nicht over
Weet je nog wel oudje, Rockanje, Ds. Zelle en.... Mata Hari
Rockanje
Vredenheim 1958
Misschien dat archiefonderzoek boven tafel kan krijgen wie binnen de families begonnen is met vakantie door te brengen in Rockanje (aan Zee). De Boogaarden, de Engelfrieten (ja met graag), de Van de Peppels. Toch moeten er nog meer op dat idee gekomen zijn. Rockanje zat altijd bomvol.
Aan het begin van een jaar gingen mijn ouders altijd een dag op stap om een onderkomen te regelen. Dat was dan een gedeelte van een woonhuis, waarvan de vaste bewoners zich terugtrokken in een paar kamertjes. Diverse jaren achter elkaar troffen we hetzelfde adres. Daar zaten we dan 4 weken. Vaak waren we in de zomermaanden bij de familie Monster aan de Duinzoom. Die hadden een zogenaamde grote en een kleine kamer. Beide werden verhuurd. Het kwam voor dat we op dezelfde tijd met een oom en tante (V.d. Peppel) het huis deelden. Ook onze grootouders (V.d. Peppel) waren daarbij Die logeerden om beurten bij al hun daar aanwezige kinderen.
In de tuin bij de familie Monster is deze schattige foto genomen, die Aad bij mijn naam op onze homepage heeft gezet. Ik was toen 2 jaar. Daar weet ik echt niets meer van..........
We logeerden ook bij Briggeman, bij Dijkman, bij mevrouw De Vries, en bij nog anderen.
Bij mooi weer gingen we uiteraard naar het strand. Eerst brood/broodjes kopen bij Spoon of Van Nugteren, daar lunchpakketten van maken, en dan op stap. Schinkelsedreef richting strand.
Bij de fam. Monster zat je al aan het begin van de duinen. Daardoor lopend kwam je bij de ‘hol’ naar het strand, langs de weg naar de begraafplaats en eventueel langs het Golfje.
Wij hadden meestal een tent gehuurd bij Phlipse, het 2e paviljoen naar rechts. Links was eerst een EHBO-post, en daarna stopten de loopplanken vrij snel. Dus was het daar niet leuk.
Rechts had je eerst een koek- en zopietent, waar je heerlijke zure bommen kon kopen. Dan het paviljoen van Wageveld, en dan dat van Phlipse. Daarna nog meer, maar ook die waren niet leuk (leg uit waarom niet?).
Wat deed je zo’n dag? Zoveel en zo lang mogelijk in zee. Daar tussendoor met elkaar spelletjes (wie kent nog ‘wuivertje’: verstoppertje, waarbij de ‘gebute’/betrapte kinderen zich nog 2 keer konden verstoppen als ze een ander, nog verstopt kind, naar zich hadden zien zwaaien; pas de 3e keer was definitief).
Wat veel indruk op me heeft gemaakt was de strandevangelisatie. Een wat creatievere manier van omgaan met Bijbelverhalen dan in de kerk gebruikelijk. ‘k Herinner me de liedjes die we daar leerden (Lees je Bijbel, bid elke dag; Een wijs man bouwde zijn huis op een rots, e.d.). Bij slecht weer was soms een tent beschikbaar; uit later jaren herinner ik me een ‘paddestoel’ naast de parkeerplaats bij het 2e slag. Daar ben ik ook vaak geweest.
Soms wandelde je over het strand langs de vloedlijn richting Oostvoorne of Hellevoetsluis.
1958
de watertoren van Hellevoetsluis
Richting Oostvoorne stonden nog half met zand bedekte bunkers uit de 2e wereldoorlog. Heel interessant, meer ook eng. En dan de piesstank!
In de eerste jaren kon je nog prachtige schelpen vinden. Later werd het te druk, dus waren die weg.
Bij minder mooi weer brachten we onze dag zo mogelijk door in de duinen. Ook daar weer spelletjes. En vooral: bramen zoeken. Eindeloos veel bramenjam en bramensap eten. Heerlijk!
Soms ook naar de Houten Paardjes, de speeltuin. (waar op de glijbaan Aad ooit door z'n broek is gegaan). Daar kon je soms met een paard-en-wagen naar toe. Of naar het Rondeweibos, het Quakjeswater met de grote karpers.
’s Avonds deden we ook veel spelletjes. Toen we bij mevrouw De Vries logeerden, kwam m’n vader op een avond thuis met kaartspelen. We hebben toen canasta geleerd en patience. En vals! Veel van die huizen waren ingericht met een buffet met opbouw. In die opbouw zat vaak een spiegel, ca. een meter van de grond. Het lukte dan nogal eens om in die spiegel de kaarten van de speler tegenover je te zien. Totdat men het door had, helaas…
Fijn was dat je daar boeken kon lenen uit de plaatselijke bibliotheek. Dus las je alles wat los en vast zat. Ook wat anderen leenden.
