Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........301 - 310

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 301

Klokke Roeland

Boven Gent rijst, eenzaam en grijst,
Het Oud Belfort, zinbeeld van het verleden;
Somber en groots, steeds stom en doods
Treurt de oude Reus op het Gent van heden;
Maar soms hij rilt, en eensklaps gilt
Zijn bronzen stemme door de stede:
"Tril in uw graf, tril Gentse helden,
Gij, Jan Hyoens, gij, Artevelden:
Mijn naam is Roeland, ik kleppe brand
En luide storm in Vlaanderland !"

Een bont verschiet schept het bronzen lied,
Prachtig weertoverd mij voor de ogen,
Mijn ziel erkent het oude Gent,
Het volk komt gewapend toegevlogen.
Het land is in nood: "Vrijheid of dood !"
De gilden komen aangetogen.
Ik zie Jan Hyoens, ik zie de Artevelden;
En stormend roept Roeland de helden:
"Mijn naam is Roeland, ik kleppe brand
En luide storm in Vlaanderland !"

O heldentolk, o reuzenvolk,
O pracht en macht van vroeger dagen !
O bronzen lied, ik weet uw bedied
En ik versta het verwijtend klagen;
Doch wees getroost: Zie, het oosten bloost
En Vlaanderens zonne gaat aan het dagen.
"Vlaanderen die leeu !" Tril, oude toren,
En paar uw lied met onze koren,
Zing: "ik ben Roeland, ik kleppe brand,
Luide triomf in Vlaanderland !"


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 302

Vrouw geef me een peentje
Ik weet niet waar je woont.
Ik woon al op de Binnenweg
Daar groeien de peentjes langs de weg


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 303

's Avonds in de keuken bij Dina,
's avonds in de keuken, oh ja, oh zo!
's Avonds in de keuken bij Dina,
speel ik op mijn oude banjo.
Fi fa fiedeladiejo, (3x)
speel ik op mijn oude banjo
fi pa fa pa fiedeladiejo pa, (3x)
speel ik op mijn oude banjo.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 304

Voor Neęrland een lied op een krachtige toon
Voor 't land dat ik liefheb, voor 't land waar ik woon
Dat al wat ik min in zijn grenzen omsluit
Waar al mijn geluk en mijn blijdschap onspruit
2x:

Klein is dat land maar met eer klinkt zijn naam
Nederlands daden meldt roemvol de Faam
't Is klein maar bood weerstand aan dreigend geweld
En vaak bleef het meester op zee en in 't veld

Wanneer d' oceaan onze erfgrond belaagt
En bulderend beukt, of al vleiende knaagt
Dan werpen wij moedig een dijk voor zijn voet
Of schoren het duin, dat zijn slagen ontmoet
2x:

Straks draagt hij weer met geduld onze vloot
Helpt ons aan rijkdom, aan arbeid, aan brood
't Is fier op ons volk, aan zijn luimen gewend
En voert onze driekleur van ouds hem bekend

O land, waar de vrijheid haar troon heeft gebouwd
Aan ons wordt het heil van uw toekomst vertrouwd
W' aanvaarden met trots en met ijver dat pand
En steunen uw bloei met een krachtige hand
2x:

Arbeid en eendracht en deugd en beleid
Waren uw viertal, dat zegen verspreidt
En dwingt ons de nood - wat de hemel verhoed'
Wij wagen voor Neęrland ons goed en ons bloed


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 305

Aan d'oever van een snellen vliet
Zat eens een weesje neer;
Zij schreide, snikte van verdriet
Haar droevige oogjes zeer
Zij schreide, snikte van verdriet
Haar droevige oogjes zeer

Een rijke heer, die haar zo zag,
Werd innig aangedaan;
Haar treurkleed en haar luid geklag
Dat trok hem tot haar aan.
Haar treurkleed en haar luid geklag
Dat trok hem tot haar aan.

Wel mijn lief meisje, zoo sprak hij,
Zeg waarom treurt gij nu?
Vertel er d'oorzaak van aan mij
Kan ik zoo help ik u,
Vertel er d'oorzaak van aan mij
Kan ik zoo help ik u.

Zij spraken zag hem troostloos aan;
'k Heb, Heer, een droevig lot,
Gij ziet een weeskind voor u staan
Welks hoop slechts is op God.
Gij ziet een weeskind voor u staan
Welks hoop slechts is op God.

Mijn moeder stierf, liet mij alleen,
Zij rust bij gindschen boom,
En vader, ach, niet lang geleęn
Verdronk in dezen stroom.
En vader, ach, niet lang geleęn
Verdronk in dezen stroom.

