Een e-mail sturen naar Aad? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Marieke over

Ben geboren in het Zuiderziekenhuis en kwam er als kind nog vaak terug

Marieke kwam met 3 ontroerende verhalen over haar ervaringen in het Zuiderziekenhuis. We beginnen echter eerst met een paar foto's die als illustratie dienen bij Marieke's verhalen :

zuiderziekenhuis

Het Zuiderziekenhuis

LINK naar ons Rotterdamse ziekenhuizen verhaal

kleuterschoolmarieke

op de kleuterschool

Hier is dan allereerst de klassefoto van mijn kleuterschoolklas op de Beukendaal, Kleuterschool Flora.

Ik zit zielsgelukkig aan de juffrouw's rechterkant, het meisje met de vlechten (ofwel links als je naar de foto kijkt).

Ik ging dolgraag naar school. De school was aan de overkant van waar wij woonden, en ik keek nogal eens door het raam naar binnen, want ik wou er zo graag bij zijn.
En toen op een dag mocht ik binnen komen en later mocht ik blijven - - - ik was pas 3 jaar oud en je moest eigenlijk 4 zijn! De juf was mijn kampioen, dat snap je.

Ze was een oudere dame en haar naam is me ontschoten. Veel kinderen waren bang van haar, want ze duldde geen onzin. Ik was niet bang, hoor. Bovendien mocht ik zonder beklag van haar in de hoek met de jongens spelen: blokken en autos.

early1950boogaardcanada









Deze foto van mij op onze homepage, met dat strijkijzer is dan ook alleen zo

omdat het zo hoort......









Een van de jongens in de klas was mijn eerste liefde.
Tony en ik speelden bijna altijd samen. Helaas stuurden zijn ouders hem naar de jongensschool op de Frankendaal en zo zijn wij toen opgebroken, want hij werd toen ook nog uitgelachen door de andere jongens als we met elkaar praatten. De wreedheid! Ik heb altijd zijn ouders van opzet verdacht en nog.

Na deze kleuterschool ging ik om de hoek naar de grote school voor jongens en meisjes op de Frankendaal.
Onze school heette de Tuindorpschool. Het hoofd was Frits de Koning, maar door de leerlingen werd hij Pikkie de Koning genoemd. Ik heb geen idee waarom, maar zo heete hij nou eenmaal. O, we noemden hem zo niet in zijn gezicht natuurlijk........

In de eerste klas zat ik bij juffrouw B. Vrij. Zij had een hoge schoen aan een voet en had moeite met lopen. Maar lief!!! Als de eerste schooljuf zo belangrijk is als ze zeggen, dan had ik het niet beter kunnen treffen. Ze ging kort erop met pensioen.

eersteklasmarieke

de eerste klas

Op deze klassefoto zie je mijn hartsvriendin Ria (zij woont nu in de buurt van Hans, in Brielle) naast haar zitten, aan juffrouw Vrij's rechterkant. Ik zit in de rij erachter. Mijn vlechten zijn eraf (au, au, al die klitten) en ik ben nummer 4 als je er-naar-kijkend van links naar rechts telt.
Het derde meisje in die rij heeft vlechten en onze hoofden zijn dicht bij elkaar. Zij heette Marijke Vrijhof. Zoals je ziet hadden we meer dan 40 leerlingen in de klas. Zie je tegenwoordig ook niet meer . . .

In de tweede klas had ik juffrouw Klootwijk, die wij - jong en vooral lief als we waren - wel eens wat anders noemden . . .

En in de derde klas de beroemde juffrouw van der Kleij, die ontkwam niemand!

Nou van die scholen vonden we gelukkig wat foto's :

kleuterschoolbeukendaal1

Kleuterschool Beukendaal hoek Frankendaal

kleuterschoolbeukendaalzandbak

De speelplaats met zandbak achter de kleuterschool

frankendaallagereschool2

De lagere scholen aan de Frankendaal

frankendaallagereschool

De speelplaats achter de lagere scholen met de kleuterschool op de achtergrond

En dan nu de prachtig geschreven verhalen over het Zuiderziekenhuis........:

Zuiderziekenhuis 1

Het was in juli 1952, ik zat in de eerste klas van de school aan de Frankendaal en het was vlak voor de grote vakantie, dat ik pijn in mijn been begon te krijgen op weg naar huis van school. Op de Dalweg. De volgende dagen verdween het en dan kwam het weer terug. Uiteindelijk was het zo erg, dat ik op een dag huilend uit school thuis kwam. Nou moet je weten, dat ik geen huilebalk was, dus dat zei wel iets.

