Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Cornelis Speelman verovert Makassar en sticht Fort Rotterdam

In ons rampjaar waren we hem al even tegengekomen, de Rotterdammer Cornelis Speelman :

Cornelis Speelman is de geschiedenis ingegaan als de veroveraar van Makassar op Celebes in 1667, waarna Speelman een bestaand fort ombouwde tot Fort Rotterdam. Van Aad's eigen site halen we deze prenten op : (LINK)

verovering Makassar

De verovering van Makassar in 1667 door Cornelis Speelman

entrance to fortress Rotterdam

Ingang Fort Rotterdam

Dutch street in the town of Makassar

Een typisch Hollands - Indisch straatje in Makassar

Het leuke is nu om verschillende bronnen te raadplegen over wat er precies is gebeurd, dit kun je, samengevat, op het internet vinden :

De belangstelling van de VOC voor Makassar op Zuid-Celebes was niet primair economisch van aard. Sinds 1667 was de VOC er namelijk gevestigd, omdat Makassar het 'slot op de deur' was voor de oostelijker gelegen specerij eilanden, dat wil zeggen de Molukken, Ambon en Banda.
Daar had de VOC in de eerste helft van de 17e eeuw monopolies op de uitvoer van muskaatnoten, foelie en kruidnagelen gevestigd.

Makassar was in feite de plaats die door de bij deze handel uitgeschakelde Europese en Aziatische concurrenten gebruikt werd om 'smokkel' in specerijen te bedrijven. De concurrenten lieten de 'smokkelhandel' zelf overigens aan Makassaarse tussenhandelaren over. Omdat de vorsten van Makassar dit toelieten, zich niets aantrokken van de monopolies van de VOC en in deze een koers van 'vrijhandel' voorstonden, was het tussen de VOC en Makassar vóór 1667 al regelmatig tot ernstige gewapende conflicten gekomen, zowel op Celebes zelf als in Ambon.

In de oorlog van 1666 tot 1669 lukte het Cornelis Speelman met behulp van Arung Palakka, een vorst uit het naburige Bone, het verzet van Makassar te breken.

In 1667 droeg het vorstendom Makassar het fort Udjungpandang aan de VOC over, dat tot Fort Rotterdam werd omgedoopt.

Het oorspronkelijke fort in het huidige Jupandam, was in 1545 - 1550 gebouwd door Koning Tunipallangga van Goa. In 1634 werd het in baksteen herbouwd. Dit Fort werd vanaf 18 november 1667 het plaatselijk hoofdkwartier van Speelman, waarachter zich spoedig de VOC-stad Makassar ontwikkelde. Net als elders was hier sprake van een multi-etnische samenleving. In 1673 begon Speelman met de volledige rekonstruktie van het oude Fort, alleen al aan de muren is jaren gewerkt, ze werden dan ook 2 meter breed en 7 meter hoog....

Daarnaast kreeg de VOC enige kilometers naar het noorden en naar het zuiden de beschikking over districten van verslagen tegenstanders. De bevolking in deze gebieden werd verplicht jaarlijks een tiende van de rijstoogst aan de VOC te leveren.
Behalve te Makassar had de VOC hier en daar nog wat kleinere fortjes om een oog in het zeil te houden.

De bewoners van de vele vorstendommen in Zuid-Celebes, Makassar voorop, kregen het bevel zich niet meer met de handel op de specerij eilanden bezig te houden. Zij hebben zich in de loop van de tijd niet altijd wat van dat verbod aangetrokken, hetgeen dan weer tot conflicten met de VOC leidde.

De politieke kaart van Zuid-Celebes liet in de 17e en 18e eeuw een heleboel kleine vorstendommen zien. Nadat het streven van Makassar om de dominante macht in het gebied te zijn door de interventie van de VOC was afgebroken, was er meer sprake van een machtsevenwicht. De status quo daarbij stond of viel bij de goede verhoudingen tussen de VOC en het eerder genoemde Bone.

In de 18e eeuw waren er bij tijd en wijle oorlogen, geïnspireerd door dynastieke perikelen in bepaalde gebieden of door ambities van individuele vorsten. Zolang de VOC en Bone één waren kregen de tegenstanders van de VOC geen kans een dominante factor te worden. Aan het einde van de 18e eeuw groeide de macht van Bone echter tot zulke hoogten, dat de VOC er zelf door in de verdrukking kwam. Dit uitte zich onder meer in het feit dat de bevolking in de rijstdistricten geen tienden meer aan de VOC afdroeg.

In 1941 werd het volgende geschreven :

Cornelis Janszoon Speelman werd geboren te Rotterdam, op 3 maart 1628 als zoon van Jan Cornelis Speelman en Hadewich Wittert. Reeds op zijn 16de jaar (30 December 1644) zeilde Cornelis voor de Compagnie uit als assistent op het schip Hillegaertsberch en kwam 14 Mei 1645 op Batavia aan.

