(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
We kregen de volgende vraag van Hellen de Kock en aangezien we met het antwoord waarschijnlijk meer lezers een plezier kunnen doen, plaatsen we het in onze zeer populaire kerkrubriek:
Mijn vader is geboren in rotterdam op 30 april 1923.
Als katholiek was het gebruikelijk zo snel mogelijk na de geboorte gedoopt te worden.
Na een zoektocht met mijn tante (jongste zus van mijn vader) ben ik erachter gekomen dat hij is gedoopt in de R.K. Antonius abt-kerk.
Ik kan deze kerk echter nergens meer terugvinden in Rotterdam.
Zou U mij kunnen vertellen of de kerk nog bestaat en waar deze heeft gestaan of staat??!!
Na deze vraag te hebben doorgespeeld naar het Historisch Museum van Rotterdam, kwam er het volgende antwoord:
Na wat zoeken in de collectie van het Historisch Museum Rotterdam en het internet, blijkt dat dit de naam is van de kerken van de RK parochie in Delfshaven.
De kerk waar uw vader is gedoopt is waarschijnlijk de noodkerk met 1000 zitplaatsen in de wijk Tussendijken in Delfshaven die de RK parochie van 1918 tot 1930 in gebruik heeft. Deze werd op 23 december 1918 ingewijd.
De noodkerk bleef tot 1930 in gebruik.
Op 6 april van dat jaar werd een imposant nieuw kerkgebouw aan de Jan Kruijffstraat, ontworpen door architect A.J. Kropholler, door de bisschop van Haarlem geconsacreerd. Dit gebouw is in 1971 weer verlaten en in 1973 gesloopt.
Hieronder een geschiedenis van de parochie H. Anthonius Abt, afkomstig uit het gemeentearchief Rotterdam. Het gemeentearchief (http://www.gemeentearchief.rotterdam.nl/) heeft een compleet deelarchief beschikbaar over de parochie, die in 1969 is opgegaan in de grote parochie Rotterdam West.
De eerste tekenen van kerkelijk leven op het grondgebied van het latere Delfshaven treffen we aan in de tweede helft van de 13e eeuw. In die tijd ontstond op een ingedijkt stuk grond het dorpje Schoonderloo. Kort na de indijking moet daar reeds een parochiekerk zijn gebouwd. In ieder geval stond deze er reeds in 1274, want in dat jaar is er sprake van een 'presbyter de Sconreloe'. Meer dan een eeuw stond de Schoonderloose parochie als zeer arm en onbeduidend te boek. Hierin kwam op het eind van de 14e eeuw verandering. In 1389 gaf hertog Aelbrecht van Beieren aan de stad Delft verlof om onder de rook van Schoonderloo een haven naar de Maas te graven. Het gebied rond de nieuwe haven, bekend onder de naam Delfshaven, werd weldra een florerende vissers-plaats. De nieuwe bewoners, voornamelijk uit Delft afkomstig, maakten kerkelijk deel uit van de parochie van Schoonderloo. Al spoedig kwam er behoefte aan een eigen kerkgebouw. Aan de kolk, in het hart van Delfshaven, verrees in 1417 een kapel, die gewijd werd aan de H. Antonius. Als kapelaan werd door de stadsregering van Delft Philips Jan Willemsz. aangesteld.
In 1506 werd de kapel van de H. Antonius tot parochiekerk verheven. Dirk de Groote werd als eerste pastoor aan de nieuwe parochie verbonden. De kerk van Schoonderloo bleef als kapel in gebruik.
Het jaar 1572 bracht, zoals voor vele plaatsen in het gewest Holland, voor kerkelijk Delfshaven een volledige omwenteling. Na het vertrek van de Spanjaarden, die in dat jaar geruime tijd Delfshaven hadden bezet en aldaar danig hadden huisgehouden (o.a. werd door hen de kapel van Schoonderloo verwoest), ging het grootste gedeelte van de bevolking over tot de gereformeerde religie. Vanaf begin augustus 1572 was de Antoniuskerk in gebruik voor de gereformeerde eredienst.