Mijn moeder nam mij naar de dokter, maar helaas lag onze eigen familiedokter, Dr. Hoffmans, met polio in het ziekenhuis en moesten we naar een vervanger toe. Die besloot, dat het niks was.
Nou van die avond tot de volgende middag weet ik niet veel meer. Ik heb jaren later pas uitgevonden, dat dat kwam omdat ik lag te ijlen van de koorts en dat mijn ouders toen een kinderarts hadden laten komen - ja, huisbezoeken bestonden nog - en die stuurde mij als de wiedeweerga naar het ziekenhuis.

Nou dat herinner ik me weer wel, het doktersbezoek thuis en, naar mij gevoel veel later, de rit naar het ziekenhuis. Een hele opwinding voor een 6-jarige, dat snap je, maar ook voor de hele buurt.
Precies toen iedereen weer na lunch thuis op weg naar school was, stond bij ons de ziekenauto voor de deur. Bekijks genoeg dus!

Wij woonden "boven" op de eerste en tweede verdieping op de Donkerslootstraat en de trappen waren nogal steil, dus ik was bepaald (te) stevig vastgebonden op de brancard. En toen naar beneden langs al die nieuwgierige oogjes.
Gelukkig werden die riemen wat losser gezet toen ik eenmaal in de auto lag, maar ik durfde niet eens te zeggen, dat het toch nog zo stijf was - ik voelde me een gevangene en verbaasde me, toen een juffouw op een fiets naar binnen keek en daar zich niks van aan trok!!! (gek, wat je zo bijblijft, niet)

Mijn ouders mochten ook in de ziekenauto mee, maar die zaten naar elkaar te kijken en bijna te huilen, met als gevolg dat ik me erg alleen en verlaten voelde. En wat er met me mis was zou wel erg moeten wezen ... ik durfde mijn vader en moeder niet te storen.

In het ziekenhuis aangekomen was er een heel gedoe, dat ik niet allemaal kon bijbenen. Mijn ouders moesten naar huis en konden daarna alleen op het bezoekuur komen, dat maar 1 keer per dag in de vroege middag was.
Ik herinner me echter nog heel goed, hoe ik mijn vader achter me staande tegen een dokter hoorde zeggen, dat als ze mij maar zouden vertellen, wat ze gingen doen, dan zou ik OK ermee zijn. Die woorden zijn me later weer terug in de zin gekomen en met reden.

Je snapt het zeker al, dat daar niets van kwam. Ze deden gewoon maar. Ik kwam eerst op een kamertje alleen te liggen en diezelfde middag of de volgende dag werd ik eruit gereden in mijn bed naar een andere kamer toe. Daar moest ik me omdraaien op mijn buik en toen werd ik opeens door twee sterke mannen in witte jassen vast gedrukt. "Hm, dat zal wel eens pijn kunnen gaan doen", dacht ik zo. Ik had alleen geen idee wat ze van plan waren.
Ik was echter zo beledigd, dat ik me gelijk voornam geen vin te verroeren. En heb dat dan ook niet gedaan. Er bleek een naald mijn ruggegraad in te gaan en mijn genoegdoening kwam, toen de greep op mij losser werd, toen ik totaal niet spartelde. Maar toen daarna de dokter mij daarover een compliment maakte, werd ik pas goed verontwaardigd - het lef van hem!

De volgende dag werd ik weer weggereden uit dat kamertje. Wat waren ze nu weer van plan? Ik bleek te verhuizen naar een kamer met 7 andere kinderen, 4 bedden aan iedere kant van de zaal. Ik weet alleen nog, dat links van mij een jongen was, die zichzelf in zijn dij inspuitte 's morgens.
Nou, zulke moed had ik niet - laat de zuster dat maar doen. Ernaar kijken kon ik wel, maar zelf doen? Nee, dank u.

Het vervelendse van deze tijd vond ik, dat we 's morgens allemaal in een bakje moesten gaan zitten kwijlen. Spugen mocht zeer beslist niet. Dus daar zaten we met onze mond open over een bakje gebogen totdat de zusters eindelijk na eeuwen zeiden, dat ze genoeg hadden.

