Een e-mail sturen? Het e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

Versjes, versjes, versjes........291 - 300

Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) kende er zoo veel ....








T.g.v. de geweldig stijgende populariteit van onze versjes (dank, dank, dank!) worden de financiële lasten per maand voor onze Engelfriet site ook steeds hoger.....

En dus zijn we op zoek naar sponsors: zakelijk of privé.

Interesse?

Graag kontakt opnemen met

hans@engelfriet.net

Iedere bijdrage is van harte welkom !!








Wil je weer terug naar het overzicht, dan klik je op

Terug naar het liedjes lijstje

Leuker kennen we het toch niet maken..........




Liedje 291

Annekeetje

Annekeetje, zeg wat deed je,
Was die grote peer van jou?
Leg hem Jantje gauw in 't mandje,
want die peer is nog niet goed.
Moeder moet hem eerst nog stoven,
Annekee zul jij beloven,
dat jij zoiets nooit meer doet?


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 292

Daar ging een boerinneke al door de wei,
Tierelier juchhei!
Het regende wat en de klei was glad,
Tierelier de klei was glad!
Ze droeg een mand met eieren aan haar hand
En zong en sprong van plezier!
Tierelier!

Ze zwaaide de mand met een zwaai van haar hand,
Tierelier juchhei!
En struikelde over haar kouseband,
Tierelier, haar kouseband!
En daar zwom ei en ei als een struif in de wei.
Juchhei! Juchhei!
't Boerinneke zat bij haar schat in de klei,
het dansje was uit en het liedje er bij!


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 293

Wie zal er ons kindeke douwen
En doet het zijn moederke niet?
Wie zal er zijn dekentje vouwen
Dat 't schaarsch door een holleken ziet
Kleine, kleine, moederke alleen
Douw, douw, douwderideine;
Kleine moederke alleen
Kan van uw wiegsken niet scheiden!

Wie zal naar ons kindekes kijken,
Dien, bleuzenden, stouten kapoen
Wie zal er zijn hemdekes strijken,
Zijn haarken in krullekes doen?
Kleine, kleine, moederke alleen,
Douw, douw, douwderideine;
Kleine, kleine, moedeke alleen,
Kan van uw wiegsken niet scheên!

Wie zou voor ons kindeke derven,
Heur laatste kruimeltje brood?
Wie zou er, wie zou er voor sterven,
En lachen op kind en op dood?
Kleine, kleine, moederke alleen,
Kan van uw wiegsken niet scheên!


Een iets andere versie luidt :

Wie zal er ons kindeke douwen
En doet het zijn moederke niet?
Wie zal er zijn dekentjes vouwen,
Dat 't schaars door een holleken ziet?

Kleine, kleine, moederke alleen,
Douw-douw-douw-derideine
Kleine, kleine, moederke alleen
Kan van uw wiegje niet scheën.

Wie zal naar ons kindeke kijken
Die blozende stoute kapoen?
Wie zal er zijn hemdekens strijken,
Zijn haarke in krullekens doen?

Wie zou voor ons kindeke derven
Haar laatste kruimelke brood?
Wie zou er, wie zou er voor sterven,
En lachen op kind en op dood?


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 294

Grootvaders Klok

Mijn grootvaders klok was een zeer groote klok, daarom hing ze ook niet aan de muur:
Doch ze stond op den grond meer dan negentig jaar, ze wees ons nauwkeurig het uur.
Omdat hij werd verwacht, werd de klok reeds gebracht, die men zachtkens naar binnen toe droeg.
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg

Refrein:
Al negentig jaar men steeds hoort, tik tak, van grootvaders klok ongestoord tik tak
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg.

Als kind was het hem steeds zijn grootste plezier, de beweging der slinger te zien
Toen hij man was, en vreugd of verdriet werd zijn deel,dan wist ook de klok dat misschien
Want toen hij voor het eerst met zijn bruid binnentrad, ze met slaan hun haar hulde toedroeg
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg

Refrein:
Al negentig jaar men steeds hoort, tik tak, van grootvaders klok ongestoord tik tak
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg.

Mijn grootvader sprak altijd tot iedereen van zijn trouwste bediende, zijn klok
Want in stiptheid en trouw over trof haar nooit een, ieders aandacht zij daarom trok.
En slechts eenmaal per week vroeg ze: wind me'even op, doch ook nooit naar iets anders ze vroeg
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg

Refrein:
Al negentig jaar men steeds hoort, tik tak, van grootvaders klok ongestoord tik tak
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg.

