(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Cees Vrijenhoek neemt op onze site een apart plekje in, een heel warm plekje zelfs. Cees heeft bij de vader van Alie, Dingeman Boogaard een aantal jaren in de klas gezeten, klik maar eens HIER, maar Cees kan ook goed rijmen en dichten. zoals dat heet, let maar eens op:En Cees gaat gewoon door:
Rrrotterdam kan jij je het nog herinneren?
Ik wel, toen waren we nog maar kinderen.
Jij had een markt op de Goudsesingel, fijn!
Van af de Binnenrotte tot aan het Oostplein.
De rommelmarkt begon onder het viaduct.
Kon je het in de winkel niet kopen, op jouw markt, gelukt.
Uren kon je er als kind rond lopen, geen geld, niets kopen.
Gezellig, en alles lag er op stapels en hopen. En maar lopen.
Als kind zijnde was het er enorm, al die dozen en kratten.
En het gaf je echt een kik, kon niet anders, om daar te jatten!
Appels, peren, Haagse hopjes, luiers en toverballen,
Nootjes, dropjes, pinda’s, koeientiet en kauwgomballen.
Warme stukjes koeientiet (uierbord) met peper en zout,
Voor 5 spie op grauw papier, warm voor jong en oud.
Haring was er in overvloed, groene, zeven voor een duppie,
En maar schreeuwen; Hollandse nieuwe, aan zijn neus een druppie.
Zelfs vers vlees kon je er kopen en nu niet liegen
’s Winters en ‘s zomers zat het hele spul vol vliegen.
Groentekramen met pyramydes opgestapeld met fruit,
En als je de kans kreeg ging de onderste er onder uit,
Als ik mijn ogen sluit zie ik weer hoe het gebeurde,
Waren we veilig, dan lachen tot we het bescheurde.
En dan zie ik nog die koopman met zijn suikernootjes,
Wel zielig want die man had geen gezonde pootjes.
Rrrotterdam, jouw markt wordt nooit meer geévenaard.
Echt waar, daar was je piekkie echt een knakie waard.
Viskarretjes, groen en rood, klein en groot,
Stonden letterlijk en figuurlijk langs ’t trottoir in de goot.
Dat moest natuurlijk vanwege het lekkende viswater,
Je werd misselijk als je er langs liep, dagen later.
De textielmarkt stond aan de andere kant voor ons niets te halen,
Ging je er toch heen, dan was het voor ons om te balen.
En als je zag hoe ze overal aanzaten en stonden te passen,
Lekker niet kopen, alles zo ongezien onder hun jassen.
Eens op een dag dachten ze dat ik had gejat, , echt waar,
Maar ik had het werkelijk echt gevonden ergens, daar.
Ik voelde mij schatrijk en oneerlijk tegelijk, echt,
Je vader en moeder zouden er toch maar achter komen,
Maar, niet getreurd, nootjes en haring kopen, terecht????
Nadenken? Daar had ik niet aan gedacht, ik faalde,
Daar kwam ik achter toen ik op het buro zat en BAALDE.
Geloof me, agenten waren nog mensen, kun je navragen,
Mijn vader kwam me halen, lief, thuis werd ik geslagen.
Ik gilde en riep; dat ik het nooit meer zou doen.
Mijn vader sloeg me rot en mijn moeder gaf me een zoen.
Toch mag ik achteraf bekeken graag terug kijken,
Als ik wist wat ik nu wist, ik zou me weer verrijken.
Prachtig om terug te kijken op die ouwe tijd,
Ik kreeg altijd op mijn lazer en was ook nogeens alles kwijt.
MOP
Eens liep ik weer op de markt en zag daar Joodse Mosie,
Joodse Mosie met zijn sigaren en kammen in een dosie.
En daar stond hij met de eeuwige pruim in zijn mond,
Loerend keek hij dan rond of er iemand dichtbij stond.
Zo gauw hij er één zag en die had niets door,
Dan kreeg hij gegarandeerd een flodder achter zijn oor.
Ja hoor, een klein mannetje luisterde met open mond,
Mosie had hem al gezien, voor hem was de zaak rond.
s’Jonge, s’jonge, hij kreeg van pret een bochel,
In zijn mond had hij een pracht van een piremegochel,
Ik zag dat Mosie hem precies in het mannetje z’n mond kreeg,
Van het lachen dacht ik echt dat ik in elkaar zeeg.
Het mannetje keek Mosie loenend aan en pakte z’n fietsie,
Woedend tegen Mosie; ik slik hem niet in en spoeg ‘m niet uit,
Maar ik zweer je Mosie, ik ga er zo mee naar de pliesie.
Rrrotterdam van toen, Rrrotterdam van nu, maar zwijgen,
Je binnenstad, ik zou er beslist wat van krijgen.
Jouw heerlijke binnenstad en dat moet jij goed weten,
Ik kan en ik mag zolang als ik leef, jouw nimmer vergeten.
O,O, Rrrotterdam
Na 50 jaar; joh, Rrrotterdam wat is er met jouw gebeurd?
Er is van jouw dan ook totaal niets meer, noppes over.
Volgens mij hebben zij jouw totaal maar dan ook totaal verscheurd.
Soms zie ik nog wel eens iets dat ik dacht dat ik dat kende.
Als ik er bij stil stond, leek het wel of dat het weende.
Dan hoor ik me zelf zeggen; wat doe ik hier in deze bende.
Meestal kom ik met de auto door de Maastunnel heel normaal,
Dan rij ik via de Westzeedijk zo naar de Coolsingel,
Waar het 50 jaar geleden oergezellig was en nu? Echt abnormaal.
Zelfs hebben zij geen kans gezien om je hart te behouden.
Als ik om mij heen kijk en zie wat zij hebben gekrëeerd,
Vraag ik mij af; welke zak heeft hier in Godsnaam huis gehouden?
O ja Coolsingel, ik zag onlangs de poort van jouw ziekenhuis laatst.
Daar had ik toch zeker wel een ander plaatsje voor geweten,
Ik schrok, die had ik toch zeker ergens anders geplaatst.
Haast een halve eeuw na het puinruimen ben jij nog geen stad.
Waar zijn die gasten toch in s’Hemelsnaam mee bezig?
Zeg eens wat; heb jij nou nog niet genoeg op je donder gehad?
Het Centraalstation, daar begonnen zij mee, dat leek toch mooi?
Het Groothandelsgebouw, Goudssingel en Jonkerfranstraat,
Toen wisten ze het niet meer, nee toch? En het werd een rotzooi.
Onze vijand totaal plat gegooid en financieel berooid.
Zij hadden de oorlog verloren, of heb ik het mis?
En ook 50 jaar later en zij hadden alles voltooid.
Rrrotterdam, volgens mij zijn ze goed de kluts kwijt geraakt.
Ik zou het anders niet weten, maar jij bent er wel mooi mee,
Rrrotterdam, je staat in je hemd. NEE, je bent poedelnaakt.
![]() |
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|