met verregaande trouweloosheid, op een tijdstip dat het Nederlandsch-Indisch Gouvernement met de meest welwillende bedoelingen zich in nadere verbinding met Atjeh heeft gesteld;
 dat de Sultan van Atjeh, deswege nadrukkelijk om opheldering gevraagd, eerst bij het schrijven van den Commissaris van den 22sten dezer, en daarna bij dat van den 24sten daaraanvolgende, niet alleen geheel in gebreke is gebleven die te verschaffen, maar zelfs de tegen hem ingebragte grieven niet heeft weêrsproken, en daarenboven er toe is overgegaan zich zoo in het oog loopend mogelijk ten strijde toe te rusten, dat daaraan geen andere beteekenis kan worden toegekend dan dat Atjeh het Gouvernement van Nederlandsch Indie moedwillig heeft gehoond en zich op het daardoor ingenomen vijandig standpunt wenscht te handhaven;
  dat de bestuurders van dat Rijk zich daardoor hebben schuldig gemaakt aan schennis van het tusschen hetzelve en het Nederlandsch-Indisch Gouvernement op den 3Osten Maart 1857 gesloten tractaat van handel, vrede en vriendschap, en het mitsdien overtuigend is gebleken dat geen staat kan worden gemaakt op de goede trouw van die bestuurders;
  dat het der Regering van Nederlandsch Indie onder deze omstandigheden niet langer mogelijk is, zonder krachtdadige middelen, een zoowel door het algemeen handelsbelang als de eischen van hare eigene veiligheid in noordelijk Sumatra gevorderden staat van zaken te waarborgen;
  Verklaart uit kracht van de magt en bevoegdheid, aan hem door de Regering van Nederlandsch Indie verleend, in naam van die Regering, den oorlog aan den Sultan van Atjeh, waarvan hij overigens bij dit manifest mededeeling doet aan elk wien zulks mogt aangaan, en een iegelijk aandachtig maakt aan alle mogelijke daaruit voortvloeijende gevolgen en aan de verpligtingen, welke in oorlogstijd op iederen burger van den Staat rusten.
  Gedaan aan boord van Zijner Majesteits stoomschip Citadel van Antwerpen, liggende voor Groot-Atjeh, op heden, Woensdag den 26sten Maart 1873.



Tot zelfs in 2001 en ook nog nu, dreunt de Nederlandse oorlogsverklaring aan het onafhankelijke Atjeh nog door, aldus de Volkskrant op 29 maart 2001 :

volkskrant 29 maart 2001

En dit is een stukje van het manifest van het Acheh Sumatra National Liberation Front - ASNLF, historisch helemaal korrekt :

Acheh zal bevrijd worden, vroeger of later! Het is in feite 45 jaar geleden al bevrijd! Toen de Hollanders hun nederlaag aanvaardden in 1942, na hun oorlogsverklaring aan Acheh op 26 Maart 1873! Dit bewijst volgens het Internationaal Recht dat Acheh nog steeds een onafhankelijke soevereine staat is! Nooit verslagen in oorlog! En bij de oorlogsverklaring van Holland aan Acheh, verklaarden de USA, de UK, etc. zich officieel Neutraal! Dit bewijst, opnieuw, in het Internationale recht dat Acheh een onafhankelijke soevereine Staat is, binnen de Gemeenschap van Naties! Toen Holland zich terugtrok uit Acheh, in Maart 1942, om nooit meer terug te keren, had Acheh's status als een onafhankelijke soevereine Staat automatisch hersteld moeten worden, net zoals de onafhankelijkheid van Holland werd verzekerd en hersteld na de Duitse bezetting en terugtocht in 1945, of na de Franse bezetting en terugtocht in 1813, of na de Spaanse bezetting en terugtocht in de 17de eeuw. Per slot van rekening was Acheh in feite al een onafhankelijke soevereine Staat toen Holland zelf nog een Spaanse provincie was!



Ook Aad mengt zich soms in de diskussie via een ingezonden brief :

Ingezonden brief aan Volkskrant (23 augustus 2000 ) :

Opstand in Atjeh

Op woensdag 16 augustus in het artikeltje over het van Heutsz monument wordt weer het bekende Nederlandse eufemisme gebruikt voor al het geweld wat door Nederland is toegepast in o.m. Nederlands Indie. Het was geen opstand, maar een ordinaire koloniale oorlog om het onafhankelijke Atjeh te veroveren. Nederland heeft zelfs via een keurige oorlogsverklaring de oorlog verklaard aan het sultanaat Atjeh, waarop Atjeh antwoordde met een Jihad tegen de agressors, maar om dat nu een opstand te noemen.....
Van Heutsz was de man die de Atjehse agressie oorlog (ten kostte van 100.000 doden en 1.000.000 gewonden oftewel een pacificatie, weer zo'n heerlijk eufemisme ) tot een voor Nederland acceptabel resultaat bracht. De Atjehse bevrijdingsorganisatie eist nog steeds van Nederland de intrekking van die oorlogsverklaring.