We zaten er altijd tijdens de zomeropruiming. In De Zon deden we onze inkopen voor flutbedragen: sokken, ondergoed, lapjes, e.d. Ik herinner me nog een rok, zo mooi! Gemaakt van een couponnetje gordijnstof (maar dat laatste wist toch niemand).
Toen we eenmaal fietsten gingen we ook in Brielle inkopen doen. Bij De Gruyter, en bij de slager in de Voorstraat. Die was goedkoper dan de slager in Rockanje.
Op verschillende manieren kwamen we er. Je kon met de bus en aansluitend ‘De Moordenaar’, een stoomtram die helaas z’n naam eer aandeed.
vandaar de naam RTM Moordenaar
Of met de trein naar Maassluis,
overvaren, en dan per bus verder.
Probleem bij mij was m’n wagenziekte. Toen m’n vader nog leefde mocht ik een keer voorop op z’n motorfiets mee. Machtig! Later met de auto die hij voor z’n werk had. Met z’n zessen opgepropt in een Kever.
Aline voor de kever van Hans
de trots van de familie
volgens Hans was het kenteken nummer :
GF - 21 - 46
En eens een bij die achter de rugbedekking door in m’n rug prikte. Ik blèren, maar kreeg ik m’n pet. Ze zagen niets. Later ben ik gerehabiliteerd: bij enige grote schoonmaak werd een dode bij aangetroffen op de bewuste plaats.
Vanaf m’n 12e mocht ik per fiets. Met opa V.d. Peppel, en vaak zus Janny. Nachtmerries kreeg je wel van de fietserstunnel onder de Maas in Rotterdam. Heel lang, steil naar beneden, met zwaar bepakte fietsen (alles wat jullie kunnen vervoeren is meegenomen). Stel je viel. Of een ander die ‘boven’ jou stond.
Liever ging ik over de Maasbruggen, maar dat was om.
Tot Brielle had je niet veel keus. Daarna namen we vaak de richting Oostvoorne, of Tinte. Langs het Kanaal door Voorne (richting Hellevoetsluit) had een nadeel: het fietspad lag laag, zodat je geen uitzicht had, en (bij hitte) verkoelende wind miste.
Ook bij Rockanje kon je kiezen, wel of niet langs de Molen.
De fiets had ook nog ander voordeel: vanuit de Gereformeerde Gemeente Oostvoorne werden ook doordeweekse kerkdiensten georganiseerd. Daar gingen Janny en ik dan samen naar toe. ’s Zondags niet. Dan kerkten we aan de Vleerdamsedijk, in de Gereformeerde Kerk van ds. Zelle. Verhalen over hem genieten wereldfaam.
En nu breekt Aad even in, want over Johannes Zelle is natuurlijk wel wat te vertellen, in ieder geval ook over zijn familielid Mata Hari :
Dominee Johannes Hendrikus Zelle (1907-1983) studeerde Theologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
Hij was een achterneef van de bekende Margaretha Geertruida Zelle (1876-1917). Deze beeldschone exotische (naakt)danseres werd in 1917, tijdens de Eerste Wereldoorlog, door de Fransen gefusilleerd op verdenking van spionage voor de Duitsers. Johannes Hendrikus was trots wanneer men hem aansprak op de familierelatie met Mata Hari (Maleis voor: Het oog van de dageraad).
Op 16 juni 1949 doet de Gereformeerde Kerk van Rockanje een beroep op kandidaat J.H. Zelle. Er is grote dankbaarheid in de gemeente wanneer men hoort dat Zelle het beroep naar Rockanje aanneemt. Op zondag 6 november 1949 wordt Zelle bevestigd als predikant. Hij dient deze gemeente ruim zeven jaar.
Aanvankelijk is men zeer ingenomen met de nieuwe predikant. Echter na verloop van tijd komen er spanningen en blijkt dat de dominee en de kerkenraad niet op één lijn kunnen komen.
Op de classisvergadering van 1 april 1956 vraagt Zelle vervroegd emeritaat aan. Dit wordt hem verleend. Zelle gaat terug naar zijn geboortestad Leeuwarden en gaat op nieuw wonen in zijn ouderlijk huis. Tot zijn dood in 1983, preekt hij op vele plaatsen in het land.
Dominee Johannes Hendrikus Zelle
Margaretha Zelle trouwde met een zekere Rudolph MacLeod. Het paar kwam in Nederlands-Indië terecht, waar Rudolph zich niet veel bekommerde om Margaretha. Rudolph is wel de geschiedenis ingegaan als de maker van dit lied :
daar ligt een ijzeren zeekasteel
dat heet de "Curaçao"
waarmee die brave Habib
naar Mekka varen zou
nu zingt hij vrolijk "falderaldera"
voor dit gouvernement
zoo'n duizend dollars in de maand
ben ik geen knappe vent?
