Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........461 - 470

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 461

Katinka

Elke morgen om half negen
komen wij Katinka tegen
blauwe ogen, blonde lok
hel geel truitje, korte rok
maar ze trippelt zwijgend naast d'er Ma
daarom zingen alle jongens haar verlangend na :

Kleine kokette Katinka
kijk nou es één keertje om
stiekempjes over je schouder
je ma merkt het toch niet, dus kom !
Kleine kokette Katinka
ben je verlegen misschien ?
We willen zo graag nog wel even
een glimp van je wipneusje zien.

Elke morgen, zon of regen
komen wij Katinka tegen
hakjes, tiktak op de stoep
korte rok met nauwe coupe
maar haar blik verraadt geen nee of ja
daarom zingen alle jongens haar verlangend na :

Kleine kokette Katinka
kijk nou es één keertje om
stiekempjes over je schouder
je ma merkt het toch niet, dus kom !
Kleine kokette Katinka
ben je verlegen misschien ?
We willen zo graag nog wel even
een glimp van je wipneusje zien.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 462

Breng eens een zonnetje

Het leven dat is geen pretje
Ik weet er alles van
Ben je bedrukt, verzet je
Maak er van wat je kan
Als je het geluk wilt zoeken
Hangt aan een zijde draad
En je succes wilt boeken
Luister dan naar mijn raad

refr.:

Breng eens een zonnetje
Onder de mensen
Een blij gezicht te zien
Doet je toch goed
Vervul zo nu en dan
Hun liefste wensen
Een beetje levensvreugd
Schenkt nieuwe moed
Breng eens een zonnetje
Onder de mensen
Een blij gezicht te zien
Doet je toch goed
Vervul zo nu en dan
De liefste wensen
Het spreekwoord zegt
Wie goed doet goed ontmoet

Kun je wat over sparen
Gaat het je zakelijk goed
Blijf dan niet aan het vergaren
Maar geef wat uit, dat moet
Leven en laten leven
Daar komt het hier op aan
Kun je aan anderen geven
Het duet gewent spontaan

refr.

Breng eens een zonnetje
Onder de mensen
Een blij gezicht te zien
Doet je toch goed
Vervul zo nu en dan
Hun liefste wensen
Het spreekwoord zegt
Wie goed doet goed ontmoet


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 463

Jasper en Jasmijn

Elke morgen zon of regen
Kwam ik hem verlegen tegen
Stond hij steeds bij de jasmijn van de pastorie
Met zijn blote voeten stoffig van het paadje naar het water
De Manchesterbroek tot net onder zijn knie
Het was een spel om te negeren
Niet te zien hoe hij bleef proberen
Huppelend naast me, net als ik te zijn
En ik moest gewoon weg lachen als ik hoorde zeggen
Kijk eens daar gaan Jasper en Jasmijn

Nadat wij van school af kwamen bleven wij bij alles samen
In het dorp zag men ons dromen hand in hand
Zoals lente groeit naar zomer
Werd ook ons de jeugd ontnomen
En we groeide op met tussen ons die band
Dikwijls lag hij vredig naast me
In de koelte van de avond
Soms wel tot de eerste morgen zonneschijn
En wanneer hij dan nog droomde
Lachte ik bij de gedachte
Hoe men ons noemde, Jasper en Jasmijn

Maar de tijd sluit steeds weer deuren
Liefdesrood kan ook verkleuren
En al gauw stond een Jasmijn alleen te zijn
Ondanks al die mooie dromen
Had hij een ander lief genomen
En ik voelde mij zo hopeloos en klein
Elke morgen zon of regen
Maar ik kwam hem nooit meer tegen
Ook al vroeg ik mij steeds af
Waar zou hij zijn
Met zijn blote voeten stoffig van het paadje naar het water
Jasper was niet meer bij zijn Jasmijn
Hmmmmmmmmmm
Met zijn blote voeten stoffig van het paadje naar het water
Jasper was niet meer bij zijn Jasmijn


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 464

Wat is het toch heerlijk
Bij het stalletje klein
Ik zou er wel altijd willen zijn
Maar het klokje tikt immers
Geregeld weer voort.
Denk niet dat ’t aan mopperen
Of pruilen zich stoort.
Tik. Tik, tik, tik, tik, tik.
Allang zeven uur wat een schrik

’t Is kindertjes bedtijd zegt vader vooruit.
De kaaersjes die moeten nu uit.
Wie heeft er de beurt om te blazen vandaag
Het is kleine Alie, en die doet het zo graag.
Fuut, fuut, fuut, fuut fuut fuit.
Ze blaast op de maat ze nu uit.

En nu zoet naar bed toe zegt mama heel zacht.
Zeg het kindje nog even goe nacht.
Nacht Jezu, wij moeten ook slapen nu gaan.
Maar morgen steekt mama de kaarsjes weer aan
Sst. Sst. Sst sst. Sst zacht
Wel terusten lief kindje goede nacht.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 465

Lief kindje dat in ’t kribje ligt
‘k Zie traantjes in uw oogen
och laat mij met een kusje toch
die lieve traantjes drogen

Uw moederke heeft niets als stro
Om u op neer te leggen.
Het is zo hard en ’t is zo koud
Gij schreit en kunt niets zeggen.

Want weet u lieve jezuke
Als ik eens groot zal wezen,
Dan wordt mijn hart een stalletje
Waar het licht en warm zal wezen.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 466

Vier weverkens zag men ter botermarkt gaan
En de boter die was er zo diere
Zij hadden geen duit haast meer in hunne tas
En ze kochten een pond sa vieren
Schietspoele, sjerrebekke, spoelza!
Djikkedjakke, kerrekoltjes, klitsklets!
En ze kochten een pond sa vieren.

