Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........381 - 390

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!







Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 381

Er is een fanfare
in een heel kleine dorpje
aan de Middellandse Zee.
En alle toeristen
die dit dorpje wisten,
spelen erin mee.
Hun kaken die staan bol
ze spelen voor de lol
en van je do re mi fa sol.

Papapa oem mama papapa oem mama,
de fanfare gaat weer op toernee.
Papapa oem mama papapa oem mama,
alle mensen in het dorp die zingen mee.
Waar ze komen is het feest,
ze blazen op hun meest.
Papapa oem mama papapa oem mama,
de fanfare gaat weer op toernee.
Papapa oem mama papapa oem mama,
doet toch mee, het is een goed idee.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 382

Blauw van de sangria

Lalala....
Ieder jaar in juli dan zit heel mijn auto weer vol
Ja dan gaan we met vakantie naar de Costa del Sol
Na de eerste dag lig ik al uitgeteld
Ben ik door dat Spaanse fruit geveld

REFREIN

Ja ja zo blauw blauw blauw van de sangria
Lig ik op het strand, de fles nog in mijn hand
Hasta la vista olé aan de Middellandse Zee
De groetjes thuis in Nederland
Lalala....

In het eerste kroeggie daar heb ik alleen maar wat gesjanst
In het tweede kroeggie daar heb ik de flamenco gedanst
In de derde kroeg daar werd ik toreador
Aan het eind zong iedereen in koor

REFREIN

Ja ja zo blauw blauw blauw van de sangria
Lig ik op het strand, de fles nog in mijn hand
Hasta la vista olé aan de Middellandse Zee
De groetjes thuis in Nederland
Ja ja zo blauw blauw blauw van de sangria
Lig ik op het strand, de fles nog in mijn hand
Hasta la vista olé aan de Middellandse Zee
De groetjes thuis
Aan Sonja, Linda, Bea, Frea, Marloes, tante Thea, Roos, Viola, Albert en natuurlijk aan mijn schoonzusje in Nederland
Lalala....

REFREIN

Ja ja zo blauw blauw blauw van de sangria
Lalalalala..
Hasta la vista olé aan de Middellandse Zee
De groetjes thuis
O ja en aan oma in Huize Vogelenzang in Nederland


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 383

Middellandse zee, souvenir van een zomer
Enkel al het woord is als wijn op de tong
Middellandse zee, wie haar kent wordt een dromer
Die nog nooit voldoende haar charme bezong
Duizend keer (duizend keer)
Kan dit lied al gezongen zijn (ahahahahahah)
Maar ik leer (maar ik leer)
Van de wind soms een nieuw refrein (ahahahahahah)
En steeds weer (en steeds weer)
Geeft de zee mij het tempo aan (ahahahahahah)
In een ritme (in een ritme)
Dat blijft bekoren zolang er licht is van zon en maan

Overal in Europa's zuiden, van Gibraltar tot bij Capri
Componeren natuurgeluiden steeds opnieuw deze melodie
De natuur schrijft met vele handen
En de zee dient als blauwe inkt
Het papier zijn de witte stranden
Waar ik kon lezen hoe dit wijsje klinkt

refr.

Duizend keer (duizend keer)
Kan dit lied al gezongen zijn (ahahahahahah)
Maar ik leer (maar ik leer)
Van de wind soms een nieuw refrein (ahahahahahah)
En steeds weer (en steeds weer)
Geeft de zee mij het tempo aan (ahahahahahah)
In een ritme (in een ritme)
Dat blijft bekoren zolang er licht is van zon en maan

La lalala la la lalala la la lalala la la


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 384

Van grootmoeder heb ik gekregen
Twee potjes met plantjes erin
En als ik daar goed op wil passen
Dan is dat nog maar een begin

En doe ik mijn best
dan beloofde ze mij
dan kreeg ik telkens weer andere bij

En doe ik mijn best
dan beloofde ze mij
dan kreeg ik telkens weer andere bij


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 385

In een bos staat een huis met een dak
En daar in zit een deur voor 't gemak
En daar woonde een heel oude vrouw
En ze woonde in dat bos
In dat hele griezelige bos
Waar je 's-winters liep te sterven van de kou

