Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Gastenboek

Naar beneden 

Gerard Martens' verhaal over......

Een onderduiker vertelt

 

Het volgende verhaal is het verhaal, dat ik heb samengesteld uit het dagboek van Jo Rolandus, zie het verhaal over de Kalverstraat (link), die na de razzia in een Duits kamp vlak over de grens bij Dinxperlo, ondergebracht werd. Citaten uit zijn dagboek, zal ik weer in het blauw aangeven. Jo begint zo. 

 

Het Onderduiken ......13-02-94. 

 

Het was in de nacht van 13-14 Februari 1945, dat ik op aanraden van dokter Smit met acht jongens, mannen, uit het Krankenrevier in Süderwick wegliep. Langs de draadafscheiding richting Anholt. 

Op het punt, dat de Heelweg overging naar Duits gebied stopte de versperring. Daar stond dokter Smit met een aantal helpers, ik weet alleen de namen Joh. Geven en De Stoppelaar, met fietsen klaar. Ieder van hen, nam iemand achterop en zo reden we naar de vrijheid. Dat was het einde van ons verblijf in Lager Terstegge, het einde van onze gevangenschap. Ieder van ons werd naar een adres gebracht in, of in de omgeving van Dinxperlo. 

Jo werd ondergebracht op een boerderij De Kuper geheten. Deze boerderij was van de familie Westerveld. Vader, moeder en Siena en Hendrik, die na hun trouwen in 1944, de boer en de boerin waren geworden. Dan beschrijft Jo de boerderij en de inrichting ervan. Hij zegt ook, dat inpandig naast het huis een mestvaalt was en naast het huis een spieker, dat was een opslagplaats, waar ondermeer de bakken met voer voor de varkens waren ondergebracht. 

Het was vroeg in het jaar, dus stond er nog niet veel op het veld. Maar enige honderden meters achter het huis, naast de Keizersbeek lag het bos. Dat bos bestond uit een aantal singels, gescheiden door greppels. Er stonden ondermeer prachtige eiken. Voor het stoken van de fornuizen werd er ieder jaar zo'n singel kaal gekapt, uitgezonderd de grote bomen. Jarenlang heeft er een beuk gestaan, die ik had gespaard, omdat het zo'n mooie boom was en die de boom van Oom Jo werd genoemd, Tot ik een brief van Rienie, één van de kinderen, kreeg, die schreef, dat de boom was omgekapt.

 

Op zijn boerderij was er ook nog een jongetje van 13 jaar, dat vanwege de slechte voedingstoestanden, naar deze boerderij gekomen was. Dat was Niekie Houweling, de zoon van een tuinder aan de Kralingseweg in Rotterdam. 

Op een gegeven moment werd Jo gevraagd om te komen helpen in het noodziekenhuis in Dinxperlo.Het was na een eerste mislukte poging gelukt om 40 man uit het lager van een steenfabriek in Bienen bij Rees Dld te halen. 

 

Deze mannen werden naar de tapijtfabriek van Prins gebracht. De ketel werkte nog en met warm water werden ze gewassen in de kuipen, waarin normaal de tapijten werden geverfd, De toestand waarin deze mannen zich bevonden was verschrikkelijk. Totaal verluisd. Het hoofdhaar, de wenkbrauwen, alles was één koek van luizen. De kleding werd ingenomen en verbrand. Vele van deze mannen waren volkomen apathisch. Met een tondeuse werden ze zo goed als kaalgeknipt. Ik vond het een griezelig werk. Daarna werden ze naakt in een laken gewikkeld en voorop de fiets naar het noodziekenhuis gebracht. Dit was ingericht met bijeengesprokkelde bedden en ledikanten, meest tweepersoons, zodat er twee mannen in één bed moesten. Na een paar dagen ontstond er een probleem. Door het betere eten kregen alle mannen diarree. Daar het huis boven en beneden maar één toilet had, was de aanvoer niet te verwerken. Dus werd er toen in de tuin een gat gegraven en werden de po's daarin geleegd. 

joverklaringburg

 

 

Het was een prachtig voorjaar. De stromen vliegtuigen vlogen af en aan naar Duitsland en af en toe doken er geruchten op dat N.S.B.-ers op zoek waren naar onderduikers. Vervoer was er niet en alles wat er maar op de weg bewoog werd door de Engelse jagers onder vuur genomen. Even voor de goede orde. Jo was ondergebracht in Breedenbroek, een plaatsje vlakbij Dinxperlo.

jobreedenbr

 

 

Eens op een late avond, we lagen al in bed werd er luid op de deur gebonsd, wat een grote schrik gaf. Het waren Johan Geven en De Stoppelaar, Zij kwamen mij halen. Dinxperlo was weer getroffen, er waren slachtoffers en er was hulp nodig. Achterop de fiets namen ze mij mee, maar tot mijn schrik werden we aangehouden door Duitse gendarmen. Ik had geen papieren, maar Stoppelaar hing een verhaal op, dat hij een onderduiker had betrapt en hem naar het gemeentehuis zou brengen. Hij toonde hun zijn penning als CCD-ambtenaar. Daar ik bekend was langs de grens en in Dinxperlo, was er kans dat ik door de Duitse douane herkend zou worden. Daarom droeg ik als camouflage een hoed en een bril. Later kreeg ik van Johan Geven een vals persoonsbewijs. Hij kwam in de stal en toen moest ik een vingerafdruk en een handtekening zetten. Zo ging ik verder door het leven als L.J.Roelofsen uit Herwen en Aerdt.

jovalspaspoort

 

 

 

De toestand werd steeds gevaarlijker, omdat het front dichter en dichterbij kwam. Emmerich werd gebombardeerd en Engelse jagers vielen het kasteeltje Wisch in Terborg aan. Ze besloten om een schuilkelder te maken. Schuin voor het huis groeven ze een kuil. Met stammen en platen werd een dak gemaakt, daar ging een vracht grond overheen en een buis zorgde voor lucht. Het front kwam steeds dichterbij en het kwam eindelijk zo ver, dat ze de schuilkelder in moesten.

 

Vader had er de meeste moeite mee. Hij wilde steeds naar het vee toe. Van tijd tot tijd werd de kelder verlaten om voor het vee te zorgen. Het duurde enige dagen. Je hoorde steeds het oorlogslawaai dichterbij komen, de vliegtuigen, het geschut. Zeker door vermoeidheid waren we in zo'n diepe slaap, dat we wakker werden geroepen door buren: We zijn vrij!! We zijn vrij!!.

Buitengekomen geloofde ik mijn ogen niet. Aan de andere kant van de weg stond de boerderij van Lubbers. Het was een hele mooie boerderij met grote ramen en kleine ruiten. Ik keek in die richting en tot mijn verbazing was de boerderij weg, niets meer van te zien, helemaal in puin. En daar had ik niets van gehoord!!! 

De volgende dagen werden besteed met het herstellen van de schade. Het was een hele ervaring, dat je nu kon gaan en staan waar je wilde.

 

Jo is nog niet uitverteld, maar voor zijn belevenissen, na zijn bevrijding, gaan we door in een volgend verhaal:

Een onderduiker vertelt verder. (link)

 



Klik hier als je terug wilt naar het Gastenboek


Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

26 Juli 2002