Van Heutsz kan wel beschouwd worden als de grondlegger van de staatsgrenzen van het huidige Indonesie, net zoals dat in Afrika is gebeurd in de koloniale tijd, maar om daar nu een standbeeld voor op te richten ??
Zelfs zijn zoon ( SS-Sturmbahnführer der Waffen-SS J.B van Heutsz jr. ) was er in 1943 voorstander van om het monument van zijn vader te af te breken, aangezien "het monument een aanfluiting was".



Iedereen heeft ooit op school de regel geleerd

Meneer Van Daalen Wacht Op Antwoord

weten jullie wie die meneer van Daalen was :

Voerde in 1904 op bevel van Van Heutsz de beruchte tocht door de Gajo en Alas gebieden uit in het zuiden van Atjeh, waarbij in een paar maanden ca één derde van de bevoking (mannen, vrouwen en kinderen) werden omgebracht. En liet daar gewoon foto's van nemen.
Volgde Van Heutsz op als Gouverneur van Atjeh en voerde een schrikbewind uit over Atjeh. De toenmalige 2e Kamer eiste, na de rapportages door Wekker, van Van Heutsz als GG een onderzoek.
Van Daalen wilde echter niet toegeven dat hij iets verkeerds had gedaan, want "hij had niets anders gedaan dan het beleid van zijn voorganger Van Heutsz met diens nadrukkelijke toestemming voortgezet".

Gelukkig voor Van Heutsz trad Van Daalen vrijwillig terug als Gouverneur, kreeg z'n MWO en werd vervolgens bevelhebber van de KNIL troepen op Java.

De periode Van Daalen is de geschiedenis ingegaan als de Van-Daal-isme periode.

In Atjeh is zijn naam nog steeds bekend, men spreekt er van de tijd "voor" Van Daalen en "na" Van Daalen.
Een 2e Kamerlid in 1903 noemde hem de Alva van Atjeh en dat zegt toch al genoeg...

Toch werd er een monument opgericht voor de helden die vielen voor het Nederlandse vaderland, voor de doden en gewonden onder de lokale bevolking uiteraard niets

gajomonument


Militaire Willemsorde


Wat moet je allemaal doen voor een Militaire Willemsorde ?

En dit zijn dan enkele gruwelijke resultaten :

Gajo Atjeh



Slechts 1 citaat uit dit gruwelijke Wekker rapport :

Alléen patrouilles, die op één, twee of driedaagsche excursiën, niet, te ver van honk, gevangenen maken, zijn in de gelegenheid deze gevangenen mee te voeren. En dit gebeurt op Atjeh ook wel eens. Maakt zulk een patrouille een djahat gevangen, die niet of moeilijk loopen kan, dan geeft zij zulk een persoon gewoonlijk over aan het dichtsbij wonend kamponghoofd met opdracht en onder de vreeselijkste bedreigingen van boete of vrijheidsstraf en een borgstelling, den gevangene door zijn zorg te brengen naar het bivak, van waar werd uitgerukt. Het is en blijft hooge uitzondering, als men in de maandverslagen leest van gearresteerde kwaadwilligen bij excursiën, die ten doel hadden ladangs op te ruimen. Steeds leest men: "neergelegd zooveel man, waaronder zooveel vrouwen en kinderen". Krijgt men aan eigen zijde een gewonde, wat zelden gebeurt, dan eerst is het tegenover de hoogere chefs verantwoord terug te keeren met den gewonde in de tandoe.  Neemt den Gajoetocht. Dezelfde onmacht; het gebrek aan troepen, voldoende voor bezetting van étappen langs den verbindingsweg met één onzer bivaks is oorzaak, dat bij de verovering van Koeto Reh zijn afgemaakt 313 mannen, gevangen genomen geene;
in gampong Likat 220 mannen gedood, gevangen genomen geene;
in gampong Koeto Lingat Bar(i 344 mannen gedood, 1 gewond, gevangen genomen geene; enz.enz.
Tien tot veertien dagen verwijderd van onzen naastbijgelegen post, met een handjevol soldaten - wat had de bevelhebber moeten doen met gevangenen ????
Van kwartiergeven kon geen sprake zijn, onze onmacht verbood dit. Een ander voorbeeld.
De bezetting van gampong Tampeng had hare munitie zoo goed als verschoten. nadat zij 5 uren de onzen had weten terug te slaan na elke bestorming. Eerst nu gelukte het den marechaussées de wallen te beklimmen en vluchtten de belegerden, verstoken van munitie, achter kleine borstweringen in de benting zelf. De vrouwen, kinderen en weerloozen vluchtten in drommen in 'groote, vierkante kuilen, in de hoop dekking te vinden tegen de projectielen uit onze karabijnen. Nu kregen de brigade-commandanten den last om beurten met hunne brigades van den wal te springen, naar die kuilen op te rukken, daar een salvo in af te geven en in een ren weer terug te loopen naar de wallen, omdat van af de wallen geen vuur gebracht kon worden in die kuilen. Sprongen enkelen in doodsangst uit de kuilen, dan stonden andere marechaussées klaar hen met hunne karabïjnen op te vangen en zoo werden allen tot den laatste afgemaakt. Eén dier brigade-commandanten vertelde ons na afloop: Luitenant, mijn kerels maakten er gewoon een lolletje van".