Maar wie komt daar in de manenschijn
Op zijn toffeltjes zachtjes aangeslopen
Het was de wolf, hij liep los
in dat hele griezelige bos
En hij heeft Oma toen om zeep gebracht
(Dat had ze nooit gedacht)

En om zeven uur in de morgen kwam Rood Kapje aangestapt
Lieve Oma, beste Oma,
Lieve Oma wordt eens wakker, ik heb koekjes van de bakker,
Beste Oma, mens wat brom en wat grom je
Je moet je heus eens laten scheren
Je hebt een baard van zeven meter lang
Mens, doe niet zo gek je maakt me werkelijk nog bang.

O Jager, kom eens gauw
Het is m'n Oma niet
Maar de wolf zo je ziet
Snij open zijn buik
Haal m'n Oma er uit
En ze leefden nog lang en tevree!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 386

De mode is zo grillig
't verandert ieder jaar
wij volgen maar gewillig
met naald en draad en schaar
wat ook de mode voorschrijft
de modekoning doordrijft
wij maken het perfect
en blijven opgewekt

refr.:
wij zijn de meisjes van 't confectie-atelier
de modinettes, de modinettes
wij zijn de meisjes van 't confectie-atelier
wij doen steeds aan de mode mee

wij knippen en garneren
wij volgen elke lijn
raderen en plisseren
naar het model moet het zijn
een jurk voor alle dagen
of nu en dan te dragen
voor warmte of voor kou
wij kleden elke vrouw

refr.

het spreekwoord zegt: de kleren
die maken pas een man
en kleren fabriceren
daar kennen wij wat van
wij maken voor de mensen
al wat zij ook maar wensen
wij zijn met naald en draad
de hele dag paraat

refr.

wie in haar jonge jaren
dit vak goed heeft geleerd
kan heel veel geld besparen
ook als zij emigreert
in ieder land op aarde
heeft handigheid zijn waarde
het is een kapitaal
en internationaal

refr.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 387

Baanveger, baanveger, kom met je bezem
veeg nu een glazige gladde baan
alles wat schaatsten heeft, komt vandaag rijden
alles wat benen heeft, komt vandaag glijden
baanveger, baanveger, kom met je bezem
veeg nu een glazige gladde baan.

zie je Margootje wel? Een, twee
zie je Catootje wel? Een, twee
en zie je Kootje wel? ’t is nummer drie
rijden naar grootvaders pastorie
baanveger, baanveger, kom met je bezem
veeg nu een glazige, gladde baan.

grootvader, grootvader, als je wilt rijden
grootmoeder laat je alleen niet gaan
samen, zo zegt ze, gaan we door ’t leven
gaan we ook samen op de gladde baan
grootvader, grootvader, als je wilt rijden
grootmoeder laat je alleen niet gaan
grootvader kan het nog, een, twee
zie toch hoe kranig toch, een, twee
ja en nu grootmoeder naast hem rijdt
voelt hij zich jong, als in ouden tijd
baanveger, baanveger, kom met je bezem
veeg nu een glazige, gladde baan.

zie je klein Petertje, een, twee
glijdt op zijn klompjes, wil ook mee
daarom pakt Petertje, ’t geeft wel geen pas
grootvaders panden van zijn jas
baanveger, baanveger, kom met je bezem
veeg nu een glazige, gladde baan.

zie je Klaas Haspel wel, ha, ha, ha, ha
dat wordt een kluchtig spel, ha, ha, ha, ha
Klaas, ga naar huis toe, wees toch wijs
wat doet Klaas Haspel nu op ’t ijs?

baanveger, baanveger, nu wordt het duister
alles wordt schimmerig, koud en grijs
iedereen rept zich naar de warme woning
baanveger, jij krijgt een extra beloning
baanveger, baanveger, ga nu, want nu wordt het duister
maar kom dan morgen weer vegen op ’t ijs.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 388