Iets anders vervelends was het einde van het bezoekuur. Wat een ramp! Al die andere kinderen begonnen te krijsen van het huilen, omdat hun ouders vertrokken. Ik had er geen moeite mee, maar dat lawaai om me heen maakte het wel opeens moeilijk om niet effe mee te doen. Brrrr. Niks leuk.

Daarna was het slapen geblazen, dus die anderen waren allemaal moe genoeg door dat gekrijs, zodat het weer rustig werd. Ik was een van de oudsten op de zaal.

's Avonds na het eten was het gelijk bedtijd. En dan kwam er een verpleegster, die uit een boek las. Omdat ik het langste wakker bleef, mocht ik iedere avond vertellen, waar we de avond ervoor gebleven waren. Niet erg eerlijk voor de anderen eigenlijk, maar zo was het.

Na een paar weken mocht ik weer naar huis. Het probleem met me was polio geweest, net als onze huisdokter! Ik ben er echter veel beter dan hij afgekomen. Hij kon daarna alleen met beugels aan zijn benen lopen, ik trok slechts wat met mijn linkerbeen en men dacht, dat het zou verdwijnen, hetgeen ook inderdaad na een jaar of zo is gebeurd.
Dit was een van de laatste, zoniet de laatste, grote polio uitbraak voordat er een vaccine ontdekt werd. Toen werd ook ik daarvoor opgeroepen. Aangezien ik de beste inenting had gehad die ervoor bestaat, heb ik dat maar aan mijn jongere zusje gegeven.

Er zat echter nog een andere kant aan dit avontuur! Wij zouden dat jaar voor het eerst een hele maand naar het strand in Rockanje gaan. Dat feest ging voor mij natuurlijk niet door, maar aanvankelijk ook niet voor mijn broer en zussen!!! Dat werd me niet in liefde door ze afgenomen. Ten eerste moesten ze in quarantaine voor een tijdje, maar ja, daarna wilden mijn ouders mij ook niet alleen achterlaten.
Gelukkig werd er een oplossing gevonden: mijn moeders oudste zus met man en kinderen zijn toen met mijn broer en zussen toch nog een week of 2 of 3 naar Rockanje gegaan. En dat hebben we daarna jarenlang elk jaar samen gedaan.

Zuiderziekenhuis 2

Toen ik in de tweede klas van de Frankendaalschool zat, liep mijn jongere zusje, Tineke, altijd met mijn vriendin Ria en mij mee naar school. Zij ging toen naar de kleuterschool op de Beukendaal, die net om de hoek was. Nee, we brachten haar er niet helemaal naar toe, hoor. We zeiden gedag bij de Bijloschool en dan ging zij de Korte Welle af (of was dat de Lange Welle?) en wij de hoek om naar onze school.
Vanaf ons schoolplein kon ik haar dan zien lopen en we zwaaiden naar elkaar. Ik klom lekker het hek op, natuurlijk!, hoewel je er ook doorheen kon kijken, want het was gewoon metaal"draad". Bovenop zaten wat botte punten om het eroverheen klimmen te ontmoedigen (denk ik), wat ik niet van plan was overigens.

Op een dag, ik had nog mijn winterjas aan, die mijn moeder uit een oude jas van mijn grote zus Hannie had gemaakt, klom ik weer op dat hek, maar op weg naar beneden bleef ik er met mijn linkerarm aanhangen en moest weer naar boven klimmen om mezelf los te haken.
Mijn mouw voelde gek koud aan, dus ik stroop hem op en o, o, o, wat schrok ik daar van het bloed en mijn hele arm bij de elleboog lag open gereten.

Een aardig meisje van een hogere klas nam mij gauw mee naar binnen naar het onderwijzerslokaal, waar ze gelijk naar de verbandtrommel grepen, toen ze zagen wie er aan kwam. Reputatie . . .

Alleen toen zag meneer de Koning, het hoofd, wat het was en verbleekte en ging heel gauw zitten en toen nam juffrouw Hut over - weg wezen naar het Zuiderziekenhuis.
Dat was niet bepaald om de hoek, maar een goed half uur lopen. Namen we een taxi? Nee! Er werd gelopen, want niemand had een auto - fietsen, lopen, of met de tram waren de middelen van vervoer. De taxioplossing vond ik toen helemaal niet vreemd, nu wel.

Ik weet nog goed hoe in het ziekenhuis aangekomen wij in de rij gingen staan voor Eerste Hulp. Nou, die mensen wijkten met een aaaaccchhhh opzij voor me en ik kon eerst.

