(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
Klik op deze link voor deel 2
Het verhaal van Cornelis Gerardus Engelfriet 26-11-1912 > 14-10-2001
Zijn roepnaam was Cor.
Hij werd als een schlemieltje geboren.
Cor met hond Ami
Mager als een lat, zijn darmen wilden niet werken.
Eten hield hij er niet in tot grote zorg van zijn ouders. De vele luiers waren niet aan te slepen en zijn vader en moeder deden geen oog dicht wat ging dat ventje te keer. Met beschuitbollen werd hij groot gebracht dus van een flinke groei kwam niets terecht.
Zijn moeder ging op een dag met hem wandelen. Het waaide nog al stevig dus het zal zo rond maart april zijn geweest. Op de Maasbrug stond een stevige wind en Cor waaide bijna uit de kinderwagen. Moeder ging van schrik gelijk door naar huis en durfde voorlopig met hem niet de straat meer op.
Cor met zijn moeder, 1914-1915
Na een tijdje tobben begon het dan toch een mannetje te worden en op een gegeven moment groeide hij als kool. Voor zijn vader en moeder was het niet te geloven en op zekere dag ging hij naar school in de Oranjeboomstraat.
Het leren was hij gauw zat en hij ging bij zijn vader het ledervak leren. Dat was ook niet zo'n goed idee dan maar een baan zoeken.
Als kantoorbediende werkzaam bij een onbekend bedrijf wat spoedig op de fles ging. Daarna naar een fabriek van der Berg, ook administratief werk.
Dat was ook niets, de handel dat moest het zijn en Cor ging bij Nenyto's reclame bureau werken. Helaas die ging ook failliet het waren barre tijden zo rond 1930.
Dan maar weer bij Pa in de zaak en nu maar eens echt het vak leren. Ze gingen naar de markt en daar leerde hij wat een koopman moest zijn. Iemand die altijd voor zijn klanten klaar staat, iemand die men mag. Met een bakkerswagen vol met leer, rubberwaar, veters en heel veel schoensmeer naar de markt.
Helaas sloeg dit ook niet aan en moesten er drastische maatregelen worden genomen want er moest brood op de plank komen.
Zijn vader zag in Cor de ware koopman en er was toen een behoefte aan kousen en sokken. Daar werd flink voor ingekocht en ook wat bij artikelen zoals elastiek e.d. Er werd ook een auto gekocht en samen gingen ze er hard tegen aan.
Stad en land zochten ze af om aan goedkope handel te komen. Soms werd er een partij enkelingen gekocht en die werden dan 's avonds uitgezocht. Kleur bij kleur, maat bij maat en dessin bij dessin.
Een bekende marktkreet was dan ookalle maten alle kleuren, haal uit, allemaal kwaliteit mensen
Nu had Cor een probleem, hij was kleurenblind.
Het kwam dus voor dat men een paar sokken kocht waarvan de ene sok blauw was en de andere groen.
Van een eindcontrole had men nog nooit gehoord dus een enkel paar glipten er wel eens tussendoor. De kousen en sokken handel werd al snel een bloeiende handel en in de leerwinkel aan de Rosestraat boerde men ook niet slecht. Paardenzadels, schoenenreparaties maar ook campingspullen werden in die tijd gemaakt en verkocht.
Om nog verder uit te breiden gingen ze ook nog verhuizingen doen.
De firma ENCA
Samen met een compagnon werd de firma Enca opgericht. (Engelfriet en Cats)
Compagnon Gerard Cats.
Hij is in de oorlog door de Duitsers gefusilleerd wegens werkzaamheden in het verzet
Het was hard werken, vrije tijd kende men haast niet, alleen op zondag was er rust, tenminste als er geen werk was te doen in de winkel of zo.
De hemelvaartdag was zo'n extra vrije dag, maar dan moesten ze wel eerst de Verhuiswagen opknappen. Dat was er zo een met van die latjes die geschuurd moesten worden en daarna in de vernis. Meestal was het tegen het einde van de middag als dat karwei was geklaard en daarna was het feest.
Met de extra verdiende centen ging men de stad in, eerst kersenbonbons kopen bij Jamin en daarna dansen in Odéon.
De moeder van Tom, 23 jaar
Zo heeft Cor zijn echtgenote Nel gevonden. Het was tijdens het dansen en het was liefde op het eerste gezicht.
Nel was een koopvrouw in hart en nieren. Zij verkocht al gordijnstoffen op de markt en als tiener trok zij de Gouvernestraat buurt rond met een mand vol bloemen om die aan de man te brengen. Samen trokken ze er op uit met succes.
Op 8 september 1937 stapten ze in het huwelijksbootje en het eerste woonadres was de Jonker Fransstraat 73.
Op 11 maart 1939 kwam de eerste, een dochter Carla Wilhelmina.
Carla, 9 maanden
En toen kwam de oorlog.
Klik op deze link voor deel 2
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|