Als moeder jarig is, dan roept het hele gezin
ga nou zitten, lieve moeder, en span je toch niet in
ga nou lekker in je leuningstoel en laat ons nou maar begaan
en de afwas en de etensboel, die mag je laten staan
ga jij nou zitten, wordt er aldoor maar gezegd
maar nou vraag ik je, wat komt ervan terecht

Als moeder jarig is, dan wordt ze zo verwend
als moeder jarig is, dan zit ze geen moment
dan moet ze rennen, vliegen, sloven van beneden gauw naar boven
koffie zetten, converseren, sigaretten presenteren
als moeder jarig is, dan is het toch zo'n feest
dan heerst er in het huisgezin een echte goeie geest

Als moeder jarig is, dan roept het hele gezin
zit je lekker lieve moeder, is het zo wel naar je zin
en dan gaan ze alles redderen en alles loopt verkeerd
totdat moeder zich tenslotte weer met alles occupeert
jij mag niks doen, hoor moeder, roepen ze eenparig
als je moeder bent, dan ben je nog niet jarig

Als moeder jarig is, dan wordt ze zo verwend
als moeder jarig is, dan zit ze geen moment
dan moet ze rennen, vliegen, sloven van beneden gauw naar boven
koffie zetten, converseren, sigaretten presenteren
als moeder jarig is, dan is het toch zo'n feest
maar voor mij hoeft het niet, ik ben al geweest


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 389

de brief uit La Courtine

Beste ouders, lieve Ine
ik schrijf dit uit La Courtine
dat was lachen onder 't eten
onze generaal is door een slang gebeten

't stikt hier van de wilde dieren
één van onze officieren
een zeek're Aernoud Dendermonde
daarvan hebben ze alleen zijn bril gevonden

ik krijg strakjes weer visite
van een hele troep muskieten
zeven jongens, lieve moeder
zijn finaal vergiftigd door insektenpoeder

je kan niemand hier vertrouwen
zijn het rooien, zijn het blauwen
en de Fransen staan te blèren
want die zien ons aan voor Duitse militairen

ik leer kruipen door de modder
schieten met een losse flodder
en nog meer, dat volgens de majoor
ons straks te pas komt op kantoor

elke avond gaan we gokken
met de dorpelingen knokken
en daarna hebben we 't allemaal
heel fijn in het hospitaal

ik ben nou een kettingroker
ik speel heel goed vals met poker
'k zit hartstikke vol littekens
en ik slaap met een pistool onder m'n dekens

daarom ouders, lieve Ine
'k zit nu een week in La Courtine
maar ik kan je nu al schrijven
'k zou hier best m'n hele leven willen blijven

De brief naar La Courtine

beste kerel, hier is vader
en het huilen staat me nader
dan het lachen, want je oma
is geslaagd voor het rijvaardigheidsdiploma

ook de huur is weer gestegen
en er valt hier zoveel regen
dat ik in de buurt van Ede
op de weg een kabeljouw heb doodgerede

ome Ben uit 's Gravenhage
heeft sinds kort een eigen wage
maar hij is zo bij de pinken
dat ie zegt: "ik rij niet want ik moet nog drinken."

Greet heeft blindedarmontsteking
was met 't Gasthuis in bespreking
maar ze blijft thuis bij d'r eige
want ze kon alleen nog maar een staanplaats krijge

moe moet voor haar wasmachine
week'lijks de termijn verdienen
daarom moet 't arme mens voortaan
bij and're aan de tobbe staan

onze schoorsteen wil niet trekke
op de zolder blijft het lekke
en de hele woning is verzakt
alleen de bel is nog in tact

ik hou nu maar op met schrijve
'k zal vannacht op moete blijve
er is geen tijd om in te dutten
want ik moet de hele buitengevel stutten

o ja, jongen, je moet wete
bijna was ik dat vergete
Piet is t'r vandoor met Ine
amuseer jij je dus maar in La Courtine


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 390

Het vrouwtje van Stavoren

Hoort vrienden, hoort een lied,
Dat duid'lijk zal verklaren,
Wat eenmaal is geschied,
Voor meer dan duizend jaren.
Toen 't oud en grijs Stavoren,
Nog bloeid' op Frieslands grond;
En van zijn macht deed horen,
De hele wereld rond.