Vergeefs en vruchtloos worstelt hij
Terwijl zijn angstkreet klonk;
Mijn broeder zag't en sprong erbij,
Maar ach! Ook hij verdronk.
Mijn broeder zag't en sprong erbij,
Maar ach! Ook hij verdronk.

Het weeshuis bood mij schuilplaats aan,
En mag ik daar eens uit,
Dan prangt mijn hart naar haar te gaan,
En ja, dan ween ik luid.
Dan prangt mijn hart naar haar te gaan,
En ja, dan ween ik luid.

Neen, ween niet meer mijn lieve kind!
Ik wil uw vader zijn;
Gij hebt een hart dat teer bemint,
Bewaar dat vroom en rein.
Gij hebt een hart dat teer bemint,
Bewaar dat vroom en rein.

Hij nam haar mede naar zijn huis
En schonk haar spijs en drank,
Verlichtte zo haar droevig kruis,
Vroeg liefde slechts tot dank.
Verlichtte zo haar droevig kruis,
Vroeg liefde slechts tot dank

En zij was trouw, zij was het waard,
Zij bleef hem steeds tot vreugd.
Zo zegent God reeds hier op aard
De liefde tot de deugd.
Zo zegent God reeds hier op aard
De liefde tot de deugd


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 306

Klein moedertje zit op haar stoofje
een pop aan haar hartje gedrukt
zij kon er de slaap maar niet vatten
zij ging onder zorgen gebukt
zij kon er de slaap maar niet vatten
zij ging onder zorgen gebukt

ga weg gij ontdeugende vliegjes
ach poedeltje blaf er maar niet
wees allen zo stil nu als muisjes
en doe er mijn pop geen verdriet
wees allen zo stil nu als muisjes
en doe er mijn pop geen verdriet


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 307

In de winkel van Sinkel is alles te koop
potten en pannen, mosterd en stroop,
ook kan men krijgen, mandjes met vijgen,
doosjes pommade, flesjes orangeade,
hoeden en petten en damescorsetten,
drop om te snoepen en pillen om te poepen.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 308

Op een keer vloog er een vliegje
nog zo jong en nog zo klein
vrolijk rond bij ons in het tuintje
in de warme zonneschijn
maar een spin had daar haar webje
en ons vliegje vloog erin
raakte vast in al die draadjes
wat een pretje voor de spin
net was onze spin aan het smullen
of daar kwam een mus daarbij
die zei hap en spin en vliegje
waren binnen allebei.

Plots verscheen ons poesje
in de heg en pakte haar
en zo kwamen al die diertjes
in een buikje bij elkaar.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 309

Rustig klink het avond klokje
Alles gaat ter ruste neer
Vogels zingen treurige liederen
Zon daalt in het westen neer (Bis)

In het klooster gaat het langzaam
Zusters in hun witte dracht
Zij verplegen d'arme lijders
Die gewond zijn daar gebracht
Zij verplegen d'arme lijders
Die gewond zijn daar gebracht

Beide deuren staan wijd open
En een zuster treed daarin
Met een jongeling in haar armen
Die nooit weer ten strijde ging
Met een jongeling in haar armen
Die nooit weer ten strijde ging

Beide benen afgeschoten
En daarbij zijn rechterhand
Want hij had zo trouw gestreden
Voor zijn dierbaar vaderland
Want hij had zo trouw gestreden
Voor zijn dierbaar vaderland

Achter aan dat stille klooster
klopt 'n arme moeder aan
ligt m'n zoon hier zwaargewond soms
'k zou zo gaarne tot hem gaan.
Ligt m'n zoon hier zwaargewond soms
'k zou zo gaarne tot hem gaan.

Arme moeder, sprak de zuster
uwe zoon hij is niet meer
al z'n lijden is geweken
hij stierf voor z'n land en eer.
Al z'n lijden is geweken
hij stierf voor z'n land en eer.

In de kamer aangekomen
werpt ze 't witte doodskleed af
en in tranen stort ze neder
delft voor hem en mij 'n graf.
en in tranen stort ze neder
delft voor hem en mij 'n graf.

Op het kerkhof ligt begraven
ene moeder met haar zoon
en nu strijden zij voor eeuwig
ja voor eeuwig voor Gods Troon.
En nu strijden zij voor eeuwig
ja voor eeuwig voor Gods Troon


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 310

Waagt gij 't uit te spruiten
bloem van zacht fluweel.
Durft gij 't knopj' ontsluiten
rondzien op uw steel.
't Purper hoofdje wagen
aan de gure lucht.
Voor geen hagelvlagen
voor geen storm beducht.

Wie zou u niet minnen
om uw gullen spoed.
Bloemenkoninginnen
missen uwen moed.
Blijven diep gedoken
in haar wintergraf.
Gij voor haar ontloken
wacht ze bloeiend' af.


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

20 December 2013