Vooruit, nog een citaat uit de 2e Kamer n.a.v. een slachtpartij op Bali :

Bij het debat over de Indische begroting in 1907 besprak het SDAP 2e Kamerlid van Kol al een Perang Poepoetan op Bali :

"Achter hem de knetterende vlammen van zijn poerie : de vorst nadert, terwijl om hem heen zijn strijders sneuvelen, tot op 20 meter onze troepen, zonder door een van de duizenden kogels te zijn geraakt. Nu drukt hij, in het zicht van zijn belagers zich in zijn volle lengte oprichtend, zichzelf een kris in het hart. Een paar honderd vrouwen krissen zich rond zijn lijk, de dood verkiezend boven het vallen in de handen van hun belagers. Nieuwe drommen mensen stormen aan, aangevoerd door de 10-jarige zoon van de vorst. Allen sneuvelden. Welk treurig tafereel is daardoor in de Nederlandse geschiedenisboeken op te nemen. Onze soldaten deden bij deze overwinning geen enkele juichkreet horen. Daarom wil ik deze vorst vanuit het Nederlandse parlement mijn tol van eerbied niet onthouden voor de fierheid van karakter, die hij heeft getoond en voor de heldendood die hij is gestorven. Een heilige plicht blijft op ons rusten om vergeving te vinden voor die vreselijke feiten die ik zou willen wegwissen uit onze historie"

En de 2e Kamer ging vervolgens over tot de orde van de dag en in de geschiedenisboeken kwam het zeker niet.............

Trouwens deze versie van het Wilhelmus uit 1904, ook opgesteld door een 2e Kamerlid, liegt er ook niet om :

Wilhelmus van Nassaue,
Ziet gij dien heldenstoet?
Zij schoten op de vrouwen
En drenkten 't land met bloed.
De kwasten der banieren
zijn darmen van een kind.
Licht dat ge aan hun rapieren,
nog vrouwenharen vindt.


En dus zingt Aad nooooooit mee met het Wilhelmus........

Waarom Aad dit allemaal opschrijft ?

Het koloniale doden is lange tijd een vast bestanddeel geweest van de Nederlandse (en Europese) cultuur. In 1917 publiceerde het geïllustreerde weekblad Buiten, ter verstrooiing en ontspanning, een stukje bladvulling door een oud-militair die deelnam aan de 'pacificatie' van Flores onder kapitein Christoffel in 1907 en 1908. In een 'Oostersch schetsje' doet hij kalm de ontstellende mededeling: 'Ik was daar groepscommandant en ging zelfstandig op patrouille. We hadden daar marechaussee-brigades, dus Javanen en Ambonnezen door elkaar. Ik had last gekregen verschillende kampongs in een bepaald gebied te bezoeken. Om de kerels aan te moedigen werd voor elk afgeslagen hoofd een rijksdaalder betaald. (...) Een van mijn Ambonnezen, Lewakabessie geheten, was er een kraan in... Hij had een paar Inlanders voor zich gezien, was hen achterna gehold, het pad afspringend, en had hen zien verdwijnen in een nauwe rotsspleet. Deze gaf toegang tot een smal, maar vrij diep hol, waar zich 52 Inlanders verborgen hielden. Ogenblikkelijk had onze "dapperen" het vuur geopend en natuurljk was elk schot raak! Zo nu en dan vloog er een speer op hem af, maar deze waren gemakkelijk te ontwijken. Ik kwam te laat om nog enige vrouwen en kinderen te kunnen redden. Enige dagen later was er groot feest in 't bivak: Lewakabessie had 52 ringgits (rijksdaalders) uitbetaald gekregen en hem was de bintang (eremedaille) in uitzicht gesteld.'


