Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........541 - 550

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 541

Ons kipje legde 's morgens een eitje in haar nest,
Moe kookt voor zus het eitje, o het smaakt haar o zo best,
En als ze heeft gegeten, dat lekkere verse ei,
Gaat zus naar het kippenhokje, en moeder staat erbij,
Ze neemt uit moeders voerzak, een hele hand vol graan,
Dat strooit ze in het hokje: de kip kan eten gaan.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 542

Een landman ging op zekere morgen,
Uit wandelen met zijn zoontje Gijs,
De jongste was wel wat onnozel,
Maar vond zichzelf al aardig wijs.

Bij het rijpe korenveld gekomen,
Sprak Gijs: Dat veld dat gij daar ziet,
Zijn rechte halmen vast de beste,
En die zo buigen deugen niet

De vader plukte een tweetal aren,
En zei: Maar Gijsje jongen kijk,
Die rechte halm is bijna ledig,
Die nedere boog is vol en rijp


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 543

Baas Piep en moes Muis
zaten knusjes in huis
en de regen tikte tegen de ruitjes,

Moes Muis zette thee
en ze dronken tevree
en ze knabbelden brosse beschuitjes.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 544

1,2,3,4,5,6,7,
Miertje is de dokter thuis,
Kan hij mij een drankje geven, voor een arme zieke muis,
Die zo even pas geleden van een ladder is gegleden,
Op een plat in de stad, miertje, miertje, haast je wat.

Even wachten juffrouw brommer want de dokter is absent,
Die is naar de meneer de nachtuil, die u zeker ook wel kent,
Die heeft bij het middageten eensklaps op zijn tong gebeten,
Wat een pijn zal dat zijn, daarvoor helpt geen medicijn.

1,2,3,4,5,6,7,
Daar is dokter Langpootmug,
Met zijn zalfjes en zijn pleisters, dokter, dokter, zeg me vlug,
Wat ik aan die muis moet geven,
Zodat ze weer wat op kan leven,
't is kruis in 't huis,
Haar gezondheid is niet pluis.

Neem wat melk en neem wat boter, neem wat olie niet teveel,
Meng het met een beetje zago, kneed het met een beetje meel,
Die het in een houten napje,
Roer het om en kook het papje,
Stijk het rond, op de wond,
Morgen is de muis gezond.

1,2,3,4,5,6,7,
Dank u dokter Langpootmug,
Ik zal het even gaan bestellen en dan ben ik zo terug,
Ik hoop maar dat ze zal genezen,
Want we begonnen al te verezen,
En je weet als leek niet goed,
Wat je ervan denken moet.

Laat eens kijken melk en boter haal ik wel bij Kees Konijn,
Voor de meelpap moet ik bij de bakker zijn,
De olie bij de olieslager,
Want daar zijn de prijzen lager,
En dan haal ik nog de rest,
Bij de kruidenier het best.

Nu is alles bij mekander, roer de pap en stook het vuur,
Leg de pleister op de wonden dat zal helpen op de duur,
Arme muis wat piept ze pijnlijk,
Van de hete pap waarschijnlijk,
Om 't even, 't redt haar leven,
1,2,3,4,5,6,7


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 545

Klein Keesje en klein Koosje, die gingen samen uit,
Klein Koosje mocht uit wandelen gaan,
Maar Keesje had het stil gedaan,
Die kleine kleine guit, die kleine, kleine guit,

Klein Keesje en klein Koosje die kwamen bij een sloot,
Klein Koosje wou eroverheen,
Maar Keesje schudde flink van neen,
Want wie verdrinkt is dood, want wie verdrinkt is dood,

Klein Koosje nam een loopje en sprong er middenin,
En het arme domme ventje zat,
Al stond er juist niet heel veel nat,
Toch onder tot zijn kin, toch onder tot zijn kin.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 546

Jantje wou eens klimmen al over een hek,
Hij scheurde zijn broekie en liep glad voor gek,
Ging gauw naar huis toe en riep al bij de deur,
Ach moeder kom eens kijken in mijn broekie zit een scheur,
Dekselse jongen wat heb jij gedaan?
Heel je zondagse broek naar de maan,
Jij komt vanavond de deur niet meer uit,
Je broekie is gescheurd en je hempie hangt eruit!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 547

Daar was er eens een domme boer
die zaaide in de sloot
en hij viste op het knollenland
en de plantjes gingen dood
ha ha ha, ha ha ha
daar komt geen steek van jou terecht
ha ha ha ha straks word jij nog een arme knecht

Daar was er eens een domme boer
die sliep in't kippen hok
de kippen sliepen in zijn bed
en hij zelf sliep op de stok
ha ha ha, ha ha ha
daar komt geen stek van jou terecht
ha ha ha ha straks word jij nog een arme knecht


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 548

Mijn drukker leeft in droeven druk
want drukken drukt hem weinig druk
't waar geen bedrukte drukker
viel het drukken maar wat drukker


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 549

't Is hazenschool, 't is hazenschool,
't is alle dagen klas.
De kleine haasjes zijn zo dom
en dat komt slecht van pas.
Want jongens als de tijd weer komt,
van 't drukke jachtseizoen,
dan heeft het arme hazenvolk,
veel wetenschap van doen.
Kijk meester Grauwbaard zit zo kalm en wijs,
daar op zijn lessenaar.
Hij is een hoog geleerde bol,
een echte lepelaar.
Hij kent zijn leven door en door,
met vreugde en met verdriet.
God dank dat hij zo'n slimmerd is,
hij stond daar anders niet.
Twee, Pluimstaart en Knabbelgraag,
die zitten daar voor straf.
De één had z'n les niet goed geleerd
en Pluim zijn werk niet af.
Nu boekjes dicht en opgelet,
zo ging de meester voort.
Hij stak zijn pootje ver vooruit
en ernstig klonk zijn woord.
O, kinderen ik moet u leren thans,
wat al gevaar ons dreigt.
't Is droevig om te zeggen ja
maar laf is hij die zwijgt.
Weet op ons korte levensbaan,
bedreigt ons mens en dier.
De vos speurt onze stappen na,
van boven loert de gier.
De wezel springt ons op de rug
en zuigt ons bloed ons uit.
De bunzing, martel (?), hermelijn,
zij zoeken ons tot buit.
Maar de ergste vijand, die helaas,
zo vele hazen veldt.
Dat is de mens die op ons loert
en heimelijk strikken stelt.
Die honden africht tot zijn dienst,
als helpers op de jacht.
Dus als ge ooit hond of jager ziet,
o kinderen geef dan acht.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 550

Drie ganzen in 't haverstro
zitten daar en snaat'ren zo
komt de boer naar buiten
ziet de dwaze snuiten
hij roept hallo! hallo! hallo!
drie hele dikke vette ganzen in 't haverstro


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

18 December 2006