Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII

Over het excentrisch geplaatste oudste kerkorgel van de St. Laurenskerk van Rotterdam

Op een van zijn speurtochten in antiquariaten ergens buiten Rotterdam, liep Aad op tegen een verzameling Mededelingen n.a.v. de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam na WOII, kompleet met een 33-toeren orgelconcert grammofoonplaatje.
Deze bundel mededelingen, geschreven in de jaren '50 en '60 is natuurlijk zeer uniek, zoo uniek dat we er voor onze site wat uit gaan laten zien.

Gecommitteerden tot de zaken der Ned. Hervormde Gemeente te Rotterdam
hebben de eer U het navolgende te berichten

laurensbookmark

Kerstmis 1966

Aan hen die bijdragen voor de restauratie van de Groote of St. Laurenskerk van Rotterdam

Negentiende Mededeling over het verloop van de werkzaamheden

Over het excentrisch geplaatste oudste kerkorgel van de St. Laurenskerk van Rotterdam

Het uit het einde van de 18e en het begin van de 19e eeuw daterende hoofdorgel van de Grote Kerk en het daartoe behorende oxaal of soubassement werden opgericht ter vervanging van een in het midden van de 17e eeuw op dezelfde plaats gebouwd orgel met oxaal. Ter verduidelijking van het verderop te bespreken onderwerp moge hieraan enige woorden vooraf worden gewijd.

Bij de bespreking van het bouwproces van het schipgedeelte van de tegenwoordige kerk is gewag gemaakt van de opvallende afwijking in de richting van de as van de kerk en die van de toren, welke normaliter in één lijn plegen samen te vallen. Het verschil dat ter plaatse van de aansluiting van het middenschip aan de toren ongeveer 80 centimeter bedraagt, heeft bij de voltooiing van de kerk destijds geen probleem opgeleverd.

De toegangsdeur van het torenportaal, recht tegenover de buitendeur gelegen, kwam in de genoemde beuk consequent terzijde van het midden van de westwand terecht, evenals het in de 17e eeuw gebouwde hoofdorgel dat in het hart van de deurpartij daarboven was geplaatst.

laurensorgel1758

1758

Het excentrisch in de middenbeuk van de St. Laurenskerk geplaatste 17e eeuwse orgel
vervaardigd door de orgelbouwer Hans Goltfuss en de schrijnwerker Fr. Symonsz.

Fragment van een gravure van I. Punt

Een afbeelding van deze a-symmetrische opstelling geeft een gravure van I. Punt, naar Paul van Liender, gedateerd 1758, te zien.
Het daarop voorkomende oxaal wordt gesteund door twee houten kolommen, naar het heet vervaardigd uit de grote mast van het admiraals­schip van
Maarten Harpertszoon Tromp, de "Amalia".

tromppt

­
Maarten Harpertszoon Tromp

Deze kolommen hebben tot 1940 in één van de kapellen van de kerk opgesteld gestaan en zijn met de brand te niet gegaan.

Op dit oxaal rustte het orgel tot het bouwen waarvan in 1641 besloten werd, waarschijnlijk, doch dit is niet geheel duidelijk, ter vervanging van een te zelfder plaatse opgesteld ouder orgel.
In 1642 werd de opdracht daartoe verstrekt aan Hans Goltfuss te Antwerpen met de verplichting tot oplevering binnen twee jaren, exclusief de orgelschrijn, welke kerkmeesters in eigen beheer lieten maken.
Deze orgelkas, vervaardigd door Fr. Symonsz. was ondermeer gesierd met een uurwerk en kon gesloten worden met deuren, welke prijkten met afbeeldingen van Koning David. Er boven was een troonhemel aangebracht.

Het door Hans Goltfuss gebouwde orgel vertoonde na verloop van jaren meerdere gebreken. Hoewel het in de jaren 1712, 1724, 1756 en 1765 schoongemaakt, gerevideerd, hersteld en uitgebreid was keerden de inconveniënten telkenmale terug en werden de klachten luider.

Zo was Jacobus Robberts onderhouder der orgelen van de kerken deser stad reeds weer in 1782 genoodzaakt er op te wijzen dat enige reparaties aan het orgel zeer nodig waren en hij vermeldde dat het onder meer noodzakelijk was in het pedaal de prestant 16 voeten, die van spraak zijn, aan de spraak te brengen.

Ook na deze verbeteringen bleven de klachten terugkeren. In 1785 zou de orgelbouwer Hess het orgel nog eens visiteren en rapport hierover uitbrengen.

In het daarop volgende voorjaar leverde de organist Jan Hendrik Bruininghuisen een overzicht van defecten en gaf daarbij in overweging een nieuw orgel te laten maken.

