Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........491 - 500

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 491

In een dorpje in het mijnland hadden zij hun schamel brood
Daaglijks ging hij kolen delven in de klauwen van de dood
Samen hadden zij een jongen met veel zorgen groot gebracht
Die mocht nu voor't eerst met vader meegaan in de diepe schacht

Moeder maakte hem een werkpak om mee in de mijn te gaan
Af en toe viel op haar naaiwerk plots een hele droeve traan
Want haar jongen was er trots op dat hij werken zou, die schat
Maar zij dacht aan ongelukken: hij was alles wat zij had

En op zeekre morgen ging hij met de andren naar de mijn
Fier omdat hij nu een man was en zijn ouders' steun kon zijn
En daar krijgt hij dan een mijnlamp met het nummer honderd acht
En werd toen met al de andren heel diep d'aarde in gebracht

Zwijgend zwoegen zwarte werkers zwetend met gekromde rug
Plots een knal en dan de noodkreet : Naar de hoofdschacht, red je vlug
Toen ze weken voor het mijngas boven kwamen uit de nacht
Bleek het dat er iemand miste: 't Was het nummer honderd acht

Een brigade zwarte helden daalde in de mijn weer af
Worstlend met het zwarte mijnbeest dat zijn prooi weer over gaf
In een afgelegen hoekje op de bodem van de schacht
Waar hij nog was heen gekropen lag het lijk van honderd acht

Stil werkt nu een grijze vader in de mijn met zijn verdriet
Waarom toch het kind moest sterven en de dood hem leven liet
Thuis zit een bedroefde moeder, af en toe dan streelt ze zacht
't Eerste werkpak van haar jongen met het nummer honderd acht


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 492

'k Vraag zo vaak, hoe zou het komen
dat ik zo van Holland hou
Zijn het zijn bossen, zijn het zijn bomen
zijn rivieren breed en blauw
zou het zijn strand zijn, of de kruinen
van zijn altijd blonde duinen

refrein:

Is het hierom, is het daarom
dat ik zo van Holland hou?
bis

Is het de weelde van zijn weide
het schouwspel van zijn akkerbouw
het prachtig feestkleed van zijn heide
in haar bloei van paars en blauw
schets van kerkjes op de hemel
achter golvend graan gewemel

refrein

Zijn het zijn wisselende luchten
soms zo helder, soms zo grauw
zijn het zijn bloemen of zijn vruchten
hyacinthen, rood-wit-blauw
zou het de roem zijn van het verleden
de oude glorie zijner steden

refrein

Och, het is het al tezamen
beelden, oud en lief en trouw
veel en vroeg gehoorde namen
en de driekleur hoog in 't blauw
wapperend van dak en toren
in het land waar ik ben geboren

Het is hierom, het is daarom
dat ik zo van Holland hou!

bis


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 493

In Holland staat een huis (bis)

In Holland staat een huis ja, ja

Van je tsjingele, tsjingele, hopsasa

In Holland staat een huis(bis)

In dat huis daar woont een heer ...

En die heer die zoekt een vrouw ...

En die vrouw die zoekt een kind .…


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 494

Spitter de spetter de spat,
Eliseke bakt patat,
en Willempie speelt voor klant,
hij heeft een kwartje in z'n hand.

"Meneer; wat wilt u hebben gehad?"
"Geef u mij maar een zakje patat!"
"Wou u zonder of wou u met?"
"Nou.., een zakje zonder kan nog nét".
A.u.b. meneer.., het is al klaar.
Maar mevrouw wat is dat raar,
kijk eens wat ik heb..,
de zak is leeg.., das nep.
Maar meneer .., dat is geen wonder,
u vroeg toch zelf een zakje zonder?!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 495

Jantje was een kleine kleuter
Het enigst kindje, teer verwend
En op zekere dag zei moeder
Hoor eens even lieve vent
Als je zoet bent komt er spoedig
Een zusje of een broertje bij

Nou, dat was wel wat voor Jantje
En het ventje zei toen blij
Wanneer er heus een zusje kwam
Kreeg zij van mij wat moois hoor mam
Dan gaat mijn spaarpot open
Dan krijgt die schattebout
Een boeketje witte rozen
Waar mammie zo van houdt

Toen de ooievaar verwacht werd
Moest Jan met zijn tante mee
En hij was daar voor een dagje
Daar de vrolijke loge
Voor het geld uit Jantje's spaarpot
Ja dat tien keer nageteld
Werd er in een bloemenwinkel
Haastig een boeket besteld

En 's nachts in bed nog in zijn slaap
Zei in zijn droom de kleine knaap
Straks gaat mijn spaarpot open
Dan krijgt die schattebout
Een boeketje witte rozen
Waar mam ook zo van houdt