De dokters waren erg aardig en wasten alles schoon en mijn jas ging uit en de mouw eraf en toen werd mijn arm netjes genaaid, waarnaar ik mocht kijken. Kijken vond ik veel minder griezelig dan niet weten wat ze deden. Zou dat met het jaar ervoor te maken hebben? Kan best.

Daarna met een groot verband en een doek om mijn nek om mijn arm in te hangen naar huis. Tja, weer zoiets - pas toen hoorde mijn moeder, dat er wat met me was! Telefoon hadden we toen nog niet, dat kwam pas het jaar erna - 77086 was ons eerste nummer, zal ik nooit vergeten.

Mijn moeder was niet al te blij met mijn kapotte jas, maar ik leefde nog, dus vooruit maar weer. Kreeg wel op mij kop, dat ik op dat hek geklommen was . . .

Na een paar weken, 6 geloof ik, kwam het verband eraf en ontdekte ik tot mijn verbazing, dat ik mijn arm niet strekken kon. Die bleef heel interessant kromgebogen hangen . . . daar had de dokter wel een oplossing voor: als die bij mijn volgende bezoek niet recht was, zou hij het wel even voor me doen . . . niets van gekomen natuurlijk, ik was als de dood daarvan.

Zuiderziekenhuis 3

Ik ben nog 1 keer naar het Zuiderziekenhuis terug geweest - de plaats mijner geboorte.

Het was het jaar erop, 1954, en ik zat bij juffrouw van der Kleij in de klas. Ze was heel streng, en orde was dan ook geen probleem met de kinderen onder haar hoede.
Nu kregen de meisjes jakkes handwerken en de jongens lekker houtzagen. Zo gemeen !

Op een dag kom ik naar school met mijn handwerkzak zwaaiend om me heen, m.a.w. heel normaal, tot opeens, als ik de klas in loop, die gekke haaknaald in mijn dijbeen vast zit! O, o, nou wat.

Ik durfde niet goed de juf zomaar aan te spreken, want ze zou vast boos worden en daar kon ik niet tegen. Ik keek in wanhoop naar haar, maar zij keek mijn kant niet uit. Enige oplossing, die ik zag was - gaan huilen! Zogezegd, zogedaan.

Ik zie haar wrevelig opkijken, van "wat nou!" En toen zag ze mij en wat er aan de hand was en ze was helemaal zo'n "strenge heks" niet meer, maar erg aardig. Naar de onderwijzerskamer, waar al gauw bleek, dat ik niet eens meer op dat been kon staan en niemand, die die haaknaald met zijn gekke kromme hoek er uit kon of durfde trekken. En toen ging ik met een taxi naar het ziekenhuis toe en werd overal heengedragen. Weer met juffrouw Hut natuurlijk, die was zo de aangewezene voor dit soort akkefietjes geworden.

Een hele aardige jonge dokter haalde die haaknaald uit mijn been. Heel gemakkelijk. Ze waren natuurlijk wel wat bezorgd voor infecties - hoewel ik alle inentingen, die er waren, gehad had - en er kwam een enorme grote pleister, waaronder mijn bovenbeen zowat verdween op dat "speldeprikkie", zoals mijn moeder dat later noemde . . . we moesten namelijk bij de huisarts langs om het te laten afhalen.

Mijn moeder's commentaar erna buiten:

moesten we voor dat speldeprikkie helemaal naar de dokter toe!?

En op school kreeg ik op mijn kop, omdat ik geen kurk op de haaknaald had.

't Is gewoon niet eerlijk . . .




Het verhaal was nog niet droog of er kwam al een reaktie van Hanna, de zus van Marieke :

Wat leuk, die foto's van de scholen bij het verhaal van Marieke. Ik heb op diezelfde scholen gezeten en bij dezelfde juffen, alleen natuurlijk een paar jaar eerder. De juffrouw van de kleuterschool heette trouwens juffrouw Hordijk.

Van af het moment dat ik bij haar in de klas zat wilde ik ook kleuterjuf worden, het was werkelijk een schat van een mens! Ik heb inderdaad heel wat jaren voor de kleuterklas gestaan, tot de basisschool kwam.

Over kleuterschool Flora kan ik je nog een leuk verhaal vertellen:

In de oorlog was de school ingepikt als onderdak voor soldaten. Al het meubilair was opgeslagen in het klooster aan de Dalweg.

