Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Over het College van Collectanten van de Ned. Hervormde Kerk te Rotterdam

collectantenwapen


Je raadt het al misschien, we gaan het hebben over het College van Collectanten die in 1937 het 125-jarig bestaan vierden van, zoals dat toen werd omschreven:


Even voor de goede orde: een diaken collekteerde vroeger niet, dat was niet gepast. Samengevat was de taak van een diaken alleen de zorg voor de juiste uitgifte en beheer van het geld.

Vaste vrijwillige bijdragen waren nog niet ingevoerd, de inkomsten van een kerk kwamen uit de inzamelingen tijdens de kerkdiensten en het verhuren van de zitplaatsen, allemaal onder verantwoording van het College van Collectanten.

Wat we gaan vertellen, komt uit dit zeer zeldzame jubileumboek:

Dit Gedenkboek is gedrukt in het jaar 1936 op de persen van de drukkerij D. van Sijn & Zonen te Rotter­dam, in een oplage van 200 genummerde exemplaren, op mat kunstdruk van de Centrale Papierhandel.
Het is gezet uit de Neuzeit Grotesk.
De portretten zijn ge­teekend door Ir. M. C. A. Meischrle, H. van Sijn, G. Altmann en Mej. A. v. d. Pol.
De kantillustraties zijn geteekend naar oude menu's door N. J. Weeldenburg, de oude kerken door W. P. van Buul.
De reproducties der platen zijn vervaardigd door de clichéfabrieken Wolfshoek en Boelaars.

Ons exemplaar is no. 163.

In welke kerken van de Nederlands Hervormde Gemeente te Rotterdam organiseerde het College van Collectanten de geldinzamelingen, o.m. in
deze kerken:

kerklaurensplaat

De Laurenskerk

prinsenkerkhoek

De Prinsenkerk

oosterkerkets

De Oosterkerk omstreeks 1850

oosterkerk1933

De Oosterkerk vlak voor de afbraak in 1933

zuiderkerk1863

De Zuiderkerk (1863)

Herbouwd in 1848

Koninginne03

koninginnekerkro

De Koninginnenkerk

Wie konden lid worden van het College van Collectanten ter instandhouding van den Openbaren Eredienst bij de Nederlands Hervormde Gemeente te Rotterdam, vanzelfsprekend alleen de wat meer dan bemiddelde Rotterdammer. Veel ex-collectanten kwamen later terecht op bijv. de hogere functies bij de gemeente, de banken etc. We zouden nu zeggen, een old boys network.

Maar men trad ook naar buiten, (alles op eigen rekening): 1x per jaar een gezamenlijk uitstapje, minimaal 1x per jaar een gezamenlijk diner bij een gerenommeerd Rotterdams restaurant of men ging in vol ornaat de straat op, zoals hier in 1925 t.b.v. een actie voor Borculo:

collectantenborculo

31 Augustus 1925, Koninginnendag....

Een afvaardiging van het College van Collectanten collecteert met eigen vervoer

De opbrengst is ten bate van de stormramp van Borculo

Citaat uit dit verhaal van Alie:




Uit de oudste notulen en reglement van het College van Collectanten van de Nederlands Hervormde Gemeente te Rotterdam

14 December 1811.

(De overgifte der kerkgebouwen had 13 Dec. 1811 plaats gehad). De Pres. stelt voor om in navolging van hetgeen in Amsterdam had plaats gehad, particuliere personen van goeden huize tot het inzamelen der penningen (voor de eeredienst) te verzoeken. En intusschen de lieden, die tot dusverre de collecte des avonds hadden waargenomen, te verzoeken daarin provisioneel voort te gaan.

20 December 1811.

Word aan de Vergadering voorgedragen het Reglement op de collecte voor de Gemeente te Amsterdam en daarbij een ontwerp om ook dit alhier in 't rein te brengen, door de aanstelling van 30 fatsoenlijke lieden tot het collecteeren en tellen der collecte, de commissie tot correspondentie word verzocht dit ontwerp de kerkenraadsleden dier Commissie mede te deelen als mede de namen van die lieden welke tot het doen dezer collecte bij deze vergadering in aanmerking gekomen waren, en voorts met dezelve over dit ontwerp en de uitvoering van dien overeen te komen.

28 December 1811.

De Praeses doet verslag van zijne gehouden conferentie met den WelEerw. Heer de Vries over het collecteeren door deftige leden der Gemeente in vorige acte gemeld en is daarop gearresteerd het volgende ontwerp. Het getal dezer Heeren Collectanten zal zijn 30, allen leden der Gemeente, waarvan telken jare 6 zullen aftreden, doch weder verkieslijk zijn, zoo zij daarin bewilligen, de aftreding der eerste 30 zal zich regelen naar den ouderdom in jaren, doch vervolgens naar den ouderdom in dienst, de overblijvenden zullen met het begin van December aan de Gemeente Commissie een dubbeltal inleveren, waaruit dezelve 6 nieuwe Heeren Collectanten zal verkiezen.