Spotliedje gemaakt door de echtgenoot van Mata Hari, toen als luitenant in Atjeh. Lied werd "graag en dikwijls gezongen"
Uiteraard komt deze informatie uit Aad's eigen site over Nederlands-Indië en dan speciaal uit zijn verhaal Atjehse Nationale Helden (LINK), het verhaal vanuit Atjehs gezichtspunt over de Nederlandse agressie oorlog tegen Atjeh.
Aad gaat nu niet verder in op de geschiedenis van Mata Hari, wel een feit is dat nog steeds de Franse archieven potdicht blijven, we weten dus nog steeds niet of zij terecht is veroordeeld en gefusilleerd. Wel natuurlijk wat foto's van Margaretha Zelle, alias Mata Hari.
en dat in 1916, wat zou Opa daar van gezegd hebben....
Maar voordat Tom nu weer iets met deze laatste foto gaat doen, gaan we snel terug naar het verhaal van nicht....
Ook de Gereformeerde Kerk ging in enig jaar over tot doordeweekse activiteiten ten behoeve van badgasten. Gezellige avonden. Veel orgelspel, samenzang (bij beide was mijn oudste broer Dick actief; ik herinner me o.a. het zingen van Rust mijn ziel, uw God is koning, en Grote God, wij loven U). Een vrouw trakteerde me voor het eerst van m’n leven op Panis Angelicus. ‘k Vond het maar niets.
Wat wel een machtige herinnering is. Iemand kende een ‘onzin-lied’. Dat heeft ze de compleet bezette kerk aangeleerd, en dat hebben we in canon gezongen. Ik ken het nog; de melodie zelfs nog.
Beng geng goeri goeri goeri goeri gadjang
Beng geng gee, neg geng gee
Beng geng goeri goeri goeri goeri gadjang
Beng gen gee
Heila, heila sheila, heila sheila, heilio-o
Heila, heila sheila, heila sheila, heilio
Sherry brandy, sherry brandy, sherry brandy, sherry brandy
Hoempa, hoempa, …………….[1],[2]
[1] De ‘g’ spreek je uit als in ‘garçon’.
[2] Dit refrein duurde net zolang als het voorgaande hele vers; op den duur stampt en klapte iedereen mee.
Bijzonder in de vakantietijd was dat we minimaal zakgeld kregen. Meestal besteedde je dat een snoep of zoiets (bij Snoey). Zo mogelijk (werd zeer gewaardeerd) iets waarmee de hele groep getrakteerd kon worden. Extra voordeel leverde in een jaar een Verkade-actie op. Tegen inlevering van 5 punten (te vinden op de wikkels van de repen) kreeg je een gratis reep. Kwestie van goed uit je ogen kijken. Dankzij veel slordige badgasten hebben we er aardig wat te pakken gekregen. Toen we wat ouder waren, verdienden we wat bij met bessen, bonen, of weet ik veel wat plukken.
Verder herinner ik me kleine ‘familiezaken’. Toen ik 12(?) was, heb ik bij een zandsculptuur-wedstrijd een plastic bal gewonnen. Apetrots! En dus boos toen broer Dick met z’n vrienden daarmee wilde spelen.
Dat jaar logeerden we bij Dijkman, de melkboer aan de Zeeweg. We keken uit op de ingang van de dierenarts. Mijn moeder maakte zus Wil (toen 4) wijs dat de dieren daar ’s morgens in de rij stonden om behandeld te worden. Wat we ook probeerden om aan te tonen dat dat niet klopte, boven uitspraken van m’n moeder ging niets.
Ook herinner ik me een oude vrouw uit het dorp, Anna Bos, Dankzij een hazenlip had ze een spraakgebrek. Ze kwam wel eens een avond, of we gingen naar haar toe, en vond het erg leuk als we met haar wilden ‘pesten’(pète, zoals zij uitsprak).
Tja en dan tot slot voor wie de familie Engelfriet nog niet kent, de familie Engelfriet in Rockanje, gingen altijd linksaf (LINK), daar was het toch ook wel leuk, naast het strandpaviljoen van Langendoen.... :
de Engelfrieten gaan bijna linksaf...
We kregen de volgende reaktie, waar nicht weer op reageerde:
Wat leuk om je verhaal over Rockanje te lezen.
Onze familie (Van Nugteren, de bakker was een oom van mijn vader) heeft
daar ook heel wat jaren doorgebracht. Ook ik heb nog foto's uit die
tijd; ze ademen dezelfde sfeer uit.