Daar in die rijke stad,
Die jaarlijks duizend schepen
Belaân met 's werelds schat,
Haar haven in zag slepen.
Daar leefd' in roem en ere,
Een rijke weduwvrouw,
Wier voorbeeld ons zal leren,
Hoe hoogmoed komt in rouw.

"Geen koper, neen, maar goud",
Zo sprak zij, "sier' mijn woning".
En 't huis, voor haar gebouwd,
Scheen 't woonhuis van een koning.
't Was al wat d' ogen zagen,
Vol vorstelijke praal;
En (hoeft men meer te vragen?)
De stoep was van metaal.

De leuning was zeer schoon,
Uit louter goud gedreven;
De deurknop scheen een kroon,
Met paarlen als omgeven,
En brede zilv'ren platen,
Geklonken aan den grond,
Bedekten al de straten,
Zover haar woning stond.

Daar treedt een zeekapitein
Haar bij de haven tegen.
"Wat", sprak zij, "zal het zijn?
Wat schoons hebt gij verkregen,
Wat heerlijks brengt gij mede
Uit overzees gebied?
Uw schip ligt op de rede,
Maar hoe, gij antwoordt niet!"

"'k Heb immers u gelast,
Het kostelijkst in te laden,
Wat rondom de Oostzee wast,
En 't oog hier kon verzaden.
Wie zich aan prijs moog' storen,
'k Vraag nimmer wat het geldt;
de Weduw van Stavoren,
Zij niet teleur gesteld."

"'k Bracht tarwe naar uw zin,
Het edelst' wat wij vonden;
Aan stuurboord kwam het in,
Zoveel wij laden konden."
"Hoe", gilt zij, dol van zinnen,
"Hoe, tarwe, lage guit!
Bracht gij ze aan stuurboord binnen,
Zo werp ze aan bakboord uit."

Helaas, het heerlijk graan,
Werd in den vloed geworpen.
Een grijsaard, die het zag,
Uit een der naaste dorpen,
"Beef", sprak hij, "beef, o Vrouwe,
Wellicht lijdt ge eens gebrek,
Dat nooit dit stuk u rouwe."
"zwijg", sprak zij, "grijze gek."

Zij lachte en greep een ring
En wierp met luid geschater,
Terwijl zij henen ging,
Hem weg in 't woelend water.
"Kijk", riep zij, "dwaze kerel,
Eer geeft de zee weerom
Deez' schone ring met parel,
Eer ik tot armoe kom."

Het duurde een dag of acht,
Toen werd op haar verlangen
Een grote vis gebracht,
Zo pas uit zee gevangen.
Maar sidd'rend zonk zij neder,
Want reeds bij de eerste snee;
Vond zij haar ring toen weder,
Geworpen in de zee.

Daar treedt een dienstknecht in:
"Uw schepen zijn verloren,
De zee zwolg alles in
God's straf rust op Stavoren".
Een and're knecht snelt binnen
En biedt een brief haar aan:
"God!" gilt ze, woest van zinnen,
"Mijn glorie is gedaan".

Beroofd van goed en geld,
Veracht van wie haar kenden;
Was ze, als 't geschiedboek meldt,
Ten prooi aan alle ellende.
Nog doet de nazaat horen,
Der hovaardij tot les;
Het Vrouwtje van Stavoren,
Stierf als een bed'lares.

Nog ziet men aan het strand,
Zo rijk in vroeger dagen;
De haven gans verzand,
Een zee van halmen dragen.
Maar ledig zijn die aren,
Geen korrel lacht u aan;
Als blijk, wat hier voor jaren,
God's almacht heeft gedaan.

Ja, hoogmoed wordt verneêrd,
Is wisse val beschoren.
Het wordt ons hier geleerd,
Door 't Vrouwtje van Stavoren.
Wilt, vrienden, er aan denken,
Wat ook het lot u bied':
't Is God, die 't u wil schenken,
En hoogmoed past ons niet.


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

31 Juli 2004