De Spanjaarden plunderen Delfshaven
LINK
De latere Delfshavensche predikant Bussingh vertelt hiervan niet zonder pathos: Mij dunkt, ik zie de ontmenschte wreedaarts, wier handen nog van 't bloed der onschuldige Rotterdammers rookten, den bebloeden dolk in 't hart van onze vaderen dringen en jong en oud, zelfs weerlooze vrouwen en kinderen aan hunne bloeddorst opofferen
Een handjevol inwoners bleef de katholieke leer trouw (LINK); zij waren echter verstoken van kerk en zielzorgers. Vermoedelijk zullen ze gedurende lange tijd de verschillende schuilkerken in het naburige Rotterdam hebben bezocht. In de loop van de 17e eeuw was de bevolking van Delfshaven aanzienlijk toegenomen. De toename gold ook de katholieken.
Het gevolg was dat de katholieke inwoners van Delfshaven in 1669 tot een statie werden verenigd. Erasmus van den K Broech werd de eerste pastoor. Het is niet bekend waar de Delfhavense parochianen in de eerste jaren na de oprichting van de statie ter kerke gingen. In de jaren zeventig van de 17e eeuw werd op de hoek van de Lange Dijkstraat en de Nieuwe Haven (Achterhaven) een kerkje in gebruik genomen.
De 18e eeuw bracht een scheuring in de katholieke gelederen. Het jansenisme had in Delfshaven nogal wat aanhangers onder de parochianen gekregen. Met name pastoor Laurens van Rhemmen was hiervan een groot stimulator. Met de komst van diens opvolger Petrus Franciscus van Biesbrouck in 1729 koos de Delfshavense statie definitief de zijde van de oud-katholieken. Het kerkje aan de Lange Dijkstraat was nu voor de rooms-katholieken verloren. Hoewel de rooms-katholieken de oud-katholieken in aantal overtroffen, moesten ze zich bij het verlies van hun kerkgebouw neerleggen. Tegen de achtermuur van de oude kerk werd een nieuw kerkje gebouwd, dat te bereiken was via een slop aan de Kruisstraat (Compagniestraat). De opening hiervan vond in oktober 1730 plaats.
De oud-katholieke statie is in 1828 opgeheven. Rond dat jaar was het aantal oud-katholieken tot ca 18 leden geslonken.
Het rooms-katholieke kerkje bleef tot 1782 in gebruik, toen in de Groenendaal een groter gebouw werd betrokken. Het zou de laatste schuilkerk zijn, waarin de Delfshavense roomskatholieken kerkten.
Het aantal rooms-katholieken bleef toenemen, vooral nadat ze in de Franse Tijd gelijke rechten als de gereformeerden kregen. Omstreeks 1856 waren er 1120 katholieken in Delfshaven. De kerk in de Groenendaal, oorspronkelijk gebouwd voor 500 kerkgangers, was allang te klein geworden. In maart 1857 besloot men tot de bouw van een nieuwe kerk. Het had nogal wat voeten in de aarde eer dit nieuwe gebouw, dat aan de Havenstraat zou verrijzen, tot stand kwam. De consacratie van de kerk werd op 19 oktober 1863 door de bisschop van Haarlem verricht. Nog in datzelfde jaar werd er aan de Westzeedijk een Parochiaal kerkhof aangelegd.
Met de opbouw van een eigen katholiek verenigingsleven werd nu een begin gemaakt. In de eerste jaren na de ingebruikneming van de nieuwe kerk werden o.a. de mannencongregatie van de H. Familie (1863) en de Sint Aloysiusvereeniging (1872) opgericht. Ook aan het katholiek onderwijs werd aandacht besteed. In 1884 werd aan de Schoonderloostraat een meisjesschool geopend, waar door de Zusters Franciscanessen van Dongen onderwijs gegeven werd. Een jongensschool kwam in 1898 tot stand.
De parochie van Delfshaven is na haar heroprichting ongeveer twee eeuwen naamloos geweest. Eerst in de jaren zestig v.an de 19e eeuw kwam de naam 'H. Antonius Abt' in gebruik, de naam van de heilige, waaraan vóór de reformatie de kerk aan de kolk was gewijd.
Inmiddels had er een afsplitsing van een gedeelte van het grondgebied van de parochie plaatsgevonden. Rond 1860 was men in het oosten van Delfshaven bij de grens met Rotterdam begonnen met de bouw van een nieuwe woonwijk (de Gouvernestraat e.a.). Hier woonden omstreeks 1865 reeds ca 1000 katholieken. Voor hen werd aan de West-Kruiskade een houten noodkerk gebouwd, die op 19 maart 1869 werd ingezegend. Tegelijkertijd werd dit deel van Delfshaven tot een zelfstandige parochie onder de bescherming van de H. Joseph verheven. Een tweede afsplitsing vond plaats in 1904, toen de parochie van de H. Elisabeth werd opgericht voor de in aanbouw zijnde riante woonwijk rond Mathenesserlaan en Heemraadssingel.