En als zij dat boterke hadden gekocht
Zij hadden er vier platelen
Zij spraken dat vrouwke zo vriendelijk aan:
Sa, vrouwke, en wilt het ons delen!
Schietspoele, sjerrebekke, spoelza!
Djikkedjakke, kerrekoltjes, klitsklets!
Sa, vrouwke, en wilt het ons delen!

Het vrouwke dat sprak: Ja dat zal ik wel doen
Ja, zo wel als een vrouwke vol eren
Want ik wete wel wat er de weverkens zijn
En de weverkens zijn er geen heren.
Schietspoele, sjerrebekke, spoelza!
Djikkedjakke, kerrekoltjes, klitsklets!
En de weverkens zijn er geen heren.

Wat zouden de weverkens heren zijn
Zij en hebben er huize noch erven
En kruipt er een muiske in hunne schapraai
Van honger zo moet het er sterven
Schietspoele, sjerrebekke, spoelza!
Djikkedjakke, kerrekoltjes, klitsklets!
Van honger zo moet het er sterven

En als dan dat muiske gestorven zal zijn
Waar zullen zij het begraven?
Al onder de weverkens hunne getouw
En het grafke zal rooskens dragen
Schietspoele, sjerrebekke, spoelza!
Djikkedjakke, kerrekoltjes, klitsklets!
En het grafke zal rooskens dragen




Nel Petersen kwam nog met de volgende aanvulling:

Vers 2

En als zij dat boterken hadden gekocht,
Zij hadden er vier plateelen.( schotels )
Zij spraken dat vrouwken zo vriendelijk aan :
Sa , vrouwken , wilt het ons deelen !

' Refr. Schiet spoele enz.

Vers 3

Het vrouwken dat sprak: Ja, dat zal ik wel doen
Ja zoo wel als een vrouwken vol eeren ,
Want ik wete wel wat er de weverkens zijn
En de weverkens zijn er geen Heeren

Refr. Schiet spoele enz

Vers 4

Wat zouden de weverkens Heeren zijn,
Zij hebben er huizen noch erven!!
Er kruipt er een muis in hunne schapraai,
Van honger zoo moet het er sterven

Refr.Schiet spoele....

Vers 5

En als er dat muisken gestorven zal zijn,
Waar zullen zij het begraven ?
Al onder de weverkens hunne getouw.
En het grafke zal rozekens dragen.

Refr. Schiet spoele........



Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 467

Nu wil ik wel eens dansen van de Driekusman, de driekusman, de driekusman
nu wil ik wel eens dansen van de driekusman, de driekusman, wel ja
Vader, moeder wil mij slaan, mag ik weer met Driekus gaan
driekusman, driekusman, keer je eens om en kijk me eens aan
met de handjes klap klap klap, met de voetjes stap stap stap
driekusman, driekusman, keer je eens om en kijk me eens aan


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 468

Zangerslied

Was muziek en zang er niet,
't leven had geen waarde,
Kommer, zorgen en verdriet
Speelden baas op aarde,
Maar nu God ons levenslang
Dien schat heeft gegeven,
Doet ons vrolijk lofgezang
Steeds dien vijand beven.

Als ons eens de moed ontzinkt,
leed ons is beschoren,
Als dan slechts de zangtoon klinkt.
En wij't lied doen hooren
Dan zal blijdschap ook gewis
Treurigheid vervangen;
Wat de dauw voor't aardrijk is
Zijn der ziele zangen.

Hoort, de vogels gaan ons voor,
zonder zorg of hinder;
Slaat al d'een wat harder door,
d'Ander zingt niet minder.
tof en dank vermelden zij,
Voor wat zij ontvingen;
Daarom, broeders laten wij
Heel ons leven zingen.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 469

Twee lieve poesjes,
allerliefste snoesjes
dansten samen poot aan poot
boven in de goot
ze waren weggelopen,
uit de mand gekropen
dansten saam ,miauw, miauw
boven op ´t gebouw

Twee lieve poesjes
allerliefste snoesjes
hadden niet goed opgelet
bij die dolle pret
ze waren uitgegleden
kwamen gauw beneden
plonsten in ´n watervat
brrrrr , wat koud en nat.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 470

Nu vlagt er de lente, kom mee, o kom mee !
Al zou ook de tocht je vermoeien.
Daar ginds bij de duinen, niet ver van de zee,
Daar staan nu de bollen te bloeien.
Die velden te zien is een prachtig gezicht,
´t Zou zonde zijn als je ´t verzaakte.
Elk bloemetje is op zichzelf een gedicht,
Een hymne aan Hem, die ´t maakte.

Wij naderen reeds, naar ons toe is de wind,
De geur reeds benevelt je zinnen.
Daar zijn ze, de velden, je staat als verblind,
Wat moet je daar plost mee beginnen?
O, zie toch, o zie me die velden eens aan,
hoe rijk zich schakeren die kleuren.
Wie heeft al die kelkjes wel opengedaan?
Je zwijgt bij zo wonder gebeuren.

Zie! Rood, wit en blauw, dat ´s de vlag van je land.
En ginds nog de wimpel: oranje.
Zoek dat nog eens elders met al je verstand,
Al ging je ook zoeken in Spanje.
Geen land hier op aard dat een schouwspel je biedt,
Als ´t een onvergelijk´lijke Bolland.
Dat vind je in Zweden of Zwitserland niet,
Dat vind je alleen maar in Holland !


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

7 November 2006