De wekker die jaren lang stil was geweest liep opeens in het holst van den nacht.
Men begreep dat het eind van de klok nu toch kwam, zij tikte zoo langzaam en zacht
Toen voor eeuwig dan ook grootva ingesluimerd was, had ook zij van het leven genoeg
Maar opeens ze staat stil om nooit meer te gaan, toen grootvaders laatste uur sloeg

Refrein:
Al negentig jaar men steeds hoort, tik tak, van grootvaders klok ongestoord tik tak


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 295

Kleine Anna

Kleine Anna, lieve Anna,
liet haar hoofdje lager handen,
en haar frisse rode wangen ,
waren nu niet meer te zien ,

Op een avond riep zij Moeder
Kus mij voor de laatste keer.
Kom eens even bij me zitten
morgen leef ik vast niet meer

Geef de pop maar aan mijn zusje,
en het duifje aan broer Koos.
Toen de lieveling dat gezegd had
sloot zij de oogjes voor altoos


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 296

Daar vaart een man op zee

Daar vaart een man op zee, daar vaart een man op de mosselzee
Van je ram plan plan, van je mosselzee
Daar vaart een man op zee, daar vaart een man op zee

Wat doet die man op zee, wat doet die man op de mosselzee
Van je ram plan plan, van je mosselzee
Wat doet die man op zee, wat doet die man op zee

Hij vangt daar ene vis, hij vangt daar ene mosselvis
Van je ram plan plan, van je mosselvis
Hij vangt daar ene vis, hij vangt daar ene vis

Wat doet hij met die vis, wat doet hij met die mosselvis
Van je ram plan plan, van je mosselvis
Wat doet hij met die vis, wat doet hij met die vis

Hij stroopt hem uit zijn vel, hij stroopt hem uit zijn mosselvel
Van je ram plan plan, van je mosselvel
Hij stroopt hem uit zijn vel, hij stroopt hem uit zijn vel

Wat doet hij met dat vel, wat doet hij met dat mosselvel
Van je ram plan plan, van je mosselvel
Wat doet hij met dat vel, wat doet hij met dat vel

Hij maakt daarvan een beurs, hij maakt daarvan een mosselbeurs
Van je ram plan plan, van je mosselbeurs
Hij maakt daarvan een beurs, hij maakt daarvan een beurs

Wat doet hij met die beurs, wat doet hij met die mosselbeurs
Van je ram plan plan, van je mosselbeurs
Wat doet hij met die beurs, wat doet hij met die beurs

Hij stopt daarin zijn geld, hij stopt daarin zijn mosselgeld
Van je ram plan plan, van je mosselgeld
Hij stopt daarin zijn geld, hij stopt daarin zijn geld

Wat doet hij met dat geld, wat doet hij met dat mosselgeld
Van je ram plan plan, van je mosselgeld
Wat doet hij met dat geld, wat doet hij met dat geld

Hij koopt daarvan een kind, hij koopt daarvan een mosselkind
Van je ram plan plan, van je mosselkind
Hij koopt daarvan een kind, hij koopt daarvan een kind

Wat doet hij met dat kind, wat doet hij met dat mosselkind
Van je ram plan plan, van je mosselkind
Wat doet hij met dat kind, wat doet hij met dat kind

Hij stuurt dat kind naar school, hij stuurt dat kind naar de mosselschool
Van je ram plan plan, van je mosselschool
Hij stuurt dat kind naar school, hij stuurt dat kind naar school

Wat doet dat kind op school, wat doet dat kind op de mosselschool
Van je ram plan plan, van je mosselschool
Wat doet dat kind op school, wat doet dat kind op school

Het leert het A.B.C. het leert het A.B. mossel-C.
Van je ram plan plan, van je mossel-C.
Het leert het A.B.C. het leert het A.B.C.