Het deed me plezier die te zien. Ook in de Vleerdamse kerk gingen wij
ter kerke, meestal in de zomer; wij woonden zelf in Rotterdam. De koster
(Kees Wijn) en zijn vrouw(Trijntje Wijn-van Nugteren) waren oom en tante
van mijn vader, Cornelis van Nugteren. Mijn moeder was Cornelia Slotboom
(Hardebol)uit Rotterdam (Charlois).
Met vriendelijke groet
Manichtn Trossèl-van Nugteren
Leuk je reactie te lezen. Waren we 's zomers in dezelfde tijd in Rockanje? Misschien hebben we elkaar dan ooit onbewust ontmoet.
Ik bewaar echt fijne herinneringen aan die jaarlijkse vakanties. Naar ik aanneem heeft je familie daar het meer dan druk gehad in die periodes. Toch kan ik me alleen maar herinneren hoe plezierig we altijd geholpen werden bij de bakker en in de groentezaak van Lenie Wijn. En hoe we met genoegen 's zondags ter kerke gingen. Ook door de week waren er vaak avonden, speciaal georganiseerd voor badgasten.
Mocht je leuke foto's hebben die je kwijt wilt op onze website, webmaster Aad kan daar dan wat mee....
Nogmaals bedankt voor je mail. Ik vond het fijn die te lezen.
Hartelijke groet,
nicht
We kregen ook deze leuke aanvulling met foto's:
Ik wil even reageren op de brief die nicht heeft geschreven.
Waar ze zo plezierig geholpen werd in de groentezaak in Rockanje.
Haar naam is niet Lenie maar Lena Wijn.[dit is mijn oudere zus.]
Ik doe hier een foto bij van de groentezaak,
dat was de zaak van mijn ouders.
En een foto van het kerkje,de koster Kees Wijn en zijn vrouw Trijntje Wijn - van Nugteren waren mijn ouders.
Met vriendelijke groet
Erna Hage -Wijn.
Jaap Looij reageert met: ik was tot vier jaar terug nog eigenaar van wat hier dus op de foto staat van de familie Wijn die daar een groetenzaak runde in de tijd dat jullie regelmatig in Rockanje op vakantie kwamen.
nicht reageert met:
Wat leuk is het om een reactie te krijgen! De foto doet me echt de winkel weer voor ogen krijgen. Wat kwamen we er in de zomer vaak onze groente en fruit halen. Vooral herinner ik me spercieboontjes, nieuwe aardappeltjes (kriel), en niet te versmaden: perziken! Als ik erover begin, loopt het water me weer in de mond. Heerlijk!
Volgens mij was het er altijd stikdruk, maar werd je ook altijd alleen maar vriendelijk geholpen. Zelfs als je alleen maar met een dubbeltje zakgeld kwam kijken of je al genoeg had voor een grote perzik.
Zou je zus Lena ons nog herinneren? Doe haar zo mogelijk mijn hartelijke groeten.
Jij ook de groeten van
nicht
Toevallig op jullie website terecht gekomen. Met name het verhaal over de vakantie in Rockanje. Daarin viel mij het volgende op:
1. je noemt de Boogaarden, dit omdat ik ook zo heet: van den Boogaard. Je denkt dan "het zal toch niet waar zij'", omdat:
2. wij, m'n ouders en kinderen, in dezelfde periode: begin 50-er jaren met regelmaat
(ook) op vakantie gingen naar Rockanje;
3. wij logeerden een paar keer in het Rondeweibos, in het zomerhuisjeje bij de fam.
Langendoen (met op de bank bij hun deur het snoepkastje, met bij het huis de
enkele schommel en wip en voor aan de dijk de water(zwengel)pomp). Ook een
paar keer gelogeerd bij de fam. Langendoen (= broer van) aan de
Schapengorsdijk;
4. we passeerden heen naar en terug van het (stille) strand de speeltuin de houten
paardjes. We wilden altijd een tussenstop maken, maar dat werd niet toegestaan;
5. met het verschijnsel ds. Zelle werd ik pas later mee geconfronteerd doordat deze
wel eens bij m'n vrouw thuis kwam (als hij op z'n zondagse tournee: 5 x preken op
een dag) in Zevenbergen "op trad".
Er schijnt ook een boekje over hem te zijn. Maarten 't Hart heeft er ook kostelijke
stukjes over geschreven.
Aan het einde van je website kwam ik er achter dat de Boogaarden niet onze familie betreft maar een andere.
Desondanks leek het me toch leuk om je dit te melden.
Groeten,
Jan van den Boogaard
We kwamen per ongeluk ook nog deze link tegen, Omroep Friesland over Ds. Zelle:
http://www1.omropfryslan.nl/TV_Dokumint%c3%aare_op_Ned_2_30-08-2009.aspx
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Last update :
10 September 2009