Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........511 - 520

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 511

Ik zag vannacht een bokkewagen
voor mij rijden in mijn droom,
en de straten die waren tulband
en de plasjes waren room.

voorop in die bokkewagen
zat een meid van tante Jet,
aangekleed als schoorsteenveegster
en een trommel vol banket.

achterin die bokkewagen
zat een man die rijden kon,
en ik zat op het middelste bankje
in mijn moeders nachtjapon.

zeven uren sloeg het klokje
en ik sprong mijn bedje uit,
en mijn lieve moeder lachte
mij al om mijn dromen uit.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 512

Natuur ligt in dromen verzonken
het maantje blikt vriendelijk neer
en honderden sterretjes spiegelen
zich zacht in het heldere meer
het windeke suist in de bomen
en wiegelt de vogels in rust
het bloemeke hult zich in het lover
door het koeltje in sluimer gesust

daar ginds door het gebladerte schemeren
de lichten der rusteloze stad
en werpen een spookachtig schijnsel
een dwaallicht op het eenzame pad
zij roepen en lokken ons steewaarts
te midden van drukte en gewoel
waar vriendelijke zomernachtsstilte
verstoord wordt door drukte en gejoel

al lokt gij ook, schitteren de lichten
zo vleiend naar plein en naar gracht
wij vlieden de woelige straten
en kiezen de rust van de nacht
hier willen wij volop genieten
van het zwijgende zomernachtsuur
hier willen zij zacht leren stamelen
hoe schoon is, o God, de natuur!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 513

Klop, klop hamertje,
wie is er op mijn kamertje?
een heel klein meisje.
wat heeft zij in haar hand?
een heel klein boekje.
wat staat daar in te lezen?

mijn vader en moeder slapen bij elkaar,
en ik slaap in mijn kribbetje;
het kribbetje moest gemaakt,
toen sliep ik in het laken;
het laken moest gewasschen,
toen sliep ik in de plassen;
de plassen waren diep,
toen sliep ik in het riet;
het riet dat was te scherp,
toen sliep ik in de kerk;
de kerk was te lang,
toen sliep ik bij de slang;
de slang die wou mij bijten,
toen sliep ik bij de geiten;
de geit die wou me stoten,
met alle vier zijn poten.

een variatie na het riet, dat te scherp was gaat als volgt:

Ze gooiden me in het lange riet,
het lange riet was toe;
toen gingen we naar de bonte koe,
de bonte koe wou schoppen.
toen gingen we naar de poppen,
de poppen wouden slaan;
toen gingen we naar de gladde baan,
de gladde baan was al te glad,
toen vielen we op ons kermisgat.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 514

Ik kocht een ei, de melkboer zei
't Komt zoo onder de kip vandaan
'k ben nog te laat van huis gegaan
Om 't mee te kunnen nemen
Hier heeft u een jong leven
Van 16 cent of meer
En namens de ouders smaak'lijk eten ,meneer.

Het lag nog warm te leven in mijn hand
Ik mikte reeds zorgvuldig op de harde hete rand
Van de pan en ik kon de geur al reuken
Van dit al te vroeg geremde kuiken

Toen het ei zei,toen het ei zei
Denk es dat het een jongetje is ,dat je je gaat staan bakken,
Denk es dat het je broertje is
Dat zacht sist in de pan
Denk es dat ie verkrampt uit angst
De rand probeert te pakken
En dat ie dan terug in de boter glijdt,wat dan,wat dan????

Ik heb toen zelf twee weken liggen wachten op iets moois,
Slechts verwarmd door iets moois
Slechts verwarmd door een laken
Tot het ei begon te kraken....

En het kuiken zei
Het kuiken zei:
Haha,het was geen jongetje dat je je had staan bakken
Haha,het was je broertje niet dat in de pan was gegaan
En ik had me weer voor de zoveelste keer
Door een kuiken laten verlakken...
Maar de volgende dag at ik rijst
Met hele jonge kip of haan.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 515

        A is een aapje, dat eet uit zijn poot
        B is de bakker, die bakt voor ons brood
        C is Charlotte, die drinkt chocolaad
        D is een dame, die drentelt op straat
        E is een ezel, die gaat naar het land
        F is een fruitvrouw, met fruit in haar mand
        G is een geitje, en Gijs staat er bij
        H is een held met een houwer opzij
        I is de inktpot, waar Isaac uit schreef
        J is een jasje, dat kreeg ik van neef
        K is een koopman, die koffie verzond
        L is een landman, die leeuw'riken vond
        M is de molen, die maalt door de wind
        N is een nestje, dat Nicolaas vindt
        O is een otter, die zwemt in het meer
        P is een papje, dat pikt aan een peer
        Q is Quirinus, die zuurtjes uitdeelt
        R is een rover, die appelen steelt
        S is het scheepje, waar Steven mee speelt
        T is de trommel, die Tante mij schonk
        U is een uiltje, dat zit op een tronk
        V is een visser, met vis in zijn schuit
        W is de wagen, daar rij ik mee uit
        X is een letter, zeg ken je die wel?
        IJ is een ijsbeer, die wit is van vel
        Z is een zeeman, die zegt u vaarwel!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 516