De andere morgen bij zijn thuiskomst
Dacht toen Jan, wat vreemd vandaag
Kijk eens tante, de gordijnen
Zijn nu helemaal omlaag
Snikkend sprak zijn vader:
Jantje Nu heb je geen moesje meer
Zij ging stil met kleine zusje
Weg naar onze lieve heer

En zachtjes legde Jan 't boeket
Bij het dode zusje neer in bed
En wenend zei toen Jantje
'k Bracht witte rozen mee
Lieve mam, hier lief klein zusje
Die zijn voor jullie twee


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 496

Jij was blond en bijna dertien
Zelfde school en zelfde klas
Jij wist alles van de wereld
En vooral hoe slecht hij was
Jij kon mij precies vertellen
Hoe het ging als jij
Aan het roer zou staan en stuurde
Oh ik hield van jou

refrein:

Tussen acht en half negen
Was het schoolplein paradijs
En de toekomst met zijn tweetjes
Was de hemel enkele reis
En de toekomst met zijn tweetjes
Was de hemel enkele reis

Als ik spiekte van jouw briefjes
Voelde ik dat niet als fout
Jij was ik, je mag toch spieken
Van de man waarvan je houdt
Op de fiets naar huis zei jij vaak
Eens wordt jij mijn vrouw
Nou tot morgen op het schoolplein
Oh ik hield van jou

refrein

Gisterenavond kwam mijn dochter met een vreselijk bericht
Want haar allerliefste vriendje moest verhuizen naar Maastricht
Met ervaring kon ik troosten, ik heb haar toevertrouwd
Hij komt terug om jou te halen als hij van je houdt.

Op het schoolplein van het leven werd zo vaak spontaan gezegd
Ik wil jou mijn toekomst geven, goed bedoeld en heel oprecht
Voor de meesten liep het anders maar ze kwamen goed terecht
Voor de meesten liep het anders maar ze kwamen goed terecht


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 497

Het liedje over Rotterdam Ship Ahoy 1952.

Zij niet Jan Maat voor en achter de mast
Ketelbink of kapitein
In Rotterdam is het lijden in last
Alles aan boord kort en klein
Glad naar de haaien, finaal van de kaart
Daar is geen klaren meer aan
Schip ligt in lij, en al keert het getij
Van die klip komt het nooit meer van daan

Rotterdam Ship Ahoy
Aan de mond van de Maas
Alle havens de baas
Rotterdam gaat nog lang niet te kooi

Ahoy


Dit liedje is ter meerder glorie van Ship AHOY dit is zoiets als Sail in 1952 voor de scholen en verenigingen gemaakt en voor het stadhuis ter horen gebracht voor Burgemeester Oud. Het koor dat meezong was de Rotterdamsche Volkszang dat zong in de Gouvernestraat, in het complex Ons Huis.
Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 498

Kleine Piet ging wandelen met zijn pa in het veld
Wat hij zag en niet zag: alles moest verteld
"Pa, daar zag ik ginder, luister toch ereis toe,
‘k Zag een hond, warempel, groter dan een koe!"

"Wel komaan, wat zeg je? Een die groter was
dan een koe? Maare jongen, da’s een beetje kras!
Zie je ginds die brug wel, voor je neus daar Piet?
Nu, die brug moet je over, of je wilt of niet.

Zo je nu gejokt hebt, stort de brug ineen
Een dan val je in het water, plof, gelijk een steen."
Piet, de brug genaderd, voelt zich o zo moe:
"Pa, ik zei: die hond was groter dan een koe…

‘k Heb niet juist gekeken; ik zag hem maar zo half.
Maar die hond was heus toch groter dan een kalf."
En toen zich het ventje bij de brug bevond
Riep hij: "Pa, die hond was net een andere hond!"


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 499

Jantje had een broek gekregen met aan elke kant een zak
die hij reeds de eerste middag vol met mooie dingen stak
Knikkers, dropjes, krijt een bal, slakkenhuisjes, wat niet al.

In die huisjes zaten slakken, daar had Jan niet aan gedacht
en toen moeder hem des avonds naar zijn bedje had geracht
deed ze ook een onderzoek in de zakken van zijn broek.

Hu daar greep zij glibberglabber koud en week opeens een slak.
Weet je wat er toen gebeurd is s avonds laat met elke zak?
Moeder heeft met draad en naald een voor een ze toegehaald.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 500

Op het dak van ons huis
Heeft een aardige muis
Een lief nestje gebouwd
Voor haar jongen

En ze speelden er blij
en ze zongen erbij
En ze dansten en
Piepten en sprongen

Oude muisje sloop zacht
naar omlaag elke nacht
om wat rijst uit de
kelder te stelen,

En dan keerde ze vlug
naar haar jongen terug
om de rijst met de
kleintjes te delen.

Maar eens op een keer
Kwam die oude niet meer
En de kindertjes kregen
Geen eten

Want een lelijke kat
Had het muisje gevat
En het zomaar de kop
Afgebeten


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

22 September 2006