Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........341 - 350

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 341

Maar vanmorgen straalt de zon,
er huppelt een heerlijk jongetje voorbij,
zo'n kleine bijdehande
Hij gaat op visite hiernaast, waarschijnlijk naar z'n lieve tante
Zij staat al op 't balkon
Lachtend roept ze hem toe: Ik neem je mee naar een film over huzaren
Nee, geen gezeur, ik heb hier al maanden voor lopen sparen
Hij kijkt of hij een eerste prijs won
Een tijdje later kijk ik hen na
Ja, ze zijn opweg naar de cinema!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 342

Het lied van de oude piano

De lijdensweg van een klavier gaat u dit lied verhalen
Het stond eens in een trots kasteel, bij freule Knots van Balen
't Vertolkte Bach en Tosti, want zij speelde slechts klassiek
Voor graven en baronnen met een scheutje rheumatiek

refrein:

    Zeg ken je het lied van die ouwe piano
    Die ouwe piano, een heel aardig ding
    Maar speelde je hot op die ouwe piano
    Dan was het precies of de wereld verging


De freule ging ter ziele, wat zij wel aan Bach verdiende
En de piano werd verkocht; alleen de stemmer griende
Een leraar kocht het instrument, een pedadogisch man
En 't speelde voortaan: Jan, daar ligt een kip in 't water, Jan

refrein

De leraar liet het leven, toen de mot in zijn lang haar kwam
Waarna dit oud klavier door een vendutie in een bar kwam
En uit het oude karkas klonk het ritme van de hot
En vaak viel er een glas om, dan sprong een snaar kapot

refrein

Die bar die ging failliet, en de portier kocht voor twee knaken
Het oude instrument om een konijnehok te maken
De snaren liet hij zitten... onder in het oude ding
Daar minnen nu konijnen, en dan zegt de E-snaar: ping

refrein


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 343

Wat moet ik toch doen ik verveel me toch zo
en moesje wil niet met me spelen
want zusje heeft maazeltjes, dat is wel naar
maar nu is mamaatje ook aldoor bij haar
en ik loop me zo te vervelen

Nog net nog heeft moesje een pudding gekookt
met bessensap, enkel voor Greetje
Het lijkt me best fijn om zo ziekjes te zijn
want maazeltjes doen toch geloof ik geen pijn?
en ieder verwent je een beetje


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 344

Kom hier mijn lieve poppetje
kom hier, je moet in bad
een handdoek om je koppetje
dan wordt je haar niet nat

Komt zeesop in je oogekens
och lieveling wat naar!
Kom hier ik zal je drogen
Ziezo, nu ben je klaar

Je bent mijn liefste poppetje
en mag nog even mee
dan krijg j' uit mama's koppetje
een heel klein slokje thee


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 345

Toen den Hertog Jan kwam varen
Te peerd parmant, al triumfant.
Na zeven honderd jaren,
Hoe zong men t'allen kant:
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa.
Na zeven honderd jaren
In dit edel Brabants land.

Hij kwam van over 't water:
Den Scheldevloed, aan wal te voet,
t'Antwerpen op de straten
Zilver veren op zijn hoed
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa.
t'Antwerpen op de straten,
Lere leerzen aan zijn voet.

Och, Turnhout, stedeke schone,
Zijn uw ruitjes groen, maar uw hertjes koen,
Laat de Hertog binnenkomen
In dit zomers vrolijk seizoen.
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa,
Laat de Hertog binnenkomen,
Hij heeft een peerd van doen.

Hij heeft een peerd gekregen
Een schoon wit peerd, een schimmelpeerd,
Daar is hij opgestegen,
Dien ridder onverveerd.
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa,
Daar is hij opgestegen
En hij reed naar Valkensweerd.

In Valkensweerd daar zaten,
Al in de kast, de zilverkast,
De guldekoning zijn platen,
Die wierden aaneengelast.
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa,
De guldekoning zijn platen,
Toen had hij een harnas.

Rooise boeren, komt naar buiten,
Met grote trom, met kleine trom,
Trompetten en cornetten en de fluiten
In dit Brabants hertogdom.
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa,
Trompetten en cornetten
en de fluiten in 't Brabants hertogdom.

