Een e-mail sturen naar Aad? Zijn e-mail adres is aad@engelfriet.net
(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen)
Terug naar  het Engelfrieten overzicht

Naar beneden 

De Rotterdamse Schoolvereniging tijdens de oorlogsjaren 1940 - 1945




En toen dook Aad nog een boek op van zijn Geschiedenis leraar (
link)

verseputfoto

Dr. J. Verseput

Een eeuw Rotterdamse Schoolvereniging

1880 - 1980

en daar gaan we natuurlijk ook wat uit citeren, bijvoorbeeld het onderstaande verhaal, want geschiedenis blijft Aad's afwijking, vooral als het geschreven is door je oud-geschiedenis leraar....





Bij het lezen van de verhalen over de Rotterdamse Schoolvereniging moet je wel weten dat dit oorspronkelijk een school was voor meisjes uit de gegoede stand, zoals dat toen genoemd werd. Later werden ook jongens toegelaten, maar het schoolgeld wat gevraagd werd, bleef het hoogste van Rotterdam. Op de school zaten o.m. kinderen uit de families Mees, Monchy, Hintzen en Van Vollenhoven, en dus zat ook Pieter van Vollenhoven ooit op deze school. Ook allemaal een stukje geschiedenis van Rotterdam, niet waar ?




hoitsemapt

Mej. A.M. Hoitsema

Directrice van 1880 - 1901

Na enkele maanden bezetting werd de Duitse invloed op de departementale leiding merkbaar. Op 23 augustus 1940 verscheen een brief van General Kommissar Dr. F. Wimmer, waarin deze meldde, dat alle leermiddelen van een school moesten worden gezuiverd van toespelingen, opmerkingen, beweringen en verdachtmakingen, die het Grootduitse Rijk, zijn volk, zijn leiding, zijn politieke ontwikkeling en sociale en economische problemen in discrediet konden brengen.
Daarna kwamen verschillende aanwijzingen betreffende leerboeken. Sommige mochten in het geheel niet meer gebruikt worden - het totale aantal bedroeg ruim 150 stuks-, in andere moesten verbeterblaadjes worden aangebracht.

Bij een jongensgevecht in een leesboekje was het ontoelaatbaar, dat Adolf en Herman de verliezers waren. De levende leden van het Koninklijk Huis mochten niet meer vermeld worden en later moesten hun beeltenissen uit de scholen worden verwijderd. Oranjeliederen en al te vaderlands getinte verzen werden taboe.

Het eerste moeilijke moment kwam toen de Rijkscommissaris Seyss-Inquart - in de goede volksmond Zes en een kwart - op 29 mei 1940 aankondigde, dat binnen een nader te bepalen termijn van ambtenaren, onderwijzers van openbare, bijzondere en particuliere scholen een 'Eidesstattliche' verklaring zou worden geëist, dat zij de verordeningen en andere regelingen van de Rijkscommissaris stipt zouden nakomen en zich ook zouden onthouden van elke handeling, die gericht was tegen het Duitse Rijk of de Duitse Wehrmacht. In de Nederlandse tekst stond ten onrechte 'onder ede' en hierop strandde deze aanwijzing, maar in december 1940 werd die verklaring wel ingevoerd voor een nieuw-benoemde leerkracht.

Op 30 september 1940 kondigde de secretaris-generaal van binnenlandse zaken Snouck Hurgronje aan, dat geen Joden aan scholen, behalve aan die, welke uitsluitend voor Joodse kinderen bestemd waren, mochten worden benoemd.

Enkele dagen daarna - op 3 oktober - volgde zijn circulaire, waarin opgave werd verzocht van het Joodse personeel. Deze mededeling werd gevolgd door de vragenformulieren, de zogenaamde Arierverklaring, waarin elke ambtenaar van zichzelf of zijn echtgenoot of echtgenote moest opgeven of men al of niet Jood was.

arierverklaring

Arierverklaring voor onderwijzend personeel

Het sluitstuk kwam spoedig in de vorm van Wimmers fatale voorschrift, dat alle Joden met ingang van 23 november 1940 moesten worden ontslagen en Joodse leerlingen moesten worden verwijderd. Ook de Rotterdamse Schoolvereniging werd met dit probleem geconfronteerd en moest met ingang van 1 december de Joodse lerares voor gymnastiek, mejuffrouw L. Sanders, ontslaan. In het voorjaar 1943 werd vernomen, dat zij in een concentratiekamp in Polen was overleden. De school werd door vrij veel Joodse leerlingen bezocht. De schoolleiding nam tegen hen geen maatregelen, maar zij bleven uit eigen beweging weg. Wat er van hen geworden is laat zich gissen.

Binnen het docentencorps bevond zich één N.S.B.-er, de heer De Haas. Ook hij verliet na korte tijd de scholengemeenschap. Dit nam niet weg, dat de leerkrachten voorzichtig moesten zijn, want onder de leerlingen bevonden zich enkele kinderen van felle N.S.B.-ers.

Vermeld moet worden dat op 29 november 1944 Maria Louise Hartong, leerlinge van de tweede klas van de meisjesschool bij een vliegtuigaanval voor het huis van haar ouders aan de Mathenesserlaan door bomscherven werd gedood.

Op 19 juni 1941 werden docenten en leerlingen door de directeur van de Deutsche Oberschule in Rotterdam uitgenodigd voor het bijwonen van de film 'Sieg im Westen' die in het Luxortheater zou worden vertoond.
De heer Krudde beantwoordde deze brief kort, maar krachtig. Hij schreef:



Wel gaf iedere school de volgende raad, deze is bijvoorbeeld van de Rector van het Erasmiaans Gymnasium:

rectorverzoek






Klik hier voor de overige verhalen van Dr. J. Verseput





Klik hier voor de overige onderwijs verhalen op onze site





Familiewapenklein
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker ....


Terug naar de top





Last update :

30 December 2003