Op 4 februari 1789 volgde tenslotte, de maat was kennelijk bijna vol, een besluit van kerkmeesters het orgel door drie of vier orgelbouwers te doen inspecteren om van hen te vernemen in hoeverre er nog een goed werk van te maken zou zijn, dan wel aan te geven of een geheel nieuw orgel van groote compleetelijk geschikt na gemelde kerk gemaakt zou moeten worden. Hiertoe werden de orgelmakers Hess uit Gouda, Bätz uit Utrecht en Wolfferts van hier aangewezen, die op de 23e maart 1789 mondeling geïnstrueerd werden over hun taak.

Wat het resultaat was van hun onderzoek kan niet meer nagegaan worden. Evenwel blijkt uit de stadsresoluties dat inmiddels medio 1789 het besluit gevallen was een nieuw orgel te bouwen, dat de stad tot roem soude verstrekken en voor het gehoor, soowel uit- en inwendig voor het gezicht niets te wenschen soude overlaten en dat van Haarlem in grootte en fraayheid soude overtreffen Voor zover de kerkelijke middelen ontoereikend zouden blijken te zijn, zouden de meerdere kosten door de stadskas gedragen worden.

Op het eind van het jaar 1789 was door de orgelbouwer Wolfferts reeds een noodorgel op een galerij in een kapel aan de noordzijde van de kerk opgericht. Naar sommiger berichten schijnt hiertoe een gedeelte van het oude orgel gebruikt te zijn. De plaats waar het noodorgel was opgesteld moet voor de organist niet gelukkig geweest zijn. want hij was klaarblijkelijk niet in staat van daar af de kansel te zien. Weeshuisjongens en het jongmaatje uit de timmer­loods moesten ingeschakeld worden om de organist te waarschuwen wanneer zijn spel aan­gevangen en beëindigd moest worden.

Omstreeks de jaarwisseling 1789-'90 kwam een voorlopige dispositie van het te bouwen orgel tot stand en werd klaarblijkelijk door genoemde WoIfferts een ontwerp voor een nieuw orgel gemaakt. In verband met een dergelijk ontwerp was hem reeds voordien opgedragen tezamen met de opziener en timmerman der kerken Van Lienden inspectie en de maat te gaan neemen van de orgels te Haarlem, Zwolle en Nijmegen, ten einde daarvan eene schets­tekening te maken en te rug gekomen zijnde, heeren kerkmeesteren te dienen van bericht.

Op 18 januari 1790 kwam er dan schot in de zaak. Kerkmeesters waren niet ongenegen Wolfferts te emploieeren tot het maken van 't nieuwe orgel zo hij zig tot redelijke prijzen laat gebruiken.
Er blijkt dan tevens dat met betrekking tot de orgelkas een aantal tekeningen ter tafel waren gebracht (zeer vermoedelijk behorende bij het voorstel Wolfferts) van de hand van de beeldhouwer Keerbergen. Besloten werd dat de meest bevallende tekeningen van den beeldhouwer Keerbergen zullen worden gesteld in handen van de architecten Van Ginkel en Schonk, beide in 's Hage en Giudici alhier, om daaruit ene keuze te doen en op de gekooze teekening de nodige remarques ter verbeetering op te geeven, ofwel eene gantsch nieuwe teekening te formeeren.

Het eerste halfjaar van 1790 ging nu heen met het inwinnen van adviezen en het opstellen van een definitieve dispositie en plan.
Tevens namen echter de kerkmeesteren reeds voor­bereidende maatregelen, in het bijzonder ten aanzien van het overnemen in eigendom van die graven in de kerk welke ten dienste van het bouwen van het orgel zouden moeten verdwijnen.

Einde juni 1790 was dan met de orgelbouwer Wolfferts een prijsafspraak tot stand ge­komen (tenminste f 65.000,-, doch f 70.000,- niet te bovengaande) waarop goedkeuring van het stadsbestuur werd aangevraagd.

Eveneens werden de architecten Gunckel en Berkman uit 's Gravenhage en Giudici te Rotterdam uitgenodigd tot het maken van een teekening van de kas van 't orgel. Hiertoe werden dezen verzocht in persoon te verschijnen in een ver­gadering van kerkmeesteren op 12 juli van dat jaar.

Op 27 september 1790 tekende tenslotte de orgelbouwer Andries Wolfferts het omvangrijke definitieve bestek met conditiën, waarnaar het orgelinstrument vervaardigd zou worden.

laurenskerkzilver001

laurenskerkzilver002

laurenskerkilver003






Klik hier voor de overige verhalen op onze site over de St. Laurenskerk van Rotterdam





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 Juni 2005