Wij reden allemaal samen,
Op Oirschot aan, door een kanidasselaan,
En Jan riep: 'In Gods name!
Hier heb ik meer gestaan.'
Harba lorifa, zong de Hertog,
Harba lorifa
En Jan riep 'In Gods name!
Reikt mij mijn standaard aan.'


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 346

Nu vaarwel
leef vrij en blij
'k denk aan jou
doe 't dan ook aan mij


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 347

Bálen, bálen
dat is het lied van Jan Soldaat
bálen, bálen
van 's morgens vroeg tot 's avonds laat
bálen, bálen
maar dat bedoelt hij niet zo kwaad
want als het er om gaat
Jan Soldaat, Jan Soldaat
wie staat er dan paraat?
dat is Jantje Soldaat


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 348

Waar in 't bronsgroen eikenhout, 't nachtegaaltje zingt
Over 't malsche korenveld 't lied des leeuwriks klinkt
Waar de hoorn des herders schalt langs der beekjes boord
Daar is mijn Vaderland, Limburg's dierbaar oord!

Waar de breede stroom der Maas, statig zeewaarts vloeit
Weeldrig sappig veldgewas kostelijk groeit en bloeit
Bloemengaard en beemd en bosch, overheerlijk gloort
Daar is mijn Vaderland, Limburg's dierbaar oord!

Waar der vad'ren schoone taal klinkt met held're kracht
Waar men kloek en fier van aard vreemde praal veracht
Eigen zeden, eigen schoon, 't hart des volks bekoort
Daar is mijn Vaderland, Limburg's dierbaar oord!

Waar aan 't oud Oranjehuis, 't volk blijft hou en trouw
Met ons roemrijk Nederland, één in vreugd en rouw
Trouw aan plicht en trouw aan God, heerscht van Zuid tot Noord
Daar is mijn Vaderland, Limburg's dierbaar oord!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 349

De Winterkabouter

Uit loodgrijze luchten valt langzaam de sneeuw
In grillige bochtige baan
Zo licht als een veertje, zo blank als een meeuw
Zo dicht als de sterretjes staan

Refrein: Daar boven, daar boven
daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter
de winterkabouter zijn beddeken uit

Al gauw zie je buiten in veld en landdauw
het werk van de vallende vlok
Daar reist aan de einder in nevelig blauw
het bos in zijn wit wollen rok

Refrein: Daar boven, daar boven
daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter
de winterkabouter zijn beddeken uit

Op bouwland en bomen, op velden en hei
rust vluchtig de donzige vacht
Zacht wordt in het licht van de tanende zon
het blauw in de eenzame nacht

Refrein: Daar boven, daar boven
daar klopt klopt, daar klopt de schavuit de winterkabouter
de winterkabouter zijn beddeken uit


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 350

Ali Cyaankali

U dacht dat Rotterdam
zo'n degelijke stad was he?
Een stad van enkel werke en van bouwe.
Een stad waar nooit een mens es op
het slechte pad was he?
Een stad van enkel degelijke vrouwen.
Maar dat is toch niet waar hoor,
want d'r zijn d'r ook een paar hoor,
en daar ben ik er een van,
gevaarlijke vrouwen.

Ik ben Ali Cyaankali
de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam.

Kijk ik es fijn gaan
op dfe Lijnbaan.
'k Zet iedereen in vuur en vlam.
En ik lok de here mee
naar de kaskadee,
en ik doe wat in de thee
en dan later,
dan zeg ik: ober wil u even kijke dan?
D'r is een persoon niet goed geworre.

Ik ben Ali Cyaankali
de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam.

U dacht dat Rotterdam,
daar ken je zoomaar wandele he?
Een stad van enkel bouw en van werke.
U dacht dat Rotterdam is
de stad van Van der Mandele he?
Daar zal je van de misdaad echt niks merke.
Maar eh, dan ben u abuis hoor,
want 't is d'r vaak niet pluis hoor,
en dat komp door mijn.

Ik ben Ali Cyaankali
de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam.

En kijk ik es fijn gaan
op de Lijnbaan.
Ik zet iedereen in vuur en vlam.
En ik lok de here mee
naar de kaskadee,
en ik doe wat in de thee
en dan even later,
dan zeg ik: ober wil u even kijken dan?
D'r is weer een persoon niet goed geworre.

Ik ben Ali Cyaankali
de gevaarlijkste vrouw van Rotterdam.


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

9 Maart 2004