Een iets (?) andere versie luidt :

Daar vaart een man op zee

Daar vaart een man op zee
Daar vaart een man op de mosselzee
Van je ranplanplan, van je mosselzee
Daar vaart een man op zee (2x)

Wat doet die man op zee
Wat doet die man op de mosselzee
Van je ranplanplan, van je mosselzee
Wat doet die man op zee (2x)

Hij vangt daar ene vis
Hij vangt daar ene mosselvis
Van je ranplanplan, van je mosselvis
Hij vangt daar ene vis (2x)

Wat doet hij met die vis
Wat doet hij met die mosselvis
Van je ranplanplan, van je mosselvis
Wat doet hij met die vis (2x)

Hij stroopt hem uit zijn vel
Hij stroopt hem uit zijn mosselve
Van je ranplanplan, van je mosselvel
Hij stroopt hem uit zijn vel (2x)

Wat doet hij met dat vel
Wat doet hij met dat mosselve
Van je ranplanplan, van je mosselvel
Wat doet hij met dat vel (2x)

Hij maakt daarvan een beurs
Hij maakt daarvan een mosselbeurs
Van je ranplanplan, van je mosselbeurs
Hij maakt daarvan een beurs (2x)

Wat doet hij met die beurs
Wat doet hij met die mosselbeurs
Van je ranplanplan, van je mosselbeurs
Wat doet hij met die beurs (2x)

Hij stopt daarin zijn geld
Hij stopt daarin zijn mosselgeld
Van je ranplanplan, van je mosselgeld
Hij stopt daarin zijn geld (2x)

Wat doet hij met dat geld
Wat doet hij met dat mosselgeld
Van je ranplanplan, van je mosselgeld
Wat doet hij met dat geld (2x)

Hij koopt daarmee een kind
Hij koopt daarmee een mosselkind
Van je ranplanplan, van je mosselkind
Hij koopt daarmee een kind (2x)

Wat doet hij met dat kind
Wat doet hij met dat mosselkind
Van je ranplanplan, van je mosselkind
Wat doet hij met dat kind (2x)

Hij stuurt dat kind naar school
Hij stuurt dat kind naar de mosselsch
ool Van je ranplanplan, van je mosselschool
Hij stuurt dat kind naar school (2x)

Wat leert dat kind op school
Wat leert dat kind op de mosselsch
ool Van je ranplanplan, van je mosselschool
Wat leert dat kind op school (2x)

Het leert het A B C
Het leert het A B mossel-C
Van je ranplanplan, van je mossel-C
Het leert het A B C (2x)


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 297

Ooievaartje, lepelaartje
ik ben niets tevreden
over het zusje,dat je bracht
nu een week geleden

weet je dat ze heel niet praat
en niet eens kan lopen
dat ze telkens schreien gaat
met haar mondje open

ikke wil dat zusje niet
maar een ander kindje
breng me 'n broertje net als Piet
weet je wel mijn vrindje.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 298

Zeg, ken jij de mosselman, de mosselman, de mosselman
Zeg ken jij de mosselman, hij komt uit Scheveningen

Ja, ik ken de mosselman, enz.

Samen kennen wij de mosselman, enz


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 299

Palm pasen

palm-palm-pasen,
Hei koerei.
Over enen zondag,
hebben wij een ei.

Een ei is geen ei.
Twee ei is een half ei.
Drie ei is een paasei.


Terug naar het liedjes lijstje



Liedje 300

Ik ga slapen ik ben moe
'k sluit mijn beide oogjes toe
Here houdt ook deze nacht
over mij getrouw de wacht

Boze dat ik heb gedaan
Ziet 't oh Here,toch niet aan
Schoon mijn zonden velen zijn
Maak om Jezus' wil mij rein

Zorg voor de arme kinderen Heer,
en genees de zieken weer.
Ja voor alle mensen saam
bid ik u in Jezus' naam.
Aaaaaaaaaamen (nu pas dus).


Maar dit is het origineel (?)


'k Ga ter ruste, ik ben moe.
'k Sluit mijn oogjes beide toe.
Heere, houd ook dezen nacht
Weder over mij de wacht!

't Booze, dat ik heb gedaan,
Zie het, Heere, toch niet aan!
Schoon mijn zonden vele zijn,
Maak om Jezus wil mij rein.

Sta mijn ouders trouw terzij
Wees mijn vriendjes ook nabij;
Geef mijn meesters nieuwe kracht
Door de rust van dezen nacht.

Zorg voor de arme kindren, Heer
En herstel de zieken weer;
En voor alle menschen saam,
Bid ik U in Jezus' naam.

Doe mij dankbaar en gezond
Opstaan in den morgenstond;
Als 'k mijn oogen opendoe
Lache Uw zon mij vriendlijk toe!


Terug naar het liedjes lijstje



Enne we gaan gewoon door, want zoo zou Alie (* 28 - 07 - 1920  † 15 - 09 - 2006) het gewild hebben.....



Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

25 November 2003