Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........400 - 410

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 401

Zeeman o zeeman. ga toch niet weer heen.
Zeeman o zeeman laat ons niet alleen.
Zeeman o zeeman, toch ga je steeds weer mee.
Niets kan jouw weerhouden, o jij held der zee.
Niets kan jouw weerhouden, o jij held der zee.

Op de woelige baren, bij storm en bij wind,
denkt hij steeds aan zijn blondje, dat vrolijke kind.
Zij leeft in zijn harte, zij zingt in zijn bloed.
Hij hoort nog haar stemme, in de eb en de vloed.

Op de sluizen, van IJmuiden, heb ik jou vaarwel gekust.
Op dat plekje bij de haven, stelde jij me weer gerust.
Ik kon mijn tranen niet bedwingen, afscheid nemen deed ons zeer.
Op de sluizen van IJmuiden, daar zien wij elkander weer.

M'n lief ik moet scheiden, ik moet weer naar zee
M'n schip ligt te wachten, daar ginds op de ree.
Ik moet weer gaan varen, dat zit in mijn bloed,
adieu dan mijn liefste, tabé 't ga je goed.
Tabé, tabé, zo is het zeemansleven.
Tabé, tabé, tabé ik kies weer zee.

Aan het strand stil en verlaten, bij het klimmen van de maan.
Ziet men daar een aardig paartje, zeer van weemoed aangedaan.
Liefste Ik moet je gaan verlaten, morgen ga ik weer naar zee
en dan trouwen als ik thuiskom, hier op Hollands stille ree.
Maar zij sprak ach liefste mijne, spreek zo ver niet in 't verschiet,
want de zee ligt vol met mijnen, en die dingen zie je niet.

Als de klok van Arnemuiden,
welkom thuis voor ons zal luiden.
Wordt de vreugde soms vermengd met droefenis,
als een schip op zee gebleven is.

Ik Ging met je mee in Rotterdam,
toen ik van zee in Holland kwam.
Ik dacht alleen het is maar spel,
een zeemanshart vergeet zo snel.
Ik dacht alleen het is maar spel,
een zeemanshart vergeet zo snel.

Janmaat houdt van zingen, in een klein café,
de herinneringen, neemt hij mee naar zee.
Van een meisje en een lied, peinst hij in zijn kooi.
Aan het roer of op de bak, 0 wat was ze mooi.
Ahoy, Ahoy, Ahoy, Ahoy, wat was dat meisje mooi.
Ahoy, Ahoy, Ahoy, Ahoy, wat was dat meisje MOOI.

Hoor je het ruizen der golven, hoor je het lied van de zee.
Vaar met me mee om de wereld mijn kind, kom kus me en vaar met me mee.
Vaar met me mee om de wereld mijn kind, kom kus me en waar met me mee.

Waar het lied der golven ruist bij dag en nacht.
Waar die trouwe haven altijd op me wacht.
Waar de schepen komen, reeds tweehonderd jaar,
daar zijn wij geboren, werden wij een paar.
Waar de wieken wenken, vissers vaar naar huis,
daar zijn wij geboren, voelen wij ons thuis.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 402

Kleine Suze.

Kleine Suze ging eens wandelen
Met haar korfje in haar hand
Mooie bloemen ging zij plukken
Mooie bloemen in haar mand.
Maar de mooie bloemen spraken
Zacht en fluisterend: "Pluk ons niet.
Laat ons leven, lieve Suze
Laat ons leven, pluk ons niet"

Kleine Suze stond verlegen
En zij sprak op bange toon
"Ik wou U aan mijn moeder geven
Ach gij zijt zo lief en schoon.
Ik wou U aan mijn moeder geven
Op haar jaarfeest morgenvroeg"
"Pluk dan, pluk dan" riepen al die bloemen
"Voor uw moeder plukt gij nooit genoeg"


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 403

He, he, lekker in de buitenlucht,
Wat heeft het flink gevroren.
De wangen pimpelen mij van kou,
En tintelen doen mij d’oren.
‘k Benijd de stumper bij het vuur,
Geen centje nu, de stakker.
Mij geeft de kou juist frisse moed.
Mij houdt de kou juist wakker.

Ik benijd de mensen in het zuid .
Geen ziertje nu de zomer.
Neem elke dag meer warmte in,
Maakt je elke dag meer lomer
O wintertje wij kunnen jou,
Geen siertje niet meer missen.
Jou sneeuw en ijs die kunnen mij.
Zo heerlijk weer verfrissen.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 404

Zwarte Piet.

Deftig in fluwelen pak
Op zijn rug een grote zak
Met een tronie zwart als roet
En een ketting aan zijn voet
Jasje kuitbroek en baret
Dat is pietermans portret

Woont er een deugniet in de buurt
Dan wordt Piet er heen gestuurd
Woedend kijkt hij in het rond
Boze blikken strooit hij rond.
En hij stopt met groot gemak
Onze rakker in de zak.

Komt hij op een kinderfeest
Wees dan niet voor Piet bevreesd
Lachend kijkt hij in het rond
Leuke pakjes deelt hij rond
Ben je altijd braaf geweest
Wees dan niet voor Piet bevreesd


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 405

refr.:

Jij en ik in een bootje
Jij en ik in een bootje
In een gezellig slootje
Niemand om ons heen
Jij en ik alleen
Alleen, alleen, heel alleen

Ik roeide laatst op een slootje bij een plas
Toen daar een heel erg aardig meisje was
Zij keek, ik keek
We lachten allebei
Ik riep: vaar je mee met mij
En zij zei

refr.

Ik roeide voort heel gezellig in de zon
Ik dacht dat zo een idylle begon
Ik keek, zij keek
We lachten allebei
En ik dacht ze blijft bij mij

refr.

