(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
dit verhaal is een exakte kopie van het verhaal van Alex den Ouden, klik maar even op deze link
Boomplantdag in het Kralingsche Bos, in 1931
jullie zullen begrijpen dat we het belangrijk vonden om dit verhaal ook op onze eigen site te hebben
Alie Engelfriet-Boogaard herinnert zich haarscherp hoe ....
Twee jaar nadat dit verhaal was geschreven vond Aad het herdenkingsboekje waarin alles wat Alie beschreef, wordt bevestigd (LINK)
Ik zat in de hoogste klas van de lagere school. Op een ochtend kwam het Hoofd der School (meester De Haan) bij ons in de klas en zei: "Ik heb een prettige boodschap!" Wij opgelucht allemaal, natuurlijk! Meester had van de gemeenteraad een
brief gekregen en daar stond in, dat in Kralingen een bos zou worden aangelegd: het "Kralingsche Bos". Maar .... er waren nog niet genoeg bomen geplant. De vraag was, wilde onze school mee helpen, bomen te planten? In de klas ging bij die
woorden een gejuich op, en òf we dat wel wilden. Meester vond ons enthousiasme reuze fijn, maar wij kregen wel de
boodschap mee voor thuis, dat het 50 cent zou gaan kosten, en of dat wel mocht (het kon wel in twee keer betaald worden). Verder zei meester nog: "En dan krijgen jullie óók nog een grote verrassing ...."
Gelukkig mochten we allemaal van onze ouders. Ik kreeg twee keer een kwartje mee naar school. En nu maar wachten wat toch die verrassing zou zijn? Niemand wist er wat van .... onderwijl leerden we een vers, op de wijs van "Waar de blanke
top der duinen" en het ging als volgt:
't Is vandaag een dag van vreugde
Want er wordt een boom geplant
En een deel van deze arbeid
Wordt verricht door onzen hand
Refrein:
Daarom zing ik blij vandaag
Kleine boom ik plant U graag (2x)
Zo mooi, we zongen het uit volle borst.
Eindelijk kwam de bewuste dag dan. Ik weet nog goed, het was op een woensdag, hadden wij 's middags toch vrij! Daar kwam meester Meijnders aan, hij klapte in zijn handen en wij allemaal in de rij, twee aan twee. De trap af en naar buiten. De school
was in de Bloklandstraat en ik dacht nog: 't is wel ver lopen naar Kralingen .... ik werd soms zo moe van al dat lopen, lopen, lopen.
Spoedig kwamen we bij de Zaagmolenstraat en wat zagen we daar? Er stond een tram klaar met bovenop twee vlaggetjes met de Rotterdamsche kleuren groen-wit-groen. Er kwam ook nog een conducteur met een bord en daar stond op: "Boomplantdag". Hij
zette dat voor op de tram. Dat was de verrassing! We gingen met de tram naar Kralingen! Er steeg een heel gejuich op, iedereen stond te springen en te hupsen van opwinding. Gauw, gauw, allemaal de tram ingeschoten, maar ho! nee, zoomaar ging dat niet.
Allemaal er weer uit, terug in de rij en toen mochten de meisjes eerst instappen en dan pas de jongens. Zoo hoort dat!
De tram ging rijden. Zaagmolenstraat uit, Zaagmolenbrug over, Crooswijksestraat door, Pijperstraat door, rechtsaf de Boezemstraat op, linksaf de hoek om naar de Goudsche Rijweg, dan weer linksom de Vlietlaan en dan weer rechtsom de Oudedijk op. En de tram
maar rijden, zonder ergens te stoppen. Helemaal tot aan het eindpunt, dat was toen nog de Voorschoterlaan.
Hier uitstappen allemaal, in de rij twee aan twee. Toch nog een heel end lopen, maar dat was nu niet zoo erg hoor! Meester Meijnders zei: "Kijk, daar in de verte, dat lege veld daar, daar gaan wij onze boompjes planten". Dat had hij goed gezien.
Toen we bij het veld aankwamen, stond de boswachter er al op ons te wachten. Was natuurlijk zoo afgesproken. De boswachter was heel blij dat wij er waren, nou, wij ook wel. "Kijk," zei de boswachter, "zien jullie al die vlaggetjes?"
Natùùrlijk hadden we die allang gezien (ook groen wit groen), maar dat zeiden we maar niet. "Op die plaats gaan we jullie bomen planten!" Hij had ons geteld en kwam tot 48 kinderen. Heel toevallig had hij precies 16 bomen,
kwam dat even goed uit. Hij vroeg ons nog; 48 kinderen; 16 bomen, hoeveel kinderen moeten 1 boom planten? Nou, dat wisten wij hem wel te vertellen: 1 boom is 3 kinderen. Hij vond ons maar akelig knap.
Steeds moesten er nu 3 kinderen naar voren komen en die kregen dan van hem 1 boompje en 2 schoppen, om te graven, dus droegen we allemaal wat. En toen allemaal bij een vlaggetje gaan staan: eentje hield de boom vast en de andere twee
groeven een putje. Het ging prima!! De boswachter had een slang en spoot in elk putje wat water, dan mocht de boom erin en konden de twee met de schoppen de aarde er weer opgooien. De derde moest de boom vasthouden natuurlijk, anders stond-ie dalijk
scheef ...
Toen het werk verricht was, zongen wij nogmaals het vers van de boomplantdag; gevolgd door driewerf luid HOERA!! En toen was 't klaar en gingen we naar school terug.
De boswachter zwaaide ons na, en wij in de rij, twee aan twee en ik dacht nog, zouden we nu nog dat hele eind terug wèl moeten lopen? De tram was toen echt duur, hoor. Meestal was het bij ons zo, als je al met de tram ging, dan alleen heen of terug
(mocht je zelf kiezen) en voor de rest gewoon de benenwagen (Lijn 2 volgens mijn Vader). Maar wat denk je? De tram stond nog op de Voorschoterlaan, op ons te wachten. Pure luxe!
Dezelfde weg terug, tot aan de Zaagmolenstraat. Wij eruit en hup in de rij naar school, naar binnen, de trap op de klas in. Waarom? Het feest was toch afgelopen? Nee! We kregen allemaal nog een kopje limonade en een kaakje! Je begrijpt, we hadden thuis
heel wat te vertellen over deze bijzondere heerlijke dag ....
Twee jaar nadat dit verhaal was geschreven vond Aad het herdenkingsboekje waarin alles wat Alie beschreef, wordt bevestigd (LINK)
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|