Een meisje van even acht jaar
Met heerlijk onschuldig gelaat
Stond iedere dag voor het raam
En keek naar de kind'ren op straat
Dan volgden haar ogen de bal
Bij 't spel in beweging gebracht
Zij hunkerde naar zo'n bezit
En iedere keer zei ze zacht

Moesje, toe geef me een speelbal
Al is ze ook nog maar zo klein
Daar kan ik dan heerlijk mee spelen
Ik zal er heus zuinig op zijn

Haar moedertje kon op den duur
Het smeken niet langer weerstaan
En is op een zonnige dag
Met haar naar een winkel gegaan
Hoe licht viel haar offer toen zij
De vreugd' van haar lieveling zag
Het kind hield de bal stijf omkneld
En zei met gelukkige lach

Moesje, nu heb ik een speelbal
Al is ze ook nog maar zo klein
Daar kan ik dan heerlijk mee spelen
Ik zal er heus zuinig op zijn

Wat was ze gelukkig en blij
Maar 't noodlot komt steeds onverwacht
Want juist door haar spel met de bal
Viel zij in een donkere gracht
Men bracht haar als engeltje thuis
De bal nog geklemd in haar hand
En moesje, gebroken door smart
Zei zacht, door verdriet overmand

Zusje, hier is nu je speelbal
Je grote bezit van weleer
Nu kun je er heerlijk mee spelen
Daarboven, bij Ons'Lieve Heer


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 517

'k Heb een mooie rit gemaakt
Door de ganse stad
Wel een goede drie kwartier
Wat een eind was dat
Met een electrische tram
Voor een duppie maar!
Of het fijn was? Nou, en of!
Jongens, reken maar!
Tingelingeling.

Was de kleur van 't lichtje groen
Ging de tram vooruit
Brandde 't licht met rode kleur
Moest er iemand uit
Ging de bel van ting, ting, ting,
Mensen van de lijn
Voor de electrische tram
Moet er ruimte zijn!
Tingelingeling.

In de tram zat ook een juf
Van het platte land
Op haar schoot een eiermand
Vol, tot aan de rand
Plots gleed bij een scherpe bocht
Wat een ongeluk!
Juf met mand zo van de bank
Al de eiers stuk
Tingelingeling.

'k Heb een mooie rit gemaakt
Door de ganse stad
Wel een goede drie kwartier
Wat een eind was dat
Met een electrische tram
Voor een duppie maar!
Of het fijn was? Nou, en of!
Jongens, reken maar!
Tingelingeling.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 518

Komt vrienden in het ronde
Minnaars van enen stiel!
Ik zal u gaan verkonden
Hoe ik door 't slijperswiel
De kost verdien voor vrouw en kind
Schoon blootgesteld aan weer en wind

Refrein:

Terlierelom terla!
Van linksom rechtsom draait mijne steen
Door het roeren van mijn been
Ju ju ju ju ju ju ju ju!

De smid die moet hard werken
Gestadig voor het vier
Hij durft hem niet versterken
Met ene kan goed bier
Terwijl ik ga op mijn gemak
Soms ook wel met een lege zak

Refrein

De schoenpik stijf gezeten
Op enen pikkelstoel
Moet kaas en droog brood eten
Maar als ik nood gevoel
Dan slijp ik tot den avond toe
En zo heb ik nooit arremoe

Refrein

De kleerfrik maakt ons kleren
Voor acht stuivers per dag
Wil hij zijn loon vermeren
Hij snijdt meer dan hij mag
Maar ik met mijne slijpersteen
Ik win meer in een uur alleen

Refrein

De maalder moet graan malen
Tot in het fijnste meel
Hij doet dubbel betalen
Voor zijne droge keel
Maar ik door ijver en door vlijt
Ik win mijn brood in eerlijkheid

Refrein

Mijn vrouw die roept victoria
Over den slijpersstiel
Zij vindt de grootste gloria
In't draaien van mijn wiel
Mijn kinders hebben geen ongemak
Zij lopen met de bedelzak

Refrein

Sa vrienden voor het leste
All' ambachten zijn goed
Maar 't mijn is toch het beste
Schoon ik soms slapen moet
Op hooi en strooi in ene stal
Ik heb de kost voor niemendal!

Refrein


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 519

A B C D E F G
zing met ons de letters mee
H I J K L M N O P
Q R S T U V W
X Y Z goed opgelet
dit zijn de letters van het alfabet


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 520

A B C D E F G
meester de jongens nemen knikkers mee
stoute jongen je mag niet klikken
anders krijg je zeven tikken
meester ga gerust u gang
voor zo'n tik ben ik niet bang

A B C D E F G
meester de jongens nemen knikkers mee
stoute jongen je mag niet klikken
anders krijg je zeven tikken
meester ik zal niet klikken meer
want die tikken doen zo zeer

A B C D E F G
meester de jongens nemen knikkers mee
jongens je mag in school niet knikkeren
anders zal ik je de school uit fl........ !
meester dan zijn we toch niet bang
want de schooltijd duurt zo lang

A B C D E F G
meester de jongens nemen knikkers mee
stoute jongen je mag niet klikken
anders krijg je zeven tikken
zeven tikken met een stok
of wij stoppen je in een hok


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

21 April 2006