Het werk der voorn. Heeren zal zijn in de kerken de liefdegaven ter instandhouding van den godsdienst in te zamelen en na het eindigen van den godsdienst het ingezamelde te tellen, en met eene nota van het beloop in het kistje te sluiten.

Deze Heeren zouden met onderling overleg zich kunnen verdeelen in twee ploegen, een van 20 voor de Groote- en Oosterkerk en een van 10 voor de Zuiderkerk, echter zoo zij liever verkozen bij rondloopende tourbeurten de gezegde drie kerken te bedienen, zoude hun daarin genoegen kunnen worden gegeven.

Zij zullen op deze beurten een rooster formeren en op de bezwaarbeurten ingeval van ziekte etc., zij zullen hunne beurten kunnen verwisselen mits zorgende dat de beurt door een hunner wordt waargenomen.

Dit werk zal zonder belooning waargenomen worden, alleen zal men aan gem. Heeren Collectanten zoolang zij in functie zijn een bank in de Groote en Zuiderkerk zonder huur toewijzen.

Wijders is geresolveerd om dit ontwerp in werking te brengen, dat de Heeren Collectanten tot dit werk uit naam der Commissie zullen verzocht worden door een lid derzelve.

Ten dien einde zal ieder der leden, uitgezonderd de Praesis en Scriba van de Commissie, vier personen van de lijst voor zijne rekening nemen en daarvan er drie tot dit werk verzoeken en tragten te bewegen.
De leden zullen van den uitslag hunner pogingen, welke men verzocht te bespoedigen, den Praesis kennisgeven, ten einde zoo zij geen drie hebben kunnen overhalen, het getal uit de overschietende van de andere leden zoude kunnen worden aangevuld.
De President, het getal volledig hebbende, zal de Heeren, welke het aangenomen hebben convoceren, en met den Secretaris bij die bijeenkomst adsisteren en de Heeren behulpzaam zijn in het regelen van den Rooster en verdere schikkingen.

De Commissie van vieren zal zorgen voor een locaal, waar de collecte kan geteld worden.
Die der Groote- en Zuiderkerken zullen een bank ten gebruike derzelve aanwijzen.

Vervolgens is goedgekeurd een door den Praesis en Ds. de Vries ontworpen lijst van 40 Heeren tot dit werk te verzoeken en is dezelve tusschen de leden verdeeld, ten einde als in bovenstaande Resolutie gemeld, en bij goede reusite de, Praesis en Scriba verzorgt daaraan verdere executie te geven.

11 Januari 1812.

De Praesis berigt dat van de 40 Heeren benoemd tot de collecte in de kerken zich hebben geexcuseerd 12 Heeren en 28 hetzelve hebben aangenomen en dat de twee ontbrekende plaatsen vervuld zijn door de Heeren Willem van Rossem en J. G. Rooster.
Dat die 30 Heeren, Vrijdag den 3 dezer bijeenverzocht zijnde, hij met adsistentie van den Heer Ledeboer, dezelve voor hunne bereidwilligheid tot het op zich nemen van dit werk had bedankt en kennis gegeven van de schikkingen welke deze vergadering noodig oordeelde als ook van het voornemen derzelve, om hun een bekwame vrije zitplaats in de Groote en Zuiderkerken te bezorgen, verzoekende hun intusschen gebruik te maken van de achterste Bank der Grootekerk en van een bank onder de galerij in de Zuiderkerk. Dat hij vervolgens hun voorgesteld heeft, om op de uitvoering van hun werk eenige bepalingen te maken, en dat zij na eenige discussien met elkander zijn overeengekomen om het volgende provisioneel vast te stellen:

Art. 1.

Qeze collecte zal geschieden door dertig Heeren-ledematen der Nederduitsche Hervormde Gemeente, waarvan jaarlijks zes zullen aftreden desverkiezende, en zal de keus tot aftreding zich regelen naar den rang van ouderdom voor de eerstverkozene en vervolgens na den tijd van hunnen dienst.

Art. 2.

De voorschreven Heeren hebben zich verdeeld in drie afdeelingen of ploegen ieder van tien Heeren, elk van welke eene week alle de Collecteerbeurten dier week zal vervullen, namelijk in den winter:



Art. 3.

De Heeren hebben verkozen tot hunnen President voor dit jaar den Heer Cornelis Boer, om bij te houden vergaderingen tot beraming van noodige schikkingen, dezelve te convoceren en besturen.
In de laatste week van November zal eene Vergadering gehouden worden om te regelen wie volgens Art. 1 zullen aftreden en ter formering van een dubbeldtal van nieuwe leden, waarvan de Gemeente Commissie het benoodigde getal ter waarneming der Collecte in het volgend jaar zal verkiezen en verzoeken.

