(klik op deze tekst om een voorgeadresseerde mail te openen) |
Terug naar het Engelfrieten overzicht |
---|
Naar beneden |
---|
En toen dook Aad nog een boek op van zijn Geschiedenis leraar (link)
Dr. J. Verseput
Een eeuw Rotterdamse Schoolvereniging
1880 - 1980
en daar gaan we natuurlijk ook wat uit citeren, bijvoorbeeld het onderstaande verhaal, want geschiedenis blijft Aad's afwijking, vooral als het geschreven is door je oud-geschiedenis leraar....
Bij het lezen van de verhalen over de Rotterdamse Schoolvereniging moet je wel weten dat dit oorspronkelijk een school was voor meisjes uit de gegoede stand, zoals dat toen genoemd werd. Later werden ook jongens toegelaten, maar het schoolgeld wat gevraagd werd, bleef het hoogste van Rotterdam. Op de school zaten o.m. kinderen uit de families Mees, Monchy, Hintzen en Van Vollenhoven, en dus zat ook Pieter van Vollenhoven ooit op deze school. Ook allemaal een stukje geschiedenis van Rotterdam, niet waar ?
Mej. A.M. Hoitsema
Directrice van 1880 - 1901
Op school werden vriendschappen 'voor het leven'gesloten, die hun weerslag vonden in het zo zeer gewaardeerde poèzie-album.
De volgend gedichten zijn gemaakt in 1888.De leerlingen kwamen ook regelmatig bij elkaar en vooral op hoogtijdagen werden vaak grote feesten gegeven, waarbij vrij kostbare cadeaus werden uitgewisseld. Wanneer de afstanden groot waren, bijvoorbeeld bij een bezoek aan de leerling Gunning, die in het Zendingshuis aan de Rotte woonde, gingen de vriendinnen per rijtuig.
Lieve Jansje,
Tegenwoordig of afwezend,
't Zij in voorspoed of in druk,
Vriendschap, dat geschenk des hemels
Werke steeds tot ons geluk.
Daarom hoop ik, dat die vriendschap,
Steeds in ons gevestigd blijft,
Dit wenscht uw vriendin van harte,
Die haar naam hier onder schrijft.
Uwe U liefhebbende Sophie
Citaat uit dit verhaal :
Rechter Rottekade 63.
Dit perceel maakt deel uit van het nieuwe zendelinghuis van het Nederlandsche Zendelinggenootschap, dat 29 Juni 1854 werd ingewijd.
Het nieuwe gebouw werd opgericht op de plaats vanouds bekend onder den naam van "Het Huis den Arend". Deze buitenplaats werd gebouwd door Mr. Francoys van der Hoeven en zijn vrouw Johanna Leers, heer en vrouw van Tienhoven.
De kinderen verkoopen ze 2 Juni 1766 aan Maria Marta Ie Cointe, weduwe van Mr. Cornelis de Normandie. Ze wordt dan omschreven als "een buytenplaats, bestaande in een huys, thuyn, bepotingen en beplantingen daerop staende, oranjehuys, thuynmanshuys, loots, laanen, vijvers fonteynen, cascades, grotwerken en menagerie. Voorts nog een pakhuys, zolders, eest en erven.... alsmeede nogh een koetshuys, stallingh en erve met een gang .... ook nogh de helft in een slangebrandspuyt".
Het aantal samenkomsten daar was vrij talrijk, omdat er lichtbeelden met de toverlantaarn werden vertoond en ook lezingen over de zendingsgebieden werden gehouden.
Het gezinsleven was in de tachtiger jaren in het algemeen goed. Er werd in de huiselijke kring gemusiceerd, gepraat, gelezen of er werden spelletjes gedaan, zoals ganzenbord, klok en hamer, dammen en schaken. Bij de families uit de hoogste kringen speelde hierbij de gouvernante of de juffrouw een belangrijke rol.
Voor de jongeren was het tijdschrift Voor de kinderkamer zeer gezocht. De illustraties, versjes en verhaaltjes gingen steeds over brave kinderen, die het eens moesten zijn met de volgende uitspraak:Tot slot helaas slechts 1 vers uit het lange gedicht Winterellende :
Wie hun ouders raad niet eeren
Zullen tot hun nadeel leeren,
Dat een ongehoorzaam kind
Altijd loon naar werken vindt
Want als ik naar mijn bed ging
En 'k dacht dan aan het leed der armen,
'k bleef vast wakker,
Geen Zandman kreeg mij beet
Klik hier voor de overige verhalen van Dr. J. Verseput |
---|
Klik hier voor de overige onderwijs verhalen op onze site |
---|
|
wat zijn we trots op ons familiewapen ...., beetje jaloers zeker .... |
Terug naar de top |
---|