DE KOLONIALE tijd heeft een actueel belang als periode waarin de Europese houdingen tegenover andere culturen zo ingesleten raakten dat overzee hele volksstammen en volkeren konden of moesten ondergaan, terwijl het in Europa goed ging. Zoals de vrouw van Colijn slikte het moederland de wreedheden overzee, af en toe rillend - 'Hoe vreeselijk!!' - maar gewoonlijk aan andere dingen denkend. Als de mensen in de Sudan en overal waar ze vandaag ellendig zitten te sterven, eruitzagen als Europeanen, zouden we hen dan ook laten creperen, vrijwel zonder iets te doen? In de koloniale tijd hielp het racisme het thuisfront de gemoedsrust te bewaren tijdens de 'vreselijke massacres' overzee. Het lijkt of deze tijd nog niet voorbij is.
Multatuli schreef in Max Havelaar het beroemde zinnetje over 'een dorp dat pas was veroverd door Nederlandsche soldaten, en dus in brand stond'. Onder meer door Multatuli's werk kan iedereen al sinds vijf generaties weten dat de Nederlanders die in Oost-Indië dorpen lieten platbranden en vrouwen en kinderen vermoorden, een traditie gaande hielden. Maar dit onderwerp is nooit bestudeerd. In Nederland bestaat veel aandacht voor het eigen leed. De documentatie en studie van wat het land en de bewoners in de oorlog van 1940-1945 is aangedaan, krijgt van de overheid en de wetenschap terecht ruime steun. Maar over de noodzaak van studie of openbaarmaking van wat de Nederlanders in hun eigen aanvalsoorlogen in de koloniën hebben aangericht, met ramingen van de aantallen slachtoffers van de 'Europese expansie', spreekt niemand.




Aad's Nederlands-Indië site kun je vinden via deze link

Arme Opa Johannes , wat moet je met zoo'n kleinzoon............

We kregen de volgende reaktie:

Een toegift voor uw pagina, toch helaas van iemand uit een meer positief militaire hoek. Ieder zijn gedachten dan maar, toch hoop ik hiermee uw familie geschiedenis wat meer in juistheid te brengen.

De foto van dhr J Engelfriet is een manschappen der regiment jagers (infanterie) in het groot-tenue Model 1895.
Zo ook de foto van AA Roodnat, echter van een latere periode daterend, wat zich mede vertaald in de hoogte en vorm van de kraag.

De tunieken voornoemd op de foto's waren groen met twee rijen koperen knopen waarop een hoorn. Op de schouders epauletten met een gouden hoorntje.
Het hoofddeksel, de shako model 1865 met snoeren voor het gala tenue, was van ruw haar en voorzien van een koperen plaat met erop een zilveren hoorntje. De pluim bovenop, wederom groen van kleur, bestond uit een bol waarop het bovenstuk werd geplaatst bij gala.
De koppel, leder met koperen sluiting. Aan de zijde hangt een sabeltje, van het model infanterie nummer 3.

Wellicht dat u via het rijksarchief te den haag, afdeling militairen (kijk nog eens op hun website voor de ingangen) verder informatie omtrent het dienst verleden kan verkrijgen.

De foto van de zgn luitenant huzaren Geldrop, blijkt ook dat niet te zijn.
De beste man draagt het uniform van een generaal majoor. Hoewel deze tunieken voor 1900 ook te nederland werden gedragen, betreft het hier een van het KNIL.

Zonder in te gaan op zaken waar ik wellicht minder in onderlegd ben, of gezien de verschillende zienswijze een woorden strijd te willen ontketenen, wil ik wel wijzen op het feit dat de geschiedkundigheid van nederlands indie, in sommige passages toch echt geweld is aangedaan. Enig verdiepend onderzoek en minder generaliserend profileren lijkt mij dan ook zeker gepast.

Vertrouwende u een opening naar verbetering te hebben gegeven,

Met vriendelijke groet,

Dennis de Leeuw

Een half jaar later voegt Dennis er nog dit aan toe:

Toch nog eens een keer op uw zeer onderhoudende website, hoewel ik mijn eerdere reactie (zie uniformen) nu wel wat "hard" vind. Om daarmee te beginnen, wellicht kan u deze verwijderen en slechts de juiste uniform informatie bij de foto's vermelden.

Dan een toevoeging voor de dragers van de militaire willemsorde 3e klasse:

J. de leeuw, luit-kolonel infanterie (1793-1837). Bij KB 29 van 22/11/1828 benoemd tot ridder militaire willems orde 3e klasse voor de strijd op Java.

Deze informatie hoort eigenlijk thuis in dit verhaal, op Aad's eigen site, dus dat komt nog wel een keer:

Namen van hen die in de 19e eeuw een Militaire Willemsorde ontvingen





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

6 Februari 2014