Een gouden tijd brak er voor de parochie aan nadat pastoor F.C. van Beukering in 1909 was benoemd. Omstreeks 1910 begon namelijk de uitbouw van Delfshaven in westelijke richting. De woonwijken Bospolder en Tussendijken ontstonden. Dit betekende een aanzienlijke toename van het aantal parochianen. Het kerkgebouw aan de Havenstraat werd spoedig te klein. Bovendien verkeerde het in zeer slechte staat. Er werd besloten in de wijk Tussendijken ten noorden van de Schiedamseweg een nieuwe kerk met pastorie en scholen te bouwen. Daar de prijzen van de bouwmaterialen ten tijde van de Eerste Wereldoorlog ongehoord hoog bleken te zijn, zou er voorlopig een noodkerk met 1000 zitplaatsen worden opgericht. Deze werd op 23 december 1918 ingewijd. Met de bouw van de scholen werd daarna een aanvang gemaakt. De noodkerk bleef tot 1930 in gebruik. Op 6 april van dat jaar werd het imposante kerkgebouw aan de Jan Kruijffstraat, ontworpen door architect A.J. Kropholler, door de bisschop van Haarlem geconsacreerd.
Het parochiale grondgebied was in 1924 weer verkleind. In het uiterste westen ontstond rond 1920 de woonwijk Spangen. Hier werd in 1924 de parochie van de H. Nicolaas opgericht.
De oorlogsjaren hebben in de parochie grote littekens nagelaten. Een gedeelte van de woonwijken rond de Schiedamseweg werd op 31 maart 1943 getroffen door een Amerikaans bombardement. Voorts werd in de door de bezetter gevorderde schoolgebouwen veel schade aangericht.
Na de oorlog werd met man en macht "gewerkt aan de opbouw van het kerkelijk leven. Nieuwe verenigingen werden opgericht, het parochiale jeugdwerk werd gereorganiseerd en ook het werk voor de bejaarden kwam van de grond. In 1952 werd wederom een gedeelte van de parochie afgesplitst: het gebied rond Schoonderloostraat en Willem Buijtewechstraat ten oosten van het oude havengebied van Delfshaven.
Na 1960 kwam de achteruitgang voor de Antonius Abtparochie. Vertrek van veel parochianen en toenemende ontkerkelijking waren hiervan de oorzaak. Door het verminderde kerkbezoek waren de inkomsten uit de collecten lager geworden. De financiële toestand van de parochie werd zodoende precair.
Bovendien waren de onderhoudskosten van het monumentale kerkgebouw vrijwel niet meer op te brengen. Ook de zielzorg, zoals huisbezoek en zorg voor bejaarden en zieken, kwam in verdrukking door het tekort aan voldoende pastorale werkers. Deze verschijnselen kon men eveneens bij de drie andere parochies in Rotterdam-West waarnemen.
Omstreeks mei 1967 kwam er een overleg op gang tussen de besturen en parochies van de H. Antonius Abt, de H. Nicolaas, de H. Petrus en het H. Hart van Jezus. Bij bisschoppelijk besluit van 19 december 1969 werden de vier parochies opgeheven en voortgezet als een nieuwe parochie Rotterdam-West. Een van de eerste zaken, die aangepakt moesten worden, was de reorganisatie van het gebouwenbestand. De kerk aan de Jan Kruijffstraat, hoewel van grote architectonische waarde, bleek door het geringe bezoekersaantal voor liturgische viering onbruikbaar; aanpassing zou te hoge kosten met zich meebrengen. Vandaar dat besloten werd de kerk af te stoten en om te zien naar een kleinere kerkruimte. Op 5 september 1971 werd de laatste dienst gehouden. De afbraak volgde in begin 1973. Na de sluiting van de kerk vonden de erediensten gedurende de eerste jaren plaats in het wijkgebouw 'Open Haard' aan de Grote Visserijstraat. Later verhuisde men naar een kerkzaal bij het Bejaardencentrum 'De Schans', dat op de plaats van de gesloopte kerk is verrezen.
Klik hier voor de overige kerk verhalen op onze site |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|