Daar bleef hij de eerste 7 jaar werkzaam, achtereenvolgens als assistent, boekhouder (1648) en onderkoopman (1649).

In 1651 werd hij benoemd tot secretaris van den Raad van Indie, Joan Cunaeus, die als gezant naar Perzie trok. Speelman maakte deze geheele reis mee en stelde een zeer belangrijk dagboek samen (15 September 1651 -12 November 1652).
Hij bezocht de ruinen van Darius' paleis te Persepolis en maakte eenige feestelijke ontvangsten door den Sjah mee. De waardeering voor zijn werk als secretaris blijkt uit de benoeming tot koopman, nog voor het einde der reis.

Wederom blijft Speelman langen tijd op Batavia gevestigd, nu 11 jaar.

Geplaatst op het kantoor van den boekhouder-generaal moest hij al spoedig diens functie voor geruimen tijd waarnemen, en werd in 1655 tot zijn opvolger benoemd.
Na acht jaar lang het verantwoordelijke ambt van boekhouder-generaal te hebben vervuld, kreeg hij in 1663 een nog gewichtiger functie, die van gouverneur van Cormandel.
Dit ambt vervulde hij op uitnemende wijze, doch slechts 2,5 jaar, toen daagden de XVII hem voor den Raad van Justitie te Batavia op beschuldiging van particulieren handel.
Deze zaak bleek niet veel om het lijf te hebben. Speelman had een diamant voor zijn vrouw gekocht, maar, toen de steen tegenviel, hem weer in Holland laten verkoopen.
Overeenkomstig de voorschriften werd hij evenwel veroordeeld tot een schorsing voor 15 maanden en f. 3000,= boete.

Krachtig heeft Speelman tegen dit vonnis geprotesteerd en het is slechts gedeeltelijk uitgevoerd Immers toen van de schorsing nauwelijks 9 maanden om waren, benoemde de Indische regeering hem tot aanvoerder der expeditie tegen Makassar.

Dit is Speelman's zwaarste, maar ook roemrijkste onderneming geworden. Met slechts 600 man Europeesche militairen, die hevig door ziekten werden geteisterd, heeft hij drie jaren den strijd tegen de fanatieke Makassaren, de Haentjens van het Oosten, volgehouden en ten slotte de overwinning behaald, die ook in het vaderland groot opzien baarde en Vondel tot een lofdicht dwong.

Behalve door benoeming tot Raad van Indie eerden bewindhebbers hem door aanbieding van een gouden keten met medaille.

Van 1669 tot 1676 was Speelman in functie als raadslid der regeering, in December 1676 bood hij zich aan om de leiding te aanvaarden ener expeditie naar Midden-Java, waar de Soenan, 's Compagnies bondgenoot, door den opstand van Taroena Djaja in het nauw werd gebracht.

Ook hier heeft Speelman veel roem behaald, met name door de inneming van Soerabaja op 13 Mei 1677.

Het jaar daarop moest hij naar Batavia keeren om als Directeur-Generaal op te treden en in November 1681 volgde hij Van Goens op als Gouverneur-Generaal.
Evenals bij zijn voorganger zijn ook bij Speelman de generaalsjaren niet de roemrijkste geweest door een veertigjarig verblijf in de tropen, ernstige ziekten en een weinig ingetogen leven was hij lichamelijk en geestelijk niet meer op volle kracht.
Toch heeft hij in deze jaren de Compagnie nog een grooten dienst bewezen, door in Bantam in te grijpen, toen een strijd tusschen den sultan en diens oudsten zoon uitbrak.

Speelman schaarde zich aan de zijde van den laatsten en dit ingrijpen verschafte de Compagnie het veelbegeerde monopolie in Bantam, Engelschen, Franschen en Denen moesten de plaats verlaten.
Den vrede heeft Speelman niet meer beleefd, hij overleed in Januari 1684.

Op velerlei wijze heeft Speelman zich onderscheiden. Hij was niet alleen een dapper strijder en een expert in boekhouden en handelskennis, maar, wat toen een zeldzaamheid was, een groot kenner van de inheemsche wereld. Hij bezat een bijzonderen takt om met Inlanders om te gaan en heeft verschillende geschriften nagelaten, waaruit die kennis en belangstelling blijken.

En dan tot slot nog iets heel recents :

Een kernactiviteit van de VOC in de Oost bleef het uitvoeren van strafexpedities. De compagnie kon immers het alleenrecht om muskaatnoot, foelie en kruidnagel uit te voeren, en zout, opium, textiel en andere producten in te voeren alleen handhaven met machtsvertoon en geweld.