Art. 4.

De Heeren Collectanten zullen des Zondags in het zwart gekleed collecteren.

Art. 5.

Op het verzuim eener collectebeurt is gesteld eene boete van drie guldens.

Art. 6.

De ingezamelde gelden zullen naar geëindigden godsdienst door de Heeren die de Collecte gedaan hebben, worden geteld en met eene nota der specien in het kistje gesloten aan den afhaler der collecte worden afgegeven om bij den cassier der kerken te worden gebragt.

Art. 7.

Aan den oudsten Heer van elken ploeg zal een rooster worden verzorgt van de beurten hunner afdeeling, welke dezelve ter kennis zal brengen aan de Heeren tot hunne afdeeling behoorende.

Art. 8.

Wanneer de weekgodsdienst stil staat zullen de Heeren wier collectebeurt dien dag invalt vrij zijn, en de eerstvolgende collecteerbeurt door de Heeren aan hun volgende worden waargenomen.

Ingevolge van welke bepalingen eene Naamlijst is gemaakt naar den ouderdom en een verdeeling der drie ploegen van welke de zes eerstgenoemde der eerste ploeg Zondag den 5en dezer hunne werkzaamheden hebben begonnen.

Al hetwelk bij de Vergadering is geapprobeerd.

In 1812 werden de volgende allereerste ploegen samengesteld uit de volgende Rotterdammers:

1e Ploeg:

C. Boer,
W. van Os,
L Kaas Dz.,
A. Eickma,
A. C. van Rossem,
J. Tavenraat,
A. Offers,
J. B. Okkers Cau,
J. H. G. Scharp,
J. van Harderwijk.

2e Ploeg:

W. van Oordt,
S. N. Hoek,
J. H. van Wezel,
A. van Charante,
C. Nortier,
C. I. Thooft,
J. A. Jongeneel,
S. Schey,
W. van Rossem,
C. Costerman.

3e Ploeg:

J. G. Rooster,
J. J. Robbers,
J. Sarton,
J. Moll Bz.,
F. van Dam,
H. W. Sprenger van Eyk,
H. C. Voorhoeve,
W. van der Sluys,
J. Ballot,
F. Smeer.

Al snel ook kwamen de Praeses, Corn. Boer en de secretaris, F. Smeer Jr met het voorstel om op eigen rekening een aantal collectezakken aan te schaffen:

Op eene comparitie intusschen den 17en dezer gehouden, wierdt bij ons deswegens op nieuw een voorstel gedaan, en hebben wij onderling besloten, op onze eigene kosten 10 nieuwe collecteerzakken, 5 voor de groote, 3 voor de zuider, en 2 voor de oosterkerken te laten vervaardigen, en hiervan een geschenk aan de kerk te maken, wij deden dit des te gereder, daar wij tot hiertoe buiten verwachting hoge collectens mogten inzamelen, en wij vleijen ons, dat UwelEd. gaarne dit gering geschenk als een vernieuwd blijk van onzen ijver om uwe pogingen te ondersteunen, zullen gelieven aan te nemen, en in de genoemde kerken, geschikte plaatsen, dezer nieuwe collecteerzakken ter bewaring, aan te wijzen, en wel zoo mogelijk voor aanstaande Zondag den 26. dezer, zullende dezelve, waarschijnlijk voor dien tijd gereed zijn, en alsdan gaarne door ons gebruikt worden.
Het zij ons, WelEd. Heeren, ten slotte vergund UwelEd. te mogen herinneren aan de gedane belofte, in onze eerste bijeenkomst, dat UwelEd. ons goede zitplaatsen, waar men horen kan, in de Groote en Zuiderkerken zouden toestaan, als welker vervulling ons tot een aangenaam blijk van UwelEd. goedkeuring en tot meerdere aanmoediging zal verstrekken.


Tot slot nog een stukje tekst geschreven in 1832 door G. Van Reyn (zijn naam komt veel voor op onze site) in zijn Geschiedkundige Beschrijving der Stad Rotterdam:

burgerweeshuisingang1936

De ingang van het Burger Weeshuis

goudsewagenstraat19051907

1906

De Goudsewagenstraat

Boven deze kroonlijst waren in de as der pilasters fraaie gebeeldhouwde levensgroote figuren aangebracht, voorstellende een weesjongen en een weesmeisje, die een groote draperie in den vorm van een wapenmantel ophielden, waarop een toepasselijk dichterlijk opschrift voorkwam van Jakob Kortebrant, den bekenden 18en eeuwschen dichter en geschiedschrijver van Rotterdam. Dit opschrift luidde:






Uiteraard hebben we nog meer verhalen over het College van Collectanten,
klik voor de overige verhalen over het College van Collectanten, op de onderstaande Kerkelijke Link:

Klik hier voor de overige kerk verhalen op onze site





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

25 November 2005