Heel alleen, alleen
Toen zag ik een man in een mooie speedboat
Wat was die boot toch geweldig groot
Hij keek, zij keek
Hij riep een vriend'lijk woord
Daarna sprong zij overboord
En ik was

Heel alleen in m'n bootje
Heel alleen in m'n bootje
In 't gezellige slootje
Niemand om me heen
Omdat zij verdween
Alleen, alleen, heel alleen
Heel alleen, alleen

Een poosje later ontmoette ik ze weer
De benzine was op, het bootje ging niet meer
Zij keek, ik keek
We lachten allebei
En zij kwam terug bij mij
We zongen

refr.

Alleen, alleen, alleen
Alleen, alleen, alleen
Alleen, alleen, alleen


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 406

Nog zie'k je staan in Rotterdam
Voel nog je traan toen j'afscheid nam
Ik dacht nog steeds: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel
Ik dacht nog steeds: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel

refr.:

'k Ging met je mee in Rotterdam
Toen ik van zee in Holland kwam
Ik dacht alleen: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel
Ik dacht alleen: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel

M'n schip zwierf rond langs vreemde kust
Maar nergens vond mijn hart nog rust
Ik dacht nog steeds: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel
Ik dacht nog steeds: Het is maar spel
'n Zeemanshart vergeet zo snel

refr.

Ik kom terug, terug bij jou
Dan word je vlug m'n lieve vrouw
Ik weet het nu: Het is geen spel
'n Zeemanshart vergeet niet snel
Ik weet het nu: Het is geen spel
'n Zeemanshart vergeet niet snel

refr.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 407

Des winters als het regent dan zijn de paadjes diep, ja diep
Dan komt dat loze vissertje, vissen al inne dat riet
Met sinne rijf stok
Met sinne strijk stok
Met sinne lap zak
Met sinne knap zak
Met sinne lere van dirre dom dere
Met sinne lere leersjes an

Dat loze molenarinnetje, ging in haar deurtje staan, ja staan
Omdat het aardig vissertje voorbij haar henen zou gaan
Met sinne rijf stok
Met sinne strijk stok
Met sinne lap zak
Met sinne knap zak
Met sinne lere van dirre dom dere
Met sinne lere leersjes an

Wat heb ik jou misdreven, wat heb ik jou misdaan, ja daan
En dat ik niet met vrede, voorbij jouw deurtje mag gaan
Met sinne rijf stok
Met sinne strijk stok
Met sinne lap zak
Met sinne knap zak
Met sinne lere van dirre dom dere
Met sinne lere leersjes an

Gij hebt mij niets misdreven, gij hebt mij niets misdaan, ja daan
Maar gij moet driemaal zoenen, eer gij van hiere mocht gaan
Met uwe rijf stok
Met uwe strijk stok
Met uwe lap zak
Met uwe knap zak
Met uwe lere van dirre dom dere
Met uwe lere leersjes an


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 408

Dat kleine beetje zon waar je al weken lang op wacht.
Die uitgestokenhand, die je van hem niet had verwacht.
Dat kleine bosje bloemen en precies op dat moment.
Die onverwacht brief als je alleen of eenzaam bent.
’t Zijn de kleine dingen die het doe, die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doe, die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doen.

Die kinderstem die kleur geeft aan een saaie, grijze dag,
Dat onverwacht gesprek toen je het allemaal niet meer zag.
’t Was even net als vroeger , en je kreeg weer een ballon.
Het geeft je leven kleur, er is ineens een beetje zon.
’t Zijn de kleine dingen die het doe, die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doen
’t Zijn de kleine dingen die het doe, die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doen.

We leven in het groot, we maken veel te veel misbaar,
We praten wel, maar luisteren te zelden naar elkaar.
We kijken naar een punt en veel te weinig om ons heen.
We zien geen kleine dingen en dus blijven wij alleen.
’t Zijn de kleine dingen die het doe, die het doen.
’t Zijn de kleine dingen die het doen.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 409

Mijn kinderjaren, vervlogen tijden.
Mijn kinderjaren, die zijn voorbij.
Al vele jaren door vreugd en lijden.
Dat maakt je eenzaam en minder blij.

Refrein:

Dus zeg ik nog éénmaal, mooi was de kindertijd,
mooi was de kindertijd,die komt niet meer.
Die komt, die komt niet weer.
Nooit komt die tijd er weer.
Mooi was de kindertijd, die komt niet meer.

Er bloeien bloemen in bos en heide.
Zij geuren allen bij morgendauw.
Dat doet me denken aan vroeger tijden.
Die jaren die vergeet ik niet zo gauw.

Refr.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 410

Ziet de leliën op het veld. Ziet hoe schoon zij bloeien.
Wie doet haar van zorgen vrij, daar zo heerlijk groeien?
Wie gaf haar die stille pracht, wie dat kleed zo rein en zacht,
zonder zijns gelijke, zonder zijns gelijke?

God de Heer riep u uit d’aard, doet zo blij u tieren.
Hij gaf u dat schone kleed, dat gij d’aard zou sieren.
Dat gij ons bij zorg en smart, met een stil gelovig hart,
Leert op Hem vertrouwen, leert op Hem vertrouwen.

O, verblijd u dan mijn hart! Werp op Hem uw zorgen,
Die na droeven winternacht, roept den lentemorgen.
O, vertrouw in lief en leed; die de bloemen niet vergeet,
Is ook mij een Vader, is ook mij een Vader!



Vroeger werd op dit lied ook gezongen:

Ziet vrouw lelijk in haar hemd
ziet ze vlooien zoeken
kijk daar heeft ze er weer een
uit die vele vele hoeken

Oh jouw kleine dondersteen
waarom beet jij in mijn been
Kom ik zal je even pakken
en tussen mijn nagels knappen


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

15 November 2007