De verdere invulling van de VOC ambitie zou voor de bloeiende haven Makassar in Gowa op de zuidpunt van Sulawesi (Celebes) de doodklap betekenen.
Sultan Hassanoedin, heer over grillige kusten met talloze eilandjes en landtongen, beschikte over een geducht leger en bovendien - als enige onder de VOC tegenstanders in de Indonesische archipel - over een vloot die het leger kon verplaatsen. Zeevaarders uit Makassar vielen vaak VOC schepen aan.

Toen de VOC directie had besloten om de hardnekkige vijand op Celebes voorgoed uit te schakelen en de vloot onder Cornelis Speelman in december 1666 voor de stad verscheen, probeerde de sultan met het aanbieden van geld zijn macht te redden. Als antwoord bombardeerden Speelmans schepen Makassar. De kanonskogels hadden op de dikke muren van de forten nauwelijks uitwerking en Speelman voer naar de stad Bonthain, niet ver naar het zuiden.

De krijgsmacht bestond uit ongeveer 600 Europese VOC soldaten, Molukse huurtroepen onder kapitein Jonker en vrijwillige hulptroepen onder Aroe Palakka, een prins uit Boni, wiens familie door sultan Hassanoedin was vermoord. Vooral deze laatste troepen vochten verbeten op de eerste kerstdag van 1666 in Bonthain. De invasiemacht bleef slechts een paar dagen aan land, maar het was lang genoeg om Bonthain en nog dertig dorpen in de buurt plat te branden.

Hassanoedins voornaamste troepenmacht van vijftienduizend man belegerde inmiddels de VOC vazal op Boeton. Ruim vijfduizend soldaten van Hassanoedin waren Boeginezen die meteen overliepen toen Speelman en Aroe Palakka op het eiland verschenen. Kort daarna gaven de Makassaarse troepen zich over.

Wat moest Speelman beginnen met de duizenden krijgsgevangenen ? Het verslag van de admiraal aan Batavia zweeg over dit probleem, maar uit andere officiële stukken is bekend dat duizenden ontwapende vijanden op een onbewoond eilandje tussen Boeton en Moena aan land zijn gezet. Hier zijn ze volgens een brief van een VOC officier in Batavia aan de VOC directie in Amsterdam meest allen van honger komen te vergaan, behalve die zwemmend op Moena aan land wisten te komen, en ook velen zijn verdronken. Binnen een maand zijn 5500 door Speelman achtergelaten krijgsgevangenen verhongerd of verdronken.

Speelman zeilde naar de Molukken. Hij beloofde de sultan van Tidore een jaarlijkse beloning van 2400 rijksdaalders als hij alle kruidnagel- en nootmuskaatbomen in zijn gebied zou rooien. Na een inspectiereis naar Ambon en Banda keerde hij terug naar Makassar, waar hij langs de kust nog vier maanden heeft gevochten.
Ten slotte kon hij op 26 oktober 1667 Makassar innemen en op 18 november tekende sultan Hassanoedin in Speelmans legertent tussen de kampongs Bongaja en Barombong het roemruchte Bongaais Traktaat.

Met dit verdrag bedong de VOC natuurlijk allereerst het monopolie om vrij in Makassar te handelen in de meest winstgevende producten, dus met uitsluiting van alle andere overzeese handelaren. De aanwezige Engelsen en Portugezen moesten meteen vertrekken.

De VOC bezette het grootste fort en liet alle andere versterkingen afbreken. Ook moest de sultan aan de compagnie een oorlogsschatting betalen van 250 duizend rijksdaalders, of de waarde daarvan, en nog duizend slaven.
Ook hier waren slaven voor de VOC waardevol niet alleen als handelswaar maar ook als personeel voor de eigen onderneming.

Speelman had de macht van Makassar voorgoed gebroken. Later werd nog een reeks Makassaarse en Boeginese vorsten gedwongen het Bongaais Traktaat te ondertekenen. Maar nog vele jaren bleven Makassaren actief als zelfstandige zeerovers en bondgenoten van iedereen die de VOC bestreed.

Via deze LINK kun je op onze site heel recente foto's van Fort Rotterdam bekijken !!!

Aad van der Kuijp meldt nog dat bij het overlijden van Cornelis Speelman er een vermogen was nagelaten groter dan dat het kapitaal van de VOC ! Speelmanstraat is leuk, maar zijn kop op de Westzeedijk is mooier.

Speelman is dus afgebeeld in een serie van drie gezichten op de hoek van het pand aan de Westzeedijk, hoek Emmaplein, samen met Piet Heyn en Witte de With. Weer wat geleerd....

Over zowel Piet Heyn als Witte de With hebben we natuurlijk al het een en ander op deze site staan:

Klik hier als je wilt zoeken via Aad's Freefind search engine, vul in het venster jouw woord in, bijvoorbeeld Piet Heyn / Witte de With en klik op ENTER






Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

18 Augustus 2006