Toen de school weer in gebruik werd genomen was ik daar bij. Alle kinderen kregen een kruiwagen met daarop een tafel en een stoeltje en zo trokken we in optocht terug naar school. Het zal wel in etappes gegaan zijn, maar dat weet ik niet meer. Wel weet ik dat we een lied zongen op de wijs

Zie je het voor je, die optocht?

Mijn herinneringen aan juffrouw Vrij zijn hetzelfde als Marieke.
Ik was uitgesproken linkshandig en kreeg het schrijven dus niet voor elkaar. Ik mocht van haar dus links schrijven, iets heel bijzonders in die tijd.
In de tweede klas had ik haar ook, dus geen enkel probleem.

In de derde klas kreeg ik de beruchte juffrouw van der Klei. Best mogelijk dat ze voor andere kinderen aardig was, maar ik heb nachtmerries van haar gehad.

Links schrijven was er niet bij en daar had ze een heel effectieve methode voor. Ze zat zelf op zo'n hoge katheder voor de klas en daarop lag een lange houten bordlineaal. Die pakte ze met twee handen vast en liet hem op je "verkeerde" hand neerkomen. Wij schreven toen nog met een kroontjespen en inkt. Kun je je voorstellen wat daar het effect van was? Nog daargelaten dat je hand dik en blauw werd en je hem dagen niet meer kon gebruiken.
Ik heb ook nooit meer dan een 4 voor schrijven op mijn rapport gehad.

In de 5e klas had ik een slimme onderwijzer. Hij had zelf een prachtig handschrift en dat wilde ik ook. Hij heeft me toen een schrijfmethode mee naar huis gegeven om opnieuw te leren schrijven. Dat is heel behoorlijk gelukt en dat is ook het enige wat ik rechtshandig kan.




We ontvingen de volgende reaktie over de Flora Kleuterschool van Ernst Mulder :

Even een reacte van mij, mijn naam is Ernst Mulder, geboren in '52 aan de Buitendijk 129 op zuid (tegenover de Klok).

Ik las een stukje van Marieke over de Flora Kleuterschool, ook ik zat op die school destijds, bij juffrouw Pina een schat van een mens. Ik had de kapstok met de kikker!
Later in '58 ging ook ik naar de Frankendaal bij mijnheer de Koning, alleen de eerste klas zaten wij in dat prachtige gebouw en de juf was Juffrouw Hut.
Later verhuisde de school naar de Kastanjedaal 1. Hier de 2e klas doorlopen en de derde zaten wij in een dependance, een gebouw waar toen de BLO in heeft gezeten. dat noemden wij de Bijlo school. En in die derde klas maakten ook wij kennis met Juf vd Kleij. En nog steeds met de liniaal op tafel, ik heb menig maal een tik op mijn vingers gekregen.
Voor het bord stond zij altijd op zo'n verhoginkje. Als ze goed pissig werd dan stampvoette zij en zij vloekte dan ook menig maal. De godvers vlogen letterlijk door de klas.

Eenmaal stond ze op dat verhoginkje en wij waren te rumoerig. Ze stampvoette en vergat dat ze niet op de vloer stond en ja hoor....ze viel van het verhoginkje en brak haar been. De hele klas barstte in lachen uit, totdat de juf pijnlijke kreten begon te slaken, we hebben toen snel iemand gewaarschuwd en het mooie was dat we meteen naar huis mochten. Ja als kind zie je zulke zaken anders natuurlijk.

Later kwam de juf weer bij ons terug en soms hoopten we nog wel eens dat ze weer....! Ze was streng en vaak hard. Later hoorden we dat zij kennelijk haar man was verloren in de oorlog en dan ga je toch iets anders over zo iemand denken, dan krijg je zelfs meelij.

Uit die tijd herinner ik me ook vriend Fred en met hem speelde ik buschaufeur in het plantsoen bij de beukendaal. Beiden met de step de bus nadoen. Samen zaten we op de Flora kleuterschool en tot de vijfde ook op de Tuindorp school (later Dalenwijkschool). Na die school verloor ik Fred uit het oog en nu na bijna 40 jaar zijn we weer dik bevriend. Dit ook dankzij internet, wat een mooi medium.





Marieke reageerde met:

de beschrijving van Ernst Mulder van juffrouw van der Kleij is heel goed . . . en toen ze gepensioneerd was, was ze zo aardig, dat ik haar bijna niet herkende . . . zo zie je maar weer .........




Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

1 April 2004